Gemengde berichten.
Telegrafischa berichten.
De jachtopziener der Koningia te Hoog-
Soeren beeft het bol van een vos ontdekt. Het
dier had reeds veel wild op het domein verscbalkt,
zonder dat men den dief kon ontdekken. Uit
het spoor, dat men in de sneeuw waarnam, kon
Diet afgeleid worden welk dier den roof pleegde.
Toen het hoi uitgegraven en Reintje gedood was,
bleek de vos maar een voorpoot te hebben. De
andere moet het dier hebben afgebeten, toen
het geruimen tijd geleden in een klem zat, waarin
de poot indertijd is gevonden.
Verzakking der Noordzee-kust.
Reeds voor meer dan 300 jaar heeft men
dit feit vermoed en in het midden der 18de
eeuw werd de verzakking naar de peilschaal-
waarnemingen in de omstreken van Katwijk
op 24 c.M. per eeuw geschat. Deze schatting
is echter niet onfeilbaar, want om betrouwbare
feiten te verkrijgen, moeten veeljarige waar-
nemingen met talrijke en zooveel mogelijk
zelf-registreerende peilschalen gedaan worden
waaraan toen niet te denken viel. Sedert 1874
zijn er echter in Nederland niet minder dan
07 peilschalen en door omvangrijke bereke-
ningen van de opgaven, zoowel als van de
waarnemingen van 1854 tot 1906 aan de ge-
wone peilschalen van de Wester-Schelde tot
aan de Eems heeft de heer J. C. Ramaer thans
bewezen, dat een verzakking van den bodem
daar werkelijk plaats vindt. De nauwkeurige
berekening laat zien, dat de verzakking van
den bodem per 100 jaar 18 c.M. bedraagt.
Uit den tijd voor 1854 zijn de peilschaalwaar-
nemingen voor de berekening der verzakking
niet voldoende, daarentegen kunnen uit kaarten
en indijkingen gegevens omtrent de hoogte
van den bodem gevonden worden. Zij beves-
tigen de verzakking van den bodem. Die be-
droeg gedurende de laatste 400 tot 500 jaar
per eeuw 28 c.M., in de laatste 200 jaar 15
tot 17 c.M. per eeuw. Voor Zeeland is be
wezen, dat de geheele bodem gezakt is, de
polders van het eiland Tholen in doorsnede
25 c.M. per eeuw. Ook in het Noorden van
Nederland en aan de Oldenburgsche kust is
de bodem gedurende de laatste duizend jaren
langzaam en schijnbaar regelmatig gezonken.
Hoeveel, is in dit geval niet heelemaal zeker
uit te maken, het feit der verzakking zelfs
echter over de geheele Hollandsche kuat tot
Oldenburg toe staat ontwijfelbaar vast. Opmer-
kelijk is, in tegenstelling hiermee, de langzame
verheffing der Scandinavische schier-eilanden
aan de Oost- en Noordzee-kusten van eenige
centimeters per eeuw. De hoeveelheid van deze
verheffing neemt naar het Zuiden toe af en
houdt te Schonen geheel op. In Frankrijk is
voor de Atlantische kust een langzaam opstijgen
bewezen, voor de Noordkust een langzame ver
zakking. Dus scbijnt het, dat Nederland zich
in 't midden van het inzakkingsgebied bevindt.
Over de oorzaak van deze langzame beweging
der bovenste aardlagen laat zich tegenwoordig
nog niets met zekerheid zeggen.
Het Berlijnsche ziekenhuis Charite her-
bergt de professorsdochter miss Claire de Serval,
die een honger- en dorstkuur doormaakt, om
haar hoofdpgnkwaal te geuezen. Zij zit al 10
dagen zonder eten of drinken in een glazen
kastje en hoopt 't er nog 20 in uit te kunnen
houden. De dokters hopen uit haar kuur kost-
bare gevolgtrekkingen voor de behandeling
van zekere stoornissen in de stofwisseling, o.a.
vetzucht te kunnen maken.
De hongerpatiente is zeer opgewekt, en toen
eenige dokters haar met een briefje tegen het
glad /rsmakelijk eten" wenschten, lachte zij en
wenkte hen vriendelijk toe. Zij verdrijft zich
de verveling met lezen, schrijven en handwerkjes.
Miss Serval heeft Maandag haar dorstkuur
geeindigd en is naar een barak overgebracht,
om het hongerlijden voort te zetten. Dagelijks
laaft zij zich aan een bepaalde hoeveelheid
mineraalwater.
Uit Innsbruck werd gemeld, dat 25 man
en 6 officieren, onder wie een kolonel, van de
Tiroolsche jagers, onder een lawine bedolven
zijn. Maar misschien is het niet zoo erg.
Volgeus bericht van de bevelhebbers der te
hulp gezonden troepen werd de afdeeling door
een lawine verrast en werd een patrouille door
sneeuwstortingen afgesneden, maar men meent
dat ze zich veilig en wel bevindt. De berichten
omtrent ongevallen met doodelyken afloop zijn
tot nu toe niet bevestigd.
Castro zal bij zijn terugkeer naar Venezuela
gevangen genomen worden, wegens mede-
plichtigheid aan de samenzwering tegen presi
dent Gomez. Aldus meldt een Reutertelegram
uit New-York. Men ducht in Venezula 'n gevaar-
lijke betooging ten gunste van Castro, en er
is veel kans dat hij naar zijn vaderland zal
terugkeeren omdat anders zjjn bezittingen ver-
beurdverklaard worden.
In het Kopenhaagsch blad „Politiken"
wordt het denkbeeld geopperd, om een inter-
nationale overeenkomst te sluiten, bepalende
dat misdadigers, in een vreemd land veroordeeld,
de hun opgelegde gevangenisstraf in huu eigen
land zullen uitzitten. Schrijver wil in de eerste
plaats, dat zijn land een dergelijke overeenkomst
met naburige landen tracht aan te gaan. Er
worden in Denemarken ongemeen veel misdrijven
door veeiudelingen gepleegdin misschien
meer dan de helft van de strafzaken, thans
bij de rechtbanken aanhangig, zijn vreemdelingen
betrokken, en de gevangenissen zijn metbuiten-
landers gevuld. Schrijver zou 't billijk vinden,
dat elk land zijn eigen misdadige onderdauen
den kost geeft.
Toen de Brittania" van de ffP. O.,
door de Straat van Malakka voer, op weg naar
Singapore, viel een passagier, die op de reeling
zat, overboord zonder dat ieraand aan boord
't had gemerkt. De boot zette haar reis voort
en te Singapore werden de goederen van den
passagier. zekeren Ellison, die intusschen aan
boord was vermist, aan de politie overgegeven.
Kort daarop kwam uit Port Dickson bericht
dat de vermiste daar gezond en wel was aange-
komen. Ellison, die op ongeveer 10 kilometers
van de kust te water viel, had den tocht naar
de kust zwemmende aanvaard en reeds twee
derden van den weg afgelegd, toen visschers
hem oppikten en aan land brachten.
Een sneltrein, die Dinsdagochtend tien
minuten over negenen uit Remagen vertrokken
was, is bij Koblenz door een onveilig sein gereden,
vermoedelijk doordat de rem weigerde, en op een
locomotief gebotst, waarvan het voorste stuk op
een ander spoor vloog. De locomotief van den
trein kwam dwars over de spoorstaven te liggen,
de goederenwagen en een rijtuig derde klasse
schoven in elkaar. Drie reizigers kwamen om
een echtpaar uit Weissenthurm en een jonge
man die den vorigen dag eiudexamen had af
gelegd. Verder zijn twaalf menschen. rneeren-
deels spoorwegbeambten, gewond. Twee con-
ducteurs hebben ernstige kwetsuren.
Het echtpaar, dat is omgekomen, laat zes
kiuderen achter.
Berlijn, dat al dagen laog met sneeuw te
kampen had getiad, was Woensdagochtend als
ingesneeuwd. Sedert 1888, zoo verzekert men,
heeft er niet zulk een dik pak sneeuw gelegen.
Hoewel de straatreiniging te Berlijn uitstekend
ingericht is, viel er gisteren niet te denken aan
het wegruimen van zulke massa's als er gevallen
waren. De portiers van de huizen hadden voort-
durend werk met de trottoirs schoon te houden.
Het verkeer per as stond voor een groot deel stil.
Met moeite schoven de electrische trams door
de sneeuw heen. Op sommige lijnen moest de
dienst zelfsgestaaktworden. Enkeiebuitenwijken,
waar de sneeuw tot hooge barken opgewaaid
was, waren vrij wel van alle gemeeuschap met de
buitenwereld verstoken. Huurrijtuigen zag men
niet, en zoodra een huurauto vrij was, werd zij
stormenderhand genomen.
Menscheneters in Duitsch-Oost-Afrika.
Uit Iringa wordt aan de Duitsch-Oost-Afrikaan-
sche Rundschau te Dar-es-Salam geschreven
Voor de rechtbank van het station Iringa
werd in 't laatst van December een groote
moordzaak met huiveringwekkende bijzonder-
heden hehandeld. 't Gold een moordenaars-
bende, die tevens een menschenetersbond was
mannen en vrouwen, die sedert jaar en dag
stamgenooten en wel in de eerste plaats bloed-
verwanten, moeders vaak haar eigen kinderen,
vergiftigden, om hun offers te verorberen,
kortom een kanibalisme, zoo ruw en weerzin-
wekkend, als men zich bezwaarlijk voorstellen
kan.
Door den Ubenapost in 't Zuiden van het
district Iringa werden eenige bewoners van
deze landstreek, verdacht van moord door ver-
giftiging, gevankelijk naar het station Iringa
overgebracht.
Uit de zeer uitvoerige behandeling van de
zaak, waarbij de beschuldigden zonder uitzon-
dering bekenden en onbeschroomd de afschu we-
lijkste bijzonderheden meedeelden, bleek het
volgende
Een „toovenaar", Malukansi genaamd, bekend
met verscheidene vergiften, at al sedert lang
met zijn familie, vrouw en twee volwassen
zoons, zoo nu en dan menschenvleesch. Om
in 't bezit van deze lekkernij te komen, wierf
hij vrouwen met de belofte, dat hij haar toover-
kunsten zou leeren, waarvoor zij hem een
menschenoffer hadden te brengen. De vrouwen
brachten dan een harer verwanten, 't meest
een eigen kind om het leven. 't Lijk werd
uitgeleverd aan de leden van den menschen
etersbond, die, als er weer een offer mocht
verwacht worden, al bijeengekomen waren voor
de smulpartij. Het lichaam werd uit elkaar
gescbeurd en het vleesch dan dadelijk rauw
verorberd. Het hoofd kreeg de dader, om in
den schedel het gift voor toekomstige offers
te mengen.
Men gaf de voorkeur aan het vleesch van
kleine kinders //dat is lekker malsch", zeiden
de vrouwen, terwijl het vleesch van volwassenen
min of meer taai was.
Tot den bond behoorden behalve Malukansi,
zijn vrouw en zijn beide zoons, acht vrouwen,
dus in 't geheel twaalf menschen, die alien
verscheidene moorden op hun geweten hadden
en bekenden, aan een aantal kanibalische
malen te hebben deelgenomen. Kinderen van
8 tot 12 jaar, die soms bjj een moord behulp-
zaam waren geweest, kregen ter belooning bij
de smulpartjj ook een stuk vleesch van het
offer.
De behandeling van de zaak, waarbij de
moeders, die haar eigen kinderen mee verorberd
hadden, met de grootste gemoedsrust allerlei
bijzonderheden daaromtrent meedeelden, was
zelfs voor de kenners van inboorlingen ver-
rassend en ook voor de meest geharde zenuwen
echokkend.
Tien leden van de bende werden ter dood
veroordeeld en dat vonnis is door den gouver-
neur bekrachtigd. Een der vrouwen is in de
voorloopige hechtenis gestorren en een andere
vrouw is voortvluchtig.
Een zeventienjarige naaister kwam Dins-
dag den winkel van een fruitverkoopster te
Charlottenburg, bij Berlijn, binnen, om sinaas-
appelen te koopen. Daar zij een hamer op de
toonbank liggen zag, vroeg zij aan de vrouw
of zij hem eens gebruiken mocht om noten
stuk te slaan en of men met dat voorwerp ook
wel een mensch zou kunnen dooden.
De vrouw antwoordde bevestigend. Dejeug-
dige koopster sproug plotseling op baar toe en
sloeg de vrouw zoo deerlijk met den hamer op
het hoofd, dat ze ineenzakte. En toen plun-
derde het lieftallig meisje de toonbanklade.
Weer bijgekomen, riep het slachtoffer om
hulp. Voorbijgangers konden de moordenares
aanhouden.
's Graveuliage, 5 Maart Door de Regee-
ring is aan den Raad van State om advies
verzonden eene wetsvoordrachc op het regent-
schap, ter uitvoeriug van art. 37 der Groudwet,
bepalende dat de Regent wordt benoemd bij
eene wet die gemaakt wordt bij het leven des
Konings, voor geval van minderjarigheid zijus
opvolgers.
Tweede Kamer. Op verzoek van den heer
Troelstra is diens interpellatie betreflende het
avbeidscontract voorloopig van de agenda afge-
voerd.
Aan de orde was de motie van den heer
Schaper voor de grootst mogelijke beperking
van uachtarbeid, betere bescherming van kinderen
en jeugdige personen en een wettelijken lOurigen
werkdag voor volwassen arbeiders.
Hij wenschte een verbod van kinderarbeid
tot het 14ejaar, buitengewone arbeidsbescher-
ming voor jeugdige personen van 14 tot 18
jaren en verdedigde voor volwassenen in het
belang van de gezondheid, zedeiijkheid, van
het famiiieleven en beschaving, invoering van
den wettelijken lOurigen arbeidsdag.
De heer De Visser bestreed op verschillende
gronden de motie. Hij achtte de materie on-
voldoende voorbereid.
De heer Van der Molen. zich hierbij aan-
sluitende, achtte het een onjuist beginsel een
algemeenen maximum-arbeidsdienst voor alle
bedrijven voor te schrijven en betoogde dat
bepalingen omtrent maximum-arbeidsduur moe
ten samengaan met bepalingen betreffende
minimumloon.
De heer Aalberse verklaarde overeen te
stemmen met den zakelijken inhoud der motie.
Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Ter Neuzen.
P"&? W.r":."b« Suit d.
Vergaderiug van Donderdag 4 Maart 1909.
Voorzitter de heer A. C. Lensen.
Verder aanwezig de heercn Blankers, Scheele en 1 an
der Lubbe
Afwezig de heeren Dr09t, door ongesteldheid, en V an
Rompu.
Nu opening der vergaderiug stelt de Voorzitter aan
de orde he.t onderzoek der geloofsbrieven van het nieuw
gekozen lid, den heer H. W. R. Kramer.
Deze stukken in orde bevonden zijnde wordt tot toe-
lating beiioten, waarna de heer Kramer zilting neemt.
Hierna worden gelezen de notuien der voorgaande
vergadering, die worden goedgekeurd.
Vervolgens komen in behandeling verschillende mge-
komen stukken.
Van bet bestuur der posterijen is ontvangen eene
mededeeling dat het voornemen bestaut, in verb and met
de invoering der wettelijke tijdregeling op 1 Mei a. 8.
de diensturen voor het postkantoor 10 minuten later te
stellen, dan thans het geval is. Deze zou dan worden
op werkdagen van 8 uur voor- tot 9 uur nam. Up
Zon- en feestdagen van 8—9, 1—2 en 7—8.
Daar deze dienst overeenstemt met die welke vroeger
door de Kamer als de voor den telegraafdienst meest
gewenschte werd aangegeven, wordt besloten te kennen
te geven dat de Kamer ook deze regeling goedvindt.
Voorts is van Burg. en Weth. van Ter Neuzen ont
vangen de correspondentie door dat college gevoerd met
den inspecteur der posterijen en telegrafie te Middelburg,
over de openstelling van het telefoonkantoor te bluwkil.
Ingevolge het advies der Kamer is door Burg, en Weth.
gevraagd het kantoor in den voormiddag open te stellen
van 8—12, in plaats van 9—1 uur.
Ilierop is door den inspecteur geantwoord dat dit in
verband met de vastgestelde type-dienstregel.ngen der
kantoren, niet mogelijk is, daar dit geen openstelling
van 8 12 uur aanwijst. Indien men daaitoe wilde
geraken zou het kantoor moeten women gerangschikt
onder de kantoren met 8 urigen diensttyd, die dan
worden geregeld van 8—1, 2—3| en van b
inspecteur meent echter dat tegen eene dienstregeling
die 10 minuten later valt dan de tegenwoordige, wet
geen bezwaar zal zijn.
Daarna hebben Burg, en Weth. geantwoord dat het
aantal te SluiskiL ontvangen en verzonden telegram men
naar hun oordeel niet van dien aard is, dat het eene
langere openstelling van het kantoor en daarmede ver
moedelijk gepaard gaande salarisverhoogiug van den
telefoonhouder zou wettigen, waarom met de door deu
inspecteur voorgeetelde dienstregeling genoegen werd
genomen.
Dp heer Scheele vraagt wat de oorzaak is dat Burg,
en Weth. nu in eens met de voorgestelde dienstregeling
genoegen hebben genomen; van 812 was voor de
handelaren veel gemakkelijker.
De Voorzitter: Dit hun antwoord blijkt dat Burg,
en Weth. van m«Sening zijn dat het aantal berichten
niet zoo groot is, dat daardoor eene vermeerderingvan
het aantal uren gewettigd zou zijn, waardoor dan ook
het salaA-is van den telefoonhouder zou moeten worden
verhoogd. Ondertusschen, Burg, en Weth. hebben in
de voorgestelde regeling berust, zoodat de Kamer er
thans niets meer aan doen kan.
Besloten wordt aan Burg, en Weth. bericht te zenden
van de ontvangen correspondentie.
Voor kennisgeving wordt aanger.omen een schrijven
van het hoofdhestuur der posterijen en telegralie, waarbij
wordt bericht dat over het algemeen geen bezwaar
bleek te bestaan om bij de invoering van den wettelijken
tijd de diensttijden op de kantoren 10 minuten later
dan thans te Btellen, zoodat deze regeling met 1 Mei
a. s. zal worden ingevoerd.
Voorts is van het hoofdhestuur der posterijen bericht
ontvangen dat niet kan voldaan worden aan het ver
zoek der Kamer, het vorig jaar gedaan in verband met
een adres van den bond van Handelsreizigers, om voor
de behandeling van postwissels en kwitantien gelegen-
heid te geven tot des avonds 5 ure Redenen van dienst
zijn een bezwaar voor in williging van het verzoek. Om
daaruan eenigermate tegemoet te komen, is degelegen-
heid voor het behandelen dier stukken des voormiddags
een half uur vroeger en des namiddags een half uur
later gesteld. Deze regeling is ingegaan met 1 Febr. 11.
Van het Ministerie van Waterstaat is ontvangen een
schrijven, waarin wordt verzoeht bezwaren tegen de
voorgenoinen wijzigingen in de spoorwegdienstregelingen
tijdig in te dienen, opdat de daarvoor aangewezen
Commissie van Advies in de gelegenheid zal zijn een
onderzoek riaar de bezwaren in te stellen.
De heer Blankers merkt op, dat men dan toch in de
gelegenheid zou moeten zijn, om tijdig keunis te nemen
van de wijzigingen in de dienstregeling. Hier komt
het echter voor, bij de lijn GentTer Neuzen, dat de
trein al volgens eene nieuwe regeling rijdt en die regeling
zelve nog niet in de gids is opgenomen.
Besloten wordt nan de spoorwegmaatschappijen
Mechelen- en GentTer Neuzen, en ook aan bet Staats-
spoor, te verzoeken in het vervolg tijdig de voorloopige,
gewijzigde dienstregelingen te mogen ontvangen.
Van M. Vroegop en 8 anderen, in- en uitvoerders
zijnde van goederen latigs de zeezijde, is een verzoek
ingekomeu om adhaesie aan een adres door hen gezonden
aan den Minister van Waterstaat, waarin wordt gewezen
op den slechten toestand van den rijweg langs het kanaal,
naar de opslagplautsen van die over zee aangevoerde
of te vervoeren goederen, sinds de weg over den kauaal-
dijk voor het publiek verkeer is afgesloten en aldaar
een tweede spoor is aangelegd bij de kolenkraan. D#
weg is niet alleen moeilijk, maar ook gevaarlijk, eu
adressanten verzoeken daarirt te willen voorzien.
De Voorzitter wil, alvoiens dit schrijven in bespreking
te brengen, zijne bevreemding uiten, dat geen der reede-
rijen van de lijnen die hier goederen aanvoereu, nl. di«
op Louden, Leith of Liverpool, het adres hebben ge-
teekend. Ilij meent dat dit toch eerste belanghebbenden
kunnen worden genoemd, daar hunne lijnen met het
vervoer dier goederen bevoordeeld worden.
De heer Scheele merkt op, dat handelBlui albier het
ongemak ondervinden, dat er geen goeile rijweg is, om
met paard en wagen aan de aanlegplaats der overzeesche
booten te kunnen komen.
De Voorzitter geeft te kennen het ongemak dat adres
santen van den bestaandeii toestand ondervinden, vol-
strekt niet te willen verkleinen, maar hij wilde, aWorens
de besprekingen te openen, de aandacbt vestigcn op d«
eigenaavdiglieid, dat degenen, die naar het voorkomt da
grootste belanghebbenden zijn, door hunne onderteeke-
ning aan het adres niet meer kracht hebben bijgezet.
De heer Blankers, vertegenwoordiger van een der door
den Voorzitter gentemde lijnen, beoogt dat die stoom-
vaartlijnen hij den weg te land geen belang hebben.
Die maatscbappijen nemen aan de goederen te vervoeren,
ze leveren die over de reeling en daarmede zijn ze er
van af Oragekeerd moeten zij, die wat ter verzending
aanbieden, dit tangs zijde van het sehip brengen Hoe het
daar komi, is niet de zaak der stoomvaartmaat6chappijen,
die de goederen alleen over water brengen Al hebben,
oppervlakkig beschouwd, de maatscbappijen belang bij
dien weg voor voertuigen zoo is dat toch inderdaad
niet het geval
De Voorzitter merkt op dat de kwestie van aflevering
der goederen eenvoudig beheerscht wordt door de over
eenkomst tusschen de verzenders en de vervoerenda
maatschappij.
Pe heer Van der Lubbe meent dat er alle reden is,
om aan het adres der belanghebbenden adhaesie ta
verleenen.
De Voorzitter stemt dat toe.
De heer Blankers merkt op, dat er wel geen enkeie
andere haven zal te noemcn zijn, waar de aanlegplaats
van ^toombooteo of andere schepen niet met paard en
wagen kan bereikt worden. Alleen Ter Neuzen geniet
die twijfelachtige cer.
De heer Scheele: Het gaat met halshrekende toeren
gepaard, en soms kunnen noch paarden, noch wagens,
op het terrein komen.
De Voorzitter: Ik ondervind die moeilijklieden soms
ook. Als een der stoombooten waarvan ik directeur
ben aan de kaden gemeerd ligt, blijkt het meermalen
onmogelijk de benoedigdheden met paard en wagen
tot bij het scbip te brengen.
De heer Kramer zou het verzoek met alle ten dienst#
staande middelen willen steunen.
De Voorzitter zou gaarne zien, dat ook de betrokken
reeders alsnog het verzoek teekenden.
De heer Scheele deelt mede dat de reederij der Londen-
lijn niet bereid is, het verzoek te steunen
Ten slotle wordt met algemeene stemmen besloten door
een zelfstandig adres, het verzoek der belanghebbeuden
aan den Minister van Waterstaat te steunen.
Vervolgens wordt de rekening der Kamer over 1908,
na onderzoek door eene commissie waarvoor de Voor-
zitter benoemt de heeren Scheele en an der Lubbe,
goedgekeurd, op een bedrag van 180,40j in ontvangsten
J 156,011 in uitgaven en alzoo met een goed slot van
f 24,42 goedgekeurd.
Vervolgens worden voor kennisgeving aangenoraen
eene missive van den Commissaris der Komngin in Zee-
land, waarnevens wordt toegezonden een besluit van den
Belgisclien Koning, betreffende regelen by de vaart op
ecu deel der Schelde. Verder een verzoek om adhaesi#
van de Kamer te Zutpben op een adres aan den Minister
van Landbouw waarbij Z.Exc. wordt ontraden het m-
dienen van een wetsontwerp op verplicht winkelsluiting
en een bericht houdende mededeeling van de-vestiging
eener Kamer van Koophandel te Raamsdonk.
Vervolgens doet de Voorzitter mededeeling van het
geen in "het jaar 1906 is gedaan, voor liet verkrijgen
fan een goedkooper grenstarief voor het elefomsch
verkeer tusschen Nederland en Belgie. Daaruit bleek dat
de Nederlandsche autoriteiten bere.d waren eene voo -
deeliger regeling tot stand te brengen, doch dat by
gebreke van medewerking van Belgische zyde eene
nadere regeling moest uitblijven. Dezer dagen zyn in
de pers berichten opgedoken omtrent eene nade e post-
overeenkomst. Daar deze overeenkomst mis ch.e.i ook
zou kunnen gevolgd worden door eene [n f'ereK')^
eenkomst voor het telefonisch verkeer besloot de Kamer
voorloopig in afwachting te biyven en nadat omtrent
een en ander meer Dekend zal zijn geworden verder#
Voorzitter de vergadering.