k1
A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Viaanderen.
Op Lev-en en Dood.
No. 3285.
POL I TIE.
Dinsdair fi April 1909.
49e Jaargang.
Buitenland.
FEUILLET ON
Binnenland.
ABONNEMENT:
Telefoon No. 2 5.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
E^uldebiijk aan H. M. de Koningin.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen j 1,—Franco per postYoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32V, en yoor
net. overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bij aile Boekhande-
laars, Fostdirecteuren en Brievenbushouders.
ADVERTENTIEN:
an 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij direete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Feeafdageii. bij de Firma P. a. VAM
Te 1ER NELZEN konit vacant de betrek-
king van agent van politie waaraan verbonden
is eene jaarwedde van 500,— met zes twee-
jaarljjksche verboogingen van 25,eene
jaarlijksche toelage voor kleeding van f 75,
en eene toelage ineens voor eerste uitrustine
van 15,—.
Sollicitanten, niet ouder dan 30 jaar en
minstens lang 1,75 M., kunnen hunne eigen-
handig op zegel geschreven verzoekschriften
inzenden aan den Burgemeester voor 15 April
1909. F
In het verzoekschrift moeten ook worden
vermeld naam en voornamen (voluit), datum
van geboorte, tegenwoordige en vroegere
woonplaatsen en betrekkingen, godsdienstige
gezindte en burgerlijke staat van den sollicitant.
Voor de sollicitanten zal de Burgemeester
op de gemeente-secretarie tespreken zijn Zater-
dag 17 April 1909, voormiddags tusschen 10b'
en 12 uur.
Ter Neuzen, 3 April 1909.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
J. A. P. GEILL.
OK 8ASBE «e Ter Xriiien.
De gisting in bet Servische leger heeft volgens
den Weenschen berichtgever van 't »Berl.
Tagebl." een bedenkelijke afmeting aungenomen.
Vele garnizoonen hebben telegram men van
protest gezonden en de officieren houden geheime
vergaderingen, waarbij, naar men zegt, de
vroegere kroonprins de hand in het spel zou
hebben. Men vreest, dat hij plotseling een
xnilitaire diktatuur zou kunnen instellen.
Te Nisj. Kroensjewac en Kragoejewac zou
een wijdvertakte samenspanning van officieren
ontdekt zijn, die de onttroning van het re-
geeringshuis ten doel had. Te Nisj zijn 11,
te Kragoejewac 8 officieren in hechtenis ge-
nomen.
De officieren van de ruiterij te Kraljewo hebben
geweigerd, zich bij de saruenzweerders aan te
sluiten, daar zij wel de onttroning van Koning
Peter, maar ook de uitroeping van prins
Alexander tot Koning voorstaan.
Men beweert, dat Koning Peter misschien
vioeger afstand zal doen dan hij tot nu toe
zelf geloofd heeft.
De gewezen Kroonprins van Servie is Woensdag
morgen incognito te Berlijn aangekomen en van
daar naar Petersburg gereisd.
Servie houdt zijn belofte van ontwapening.
Donderdag zijn de ingelijfde reservisten naar
huis gezonden.
Een Hongaarsch blad bevestigt, dat Servie
zich volledig zal ontwapenen. De Ministerraad
heeft de uitnoodiging van Oostenrijk om deel
te nemen aan de onderhandelingen over het
handelsverdrag aangenomen.
Het Sei vise he oorlogsgebrul eiudigt dus werke-
lijk als in een operette er vallen geen dooden.
In de Russiscbe Doema werden bij de behande-
ling der oorlogsbegrooting heftige debatten ge-
houden. legeu Duitschland werden vooral
door sprekers der rechterzijde verwijten gericht.
Goetsjkof, leider van de Oktobristen, die 't
totaal der begrootiug, 641 millioen ghl., goed-
keuide, betoogde dat Rusland dagen van
nationalen rouw doormaakt en deed een beroep
op aller steun. Poeritsjkewitsj sprak van nati
onalen smuad en beleediging die Rusland trof.
De Oostenrjjksche gezant berichtte onlangs aan
zijn legeering, dat Rusland militair machteloos
was. loen begon 'n reeks uittartingen, die
eindigden met hi soort ultimatum aan Rusland.
Graaf Bobrinski wees op den sterken Duifschen
invloed in West-Rusland, maar voorspelde dat
eenmaal de tijd zal komen, dat Rusland gesteund
door zijn Slavische broeders, afrekening zal
houdeu. Markof, uiterste rechterzijde, kriti-
seerde het Fransche leger, en 't opnemen van
de .loden daarin. Het leger van den bondge-
noot was, volgens Markof, een faktor, waarmee
niemand meer rekening hield. Een storm van
verontwaardiging brak op alle banken los
wegens beleediging van 't Fransche leger werd
Markof tot de orde geroepen.
Een talrijk publiek wooude de zitting bij, in
de hofloge zaten de grootvorsten Nicola j en
oergms. De Doema is verdaagd tot 20 dezer.
51) -
//Wij drieen, gij, uw man en ik, blijven hier,
tot de dokter en de adjunct, die Mizka kan
roepen. hier zullen zijn, wij kunnen dan be
wijzen het geld niet te hebben aangeraakt."
,/Zooveel geld Hij is mij meer dan vijf-
honderd gulden schuldig en heeft zooveel geld
riep vrouw Franzka, die haar oogen maar niet
van de bankbiljecten kon afwenden, doch op
mijn aandringen sloot zij de lade en riep Mizka,
om haar te gelasten naar den adjunct en den
dokter te loopen en beiden te verzoeken zoo
spoedig tnogelijk bij den professor in de ,/Gouden
Druit te komen.
Wij hadden niet lang te wachten de dokter
kwam het eerst, Mizka was hem op straat
tegen gekomen. Ik trok hem in een hoek der
kamer en deelde hem fluisterend mede, wat er
in de bovenste lade der kast lag. Hij werd
bijna gek van vreugde. „Wij hebben hem
jubelde hjj, van plezie/ springende. Eerst toen
hij bemerkte dat vrouw Franzka en haar man
hem verbaasd aankeken zij dachten bepaald
dat hij gek was geworden werd hij kalm
en het zich vertellen, dat ik ook een boodschap
naar den adjunct gestuurd had.
//Gij hebt juist gehandeld," zeide hij, #hem
moeten wij thans alles vertellen. Thans, nu
zoo duidelijk bewijzen voor de scbuld des
rechters bestaan, kan en moet hij handelen.
Naar de Zw. Ot. verneemt, heeft de
Minister van Binnenlandsehe Zaken aan de
Commissarissen der Koningin in de verschillende
piovincien beiicht, dat wanneer de verwachte
heugelijke gebeurtenis mocht vallen op een
Zondag of op Goeden Vrijdag, het niet de wensch
Ian. o-. ,Mi de Koniugi" is- dat op die dagen
teesteujkheden zullen plaats hebben.
Hij is een -eerlijk en moedig man. Ik weet
dat ik mij in hem niet vergis. Hij zal de
belofte vervullen, die hij eens aan de kleine Anna
heeft gegeven! Daar komt hij reeds, ik hoor
hem komen
De adjunct trad binnen. Hij scheen verbaasd
in mijn kamer nog den dokter, den waard en
de waardin te vinden.. Vrouw Franzka ijlde
hem te gemoet. Zij had zoolang gezwegen
thans moest zij haar hart uitstorten. In de
slavische taal, waarvan ik geen letter verstond,
wendue zy zich tot den adjunct, die opmerkzaam
naar haar woorden luisterde. Ik wilde haar
met in de rede vallen, want uit haar gebaren
begreep ik dat zij van den vondst in de oude
kast vertelde.
I erwijl vrouw Franzka vertelde, betrok het
gr ant van den adjunct. Toen zij uitgepraat
had, gaf zj] hem den sleutel der kast en zich
toen tot mij wendende, zeide hij ernstig
Vrouw Franzka heeft mij de mededeeling ge-
daan van den zeldzamen vondst in deze kast.
Alvorens zelf te zien wacht ik uw mededeelingen,
professor. Ik zet op den voorgrond dat <nj mij
hier met geroepen hebt als uw bevrienden gast
aan de stamtafel in de „Gouden Druif," maar
i 'J m0en rechterlijken amb-
tenaar gedurende de afwezigheid des districts-
rechter; ik zal dus uwe mededeelingen niet als
vriendschappelijk, doch als officiee! moeten be-
schouwen. - Vrouw Franzka, gi, zult met uw
man in een andere kamer wachfen totik vernomen
heb, wat de professor mij te zeggen heeft. Ik
wps er u op, dat ge tegen niemand luister
I goed, tegen niemand een woord van den vondst
Naar men verneemt is bij den Minister
van Binnenlandsehe Zaken in overweging, wijzi-
ging te brengen in het eerste lid van art. 8
der drankwet, bepalende dat de vergunniDg uit-
drukkelijk geldt voor de daarin vermelde lokali-
teit, en dat hierover het gevoelen van de
Gedeputeerde Staten der onderscheidene pro-
vincieii is gevraagd.
Waar zijn de muntjes
Op 1 April hadden er l'/a millioen munt-
biljetten ingeleverd moeten zijn en herhaalde-
lijk is er gewaarschuwd, dat wie verzuimde de
oude papiertjes in te leveren, na dien datum
slechts waardelooze stukken zou hebben.
Desniettegenstaande zijn er nog 43,073 stuk
ken in eircnlatie
Wordt de wet van 31 December 1903 ge-
liandliaafd, dan zijn de gezamenlijke bezitters
dezer biljetten bijna een half millioen gulden
kwijt en de schatkist ontvangt ongevraagd een
voordeeltje tot hetzelfde bedrag.
Voor een Minister van Financien is dit een
zeer verleidelijk iets. Evenwel de heer Kolk-
man wil ook nu nog de nalatige bezitters ter
wille zijn. Denkelijk zijn het meestal weinig
ontwikirelde, spaarzieke menschjes, die de oude
papiertjes weggesloten houden en geen kennis
dragen van het hun dreigend verlies. Daarom
heeft hij, bij de Tweede Kamer een voorstel
ingediend, om den fatalen termijn van inwisse-
ling tot 1 October te verschuiven.
ernioedelijk zullen er ook dan nog wel
muntbiljetteu aebterblijven, maar men zal dan
gerechtigrl wezen om aan te nemen, dat ze niet
meer bestaan en op alle mogelijke wijzen zjjn
vernietigd, ofwel bewaard worden om later als
autiquiteiten te dienen.
De ondervinding leert, dat er ook vele Staats-
scbuldpapieren nooit terechtkomen en dat vooral
hij uitlotingen heel wat prijzen ten eeuwigen
dage blijyen zitten.
Dat echter de gezamenlijke inwoners van ons
land bijna een half millioen gulden als tusschen
vinger en duim laten wegglijden zal menigeen
met verrassing hebben vernomen
TER NEUZEN, 5 April 1909.
Het Comite voor het geschenk aan H. M.
de Koningin, mocht het volgende telegram
ontvangen
//Voor den zooeven door mij ontvangen fraaien
moogt zeggen. Gij stelt u aan een zware verant-
woordelijkheid bloot, wanneer ge dit bevel niet
opvolgt. Wacht, tot ik u laat roepen. Ik zal
u en uw man spoedig nogmaals in verhoor
nemen en ge zult dan uwe verklaring moeten
beeedigen. Ga thans. Wenscht ge ook dat
de dokter zal heengaan, professor
z/Neen, integendeel, in zijue tegenwoordigheid
wil ik mijn mededeelingen doen. Hij zal het-
geen ik u te zeggen heb, kunnen aanvullen."
Ik wachtte tot de waard en de waardin zich
teruggetrokken hadden, en mij toen tot den
adjunct wendende, zeide ik
z/U, mijnheer de adjunct, heeft op den dag,
toen de ongelukkige oude man vermoord werd,
zijn dochter de plicht opgelegd, den moordenaar
op te sporen en aan het gerecht over te leveren.
Ik was getuige van de woorden vol vertwijfeliug,
die het jonge meisje uitte en van de belofte, die
gij, wel is waar niet in woorden, doch stil-
zwijgend nflegdet. Thans herinner ik u aan
die belofte."
ii k Zal mijn plicht doen. De schuldige, wie
hij ook zijn moge, zal de straf niet ontgaan,
als hem de schuld kan bewezen worden."
//Ik zal u dat bewijs leveren, zoo duidelijk, zoo
onwederlegbaar, dat geen twijfel kan overblijven.
Luister
Het was niet moeilijk in korte, doch duidelijke
woorden den adjunct de feiten mede te deelen,
die bewijzen tegen den moordenaar waren hoe
hij mij bedrogen had, verdenking tegen Franz
Schorn, zelfs tegen de schoone Anna had op-
gewekt, om ten slotte te vertellen van die oude
kast. Ik besloot met de woorden
en sierlijk uitgerusten kinderwagen, betuig ik
het comite der Zeeuwsche vrouwen en alle
geefsters mijn warmen dank.
Ik ben diep getroffen door de gevoelens van
genegenheid en verknochtheid welke mij opnieuw
op zoo ondubbelzinuige wijze betoond worden.
Ik heb met groote ingenomenheid kennis
genomen van het voornemen een deel van het
geschenk te besteden voor de verzorging van
kinderen wier ouders of voogden uit de voogdij
ontheven of ontzet zijn.
WILHELMINA."
Voor het beroep naar de Geref. kerk alhier
is door Ds. G. H. A. van der Vegte, predikaut
te Urk, bedankt.
Met ingang van 16 dezer is te Vlissingen
benoemd tot agent van politie 3e klasse E. Tange
te Ter Neuzen.
Met de leiding der schietoefeningen tot
verhoogiug van's lands weerkracht te Ter Neuzen
wordt belast de le luitenaut Van Altena.
Tot roeier bij het Belgische loodswezen
te Vlissingen is benoemd de roeier J. Deckmijn,
te Ter Neuzen, terwijl alhier tot roeier is be
noemd J. Deley, thans in dienst te Ostende.
Onder groote deelneming had alhier jl.
Zaterdag de ter aarde bestelling plaats van het
stoffelijk overschot van wijlen den heer F. de Bree
Fz., bestuurslid der vereeniging voor Christelijk
Onderwijs te Ter Neuzen.
De baar werd door een talrijke schaar van
familie, vrienden en belangstellenden gevolgd.
Bij de geopende groeve werd de overledene
namens den kerkeraad herdacht door Ds. T.
Oegema van Hoogeveen, terwijl de heer J. A.
Klaassen den overledene herdacht als een ijverig
bestuurslid der Vereeniging voor Chr. school-
onderwijs, en door den heer P. Faas, namens de
Zeeuwsche zendingsvereeniging aan de verdien-
sten van den overledene jegens die vereeniging
een waardeerend woord werd gesproken.
Zondag j.l. speelde de voetbalvereeniging
//Hercules" een oefenwedstrijd tegen een elftal
der alhier in garnizoen liggende militairen welke
tot uitslag had dat u Hercules" overwon met
73 doelpunten.
Stand met de rust was 4^—2.
De vorige week werd in het //Hotel des
Pays-Bas" alhier de gewone jaarlijksche ver-
gaderiug gehouden van de //Vereeniging tot
ziekenverzorging" te Ter Neuzen. De opkomst
der leden was gering.
»Dit is de reeks bewijzen, die ik u geef, en
thans eisch ik van u, dat ge krachtens uw ambt
den waren moordenaar aan het gerecht te Lai bach
zult overleveren, opdat de onschuldige geen uur
langer dan noodig de smaadvolle boeien zal
dragen."
z/U legt mij een zware, vreeselijke verant-
woording op," zeide de adjunct met een diepen
zucht, //doch ik zal mij daaraan niet onttrekken.
Wat gij mij thans hebt medegedeeld, bevestigt
een vreeselijk vermoeden, dat ik reeds van den
dag van den moord met mij omdroeg. Ik heb
nooit aan Schorn's scluild geloofd, steeds de
verdenking tegen den rechter gekoesterd, doch
ik mocht dit vermoeden niet uiten, daar ik
daarvoor niet het minste bewijs had. Ook thans
nog draag ik eene vreeselijke verantwoording
als ik op treed tegen mijn chef, als ik hem laat
arresteeren en naar Laibach brengen, toch zal
het gebeuren, zoodra hij hedenavond uit Gorz
terugkeert. Den dag zal ik gebruiken om alle
bewijzen na te gaan, die ge mij hebt mede
gedeeld de getuigen, u zelf, juffrouw Anna
Pollenz, den waard en de waardin zal ik ver-
hooreu en alsdan de akten en de met bloed
bevlekte kleedingstukken en bankbiljetten naar
Laibach zenden. Dan moet de officier van justitie
zijn plicht doen, ik ga met de arrestatie van
mijn chef al buiten mijn ambt. Ik zal
Hij brak op eens af. Een rijtuig ratelde door
de nauwe straat en hield voor het huis stil. De
dokter liep haastig naar het raara. //De rechter
riep hij, whij is juist uitgestapt en het huis
ingegaan 1"
(Wordt vervolgd).