A I g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 5234 Zaterdag 5 December 1908. Kamer van Koophandel en Fabrieken. KTATI017ALE MILITIE. Gemengde berichten. 48e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Ameriktk l,32;/s en voor het overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich tfa alle Boekhande- laars, Postdirecteure.n en Brievenbushonders. Telefoon No. 2 5. ADYERTEN TIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzellde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend. Inzendijig van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. Dit nutnmer bestaat uit 3 bladen, lEmSIE&STIE] IBXjA-ID. maken bekend: Te Goes is Dinsdag gedeponeerd een valsche gulden met de beeltenis van Koning Willem II en het jaartal 1847. De 24jarige vrouw van den arbeider E. van der Laan te Termunten overfeed Maandag aan bloedvergiftiging, ontstaan nadat zij een klein zweertje aan de wang had opengekrabd. Ook bet dienstmeisje, dat ten huize van de familie Mulder op de Nieuwe Prinsengracht te Amsterdam een petroleumstel omtrok, is thans in het Binnengasthuis aldaar aan de be- komen brandwonden overleden. Een kwajongen, de 21jarige Velpscbe arbeider W. F., sprak in den avond van 27 Sept. den 78jarigen C. B. om geld aan en toen hij dit niet kreeg, gaf hij den ouden man een vuistslag. Voor de rechtbank te Arnhem stond hij gister terecht, meldt de ,/Arnb. Ct". ffHet was een grapje zegt bekl. #'nMooi grapje!" bromde de mishandelde. „Kende u bekl. vroeg een der recbters aan B. ,/Nee meneer, 'twas onze eerste kennisraa- king", antwoordde de oude. Het O. M. eischte 3 weken gevangenisstraf. Ook bij een ingezetene van Doetinchem is een valsch bankbiljet van 40, genummerd N. C. 5335, in betaling ontvangen. Twee Engelscbe matrozen van bet s.s. .Edward Williams" te Harlingen vonden een levend kalf en namen het mede naar boord, alwaar bet werd verstopt. Iemand had het ecbter gezien, den eigenaar gewaarschuwd en met behulp der politie werd het dier weer aan den wal gebracht. Tegen de vinders werd proces-verbaal op- gemaakt. Eenzaamheid. Dit is de titel van een goedgeschreven brochuretje, uitgegeven door het bestuur van den „Bond van slechthoorenden", en samengesteld door mej. Tine Marcus. Het is bedoeld als propaganda voor dezen bond, gratis bij den secretaris-penningmeester, den heer J. Lucas, Banstraat 15, te Amsterdam, verkrijgbaar, en bevat een coupon, die men met slechts 1 cent port ingevuld, aan den heer Lucas behoelt te zenden, om onmiddellijk nadere inlichtingen omtrent werkzaamheden en streven van den bond te ontvangen. Kamer van Koophandel en Fabrieken te Ter Neuzen. Vergadering van Dinsdag 1 Dec. 1908. Voorzitter de heer A. C. Lensen. Verder aanwezig de heeren Blankers, Drost en Kramer. 3 vacatures. Na opening der vergadering worden gelezen de notulen der voorgaande, die worden goedgekeurd. lngekomen is eene missive van den directeur- generaal der posterijen en telegrafie, betreffende de dienstregeling voor de post, telegraaf en telefoon, in verband met de invoering der wettelijke tijdregeling, volgens den Amsterdam- schen tijd, wat tengevolge zal hebben dat de dienstregeling op de kantoren met bekoud van een gelijk aantal uren van openstelling, of 20 minuten vroeger, of 10 minuten later zal moeten worden gesteld. Hij verzoekt de Kamer hem te willen be-^ richten aan welke regeling de voorkeur wordt gegeven, in verband met de belangen van het publiek. De heer Drost is van meening dat die wijzi- ging de voorkeur verdient, welke het minst met den tegenwoordigen toestand verschilt dat is dus die, waarbij de kantoren 10 minuten later worden geopend, maar ook des avonds 10 minuten langer open blijven. Hij is van meening dat die 10 minuten welke het kantoor des morgens later zou worden opengesteld, dus om 8 ure, in plaats van zooals thans 10 minuten voor dien tijd, voor het publiek geen binder of ongerief zullen veroorzaken, terwijl men daarentegen des avonds nog veel nut zal kunnen hebben van de 10 minuten die het kantoor later open blijft. De Voorzitter is het met den beer Drost eens, doch merkt op, dat bij zoo oordeelt met bet het oog op zijne eigen zaken, wat ook waarscbijnlijk de heer Drost gedaan heeft. De vraag mag echter ook nog wel worden over- wogen, of wellicht het belang van anderen eene vroegere openstelling van het kantoor wensche- lijk zou maken. De beer Drost gelooft niet dat zulks het geval kan zijn men kan voor 8 ure tocb geen brieven op bet kantoor afhalen daar die, na het binnenkomen, eerst moeten worden gesor- teerd. Als er lieden zijn die met den trein van 10 minuten voor 9 ure naar Gent moeten vertrekken en zij voor dien tijd hunne corres- pondentie nog willen inzien, hebben zij daarvoor gelegenheid ook al is het kantoor maar juist te 8 ure geopend. Hij herhaalt, dat men voor dien tijd de brieven toch niet kan krijgen. De heeren Blankers en Kramer zijn bet ook met deze bescbouwing eens. Eerstgenoemde vraagt of de telegraaf, evenals tbans, een uur later openblijft. De V oorzitter autwoordt dat daarin geen verandering komt. Besloten wordt den directeur-generaal te berichten overeenkomstig het gesprokene. De beer Drost stelt voor aan dat antwoord nog toe te voegen, dat de Kamer gaarne zou zien, dat gedurende de extra-uren die bet kantoor voor de telegraaf open is, ook gebruik kon gemaakt worden van de telefoon. Hij meent dat daartegen geen bezwaar kan zijn, aangeziet het personeel dan toch op het kantoor aan wezig is. De heer Blankers wijst er bij deze gelegen heid op dat het zeer gewenscht zoude zijn dat bet aantal buslichtingen der bus aan bet stad- huis nog met een vermeerderd werd. Dat is voor deze bus, in het centrum der stad, van veel beteekenis. Nu heeft de laatste lichting des namiddags officieel plaats te ongeveer half 5 ure, met bet oog op de boot en de treinen in de richting van Mechelen en Gent. Dan heeft er echter geen lichting meer plaats voor den volgenden morgen, en blijven de brieven voor de richting Gent, die er na de lichting worden ingeworpen dus ook tot den volgenden morgen liggen, terwijl er des avonds nog een trein naar Gent vertrekt die nost medeneemt. Wen- TER SEUZESSCHE 01 RAIT. Pit blad vergcliiint WoehsilSi%- en nitsrezond rd op FeetAtdaffeD* bij de Firma I*. <1. FAI I>BS SA1BIE te Ter A'ewzen. - -- Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN rnaken bekend, dat op Vrijdag 11 December 1908, op het Raadhuis van des roorgens 11 tot des middags 1 nur de herstemming zal gescbieden voor de verkiezing van een lid der Kamer van Koophandel en Fabrieken tusschen de heeren L. J. VAN DER LUBBE en H. W. R. KRAMER. Ter Neuzen, 30 November 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. W. S. J. D1ELEMAN, Secretaris. TER 2°. 1° c. Burgemeester en Wethouders der gemeente NEUZEN, gelet op de Militiewet 1901; 1*. dat het register van inschrijving voor de tichting van de Nationale Militie van 1910 van dehieronder bedoelde personen, die in 1890 zijn geboren, zal gereed liggen op de gemeente-secretarie alle werk- dagen, van den 1st0" tot en met den 318,en Januari 1909, van des voormiddags 9 tot des namiddags 6 uren vestigen de aandacht van belanghebbenden op de volgende, bepalingen van bovengenoemde wet: Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven ieder minderjarig mannelijk Nederiander, die binnen het Rijk, in het Duitsche'Rijk of in het Koninkrijk Belgie verbiijf houdt; 2". ieder minderjarig mannelijk Nederiander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in bet Koninkrijk Belgie woon- plaats heeft; 3°. ieder meerderjarig mannelijk Nederiander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft; 4*. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander, zoo hij op den Isten Januari van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omschreven gevalien. Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4°. A. de binnen het Rijk verblijfhoudende minderjarige niet-Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de vooraf- gaande achttien maanden in het Rijk of de kolonien of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft; 1». van wiens onders de langstlevende bij zijn of haar overlijden, in het hierboven onder a om schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of ai is deze buiten 's lands gevestigd die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die ouderioos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij een voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk verbiijf gehouden heeft de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voor- atgaande achttien maanden in het Rijk of de kolo nien of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minderjarig is in den zin der Nederlandsche wet. Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder II gehouden hij, die meerderjarig is in den zin van voormelde wet. Art. 14. De inschrijving geschiodt van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 1°. zoo hij binnen het Rijk verbiijf houdt en zijn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd zoo hij binnen het Rijk verbiijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elders dan binnen het "ti* woonplaats 'n 4e gemeente, waar hij verbiijf houdt; J zoo hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, ouderioos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een houdt- 111 de g8meente> Wttar bij verbiijf zoo hij in het Duitsche Rijk verbiijf houdt, in de gemeente Amsterdam zoo hij in het Koninkrijk Belgie verbiijf houdt, in de gemeente Rotterdam van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2°.; zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam is zij in het Koninkrijk Belgie, in de gemeente Rotterdam 1*. 2*. 3°. van he/n, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3°. zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente zijner woonplaats; zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk Belgie, in de gemeente Rotterdam 4°. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4°; indien hij minderjarig is: zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zin snede van dat artikel onder A a omschreven, in de gemeente, waar zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft; zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder A b omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd woonplaats heeft; is de woonplaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt de inschrijving in de gemeente waar de minderjarige verbiijf houdt zoo hij verkeert in een der gevalien, in even- bedoelde zinsnede onder A c omschreven, in de gemeente waar hij verbiijf houdt; 18. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4°, indien hij meerderjarig is: in de gemeente, waar hij woonplaats heeft De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving aangewezen gemeente is die, waar het verbiijf of de woonplaats gevestigd is of was op den lste'n Januari van het jaar, volgende op dat, waariu de in te schrijven persoon het 18e levensjaar volbracht, tenzij het iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet gescbieden wegens verbiijf of woonplaats onder- scheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie. Art. 15. Voor de militie wordt niet ingeschreven 1°. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te be- hooren tot den Staat, waar de Nederlanders niet aan de verplichte ki ijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen 2°. hij die bewijst in de kolonien of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen verbiijf te houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats binnen het Rijk. Art. 16. Hij, die volgens art. 13 beboort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet geschieden, aan te geven tusschen den Isten en den Slsten Januari van het jaar volgende op datwaarin hij het 18e levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der gevalien, liierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de ver- plichting tot het doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd indien het een meerderjarige betreft, die onder curateele gesteld is, op zijn curator. De verplicbting van vader moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk Belgie woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uit- sluitend op den in te schrijven minderjarige: indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft indien zijn vader of moeder of beiden de ouderltjke macht missen indien hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten isof indien hij ouderioos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft. Hij die door de bestuurders, in art. 22 vermeldt, ter inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst is bij de zeemacht, de marine reserve en het corps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot het doen van aangifte niet verplicht. Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte ver plicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft onder Burgemeester en Wethouders berusten. De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blijken wordt door Ons bepaald. Art 18. Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt opnieuw ingeschreven 1°. ieder minderjarig mannelijk Nederiander, die na den Isten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht en voor het intreden van het 21ste levensjaar zijn ver biijf binnen het Rijk, in het Duitsciie Rijk of in het Koninkrijk Belgie gevestigd heeft; ieder minderjarig mannelijk Nederiander, wiens vader, moeder of voogd na den Isten Januari van het jaar volgende op dat waarin de minderjarige het 18de levensjaar volbracht en voor het intreden van diens 21ste levensjaar zijne of hare woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie gevestigd heeft; ieder mannelijk minderjarige, die na den Isten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden van het 21ste levensjaar Nederiander of opnieuw Nederiander is geworden, zoo hij in een der hier boven onder 1°. omschreven gevalien verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in een der gevalien, hierboven onder 2". omschreven ieder meerderjurig mannelijk Nederiander die naden Isten Januari van het jaar, volgende op dat waarin hij het J8de levensjaar volbracht, en voor het intreden 2°. 3°. 4". van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie gevestigd of er woonplaats verkregen heeft 5°. ieder mannelijk meerderjarige, die na den Isten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht en voor het intreden van het 21ste levensjaar Nederiander of opnieuw Nederiander is geworden, zoo hij in een der hier boven onder 4 omschreven gevalien verkeert; 6°. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den Isten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht en v6or het intreden van het 21ste levensjaar ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zin snede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat art. en art. 15. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving opnieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrij ving of ter inschrijving opnieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of de inschrijving op nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreveD, geschiedt binnen deriig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds vroeger ingeschreven, doch van het register afgevocrd, na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van het ingezetenschap, of na de vestiging van verbiijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie. De inschrijving geschiedt in het register betreffende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zin snede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd behoort. Art. 166. Met boete van tenminste vijftig cents en ten hoogste 100 wordt gestraft de overtreding van de artt. 16, 18 en 22. Ter Neuzen, 5 December 1908. Burgmeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 1