Gemengde berichten. Telegrafischa berichten. De jachtopziener der Koningia te Hoog- Soeren beeft het bol van een vos ontdekt. Het dier had reeds veel wild op het domein verscbalkt, zonder dat men den dief kon ontdekken. Uit het spoor, dat men in de sneeuw waarnam, kon Diet afgeleid worden welk dier den roof pleegde. Toen het hoi uitgegraven en Reintje gedood was, bleek de vos maar een voorpoot te hebben. De andere moet het dier hebben afgebeten, toen het geruimen tijd geleden in een klem zat, waarin de poot indertijd is gevonden. Verzakking der Noordzee-kust. Reeds voor meer dan 300 jaar heeft men dit feit vermoed en in het midden der 18de eeuw werd de verzakking naar de peilschaal- waarnemingen in de omstreken van Katwijk op 24 c.M. per eeuw geschat. Deze schatting is echter niet onfeilbaar, want om betrouwbare feiten te verkrijgen, moeten veeljarige waar- nemingen met talrijke en zooveel mogelijk zelf-registreerende peilschalen gedaan worden waaraan toen niet te denken viel. Sedert 1874 zijn er echter in Nederland niet minder dan 07 peilschalen en door omvangrijke bereke- ningen van de opgaven, zoowel als van de waarnemingen van 1854 tot 1906 aan de ge- wone peilschalen van de Wester-Schelde tot aan de Eems heeft de heer J. C. Ramaer thans bewezen, dat een verzakking van den bodem daar werkelijk plaats vindt. De nauwkeurige berekening laat zien, dat de verzakking van den bodem per 100 jaar 18 c.M. bedraagt. Uit den tijd voor 1854 zijn de peilschaalwaar- nemingen voor de berekening der verzakking niet voldoende, daarentegen kunnen uit kaarten en indijkingen gegevens omtrent de hoogte van den bodem gevonden worden. Zij beves- tigen de verzakking van den bodem. Die be- droeg gedurende de laatste 400 tot 500 jaar per eeuw 28 c.M., in de laatste 200 jaar 15 tot 17 c.M. per eeuw. Voor Zeeland is be wezen, dat de geheele bodem gezakt is, de polders van het eiland Tholen in doorsnede 25 c.M. per eeuw. Ook in het Noorden van Nederland en aan de Oldenburgsche kust is de bodem gedurende de laatste duizend jaren langzaam en schijnbaar regelmatig gezonken. Hoeveel, is in dit geval niet heelemaal zeker uit te maken, het feit der verzakking zelfs echter over de geheele Hollandsche kuat tot Oldenburg toe staat ontwijfelbaar vast. Opmer- kelijk is, in tegenstelling hiermee, de langzame verheffing der Scandinavische schier-eilanden aan de Oost- en Noordzee-kusten van eenige centimeters per eeuw. De hoeveelheid van deze verheffing neemt naar het Zuiden toe af en houdt te Schonen geheel op. In Frankrijk is voor de Atlantische kust een langzaam opstijgen bewezen, voor de Noordkust een langzame ver zakking. Dus scbijnt het, dat Nederland zich in 't midden van het inzakkingsgebied bevindt. Over de oorzaak van deze langzame beweging der bovenste aardlagen laat zich tegenwoordig nog niets met zekerheid zeggen. Het Berlijnsche ziekenhuis Charite her- bergt de professorsdochter miss Claire de Serval, die een honger- en dorstkuur doormaakt, om haar hoofdpgnkwaal te geuezen. Zij zit al 10 dagen zonder eten of drinken in een glazen kastje en hoopt 't er nog 20 in uit te kunnen houden. De dokters hopen uit haar kuur kost- bare gevolgtrekkingen voor de behandeling van zekere stoornissen in de stofwisseling, o.a. vetzucht te kunnen maken. De hongerpatiente is zeer opgewekt, en toen eenige dokters haar met een briefje tegen het glad /rsmakelijk eten" wenschten, lachte zij en wenkte hen vriendelijk toe. Zij verdrijft zich de verveling met lezen, schrijven en handwerkjes. Miss Serval heeft Maandag haar dorstkuur geeindigd en is naar een barak overgebracht, om het hongerlijden voort te zetten. Dagelijks laaft zij zich aan een bepaalde hoeveelheid mineraalwater. Uit Innsbruck werd gemeld, dat 25 man en 6 officieren, onder wie een kolonel, van de Tiroolsche jagers, onder een lawine bedolven zijn. Maar misschien is het niet zoo erg. Volgeus bericht van de bevelhebbers der te hulp gezonden troepen werd de afdeeling door een lawine verrast en werd een patrouille door sneeuwstortingen afgesneden, maar men meent dat ze zich veilig en wel bevindt. De berichten omtrent ongevallen met doodelyken afloop zijn tot nu toe niet bevestigd. Castro zal bij zijn terugkeer naar Venezuela gevangen genomen worden, wegens mede- plichtigheid aan de samenzwering tegen presi dent Gomez. Aldus meldt een Reutertelegram uit New-York. Men ducht in Venezula 'n gevaar- lijke betooging ten gunste van Castro, en er is veel kans dat hij naar zijn vaderland zal terugkeeren omdat anders zjjn bezittingen ver- beurdverklaard worden. In het Kopenhaagsch blad „Politiken" wordt het denkbeeld geopperd, om een inter- nationale overeenkomst te sluiten, bepalende dat misdadigers, in een vreemd land veroordeeld, de hun opgelegde gevangenisstraf in huu eigen land zullen uitzitten. Schrijver wil in de eerste plaats, dat zijn land een dergelijke overeenkomst met naburige landen tracht aan te gaan. Er worden in Denemarken ongemeen veel misdrijven door veeiudelingen gepleegdin misschien meer dan de helft van de strafzaken, thans bij de rechtbanken aanhangig, zijn vreemdelingen betrokken, en de gevangenissen zijn metbuiten- landers gevuld. Schrijver zou 't billijk vinden, dat elk land zijn eigen misdadige onderdauen den kost geeft. Toen de Brittania" van de ffP. O., door de Straat van Malakka voer, op weg naar Singapore, viel een passagier, die op de reeling zat, overboord zonder dat ieraand aan boord 't had gemerkt. De boot zette haar reis voort en te Singapore werden de goederen van den passagier. zekeren Ellison, die intusschen aan boord was vermist, aan de politie overgegeven. Kort daarop kwam uit Port Dickson bericht dat de vermiste daar gezond en wel was aange- komen. Ellison, die op ongeveer 10 kilometers van de kust te water viel, had den tocht naar de kust zwemmende aanvaard en reeds twee derden van den weg afgelegd, toen visschers hem oppikten en aan land brachten. Een sneltrein, die Dinsdagochtend tien minuten over negenen uit Remagen vertrokken was, is bij Koblenz door een onveilig sein gereden, vermoedelijk doordat de rem weigerde, en op een locomotief gebotst, waarvan het voorste stuk op een ander spoor vloog. De locomotief van den trein kwam dwars over de spoorstaven te liggen, de goederenwagen en een rijtuig derde klasse schoven in elkaar. Drie reizigers kwamen om een echtpaar uit Weissenthurm en een jonge man die den vorigen dag eiudexamen had af gelegd. Verder zijn twaalf menschen. rneeren- deels spoorwegbeambten, gewond. Twee con- ducteurs hebben ernstige kwetsuren. Het echtpaar, dat is omgekomen, laat zes kiuderen achter. Berlijn, dat al dagen laog met sneeuw te kampen had getiad, was Woensdagochtend als ingesneeuwd. Sedert 1888, zoo verzekert men, heeft er niet zulk een dik pak sneeuw gelegen. Hoewel de straatreiniging te Berlijn uitstekend ingericht is, viel er gisteren niet te denken aan het wegruimen van zulke massa's als er gevallen waren. De portiers van de huizen hadden voort- durend werk met de trottoirs schoon te houden. Het verkeer per as stond voor een groot deel stil. Met moeite schoven de electrische trams door de sneeuw heen. Op sommige lijnen moest de dienst zelfsgestaaktworden. Enkeiebuitenwijken, waar de sneeuw tot hooge barken opgewaaid was, waren vrij wel van alle gemeeuschap met de buitenwereld verstoken. Huurrijtuigen zag men niet, en zoodra een huurauto vrij was, werd zij stormenderhand genomen. Menscheneters in Duitsch-Oost-Afrika. Uit Iringa wordt aan de Duitsch-Oost-Afrikaan- sche Rundschau te Dar-es-Salam geschreven Voor de rechtbank van het station Iringa werd in 't laatst van December een groote moordzaak met huiveringwekkende bijzonder- heden hehandeld. 't Gold een moordenaars- bende, die tevens een menschenetersbond was mannen en vrouwen, die sedert jaar en dag stamgenooten en wel in de eerste plaats bloed- verwanten, moeders vaak haar eigen kinderen, vergiftigden, om hun offers te verorberen, kortom een kanibalisme, zoo ruw en weerzin- wekkend, als men zich bezwaarlijk voorstellen kan. Door den Ubenapost in 't Zuiden van het district Iringa werden eenige bewoners van deze landstreek, verdacht van moord door ver- giftiging, gevankelijk naar het station Iringa overgebracht. Uit de zeer uitvoerige behandeling van de zaak, waarbij de beschuldigden zonder uitzon- dering bekenden en onbeschroomd de afschu we- lijkste bijzonderheden meedeelden, bleek het volgende Een „toovenaar", Malukansi genaamd, bekend met verscheidene vergiften, at al sedert lang met zijn familie, vrouw en twee volwassen zoons, zoo nu en dan menschenvleesch. Om in 't bezit van deze lekkernij te komen, wierf hij vrouwen met de belofte, dat hij haar toover- kunsten zou leeren, waarvoor zij hem een menschenoffer hadden te brengen. De vrouwen brachten dan een harer verwanten, 't meest een eigen kind om het leven. 't Lijk werd uitgeleverd aan de leden van den menschen etersbond, die, als er weer een offer mocht verwacht worden, al bijeengekomen waren voor de smulpartij. Het lichaam werd uit elkaar gescbeurd en het vleesch dan dadelijk rauw verorberd. Het hoofd kreeg de dader, om in den schedel het gift voor toekomstige offers te mengen. Men gaf de voorkeur aan het vleesch van kleine kinders //dat is lekker malsch", zeiden de vrouwen, terwijl het vleesch van volwassenen min of meer taai was. Tot den bond behoorden behalve Malukansi, zijn vrouw en zijn beide zoons, acht vrouwen, dus in 't geheel twaalf menschen, die alien verscheidene moorden op hun geweten hadden en bekenden, aan een aantal kanibalische malen te hebben deelgenomen. Kinderen van 8 tot 12 jaar, die soms bjj een moord behulp- zaam waren geweest, kregen ter belooning bij de smulpartjj ook een stuk vleesch van het offer. De behandeling van de zaak, waarbij de moeders, die haar eigen kinderen mee verorberd hadden, met de grootste gemoedsrust allerlei bijzonderheden daaromtrent meedeelden, was zelfs voor de kenners van inboorlingen ver- rassend en ook voor de meest geharde zenuwen echokkend. Tien leden van de bende werden ter dood veroordeeld en dat vonnis is door den gouver- neur bekrachtigd. Een der vrouwen is in de voorloopige hechtenis gestorren en een andere vrouw is voortvluchtig. Een zeventienjarige naaister kwam Dins- dag den winkel van een fruitverkoopster te Charlottenburg, bij Berlijn, binnen, om sinaas- appelen te koopen. Daar zij een hamer op de toonbank liggen zag, vroeg zij aan de vrouw of zij hem eens gebruiken mocht om noten stuk te slaan en of men met dat voorwerp ook wel een mensch zou kunnen dooden. De vrouw antwoordde bevestigend. Dejeug- dige koopster sproug plotseling op baar toe en sloeg de vrouw zoo deerlijk met den hamer op het hoofd, dat ze ineenzakte. En toen plun- derde het lieftallig meisje de toonbanklade. Weer bijgekomen, riep het slachtoffer om hulp. Voorbijgangers konden de moordenares aanhouden. 's Graveuliage, 5 Maart Door de Regee- ring is aan den Raad van State om advies verzonden eene wetsvoordrachc op het regent- schap, ter uitvoeriug van art. 37 der Groudwet, bepalende dat de Regent wordt benoemd bij eene wet die gemaakt wordt bij het leven des Konings, voor geval van minderjarigheid zijus opvolgers. Tweede Kamer. Op verzoek van den heer Troelstra is diens interpellatie betreflende het avbeidscontract voorloopig van de agenda afge- voerd. Aan de orde was de motie van den heer Schaper voor de grootst mogelijke beperking van uachtarbeid, betere bescherming van kinderen en jeugdige personen en een wettelijken lOurigen werkdag voor volwassen arbeiders. Hij wenschte een verbod van kinderarbeid tot het 14ejaar, buitengewone arbeidsbescher- ming voor jeugdige personen van 14 tot 18 jaren en verdedigde voor volwassenen in het belang van de gezondheid, zedeiijkheid, van het famiiieleven en beschaving, invoering van den wettelijken lOurigen arbeidsdag. De heer De Visser bestreed op verschillende gronden de motie. Hij achtte de materie on- voldoende voorbereid. De heer Van der Molen. zich hierbij aan- sluitende, achtte het een onjuist beginsel een algemeenen maximum-arbeidsdienst voor alle bedrijven voor te schrijven en betoogde dat bepalingen omtrent maximum-arbeidsduur moe ten samengaan met bepalingen betreffende minimumloon. De heer Aalberse verklaarde overeen te stemmen met den zakelijken inhoud der motie. Kamer van Koophandel en Fabrieken te Ter Neuzen. P"&? W.r":."b« Suit d. Vergaderiug van Donderdag 4 Maart 1909. Voorzitter de heer A. C. Lensen. Verder aanwezig de heercn Blankers, Scheele en 1 an der Lubbe Afwezig de heeren Dr09t, door ongesteldheid, en V an Rompu. Nu opening der vergaderiug stelt de Voorzitter aan de orde he.t onderzoek der geloofsbrieven van het nieuw gekozen lid, den heer H. W. R. Kramer. Deze stukken in orde bevonden zijnde wordt tot toe- lating beiioten, waarna de heer Kramer zilting neemt. Hierna worden gelezen de notuien der voorgaande vergadering, die worden goedgekeurd. Vervolgens komen in behandeling verschillende mge- komen stukken. Van bet bestuur der posterijen is ontvangen eene mededeeling dat het voornemen bestaut, in verb and met de invoering der wettelijke tijdregeling op 1 Mei a. 8. de diensturen voor het postkantoor 10 minuten later te stellen, dan thans het geval is. Deze zou dan worden op werkdagen van 8 uur voor- tot 9 uur nam. Up Zon- en feestdagen van 8—9, 1—2 en 7—8. Daar deze dienst overeenstemt met die welke vroeger door de Kamer als de voor den telegraafdienst meest gewenschte werd aangegeven, wordt besloten te kennen te geven dat de Kamer ook deze regeling goedvindt. Voorts is van Burg. en Weth. van Ter Neuzen ont vangen de correspondentie door dat college gevoerd met den inspecteur der posterijen en telegrafie te Middelburg, over de openstelling van het telefoonkantoor te bluwkil. Ingevolge het advies der Kamer is door Burg, en Weth. gevraagd het kantoor in den voormiddag open te stellen van 8—12, in plaats van 9—1 uur. Ilierop is door den inspecteur geantwoord dat dit in verband met de vastgestelde type-dienstregel.ngen der kantoren, niet mogelijk is, daar dit geen openstelling van 8 12 uur aanwijst. Indien men daaitoe wilde geraken zou het kantoor moeten women gerangschikt onder de kantoren met 8 urigen diensttyd, die dan worden geregeld van 8—1, 2—3| en van b inspecteur meent echter dat tegen eene dienstregeling die 10 minuten later valt dan de tegenwoordige, wet geen bezwaar zal zijn. Daarna hebben Burg, en Weth. geantwoord dat het aantal te SluiskiL ontvangen en verzonden telegram men naar hun oordeel niet van dien aard is, dat het eene langere openstelling van het kantoor en daarmede ver moedelijk gepaard gaande salarisverhoogiug van den telefoonhouder zou wettigen, waarom met de door deu inspecteur voorgeetelde dienstregeling genoegen werd genomen. Dp heer Scheele vraagt wat de oorzaak is dat Burg, en Weth. nu in eens met de voorgestelde dienstregeling genoegen hebben genomen; van 812 was voor de handelaren veel gemakkelijker. De Voorzitter: Dit hun antwoord blijkt dat Burg, en Weth. van m«Sening zijn dat het aantal berichten niet zoo groot is, dat daardoor eene vermeerderingvan het aantal uren gewettigd zou zijn, waardoor dan ook het salaA-is van den telefoonhouder zou moeten worden verhoogd. Ondertusschen, Burg, en Weth. hebben in de voorgestelde regeling berust, zoodat de Kamer er thans niets meer aan doen kan. Besloten wordt aan Burg, en Weth. bericht te zenden van de ontvangen correspondentie. Voor kennisgeving wordt aanger.omen een schrijven van het hoofdhestuur der posterijen en telegralie, waarbij wordt bericht dat over het algemeen geen bezwaar bleek te bestaan om bij de invoering van den wettelijken tijd de diensttijden op de kantoren 10 minuten later dan thans te Btellen, zoodat deze regeling met 1 Mei a. s. zal worden ingevoerd. Voorts is van het hoofdhestuur der posterijen bericht ontvangen dat niet kan voldaan worden aan het ver zoek der Kamer, het vorig jaar gedaan in verband met een adres van den bond van Handelsreizigers, om voor de behandeling van postwissels en kwitantien gelegen- heid te geven tot des avonds 5 ure Redenen van dienst zijn een bezwaar voor in williging van het verzoek. Om daaruan eenigermate tegemoet te komen, is degelegen- heid voor het behandelen dier stukken des voormiddags een half uur vroeger en des namiddags een half uur later gesteld. Deze regeling is ingegaan met 1 Febr. 11. Van het Ministerie van Waterstaat is ontvangen een schrijven, waarin wordt verzoeht bezwaren tegen de voorgenoinen wijzigingen in de spoorwegdienstregelingen tijdig in te dienen, opdat de daarvoor aangewezen Commissie van Advies in de gelegenheid zal zijn een onderzoek riaar de bezwaren in te stellen. De heer Blankers merkt op, dat men dan toch in de gelegenheid zou moeten zijn, om tijdig keunis te nemen van de wijzigingen in de dienstregeling. Hier komt het echter voor, bij de lijn GentTer Neuzen, dat de trein al volgens eene nieuwe regeling rijdt en die regeling zelve nog niet in de gids is opgenomen. Besloten wordt nan de spoorwegmaatschappijen Mechelen- en GentTer Neuzen, en ook aan bet Staats- spoor, te verzoeken in het vervolg tijdig de voorloopige, gewijzigde dienstregelingen te mogen ontvangen. Van M. Vroegop en 8 anderen, in- en uitvoerders zijnde van goederen latigs de zeezijde, is een verzoek ingekomeu om adhaesie aan een adres door hen gezonden aan den Minister van Waterstaat, waarin wordt gewezen op den slechten toestand van den rijweg langs het kanaal, naar de opslagplautsen van die over zee aangevoerde of te vervoeren goederen, sinds de weg over den kauaal- dijk voor het publiek verkeer is afgesloten en aldaar een tweede spoor is aangelegd bij de kolenkraan. D# weg is niet alleen moeilijk, maar ook gevaarlijk, eu adressanten verzoeken daarirt te willen voorzien. De Voorzitter wil, alvoiens dit schrijven in bespreking te brengen, zijne bevreemding uiten, dat geen der reede- rijen van de lijnen die hier goederen aanvoereu, nl. di« op Louden, Leith of Liverpool, het adres hebben ge- teekend. Ilij meent dat dit toch eerste belanghebbenden kunnen worden genoemd, daar hunne lijnen met het vervoer dier goederen bevoordeeld worden. De heer Scheele merkt op, dat handelBlui albier het ongemak ondervinden, dat er geen goeile rijweg is, om met paard en wagen aan de aanlegplaats der overzeesche booten te kunnen komen. De Voorzitter geeft te kennen het ongemak dat adres santen van den bestaandeii toestand ondervinden, vol- strekt niet te willen verkleinen, maar hij wilde, aWorens de besprekingen te openen, de aandacbt vestigcn op d« eigenaavdiglieid, dat degenen, die naar het voorkomt da grootste belanghebbenden zijn, door hunne onderteeke- ning aan het adres niet meer kracht hebben bijgezet. De heer Blankers, vertegenwoordiger van een der door den Voorzitter gentemde lijnen, beoogt dat die stoom- vaartlijnen hij den weg te land geen belang hebben. Die maatscbappijen nemen aan de goederen te vervoeren, ze leveren die over de reeling en daarmede zijn ze er van af Oragekeerd moeten zij, die wat ter verzending aanbieden, dit tangs zijde van het sehip brengen Hoe het daar komi, is niet de zaak der stoomvaartmaat6chappijen, die de goederen alleen over water brengen Al hebben, oppervlakkig beschouwd, de maatscbappijen belang bij dien weg voor voertuigen zoo is dat toch inderdaad niet het geval De Voorzitter merkt op dat de kwestie van aflevering der goederen eenvoudig beheerscht wordt door de over eenkomst tusschen de verzenders en de vervoerenda maatschappij. Pe heer Van der Lubbe meent dat er alle reden is, om aan het adres der belanghebbenden adhaesie ta verleenen. De Voorzitter stemt dat toe. De heer Blankers merkt op, dat er wel geen enkeie andere haven zal te noemcn zijn, waar de aanlegplaats van ^toombooteo of andere schepen niet met paard en wagen kan bereikt worden. Alleen Ter Neuzen geniet die twijfelachtige cer. De heer Scheele: Het gaat met halshrekende toeren gepaard, en soms kunnen noch paarden, noch wagens, op het terrein komen. De Voorzitter: Ik ondervind die moeilijklieden soms ook. Als een der stoombooten waarvan ik directeur ben aan de kaden gemeerd ligt, blijkt het meermalen onmogelijk de benoedigdheden met paard en wagen tot bij het scbip te brengen. De heer Kramer zou het verzoek met alle ten dienst# staande middelen willen steunen. De Voorzitter zou gaarne zien, dat ook de betrokken reeders alsnog het verzoek teekenden. De heer Scheele deelt mede dat de reederij der Londen- lijn niet bereid is, het verzoek te steunen Ten slotle wordt met algemeene stemmen besloten door een zelfstandig adres, het verzoek der belanghebbeuden aan den Minister van Waterstaat te steunen. Vervolgens wordt de rekening der Kamer over 1908, na onderzoek door eene commissie waarvoor de Voor- zitter benoemt de heeren Scheele en an der Lubbe, goedgekeurd, op een bedrag van 180,40j in ontvangsten J 156,011 in uitgaven en alzoo met een goed slot van f 24,42 goedgekeurd. Vervolgens worden voor kennisgeving aangenoraen eene missive van den Commissaris der Komngin in Zee- land, waarnevens wordt toegezonden een besluit van den Belgisclien Koning, betreffende regelen by de vaart op ecu deel der Schelde. Verder een verzoek om adhaesi# van de Kamer te Zutpben op een adres aan den Minister van Landbouw waarbij Z.Exc. wordt ontraden het m- dienen van een wetsontwerp op verplicht winkelsluiting en een bericht houdende mededeeling van de-vestiging eener Kamer van Koophandel te Raamsdonk. Vervolgens doet de Voorzitter mededeeling van het geen in "het jaar 1906 is gedaan, voor liet verkrijgen fan een goedkooper grenstarief voor het elefomsch verkeer tusschen Nederland en Belgie. Daaruit bleek dat de Nederlandsche autoriteiten bere.d waren eene voo - deeliger regeling tot stand te brengen, doch dat by gebreke van medewerking van Belgische zyde eene nadere regeling moest uitblijven. Dezer dagen zyn in de pers berichten opgedoken omtrent eene nade e post- overeenkomst. Daar deze overeenkomst mis ch.e.i ook zou kunnen gevolgd worden door eene [n f'ereK')^ eenkomst voor het telefonisch verkeer besloot de Kamer voorloopig in afwachting te biyven en nadat omtrent een en ander meer Dekend zal zijn geworden verder# Voorzitter de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1909 | | pagina 6