Landbouwberichten.
Gemengde berichten.
Predikbeurten.
deze gewoon weg aan hen die het vroegen een
borrel tapte en de poiitie daar niet naar keek.
Ter tafel van het kantongerecht waren aan-
wezig vier met vochtgevulde verzegelde flesschen,
waarvan get. Klaassen verklaarde dat hij
die op den dag als in het proces-verbaal ver-
meld bij bekl. had in beslag genomen.
Bekl.-verklaarde desgevraagd met den inhoud
van vier dier flesschen niet bekend te zijn, alleen
van 1 flesch wist hij dat deze sterken drank
bevatte.
Bekl. meende tot het in voorraad hebben van
sterken drank ter plaatse waar de flesschen
aanwezig waren gerechtigd te zijn, aangezien
hij ook vergunning voor logement heeft. Aan
loge's mag hij dus sterken drank verschaffen,
waarom hij meent die in zijn lokaal ook in
voorraad te mogen hebben.
De kantonrechter merkte op dat het zeker
een gebrek is in de wet, dat een verlofhouder
ook tevens vergunning kan hebben voor den
verkoop van sterken drank aan logeergasten.
De wet is nu echter eenmaal zoo. Als dus een
logeergast een glas sterken drank vraagt mag
bekl. dat halen en in het verloflokaal aan den
besteller toedienen, doch hij mag in dat lokaal
of daarmede binnenshuis gemeenschap hebbende
lokalenj geen sterken drank aanwezig hebben,
daar de wet het voorhanden of aanwezig hebben
van sterken drank in een verloflokaal verbiedt.
De ambtenaar van het openbaar ministerie,
het bij proces-verbaal ten laste gelegde bewezen
achtende, vorderde de veroordeeling van bekl.
tot f 50 boete, subsidiair 20 dagen hechtenis.
De uitspraak werd bepaald op Donderdag a.s.
Arrondissements-Reclitbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 22
Jan. de volgende vonnissen uitgesproken
W. B., oud 25 j., schippersknecht te Ter
Neuzen. is wegens mishandeling veroordeeld tot
2 maanden gevangenisstraf.
C. d. B., oud 18 j., te Groede, gedetineerd
te Middelburg, is wegens diefstal veroord. tot
3 maanden gevang. met aftrek der voorloopige
hechtenis.
J. J. H., oud 44 j., metselaar te IJzendijke,
is wegens het veroorzaken van gevaar door
schuld op een spoorweg, veroord. tot een boete
van f 25 of 25 dagen hecht.
Arrondissements-Reclitbank te Zwolle.
Postfraude.
Als eerste beklaagde stond Donderdagmorgen te-
recht A. K. J. H., 26 j., klerk der posterijen
en telegrafie te Stad Hardenberg. Hij werd
beticht van het verduisteren en zich toeeigenen
van verschillende bedragen aan hem door andere
postambtenaren afgedragen. Zoo had hij het
bedrag in banden gekregen van geinde post-
quitanties samen 371,27 en op andere datums
f 162,90 en f 300, hem door den besteller
Clement afgedragen. Van den besteller Bonema
kreeg_ hij op dezelfde wjjze het bedrag van
f 267,55 en van den Bergentheimschen brie-
vengaarder Snijder 112,56, geind op post-
quitanties en overgemaakt door het postkantoor
te Hardenberg.
De heer R. H. Schuringa, directeur van het
post- en telegraafkantoor te Hardenberg, ver
klaarde dat beklaagde geen van deze bedragen
heeft afgedragen en verantwoord. Op het gedrag
van beklaagde was volgeus den getuige niets
aan te merken. Getuige was ook niets bekend
van buitensporige uitgaven. Wei werd beklaagde
wegens zekereslordigheidbijzondergeeontroleerd.
Beklaagde kwam hiertegen op. Niet door
slordigbeid maar door bijzondere drukte op het
kantoor, in verband met zjjn zenuwachtig ge-
stel, kreeg liij verschillende tekorten en ora die
tekorten te dekken, nam hij het geld der post-
quitanties.
De directeur zeide nog zich wel wat van
vroegere tekorten te herinneren. Maar die
waren met particulier geld gedekt. Dit geld was,
werd gezegd, teruggegeven, maar de directeur
had opgemerkt, dat er niettemin nog door de
ouders van beklaagde uit Ter Neuzen een tele-
grafischen postwissel werd gezonden. Beklaagde
had dus blijkbaar nog meer noodig.
Het kantoor was druk, maar niet zoo druk,
dat er tekorten moesten voorkomen. De avond-
dienst was tot 12 uur. Beklaagde had 10 a
11 uur dienst per dag.
Beklaagde nog eens ondervraagd, zeide dat
hij na de eerste tekorten met verlof gaande,
een eind aan zijn leven wilde maken. Geen cent
had hij voor zich zelf gebruikt. Toen heeft
hij getracht het eene gat met het andere te
stoppen, maar hij begreep dat dit uit zou
komen en wilde vluchten. Daarvoor nam hij
de andere bedragen. Doch vooraf schreef hij
aan den directeur-generaal en aan een vriend,
zeggeude, dat hij naar Amerika ging om te
trachten wat te verdienen, zoodat hij het geld
kon teruggeven. Voor die reis nam hij een
aanzienlijk bedrag mee, ook uit de postkas.
Hij kon er anders niet komen. Maar in Parijs
raakte hij het kwijt en toen is hij zich zelf
komen aangeven.
Beklaagde legde er nog den nadruk op, dat
bij niet slordig is geweest, maar dat de dienst
per se te zwaar voor hem was en hij er dik.
wijls alleen voor stond. Dat die dienst te
zwaar was, bleek ook uit het feit, dat men
nu twee ambtenaren heeft aangesteld voor het
werk, dat hij vroeger alleen deed.
De Oflicier van Justitie, zijn requisitoir ne-
mende, noemde de zaak diep treurig en wees
er op, dat de hier genoemde bedragen nog niet
de eenige verduisterde zijn. Maar hij had van
alle zijden gunstige berichten over beklaagde
vernomen, dit wilde hij in aanmerking nemen.
Hij vroeg 1 jaar en 6 maanden.
Mr. J. Adriaanse uit Middelburg, de verde-
diger van beklaagde, wilde slechts even de
vraag aanroeren of de verduistering van het
eerste bedrag wel bewezen is, als vaststaat dat
dit bedrag heeft gediend om andere tekorten
te dekken, zoodat het weer in de kas kwam.
Ook achtte spreker art. 57 Str.b. hier niet van
toepassing, daar hij de feiten alle acht te zijn
voortgekomen uit een voornemen. Maar spre
ker zou daarop niet verder ingaan, zou met
het oog op ,de aan beklaagde te geven straf
alleen de omstandigheden nagaan, waaronder
het feit is geschied, wat het motief is van de
daad. Deze beklaagde heeft de verduistering
bedreven, maar niet uit hebzucht, wel uit
wanhoop, een wanhoop ontstaan, doordat hij
in een wespennest was gekomen buiten zijn
toedoen, waarin hij, een zwakke, ten onder
ging. Beklaagde heeft te veel van zichzelve
gevergd, heeft zelfs nog voor anderen gewerkt.
Zijn tekorten waren ontstaan buiten zijn schuld.
Deze man was ziek, bad ernstige neurastbe-
nie, leed aan zenuwoverspanning, vroeger al,
hij vroeg om een kalm kantoor zonder avond-
dienst en hij wordt geplaatst te Harden
berg, waar de ellende eerst recht voor hem
begint.
Was gekeken naar de physieke geschiktheid
van dezen persoon, dan was hij nooit postambte-
naar geworden. De directeuren, onder wie
hij had gewerkt, waren vol lof voor hem. Hij
hielp anderentoen hi) assistentie vroeg om
verlof te krijgen, kreeg hij't niet. Datduurde
zoolang tot men hem eens vond, bewusteloos
met het hoofd op het telegraaftoestel. Toen
ging hij eerst met ziekenverlof.
In Hardenberg moest hij dienst doen tot
12 uur 's nachts en hij was er geplaatst
voor zijn gezondheid. Hij heeft er een direc
teur, die hem meer controleert dan leidt en
helpt. Dat het er druk is, blijkt het ook nog
uit het feit, dat zelfs den directeur verschil
lende tekorten moeten gerappeleerd worden.
Een schrijven, teekenend voor de drukte op
zoo'n kantoor, vooral op marktdagen, geschetst
door een directeur van een postkantoor, een
ambtenaar met vele jaren ervaring, werd door
den verdediger voorgelezen.
Paaronder bezweek beklaagde. Hij was te
ver. Hij had algescharreld met postkwitanties,
hij kon niet terug, kon elk oogenblik ontdekt
worden.
Het geld, dat hij van particulieren ontviug,
om tekorten te dekken, werd eerst door een
vriend verscliaft en deze kreeg het weer terug
van den vader. Daar was dus niets laakbaars
in. Toen hij vluchtte met meerder genomen
geld, volgde de debacle spoedig. Te Parijs
raakte hij in handen van kwartjesvinders en
daarmede was 't gedaan.
Beklaagde had aan den directeur van zijn
tekorten moeten kennis geven zal men zeggeu.
Maar deze beklaagde kon zijn physieke kracbt
niet over zijn moreele beginselen laten gelden.
Hij had gebrek aan energie, kon die niet laten
heerschen over zijn wil. Hij had een krachtigen
helper en raadgever naast zich moeten hebben
en in plaats daarvan had hij dezen directeur
boven zich, die in zekeren zin de oorzaak weru
van zijn ellende, wijl hij aan hem veel te veel
overliet en in strijd met de voorschriften hem
nachtdienst opdroeg.
Spreker vroeg een onderzoek naaf den toe-
stand van beklaagde om te zien of beklaagde
wel genoeg weerstandsvermogen had om voor
zijn handeling aansprakelijk te kunnen worden
gesteld. Moest de straf dienen als afschrik-
wekkend voorbeeld, dan moest dit voorbeeld
zeker wordfen voorgehouden aan den Staat der
Nederlanden, die zoo'n ambtenaartje op zoo'n
geringe bezoldiging een zoo groote verant-
woordelijkheid oplegde.
Spreker had hier een klein stuk van het ver-
ledene van beklaagde blootgelegd. Hij had zoo
sober mogelijk diens toestand geschetst. Hij
had zich geroepen gevoeld om hier te komen
pleiten voor hem, omdat hjj eens in de gelegen-
heid is geweest dezen jongen man in zijn ellen-
digen toestand met raad en daad ter zijde te
staan en deze gelegenheid toen heeft verzuimd.
Dat wilde hij goedmaken.
Spreker pleitte cleiuentie. Hij wilde geen
genade voor recht, maar vroeg genade in over-
eenstemming met het recht.
(Zw. Ct.)
Zondag 24 Januari 1909.
Men schrijft ons
Vanwege het departement van Landbouw,
Nijverheid en Handel, directie Landbouw, is
weer eene nieuwe aflevering verschenen van
Verslagen en Mededeelingen". Deze aflevering,
groot 73 bladzijden, handelt over de Rundvee-
fokkerij en is bewerkt door den heer T. J.
Swierstra, hoofdzakelijk aan de hand van door
de provinciale commissien voor de veefokkerij
verstrekte gegevens.
Uit dit verslag blijkt, dat in 1905 door het
Rijk verleend is aan de provinciale commissien
eene subsidie van 84712,17 en in 1906 van
83931,446 en in 1907 102,222,266. Boven-
dien kreeg Zeeland van de provincie 3000.
In Zeeland werden in 1907, 27 voorkeuringen
gehouden. Aan de op zichzelve bekronings-
waardige dieren werden premien van 15
toegekend. Zeeland is verdeeld in 7 kringen
en er wordt keuriug gehouden op 15 plaatsen.
In 1907 werden in Zeeland gekeurd op
de voorkeuringen 146 eenjarige en 35 twee-
jarige runderen en op de premiekeuringen 74
eenjarige en 73 tweejarige dieren. In onze
provincie werden al de geprimeerde dieren in
het stamboek ingeschreven en de houders waren
verplicht de stieren voor opname aan te bieden.
Vereenigingen op het gebied der veefokkerij in
Zeeland werden in 1907 voor het eerst gesub-
sidieerd en wel met een bedrag van 310,
waarvan 130 aan stierenvereenigingen en
f 180 van controle-vereenigingen fokvereeni-
gingen bestaan er nog niet. De grootte der bij-
dragen aan stieren-vereenigingen wordt elk jaar
door provinciale commissie vastge.-teld, eveneens
voor controle- en fokvereenigingen. De stieren
vereenigingen en de controle-vereenigingen
moeten minstens 10 leden tellen met minstens
50 stuks melkkoeien. Al de koeien der leden
moeten door de vereenigingstier gedekt worden,
welke moet zijn een zuivere vertegenwoordiger
van het zwartbont Friesch-Hollandsch veeslag.
In Zeeland bestaan dergelijke vereenigingen te
Kapelle, Dreischor, Wolfaartsdijk, Aagtekerke,
Wemeldinge, Groede, Haamstede en Heinkens-
zand. Die te Groede is opgericht 5 Oct. 1907
en draagt den naain van Vereeniging tot
veredeling van het Rundvee". Zij telt 15 leden
die bezitten 110 koeien en 2 stieren uit Fries-
land afkomstig. De toestand van de veefokke
rij wordt door de provinciale commissien gunstig
genoemd. De prijzen van deugdelijk fokvee
zijn dan ook overal stijgeride, zoowel in den
handel voor het binnenland als naar het buiten-
land. Vooral voor beste fokstieren werden
soms buitengewoon hooge prijzen bedongen.
Toch wordt nog lang niet allerwege de noodige
zorg aan de voeding en verpleging besteed.
In de afdeeling D (veeteelt en zuivelindu-
strie) van het Nederlandsch Landbouwcomite zijn
besproken de maatregelen, welke ter voorziening
in de behoeften aan veeverloskundige hulp van
regeeringswege zouden kunnen worden genomen,
en zulks naar aanleiding van een verzoek om
advies van Z. E. den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel.
Met groote voldoening was door de leden
kennis genomen van den uitslag der van wege de
Directie van den Landbouwgehouden enquete ora-
trent de veeverloskundige hulp in Nederland.
Naar aanleiding der enquete en ten gevolge
der gehouden beraadslagingen werden de volgende
vraagpunten gesteld
1. Ls het gewenscht, dat de vestiging van
veeartsen door subsidie van regeeringswege
bevorderd wordt
2. Is het gewenscht, dat de regeering eene
wetenschappelijke opleiding van veeverloskun-
digen bevordere
3. Is het gewenscht, dat de regeering het
verkrijgen van weteusehappelijk onderricht in
het castreeren bevordere
Het eerste vraagpunt werd in pricipe al-
gemeen ontkennend beantwoord, hoewel men
meende, dat het geven van rijkssubsidie in zeer
bijzondere gevallen gewettigd zou zijn, bijv.
indien gebleken is, dat de bijdragen van provin-
cien, gemeenten en corporation te kort schieten
en niet voor nadere verhooging vatbaar zijn.
De andere vraagpunten werden algemeen be-
vestigend beantwoord.
De poiitie te Middelburg stelt op het
oogenblik een onderzoek in naar een zaakje van
valschheid in geschrifte.
De verdachte van het feit is de tienjarige C.,
een kind van een arm gezin.
De jeugdige falsaris bracht voor zijn moeder
de mudden uitgelezen erwten naar de firma J.
aldaar, van wie ze betrokken werden.
Hij ontving daarvoor een bonnetje, waarop hij
ten kantore der firma het loon kon onfvangen.
De knaap heeft nu, om aan zijn snoeplust
te kunnen voldoen, eenige malen op de bon-
netjes het cijfer van het aautal mudden ver-
meerderd, waardoor hij meer geld ontviug dan
hem toekwam. Dezer dagen kwam de ver-
valsching aan het licht.
Woensdagavond circa 11 uur is van
Schiedam een brik weggereden in de richting
Vlaardingen, over de Vlaardingscbe dijk, Vol-
gens de verklaring van een cafehouder te
Vijfsluizen zou de bestuurder van den brik
aan zijn cafe hebben stilgehouden en daar ge-
vraagd hebben of iemand bereid was mede te
rijden. Een persoon zou zich hiertoe hebben
gemeld. Yannacht nu om ongeveer twee uur
vonden eenige landbouwers de brik in een sloot
liggen, benevens het lijk van den bestuurder.
Van den anderen persoon werd niets ontdekt.
Men is aan het dreggen om iets te ont.dekken
van dien tweeden, die volgens den bovenge-
noemden cafehouder zich ook in de brik be-
vonden heeft, doch heeft tot dusverre niets van
hem ontdekt. Het lijk van den bestuurder is
naar Vlaardingen overgebracht. Het paard
voor de brik gespannen is eveneens verdronken.
De wagen is in de buurt gestald.
Nader wordt gemeld
De wagenbestuurder was de 29jarige B. uit
Scheveningen. Hij was gisterennamiddag met
een vrachtje van Scheveningen over Schiedam
naar Vlaardingen geredeu. Op zijn terugweg
is hij voor de Vijfsluizen vermoedelijk door
den dikken mist misleid, in het Spui gereden.
De man die was meegereden is aan een wissen
dood ontkomeu, door voor de Vijfsluizen af te
stappen. Het paard dat nog levend werd aan-
getroffen is met de brik bij een landbouwer
ondergebracht. B. laat een weduwe met 4
kinderen achter.
Te Bearsted heeft de rechter een boer,
die tachtig schapen op een veld had gehouden,
waar zoo goed als geen voedsel voor hen was
en dat bovendien onder de sneeuw lag, met het
gevolg dat er ruim een dozijn van den honger
orakwamen een onderzoek van maag en
darmen bewees het ten overvloede en vele
andere haast te zwak waren om op hun pooten
te staan, veroordeeld tot twee maanden gevan
genisstraf met zwaren urbeid. De man was
tevoren al tweemalen voor dierenmishandeling
gest raft.
Te Hamburg heeft Maandagnacht eenar-
beider in een vruchtenhandel zich zelf, zijn vrouw
en drie zoontjes van D/g, 5 en 8 jaar vergiftigd,
men gelooft met lysol. De man en de oudste
werden dood in hun bed gevondeu ne rest van
het gezin ligt op het uiterste.
De ooievaars gaan 's winters, volgens
Andersen en anderen //naar Egypte' Maar
dit geografische begrip moet zeer ruim opge-
vat worden, gelijk nu weer blijkt uit de proef-
nemingen van de //Yogelwarte" te Rositten, op
Kuriscbe Nehrung in Oost-Pruisen, waar om-
streeks 1800 jonge ooievaars met een ring aan
de poot, waren losgelaten. Een van deze dieren
is door inboorlingen van Wadia gevangen, de
ring werd door den Franschen oflicier Loisy
teruggebracht. vVadia kan nu nog wel tot
Egypte gebracht worden, maar met den beaten
wil is dat niet mogelijk van de plek, waar
den 9den December 1907 een andere Pruisische
ooievaar geschoten werd, die den 25sten Juli
uit Gross-Mollen in Pommeren was weggevlogen
Fort Jameson, in Rhodesie. Daarmede is dus
aangetoond dat deze trekvogels bun naam wel
verdienen, daar zij op hun vlucht tot zelfs den
evenaar overtrekken
Een winkelier te Brugge, die aan een
klant een revolver verkocht, legde aan deze de
werking uit, deed er een patroon op en toonde
hoe men mikte, maar terwijl hij het gevaarlijk
speelding been en weer zwaaide ging een schot
af en de klant kreeg den kogel in de keel,
juist naast den halsader.
Het slachtoffer is naar het hospitaal over
gebracht. Men hoopt den kogel, die tegen de
wervelkolom zit, er te kunnen uithalen.
In de buurtschap Lonneker zijn Woensdag
bij afwezigheid der bewoners, drie landloopers
de woning van den landbouwer J. H. binnen-
gedrongen en hebben een bedrag van ongeveer
15 gestoien. De poiitie is de daders op
het spoor,
Uervorintle Herk.
Ter Neuzen. 9 J u., geen dienst en 2 u., Ds. A. Timmerman.
Sluiskil. 9£ u., Us. A. Timmerman en 's avonds 6 u.,
Ds. E Raams van Hoek, rede in het belang
der Chr. Nationale Werkmanebond.
Axel. 9^ u. en 2 u., Ds. J. B. T. Hugenholtz.
Zaamslag. 9 n. en 2 a., Ds. G. van Dis.
Hoek. 9 u. en 2 u., Ds. E. Raams.
Sas van Gent. 9u., Ds. H. Akersloot van Houten Roos.
Hulst. 10 u., Ds. De Boer.
Geretormeerile Herhen.
Ter Neuzen. 9 u. en 2 u., Ds. E A. Groenewegen van
Westmaas.
Axel A. 9 u. en 2 u., Ds. O. J Geerling v.'s Graveland.
D. 9 u. en 2 u., Ds. R. v. d. Kamp.
Zaamslag A. 9 u., Ds. R. Hamming H. Avondm.en 2 u.,
Ds. R Hamming.
u U. 9 u. en 2 u., Ds. M. Uytenhoudt.
Hoek. 9 u. en 2 u., leeskerk.
Gereformeerde genie elite (Vlooswijkstraat).
Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 51 u., leeskerk.
Oud-Gereformeerde gemeente (Vlooswijkstraat)
Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 6* u„ leeskerk.
Lokaal 99Kf>en-Ha&zer*' (Kerkhoflaan).
Ter Neuzen. 6 u., Ds. P. de Putter van Axel.
6C*e reform eerde ^emeenten*
Axel. 9 u., 2 u. en 5$ u., Ds. A. Jause van
Ter Neuzen.
Hoek. Donderdagavond 5£ u., Ds. A. Janse van
Ter Neuzen.