Tor Nsuzsnschs Courant
Zaterdag 20 Maart 1909. No. 5278.
IDZEJr^JDIE] BLAD.
Gemeenteraad van Ter Neuzen,
1. Ingekomen stukken.
2. Benoemen leden Commission tot wering van
schoolverzuim.
3. Benoemen lid plaatselijke commissie van toezicht
op het Lager Onderwijs.
4. Wijziging gemeentebegrooting voor 1909.
5. Wijziging der gemeentebegrooting voor 1908.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor de ge
meentebegrooting voor 1908 te wijzigen, door eenige posten
van ontvangst te verhoogen tot een gezamenlijk bedrag van
12050, en verschillende posten van uitgaaf tot een gelijk
bedrag. Deze wijziging is 0. m. noodig tot het op de be
grooting brengen der opgenomen en ook afgeloste tijdelijke
geldleening voor kasgeld ad f 10,000.
6. Aangaan tijdelijke geldleening.
7. Sluiten geldleening.
VAN
Vergadering yan Donderdag 18 Maart 1909.
Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgemeester.
Aanwezig de hcereo Van den Hoek, Dees, Moes, Wieland,
Visser, Moggre De Masier, De Jager, Scheele, Drost, De
Feijter en Van de Ree, later ook de heer Lensen.
Na opening der vergadering warden gelezen de notulen
der voorgaende, die worden goedgekeurd.
De Voorzitter schorst, alvorens met de behandeling der
agenda aan te vangen, de openbare vergadering, die overgaat
in eene met gesloten deuren.
Nadat de vergadering weder openbaar is geworden stelt de
Voorzitter aan de orde
a* Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 5
Febr. 1909. waarnevens wordt toegezonden een uittreksel nit
Hr. Ms. besluit van 96 Jan. 11., no. 54, houdende goed-
keuring der door den Raad bepaalde heffing van opcenten op
de personeele belasting.
Aangenomen voor kennisgeving.
De rekening der Commissie tot wering van school-
verzuim te Ter Neuzen, Sluiskil, over het jaar 1908, bedra-
gende in ontvangsten 89,84, in uitgaven 60,55, goed
slot alzoo 29,29.
Deze rekening zal worden gesteld in handen der commis
sie die de rekeningen over 1908 zal rnoeten onderzoeken.
c. Rekening en verantwoording der Commissie tot wering
van schoolverzuim te Ter vNeuzen, kom, over het jaar 1908,
bedragende in ontvangsten f 200,35, in uitgaven 189,19,
good slot f 11,16.
Deze rekening zal evooeens worden gesteld in handen der
voor het nazien der rekeningen te benoemen commissie.
il Missives van Ged. Staten van Zeeland, waarnevens
worden toegezonden beschikkingen van dat college op reclames
tegen den hoofdelijken oraslag,' waarbij ongegrond verklaard
zijn de' reclames van F. de Bree, wed. C. Kielman, D. de
Vos, E. Breens, C. van der Hooft en wordt teruggebracht
van de 18e naar de 14e klasse A. Verstraeten, en van de
12e naar de 7e klasse G. A. M. L. Koevoets.
Aangenomen voor kennisgeving.
e, Het verslag der plaatselijke schoolcommissie van den
toestand van het lager onderwijs in de gemeente Ter Neuzen,
over het jaar 1908.
Bij de algemeene beschouwingen wordt aangestipt, dat het
raadsbesluit tot het toevoegen van 6 parallelklassen en een
gyoinastieklokaal aan school C is ingetrokken en vet vangen
door een besluit tot den bouw van een 6klassige school voor
ongeveer 300 leerlingen. Betreurd wordt, dat daarmede het
uitzicht op een gymnastieklokaal verdwenen is.
Omtrent den toestand van het lager onderwijs wordt gezegd
dat het lezen over het algesneen voldoende is. De vroeger
gemaakte opmerkingen over de eentonigheid en het dialect
blijven geldig.
Het schrijven is over het algemeen voldoende. De proet,
met de vervanging van lei, door papier o.a. op school D
genomen, geeft resultaten, die ten algemeene invoering dezer
vervanging aanbevelenswaard maken.
Het rekenen, de beginselen der Nederlai dsche taal, die der
Vaderlandsche geschiedeDis, die der Aardrijkskunde en die
van de kennis der natunr, zijn alien goed.
Wat het zingen belreft, blijft behoudens eene enkele uit-
zondering, de vroeger gemaakte opmerking over het luid
schreeuwen van kracht.
De beginselen der Fransche taal zijn goed. Aanbevelirg
zon het echter verdienen, de lea niet steeds aan het eind van
don schooltijd te geven.
De beginselen der Hoogduitsche en der Engelsche taal
zijn goed.
Evenzoo die der algemeene geschiedenis.
Voldoende zijn de beginselen der wiskunde, terwijl het
handteekenen zeer goed is. .,11,1.11
De aanwezigheid van steenen vloeren in de schoollokalen
te Sluiskil verdient afkeuring.
Het onderwijzend personeel is over het algemeen berekend
voor zijne taak en vervult die met ijver en toewijding.
Eene goede organisatie van het meer uitgebreid onderwijs
verdient ernslige overweging. Het bezwaar dat - klassen
in den lokaal onderwezen worden, bestaat nog steeds.
De scholen werden bezocht door 551 betalende en 511
niet-betalende leerlingen.
Het onderwijs op de onderscheidene bizondere scholen
was zeer voldoende.
Dit verslag wordt ter visie gelegd.
f. De Voorzitter deelt inede dat geen bezwaren zijn in-
gebracht tegen het onltrekken aan den pubheken dienst van
eene oppervlakte van 16 M'. gemeentegrond, in de Walgang,
weike blijkens het in de vorige vergadering ingekomen adres
door J P Verconteren in erfpacht worden aaugevraagd. Hij
stelt daarom namens Burg, en Weth. voor, aan adressant den
gevraagden grond in erfpacht uit te geven, op de gewone
voorwaarden.
Dit voorstel wordt z. h s. aangenomen.
Een adres van G. van der Peijl waarin deze verzoekt
hem voor het perceel Vlooswjjkstraat no. 66, in erfpacht te
geven eene strook grond, ter grootte van 8 centiaren, om
daarop te maken eene stoep voor die woning.
Op voorstel van den Voorzitter wordt z. h. s. besloten
het voornemen te kennen te geven den gevraagden grond
aan den pnblieken dienst te onttrekken.
H. De Voorritler stelt namens Burg, en Weth. voor het
Burgerlijk Armbestuur te machtigen op de begrooting voor
1908 af en over te schrijven een totaal bedrag van J 168,481.
Dit voorstel wordt z. h. s. aangenomen.
i. Een schrijven van het bestuur der brandweer, waarin
wordt te kennen gegeven dat meermalen in de vergadering
van het bestuur der brandweer ter sprake kwam - -
de moei-
omtrent
liikheid van het uitvoeren van sommige bepahngen
het toezicht op het schoonhouden van schoorsteenen van stook-
plaatsen en andere rookgelegenheden. Somtijds zal voor zoodamg
toezicht noodig zijn, dat bean.bten bij de brandweer eene of
andere woning binnentreden, tegen den wil van den bewoner.
Op aanvrage van het bestuur der brandweer zijn Burg, en
We'h zoo welwillend geweest aan het bestuur afschriften te
verstr'ekken van de wettelijke voorschriften daaromtrent van
31 Aug. 1853 (Stbl. 83), nadat tevoren reeds de Burgemeestet
er mondeling eenige mededeelingen over had gedaan.
Het bestuur der brandweer heeft een en ander nauwgezet
nagegaan en vergeleken met de verordening tot regeling van
bijzondere rechten en verplichtingen enz. van 25 Aug. 1898,
nader gewijzigd op 28 Nov. 1898, maar bl.jft steeds voor
dezelfde moeilijkheden staan, ziet geen kans iets aan te ge en
dat beter is, en heeft daarom de eer zich tot den Raad te
wenden, met de beleefde vraag, of het met mogelijk zou zijn
uit de aangehaalde verordening te doen vervallen in afd. 11,
art. 9, de paragrafen, 3, 6 en 9.
Wellicht ook staan den Raad middelen ten dienste tot het
aanbrengen eener wijz.ging in de verordening, welke aan de
bezwaren van 't brandweerbestunr tegemoet zouden kunnen
komen, of is den Raad eene andere oplossingder kwestie
bekendin elk geval neemt het bestuur de vryheid de zaak
ter overweging aan te bieden.
De Voorzitter deelt mede den inhoud der in het schrijven
van gehaalde paragrafen, welke alle betrekking hebben op
den brandschonw.
Burg, en Weth. hebben nog geen gelegenheid gehad deze
zaak te behandelen en daaromtrent aan den Raad advies uit
te brengen, waarom zij voorstellen het schrijven alsnog om
advies naar hnn college te renvoyeeren.
Z. b. 3. wordt aldus besloten.
J, Een adres van Jan de Mul, van beroep workman,
wonende te Ter Neuzen, Kerksteeg no. 3, waarin adressant
er aan herinnert, dat zijne beide woningen, stuande en golegen
in de Dwarsstraat, zijn onbewoonbaar verklaard en dat zij
op 25 December 1907 zijn outruimd, zoodat de huishuur voor
hem geheel ophield. Aangezien dat perceel voor hem van af
25 Dec. 1907 geheel zonder waar.ie 19, verzoekt hij bel8efd,
hem vrij te stellen van het betalen van cijns.
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. hieromtrent
al met adressant hebben gesproken en dat zij hem te kennen
hebben gegeven, dat zij het verzoek niet kunnen steunen.
De woningen zijn wel onbewoonbaar verklaard, doch dat doet
niets af aan de omstandigheid, dat de grond in erfpacht blijft
en dat adressant die van de hand zou kunnen doen. Burg,
en Weth. stellen daarom voor het verzoek af te wijzen.
De heer De Jager erkent, dat het moeilijk zal gaan, om
adressant in deze tegemoet te komen. maar vraagt ofer toch
geen mogelijkheid voor zou bestaan. Het is toch een hit,
dat de woningen door de Woningwet waardeloos zijn geworden
zou het nu niet kunnen geregeld worden als bij de grondbe-
lasting, als een huis waardeloos wordt, dan wordt dat, over-
eenkomstig de wet, van grondbelasting vrijgesteld.
De Voorzitter beaamt dat de huisjes tengevolge invoering
der Woningwet waardeloos zijn geworden maar wijst er op,
dat er ook gelegenheid is, om die onbewoonbaarverkiaring
op te heffen, door het aanbrengen van de noodige verbetering,
of door het opnieuw opbouwen.
De heer De JagerMaar veronderstelt dat adressant in de
gelegenheid was om de huisjes opnieuw op te bouwen, dan
zou hij daarvoor misschien nog geen vergunning kunnen
krijgen, omdat hij niet zou kunnen voidoen aan den eisch
van de bonwverordening met betrekking tot de open ruimte.
De VoorzitterDat is af te wachtende mogelijkheid
is dan niet uitgesloten, dat de Raad, evenals in andere ge-
vallen is geschied, omdat het een ouden toestand betreft,
afwijking van art. 28 toestond.
De heer Drost merkt op, dat men het erfpachtsrecht met
met het betalen van belasting moet vergelijken, het is geen
belasting, het is als het ware het betalen eener annuileit,
voor iets dat men wel in gebrmk kan krijgen, maar met
kan koopen. Veronderstelt dat iemand een huis laat bouwen
en met den metselaar overeenkomt dat te betalen over een
termijn van 25 jaar, doch dat voor dien tijd door het te
laien vcrwaarloozen, het huis waardeloos wordt, dan is dat
waardeloos zijn van het huis, dat aan eigen sehuld te wijten
is, toch geen reden om de schuld aan den metselaar met
te voidoen.
De Voorzitter Het erfpachtsrecht wordt betaald voor het
gebruik of liever voor het in bezit hebben van den grond
en al zijn de huizen waardeloos, zoo is het terrein toch
nog steeds bij adressant in bezit.
De heer De Jager: Als adressant de huisjes albreekt,
kan hij dan het terrein aan de gemeente teruggeven
De Voorzitter: Dat kan hij dan vragen.
De heer De Jager wenscht er niet verder op in te gaan,
hij voelt ook het moeilijke van de zaak.
Z. h. s. wordt besloten het verzoek van adressant af te
wijzen.
U. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, d d. 12
Febr. 1909, waarbij de goedkeuring wordt bericht van het
raadsbesluit van 28 Jan. II. betreffende het bestendigen der
parallelklassen van school C in de lokalen van het gebouw
der vereeniging vde Vereenigde Handwerkslieden.
Aangenomen voor kennisgeving.
I. De Voorzitter deelt mede dat, op het verzoek aan den
Minister van Oorlog, om voor het bouwen eener meuwe
school te mogen beschikkeu over een deel van het terrein
van het kogelpark, van den kapitein, eerat-aanwezend luge-
nieur der genie te Bergen op Zoom het volgende schrijven
is ontvangen
Ingevolge aanschrijving van het Departement van Uorlog
van' 10 Febr. jl., Ve afd. no. 152 heb ik de eer uw college,
naar aanleiding van uw aan den Minister van Oorlog gericht
request van SO Sept. ,908, namens Z.Exc mede to deelen
dat in verband met het voornemen tot vestiging van een
garnizoen te Ter Neuzen, het door u aangevraagde terrein
bezwaarlijk voor militaire doeleinden kan worden gemist. dat
het niet in de bedoeling ligt, de vestingwerken, waarvan het
senoemde terrein deel uitmaakt, to doen vergraven of te doen
afalechten. doch dat de Minister van Oorlog genegen is de
vereischte medewerking te verleenen tot het, ouder nader
vast te stellen voorwaarden, aan de gemeente doen overgeven
van een ander, voor het bouwen eener school geschikt terrein,
in verband waarmede u wordt mtgenoodigd met onderge-
teekende nader overleg te houden'
De Voorzitter deelt voorts mede dat met den kapitein is
geconfereerd en dat het resultant daarvan was, dat voor
schoolbonw werd geschikt bevonden een terrein der genie
tegenover hat Diaconiehuis.
Spreker legt over eene teekening van het terrein en geelt
daaromtrent eenige loelichtingea, waaruit blijkt dat Burg, en
Weth. achter de affuitlooda een terrein wenschen te vragen,
op een alstand van 9 M. nit den voorgevel van het Diaconiehuis.
Hel college stelt voor tot den Minister van Oorlog het
verzoek te richten voor sehoolbouw over geuoemd terrein
te mogen beschikken.
De heer De Jager vraagt of hel nog wel noodig is dit
besluit te nemen, of er nog wel behoefte bestaat aan het
bouwen eener school
De Voorzitter antwoordt dat sedert 1 Sept., toen het besluit
tot sehoolbouw genomen werd, de toestand nog niet is veranderd.
De heer Van de Ree vraagc of het toen genomen raads
besluit niet moet worden gewijzigd.
De Voorzitter antwoordt ontkennend toen is besloten een
school te bouwen nabij den Arsenaalweg. Er is daarop aan
Oorlog gevraagd te mogen beschikken over een deel van het
kogelpark, voor de affuitloods, tlians zal worden geyraagd
een terrein achter de affuitloods, maar in elk ge val blijft hel
natiij den Arsenaalweg. Het raadsbesluit van 1 Sept. 1908
behoeft dus niet te worden gewijzigd.
Spreker stelt voor te besluiten tot het vragen yan het terrein
tegenover het Diaconiehuis, zooals door hem is aangegeven
en op de teekening toegelicht.
De heeren Wieland, De Jager
hoofdelijke stemming.
Het voorstel wordt aangenomen met 9 tegen 4 stemmen
voor stemmen de heeren De Masier, Lensen, Drost, De
Feliter, Van den Hoek. Dees, Moes, Visser en Moggre j
tegen stemmen de heeren De Jager, Scheele, Van de Ree
en Wieland.
na het opmaken
Van de Ree vragen
dat
verzoeken om af
Hij stelt voor de navolgende
■n. De Voorzitter deelt mede
der agenda voor de vergadering is ingekomen de voordracht
ter benoeming van een onderwijzer aan school B. llij geett
in overweging thans tot de benoeming over te gaam Op de
voordracht zijn geplaatst de heeren B. P. Riddenkhoff,
onderwijzer met hoofdakte en akte voor de Engelsche en
Fransche taal, te Voorburg J. L. Tennis, onderwy^r met
akte voor de Fransche taal, te beppe, en A. de Kraker
onderwijzer met hoofdakte en akte voor de Engelsche en
Fransche taal te Ter Neuzen.
Met 10 stemmen wordt alsnn tot onderwijzer benoemd de
heer Ridderikhoffde heer De Kraker verknjgt 3 stemmen.
n. De Voorzitter deelt mede dat in de vergadering met
gesloten deuren zijn besproken eenige
schrijving, wegens schoolgeld
afschrijvingen toe te staan
J. K. Kolijn 0,30, F. W. van der Hooft 0,20, J. C.
Eekraan 0,26, J. L. Jurrij 1,80, P. A. van Buuren 1.80
en P. Verheijke 1,20.
Deze worden z. h. s. goedgekeurd.
De Voorzitter doet mededeeling van
a. Een schrijven van de Commissie tot wering van
schoolverzuim te Ter Neuzen, kom, waarbij, ter voldoenmg
aan het verzoek van Burg, en Weth. van 0 Febr. 11. voor
lid behoorende tot de derde categone van personen, ge-
noemd in art. 22 der leerplichtwet, worden aanbevolen de
heeren G. W. Versloot, onderwijzer aan de bjjzondere school
te Driewegen, van wien bekend is dat hij eene benoeming
wel zal willen uanvaarden en J. de Smidt, onderwijzer aan
de bijzondere school in de Jozinastraat.
Op eene desbetreffende vraag antwoordt de Voorzitter dat
deze benoeming moet geschieden ter vervulling van de vacature-
Jansen.
Met 11 stemmen wordt benoemd de heer Verslootop den
heer De Smidt zijn 2 stemmen nitgebracht.
De Voorzitter deelt vervolgens mede
h. een schrijven van de Commissie tot wering van school
verzuim te Ter Neuzen, Sluiskil, waarbij, in de vacature
ontstaan door het aftreden van den heer A. Coumou, worden
aanbevolen de heeren A. Coumou en Abr. Faas.
Met 11 stemmen wordt herbenoemd de heer Coumou. Op
den heer Faas worden 2 stemmen uitgebracht.
De Voorzitter deelt mede een schrijven van de plaatselijke
schoolcommissie, waarbij, ter voorziening in de vacature,
ontstaan door het aftreden van don heer Acket, in alphabe-
tische volgorde worden aanbevolen de heeren E. O. Kerk-
hoven Rijkshavenmeester en A. J. Klaassen.
Met 7 stemmen wordl benoemd de heer Klaassen op den
heer Kerkhoven zijn 6 stemmen uitgebracht.
De Voorzitter doet mededeeling van een schrijven van
Gedep. Staten van Zeeland, dd. 19 Febr. 1909, waarnevens
met de memorie van toelichting wordt teruggezouden de
gemeentebegrooting voor 1909, opdat daarin alsnog de noodig
geworden wijzigingen kunnen worden aangebracht.
Voor zoover Gedep. Staten kunnen nagaan, zou de post
hoofdstuk 7 afd. 3 art. 1 der uitgaven (onderwijzers-salarissen)
met 525 nioeten worden verhoogd de Rijksbijdrage, bedoeld
onder hoofdstuk 4 afd. 1 art. 3 der inkomsten behoort
daa. entegen met f 60 te worden verminderd.
Voorts zullcn Gedep. Staten gaarne nader ingelicht worden
omtrent den post, gebracht onder hoofdstuk 5 afd. 3 der
uitgaven 1600 voor aankoop van het terrein van en nabij
school A) en omtrent de wijze waarop de scheepstimmerwerf
aan particulieren wordt in gebruik gegeven.
De Voorzitler herinnert, dat de onierwijzerssalarissen bij
het vantstellen der gemeentebegrooting nog niet op het ver-
hoogde bedrag konden worden geraamd, aangezien de nieuwe
regeling toen nog niet was vasigesteld. In verband met die
nieuwe regeling moet de post voor 1909 f 770 huoger
worden geraamd en gebracht wordeo op f 25,245.
De post voor het aanschaffen van leermiddelen, geraamd
op f 1911,13|, kan echter, naar thans reeds gebleken is,
worden teruggebracht tot 1626,13$.
Ouder de ontvangsten moet de post geraamd te ontvangen
als subsidie in de onderwijskosten, worden verminderd van
20,140, tot 20,080, daarentegen kan de som geraamd
als te ontvangen voor het ruimen van privaatputten enz.,
worden verhoogd met f 300.
Een en ander heeft dan tengevolge dat het eindcijfer der
begrooting thans bedragende f 87,023,78 wordt verhoogd tot
87,263,78.
De heer De JagerZullen we ook nog niet eens voor
eene andere wijziging komen te staan als de verordening op
het heffen van het beerloon niet mocht worden goedgekeurd
De Voorzitter: Dan krijgen we naiuurlijk weer een andere
wijziging eo zullen we daarop iets rnoeten trachten te vioden
waar we hier de uitgaven moesten verhoogen, behoorden
daartegenover ook de ontvangsten te worden gevonden, om
die hoogere uitgaal te dekken.
De heer. DrostIs die vermindering van het bedrag voor
aanschalling van leermiddelen geweitigd P
De VoorzitterJa, daar de reeds plaats gehad hebbendc
aanbesteding een aamnerkelijk voordeel heeft opgeleverd.
De heer Van de Ree: Het was een verschil van 500.
De Voorzitter: Omtrent de f 160G kun worden bericht,
dat die som bestemd is voor het aankoopen van het terrein
van school A en wat daar om heen ligt. Die post is in 1905
door Gedep. Staten goedgekeurd, en moet op de begrooting
blijven. Tegelijk met een ander bedrag is die aora voor die
aankoop geleend. Vanwege het llijk is destijds voorgesLeld
dien grond over te nemen, doch later is er, hoewel er hij
herhaling naargevraagd is, niets meer van vernomen. Misschien
zal de beslissing wel komen als ook besloteu is, hoe nu met
de overige gronden der genie zal worden gehandeld.
De heer De JagerMaar als nu de goedkeuring voor
dan verkoop mocht afkomen, is dan het bedrag voor dien
aankoop aanwezig
De VoorzitterJa, de post staat op de begrooting.
Wat betreft de wijze waarop de scheepstimmerwerf aan
particulieren wordt in gebruik gegeven, kan worden medege-
deeld, dat, sedert, er geen liefhebber meer was om de werf
te exploiteeren, deze af en toe wel eeos in gebruik is ge
geven aan ieinand die aan zijn schip daar een kleine reparatie
of iets anders wenschte te doen, waarvoor dan een geringe
retr butie werd gevraagd. Een enkele maal is ook nog wel
gebruik gemaakt van de kanthelling, waarvoor de gemeente
aan de genie nog jaarlijks 75 moet betalen. Er is echter
aan het Depariement van Oorlog gevraagd, dat bedrag te
verminderen of de gemeente geheel van de betaling daarvan
te ontheffon. Ik heb goede hoop, dat dit verzoek zal worden
ingewilligd.
De heer Drost: Dus we rnoeten zelf nog voor de werf
betalen, niettegenstaande we er niets meer van trekken.
De heer Wieland: Ja en de koopsom van ongeveer
J 5000 die voor de werf betaald is, is nu ook dood kapitaal,
vroeger trokken we er eenige rente van, maar nu is die som
geheel renteloos. Het was daarom maar het best, thans aan
de geheele zaak een eind te maken. Het kost ons ook nogal
heel wat aan onderhoud der beschoeiing enz.
De Voorzitter: Wat bedoelt u met er een eind aan te
maken P
De heer Wieland Door het dempen der haven.
De heer Van de Ree: Zon het niet het beste zijo.datde
Commissie van Fabricage daarvoor eens een plan indiende
De Voorzitter: U kunt dat voorstellen en de Raad kan
er natuurlijk toe besluiten, maar ik ben van meening dat
ihans de tijd voor het nitvoeren van dat plan nog niet is
gekomen.
De heer Van de Ree U zeide zooeven dat de kanthelling
aan Oorlog behoort, maar zoaden we dan met dat departement
geen moeilijkheden kunnen krijgen, als we de haven dempen
Zou Oorlog daar niet tegenop kunnen komen
De Voorzitter: Er behoort in elk geval met het departement
van Oorlog in overleg te worden getreden en daarvoor acht
ik eerst het geschikte tijdstip aangebroken, als beslist zal zijn
wat Oorlog met de verschillende vestinggronden doen zal
Daarom wenschte ik nog te wachten met het indienen van
een plan voor het dempen der haven.
De heer Van de Ree: Maar zou het niet gewenscht zijn,
dat alvast bij Oorlog eens werd ge'informeerd hoe men daar
over het deukbeeld tot het dempen der haven denktP Dan
ging de zaak misschien vooruit, terwijl het nu steeds slepende
blijft
De Voorzitter blijft het raadzaam aehten nog wat te wachten
daar het te verwachten is dat de terreinen van Oorlog,
grenzeiide aan de haven, aan het departement van Financien
zullen worden overgegeven.
De heer Van de Ree zon liever voortgang in de zaak zien
De heer De Jager Voortdurend renteverlies is het gevolg
van den tegenwoordigen toestand; als er kan overgegaan
worden tot het dempen van een gedeelte der haven, zooals
reeds lang geleden in beginsel besloten is, waren we er toch
mede vooruit.
De heer Van de ReeAls er eens een conferentie werd
aaugevraagd met den kapitein der genie en eens met hem
over het dempen der haven werd gesproken, voor wat betreft
de belangen van Oorlog aangaat?
De Voorzitter wil met genoegen daarover eens confereeren,
maar merkt op, dat Oorlog zich niet door een raadsbesluit
zal laten dwingen.
De heer Van de Ree verklaart dit ook in geenen deele te
bedoelen, maar gelooft dat, als er weer eens over gesproken
wordt, dat dit dan toch de oplossing zou kunnen bespoedigen.
De heer Wieland zou ook wel willen dat er wat voortgang
kon gemaakt worden, vroeger was het wat anders, zoolang
de menselien nog op de werf waren om die als zoodanig te
drijven. Dit is echter voorby, de werf heeft liaar tijd gehad
kon er met het dempen der kade begonnen worden dan zou
men van de gelegenheid dat een gedeelte der wallen afge-
graven wordt prnfiteeren, om die vrij komende grond er in
te laten storten, de aannemer zon blijde zijn als hij zoo'n
gelegenheid had.
De heer De Masier merkt op, dat die hoeveelheid grond
niet veel te beteekenen zal hebben, daarmede zou men geen
5 Meter lengte der haven dicht werpen.
De heer WielandDan was er toch een begin, dan kon
dat alvast wat worden vastgeloopen, in Vlissingen is dat
met de Bierkade ook zoo gegaan. Nu rnoeten we voor den
grond van de kanthelling nog f 75 'sjaars betalen, terwijl
het onderhoud der beschoeiing, aan teren enz. ook nog heel
wat kost. Bovendien konden dan ook de loodsen op de
werf worden verkocht dan kregen- we nog geld, terwijl we
nit rnoeten betalen.
De Voorzitter zegt toe, in de vergadering van Burg, en
Weth. het dempen der haven in bespreking te zullen brengen.
Vervolgens worden de verschillende wijzigingen in de ge-
meente-begrooting voor 1909 goedgekeurd, overeenkomstig
het voorslel van Burg, en Weth., terwijl wordt goedgevonden
dat aan Gedep. Staten op de gestelde vragen zal worden ge-
antwoord, zooals door den Voorzitter is besproken.
Z. h. s. wordt dit voorstel goedgekeurd.
De Voorzitler geeft lezing van een schrijven van den
gemeente-ontvanger, waarin deze mededeelt, dat met 1 April
betalingen zullen rnoeten worden gedaan, tot een gezamenlijk
bedrag van 13,218, terwijl de gelden die met dien datum
ontvangen kunnen worden, noodig zullen zijn voor het betalen
der salarissen van de onderwijzers en andere gemeecte-
ambtenaren. Hij geeft daarom in overweging ter voorziening
in de behoefte aan kasgeld eene tijdelijke leening te sluiten
van J 13,000, tegen hoogstens 4$ pCt., voor den tijd van
5 maauilen.
De heer De Jager vraagt, daar in do door den ontvanger
verinelde lijst van to doene betalingen ook is vermeld ruim
f 6000 aan de IuJustrieele Maatschappij, voor de electrische
verlichting, of dat botreft de stroomlevering over 1908.
De Voorzitler antwoordt toestemmend, en deelt verder mede,
naar aanleiding eener vraag hoe die betaling geregeld wordt,
dat dit geschiedt naar gelang de rekening inkomt.
Verschillende leden achteu het een fortuintje, dat de ge
meente te dezen opzichte zoolang crediet blijkt te hebben,
daar dit haar rente bespaard voor het opnemen van kasgeld.
De heer De Jager merkt op dat in 1906 voor kasgeld
werd geleend f 6000, in 1908 10,000 en dat nu wordt
voorgosteld 13,000; daarin ziet hij een regelmatige achter-
uitgaug, die hem bevreemd, daar hij meende dat door ver-
hooging der opcenten op het personeel, verhooging van andere
belastingen, het tekort op de begrooting gedekt was.
De Voorzitter bevestigt dat het tekort op de begrooting
door de verschillende belastingverhoogingen is gedekt, maar
al neemt de Raad het besluit tot verhooging, dan moet dat
geld toch eerst binnenkomen, en daar gaat heel wat tijd
mede heen.
De heer De JagerJawel. maar eerst werd, zooals ik
zeide, maar 8000 kasgeld opgenomen, toen f 10,000 nu
wordt 13,000 voorgesteld en op den duur wordt dat, zoo
voortgaande, wel een grappenmakerij van 25,000
De Voorzitter: Maar hoe wil u anders de betaling doen
Er moet toch kasgeld zijn.
De heer Drost stemt toe kasgeld moet er zijn, maar meent
dat men er toch de waarschuwing in moet zien, dat we op
het oogenblik feitelijk achteruit gaan.
De Voorzitter: Er zfja door den Raad maatregelen ge
nomen tot dekking van het tekort, bovendien is het verhoogen
van het bedrag der tijdelijke leening nog geen bewjjs van
achteruitgang.
De heer De Jager Maar onder het bedrag dat voor vaste
leening zal worden voorgesteld, komt toch ook een bedrag
voor, dat reeds is uitgegaven, dat reeds is verbruikt. Dat is
toch een bewijs van achteruitgang
De Voorzitter weerspreekt dit, opmerkende dat de heeren
het niet schijnen te begrijpen.
De heer Van den Hoek wijst er op, dat het bedrag, voor
kasgeld noodig, wel toeneemt, maar dat ook de geheele ge-
meontebegrootiug steeds stjjgende is en het eene volgt op het
andere. De salarissen van de onderwijzers en andere gemeente-
ambtenaren worden maandelijks betaald en die zijn heel wat
gestegen, terwijl het'aautal gemeenteambtenaren ook uitgebreid
is. Voor den reinigingsdieust heeft men nu ook voortdurend
uitgaven te doen, voor het uitkeeren der salarissen, terw'ijl
dit vroeger, toen een particnlier het had aangenomen, op
kwartaaDtaten geschiedde.
De heer Dees verwacht in de toekomst ook geen toeneming
van het bedrag der tijdelijke leening, aangezien nu alles meer
zal opleveren. De 16U0 geleend voor den aankoop van
het terrein aan school A zijn ook voor iets anders gebruikt,
maar was dat niet geschied, dan hadden we er toch kasgeld
voor rnoeten lcenen.
De heer Van de ReeJa, hetgeen voor het Koninginne-
bezoek is gedaan is ook betaald, benevens het tekort over
het jaar 1907, ik veronderstel dat daarvoor ook die 1600
zijn gebruikt. Zoodoende wordt, naar het mij voorkomt het
voor Kasgeld noodige bedrag steeds hooger.
De Voorzitter betoogt, dat dit onjuist gezien is. Er was
met 1 Januari geen cent op de begrooting voor 1909 ont
vangen, doch niettegenstaande dat, moesten betalingen ge
schieden. Er is nu over dit jaar al 2 maanden salaris betaald
terwijl aan de onderwijzers ook in eens de geheele verhoogiDg
over 1908 is uitgekeerd. Dat is natuurlijk geschied met
geld dat nog van 1908 over was, doordat do vorderingen
daarvan nog niet waren ingekomendie rnoeten nu echter
voldaan worden en daarvoor is noodig het kasgeld.
De heer Van de Ree: We rnoeten dankbaar zijn, dat we
zoo lang hebben kunnen wachten met het betalen dor vordc-
ring van de Industriiiele Maatschappij. Nu er eenmaal kasgeld
noodig is blijkt dit weer houger te zijn, en dat is toch
achteruitgang.
De Voorzitter betoogt nogmaals, dat het onjuist gezien is, de
verhooging der voor kasgeld noodige som toe te schrijven
aan achteruitgang, daar h.v. nu reeds 5000 over 1909 aan
salarissen werd uitbetaald, wat vroegere jaren maar een bedrag
was van /3000. Waar de bedrugen hooger worden, is er
meer noodig. Hij noodigt de leden overigens uit om met
Burg, en Weth. de oogen goed open houden teneinde te
voovkouien dat er onnoodig hier of daar iets uitgegeven
wordthij is er zich niet van bewust, dat dit thans geschiedt.
De heer Van de ReeWe rnoeten onze oogen goed open
houden, ten einde uit te zien zien dat onze schuld niet
toeneemt.
De heer De Masier: Bijvoorbeeld door over te gaan tot
het dempen der haven, dat wel ongeveer 6000 zou kosten
Het voorstel van Burg, en Weth., tot het sluiten eener
tijdelijke geldleening voor kasgeld, voor 5 maanden, tegen
eene rente van hoogstens 4$ pCt., wordt hierna z. h. s.
aangenomen.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor eene
leening te sluiten groot /7000, tot betaling der uitgaven in
verband met het bezoek van H. il. de Koningin aan deze
gemeente in 1907 ad 1388, voorts /412 voor de uit te
voeren verbetering der rioleering en 5200 voor het bouwen
eener nieuwe woBing voor het hoofd van school C.
Wat deze laatste zaak aangaat staat het nog niet vast of
de gemeente een deel der bouwkosten zal terugkrijgen, is dat
het geval, dan zou dat 1200 voordeel zijn. Onder meer is
dit afhankelijk van de vraag of de onderwijzerswoning tot de
schoollokalen gerekend wordt.