A I g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 5253 Op Leven en Dood. Donderda^ 21 Januari 1909. 49ft Jaargang. Buitenland. FETJILLETOH. Binnenland. ABONNEMENT: Telefoon No. 2 5. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. TER NEUZEN, 20 Januari 1909. Per drie maanden binnen Ter Neuzen j 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika l,321/s en voor het overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich by alle Boekhande- laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Dlt bl»«l verschijnt Maandng-, Woen»tIa|{- en Vrijtln^avonil, nil^rznnderi! np FeeatdaKen. bij tie Firms I". J. Vi# l)E S.4SBE (e Ter Xeuien. Maandag is de regeeringsondervraging betref- fende Marokko in de Fransche Kamer voort- gezet. Jaures was bang, dat de verzoeningsgezind- heid en de belangloosheid van Frankrijk in Marokko, om de toenadering tusschen Frank rijk en Duitschland te vergemakkelijken, in botaing zullen komen met de vijandige diplo matic der leidende Duitsche kringen. De spreker stelde vast, dat de regeling van het belacbelijke incident van Casablanca een over- winning is geweest voor de scheidsrechterlijke oplossing van geschillen, waarvan men een uitbreiding kan tegemoet zien. Na dien tijd werkten de twee landen mede aan een ver- zoening der Balkanstaten. Spreker zeide overal teekenen van ontspanning te zien, maar het als de grootste tout van Duitschland in 37 jaren begaan te beschouwen, dat het bij het incident van Casablanca een nota heeft ver- zonden, die als een ultimatum zou kunnen zyn opgevat. Duitschland en Frankrijk hebben niets van elkaar te vreezen daar hun strijd- krachten gelijkwaardig zijn, kunnen die mogend- heden ronduit den weg van toenadering inslaan. De Engelsche natie neemt dit niet kwalijk, want zij wenscht het einde van de dubbelzin- nigheden. Op het geschil betreffende het rapport van generaal Lyautey, waarover hij Vrijdag heeft gesprokon. terngkomende, .vnog T""."" Minister eens duidelijke verklaringen at te leggen ten aanzien van de toekomstige organi- satie van Fransch-Marokkaansche posten in de streek der Moeloeja. Spreker betreurde het, dat Regnault, de Fransche gezant, vertrokken is om met Moelay-Hafid te onderhandelen, zonder dat de Kamer de hem gegeven bevelen heeft goedgekeurd. Jaures zeide verder, de dwaasheid der oor- logstoerustingen in alle landen, waar de volken er genoeg van beginnen te krijgen, te betreuren. Denys Cochin verklaarde niet te gelooven, dat de toestand in Europa veroorlooft te denken aan een toenadering tusschen Frankrijk en Duitschland. Hij verweet de regeering in Marokko millioenen en menschen te hebhen opgeoflerd, zonder dat zij er partij van heeft kunnen trekken. Spreker zeide de opvatting der regeering omtrent onzijdigheid niet te begrijpeu en eindigde met te zeggen, dat het verderfelijk is, dat bevelen uit Parijs door Fransche oificieren zijn aangehoudeu. Minister Pichon verklaarde zich een voor- stander van scheidsrechterlijke oplossing van geschillen, waaraan de onlangs door het gezond WWIInim Ik kon den rechter slechts gelijk geven. De toestand was voor hem inderdaad lastig. Het afgelegen huis lag thans geheel verlaten. Nadat het lrjk des vermoorden er uitgedragen was naar het kerkhof Oberberg had de kapitein het ge- slotenAnna was met haar dienstbode naar Luttach gegaanzij had eindelijk toch ge- luisterd naar den kapitein, den burgemeester en den dokter, en was voorloopig bij laatst- genoemde in buis getrokken, Een paar kamers waren daar spoedig voor haar en de oude Johanna ingerichtzij hoorde bij den dokter niet als diens logd, doch als huurster. Slechts onder voorwaarde dat haar vryheid niet in t minst aan banden zou worden gelegd, had zy zich naar den wensch harer bloedverwanten gevoegd, en 't eerste gebruik, dat zij van die vrijheid had gemaakt, was de verklaring, dat Franz Schorn haar verlootde was en zij hem na het einde van het rouwjaar naar het altaar zou volgen. Tevergeefs hadden de burgemeester, de kapi tein en de dokter het jonge meisje gevraagd nog wat met een dergelyke verklaring te verstand behaalde overwinning te danken is. De mogendheden echter, die de verplichte scheidsrechterlijke oplossing van geschillen be- strjjden, zijn juist die, voor welke Jaures haar geeischt heeft. Betreffende Marokko voegde de Minister er aan toe, dat de politiek der regeering nimmer gewijzigd is. Noch een protectoraat, noch ver- overing werd beoogd, maar eerbied voor de ten aanzien van Frankrijk aangegane verbinte- nissen en onzijdigheid in den binnenlandschen strijd. Hij deelde mee, dat Frankrijk een einde heeft gemaakt aan de anarchie in Marokko en voor geen offer is teruggedeinsd om het te zamen met Spanje aanvaarde mandaat te ver- vullen. De toestand in Algerie is beter ver- zekerd dan ooit. Moelay Hafid heeft beloofd de internationale overeenkomscen te zullen eerbiedigen. De voorspellingen van Jaures zijn niet verwezenlijkt, met name werd de vrede in Europa niet in gevaar gebracht door het optreden van Frankrijk in Marokko. Voortgaande zeide de spreker, dat Regnault op uitnoodiging van Moelay Hafid naar Fez gaat, waar hij niets zal rnogen doen dat in strijd is met de internationale overeenkomslen, of dat de macht van Moelay Hafid zou kunnen ver- zwakkenook zal hij geenerlei stap mogen doen, waardoor de integriteit van Marokko in gevaar zou kunnen worden gebracht. Regnault heeft in opdracht, voor de bijzondere belangen van Frankrijk te waken. Alle maatregelen zijn De datum hiervoor hangt van Moelay Hafid af. Wij zullen er, aldus den Minister, de Marok- kaansche politie te Ber-Rejid en verschillende posten laten. Minister Pichon zeide verder te hopen, dat de regeering van Hafid krachtig genoeg zal zijn om een herhaling van feiten als die welke de tusschenkomst van Frankrijk tengevolge hadden te voorkomen. Frankrijk heeft deze voorvallen zoo goed mogelijk voor Marokko en Algerie opgelost. De Fransche politiek in Marokko is, evenals overal, vredelievend. Europa erkent thans de krachtige wijze, waarop Frankrijk aan dit vredeswerk heeft medegewerkt. In het grootste vertrouwen op het behoud van den vrede in Europa voegde de Minister er aan toe is deze het onderwerp van onze voort- durende zorgen. Geen regeering koestert ge- voelens die daarmede in strijd zijn. Ten slotte vroeg de spreker vertrouwen. De Kamer nam daarop met 390 tegen 98 stem men een aldus luidende motie aan De Kamer vertrouwt dat de regeering in Marokko de politiek van samenwerking en beschaving, haar voorgeschreven door haar tradities, haar wachten. Anna was daartoe niet te bewegen geweest. //Juist omdat alien tegen hem zijn/ had zij gezegd, //juist omdat alien hem haten, trots zijn edel gemoed, wil ik hem openlijk trouw ter zijde staan 1kben reeds twee jaren zijne verloofde I Zoo lang myn vader leefde inocht ik, tegen zyn wil in, dit niet aan ieder mededeelen, thans kan ik dit doen Anna's verklaring had te Luttach een pijnlijke indruk gemaakt. Er werd schande over gesproken, doch zelfs de ergste lastertongen moesten spoedig zwijgen, daar Anna handig vermeed, de goede Luttachers reden tot praten te geven. Nooit mocht haar ver loofde haar op haar kamer bezoeken, zij zag hem slechts als haar vaderlijke vriend, de dokter hem uitnoodigde. Deze, die in den beginne lang niet ingenomen was met de eigenzinnigheid van het aan zijn zorg toevertrouwde meisje, wist thans niet genoeg over haar lieftalligheid te spreken. Hij had wel altijd van haar gehouden, reeds toen zij nog een klein kind was, doch nooit, zeide hij, had hij geweten, hoe schoon, hoe lief zij was. Zijn vrouw dweepte met dit lieftallige, bescheiden kind en verheugde er zich dagelyks over, dat de schoone Anna, haar huisgnoote was geworden. Thans eerst begreep hij, dat zelfs de hardvochtige vrek, de oude Pollenz de lieftalligheid van dit kind niet had kunnen weer- belangen en de acte van Algeciras, zal voort- zetten. Vervolgens nam de Kamer met 495 tegen 67 stemmen het wetsontwerp aan, waarbij voor het dienstjaar 1906 een suppletoir krediet van 12'/a millioen gulden ten behoeve van de krijgs- verrichtingen in Marokko wordt geopend. Gisteren seinde onze Haagsche correspon dent Naar wij met zekerheid vernemen is de heer Mr. L. H. W. Regout, lid der Eerste Kamer van de Staten-Generaal, aan H. M. de Koningin voorgedragen ter benoeming tot Minister van Waterstaat. Naar aanleiding van de heden verwachte benoeming schrijfc de N. R. Ct. Door de benoeming van Mr. L. H. W. Regout tot Minister van Waterstaat kan een gelukkige greep worden gedaan. Mr. Regout, immers, behoort ontegenzeggelijk tot de kundigste katho- lieken, die zich aan de twee zijden van het Binnenbof een zetel onder de vertegenwoordigers des volks hebben weteu te verwerven. Hij is een bekwaam spreker, die helderheid vanvoor- stelling aan eene boeiende voordracht paart. In de onderwerpen, die hij in de Eerste Kamer ter sprake bracht, bleek hij zich terdeeg te hebben ingedacht. Dit maakte zijne redevoerin- gen in hooge mate aantrekkelijk. Voor eeD juist als Minister van Waterstaat aan de kimme te zullen zien verrijzen. Naar het schijnt is Mr. Regout in 1883, op twee en twintigjarigen leeftijd, aan de universiteit te Leuven tot civiel- iugenieur gepromoveerd. Doch voor zoover naar buiten bleek, scheen later de Maastrichtsche industrieel zich in andere studie-richting te hebben ontwikkeld. Met het diploma van vol- bracht eindexamen gymnasium gewapend, toog hij naar de universiteit te Amsterdam, waarbij 1896 op een proefschrift over Arbeiders- verzekering tot doctor in de rechtswetenschap werd bevorderd. Sedert heeft Mr. Regout zich bovenal als beoefenaar van sociale wetenschap- pen doen kennen. Ook wanneer hij in de Eerste Kamer het woord voerde, bleef hij, als regel, op het terrein, waarop het departement, waarvan hy thans aan het hoofd is gesteld, zich zeer weinig beweegt: arbeidersverzekering, arbeidersbescherming, mijnaangelegenheden (Mr. Regout is lid van den Mijnraad). ■R, meer oon ceriuctit tesen- dan een Minister moet in stander zijn het oogenblik, waarop Mr. Regout het woord vroeg, met eenigen schrik hebben beleefd de vorm van zijne critiek was scherp, rechtuit ging hij op het doel at, maar hij bleef zakelijk, zonder kracht te zoeken in effectbejag of uiter- lijken schijn bij gebrek aan deugdelijke argu- menten. En ook in dit opzicht zal zelfs de Minister, die het hardst door den Limburgschen afgevaardigde getroffen werd, toch altijd met waardeering zijne redevoeringeu hebben her- dacht, dat zij zich niet bepaalden tot afkeuren, maar dat tegelijk daarin een tegengesteld systeem werd ontvouwd, wel doordacht en tot in de onderdeelen nauwkeurig overwogen. Wanneer Mr. Regout in debat trad, kon men zeker zijn tegenover hetgeen hij afkeurde, iets anders, z. i. beters, gesteld te krijgen, in de details gewikt en zakelijk bepleit. Zoo heeft Mr. Regout, waar hij tot nu toe het staatsleven naar voren trad, den indruk gewekt van een man te zijn van meer dan ge- wonen aanleg, wien een rol in de voorste ge- lederen gereedelijk kan worden toevertrouwd. Tocb zullen weinigen verwacht hebben, hem staan, dat hij uit vrees, dat Anna hem zou kunnen verlaten, het niet gewaagd had haar tegen te houden als zij 's middags naar het bosch ging om haar Franz te zien. Zoo lieftallig, zacht en bescheiden als Anna jegens hare verwanten en vrienden, den burge meester, den kapitien, den dokter en diens vrouw was, zoo ruw en terugstootend was zij jegens den rechter. Ik vernam van den kapitein, dien ik elken ochtend in den tuin vond, dat de rechter zich nog steeds met de dwaze hoop vleide, den afkeer, dien Anna voor hem gevoelde, te zullen fnuiken. Hij had, sedert zij by den dokter inwoonde, meermalen getracht, haar te naderen, doch was steeds met diepen afschuw afgewezen. De kaptein en ook de dokter hadden haar gevraagd al thans de gewone beleefdheidsvormen in acht te nemen, doch zij had verklaard voor dien man geen vriendelijk, beleefd woord te hebben zij veraf- schuwde en verachtte hem niet alleen omdat haar vader haar had willen dwingen hem haar hand te geven, doch omdat zij overtuigd was, dat hij een slecht mensch was. Zy kon daar- voor geen reden geven, doch zij gevoelde, dat die overtuiging juist was. De kapitein en de dokter hadden deze verkla ringen van het jonge meisje niet alleen aan mij medegedeeld, maar zij gingen te Luttach van mond tot mond. Er werd in die kleine De echtgenoote van den Commissaris der Koningin in Zeeland, heeft een verzoek gericht tot de echtgeuooten der burgemeesters in de diverse gemeenten in Zeeland, om mede te werken tot het tot stand komen van comite's voor het bijeenbrengen van gelden voor een geschenk aan Hare Majesteit de Koningin ter orelegenheid van de te verwachten heugelijke crebeurtenis. Zooals uit de aaverieuue in ons vong num- _er bleek is aan die uitnoodiging door de echtgenoote van den burgemeester alhier, mevr. Geill—Geill gevolg gegeven. De heer J. J. G. van Wicheren, vroeger inspecteur der directe belastingen alhier, thans te Rotterdam, is bij Kon. besluit benoemd tot directeurder directe belastingen enz. te Groningen. - Naar wij vernemen zal het op de werf ,/Feijenoord" in aanbouw zijnde recherche- stoomvaartuig »Albatros" alhier gestationneerd worden. Niet ten onrechte was tegen Maandag in het //Hotel des Pays-Bas" alhier onder leiding den heer Louis de Vriendt uit Gent een »Kunstavond" geannonceerd. Het was »kunst" dat den bezoekers, die de zaal bezet hadden werd geboden. Men kreeg alhier als 't ware de primeur van het nieuw transformatie-stuk van den heer De Vriendt ,0' Gust", een schets uit het leven van circus-artisten. De uitvoering daarvan gaf den indruk dat de inhoud een juist beeld van dat leven weergeeft, maar bovenal wekte be- plaats veel gespot met de ongelukkige liefde van den rechter. Mizka vertelde mij elken avond wat er alzoo in de stad gepraat werd, want in die dagen praatte men slechts over de mooie Anna en haar twee minnaars. Het was missehieu niet goed van mij, dat ik naar dergelijke praatj"s luisterde, doch ik ontken niet, dat zij mij belang inboezemden, en ik kon nooit besluiten de praatzieke Mizka in de rede te vallen, als zij mij vertelde wat er in het stadje werd gepraat. Ik voelde niet veel sympathie voor den rechter, doch het deed mij toch leed voor hem, want hy ging blijkbaar zeer gebukt onder de om- standigheden, waarin hij leefde. Dat hij in den gvond geen slecht mensch was, had hij j bewezen door de wijze, waarop hij ten opzichte van zijnen doodsvijand handelde, tegen wien hij geen valsche verdenking wilde uit- spreken. Het was een ongeluk voor hem, dat hy liefde gevoelde voor een jong meisje, dat hem verafschuwde. Ik kon niet billijken, dat hij toch haar gunst trachtte deelachtig te worden en zich hierdoor blootstelde aau den spot der Luttachersook verloor hij myn achting, omdat hij elken avond zijn treurig lot door onmatig drinken trachtte te vergeten, maar beklagen moest ik hem toch. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1909 | | pagina 1