A I g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad yoor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 5224 Buitenland. Binnenland. Donderdag 12 November 1908. 48e tlaargang. op BELASTING het houden van honden. ABONNEMBNT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen j 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika l,321/2 en voor bet pverige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bjj alle Boekhande- laars, Postdirecteuren en Brievenbnshouders. ADVERT EN TIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzellde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Telefoon No. 2 5. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. Keizer en kanselier. Voor de beraadslagingen over Keizer Wil- helrns boodschap aan 't Britsche volk, gisteren in den Duitschen Rijksdag, was volgens het „Berl. Tagebl." het wacbtwoord uitgegevenlank- nioedig tegen den kanselier scberp en beslist tegen den Keizer. Dit is een andere opvatting van de dingen die gisteren gebeuren zouden, dan die welke eer- gister andere Duitsche bladen mededeelden. daar dftHjjan meening waren, dat de beraadslagingen niet >eel zouden uitwerken. Het Berlijnsche blad betoogt echter, dat, ondanks de zachte behandeling door den Rijksdag Von Billow's dagen geteld zjjn, en hij 's Keizers ongeuade zelf ook reeds voelt neerdalen. Daarom speurt de kanselier van het Duitsche rjjk al, waar hij een goed beenkotnen zalzoeken. Zjjnopvolger zal wel een generaal zijn, verwacht het aange- haalde blad, want die. zal den Keizer de hand kussen en op militaire wijze, zonder tegenspraak, alles doen, wat zjjn meerdere beveelt. Wat te doen, om uitredding te brengen vVie weet, wat er gister weer op de jacht- partij te Eckartsau gebeurd is tusschen Wil- helm en den gladden Franz Jozef, vraagt de schrjjver terloops. Een toezichtsgroep uit den Rijksdag, met 't doel om de verantwoordelijk- heid van de buitenlandsche politiek gedeeltelijk op den Rijksdag te leggen Neen, want zulk een groep zou, evenmin als de kanselier, iets kunnen doen tegen gebeurtenissen als pas zijn voorgevallen. 't Eenige is begrenzing van de macht des Keizers, scherpe omscbrijving van de taak van den Rijkskanselier en medezeg- gingsschap van den Rjjksdag in de benoeming van dezen laatste. De zwenking is volbracht Duitschland stemt toe in een vreedzame beeindiging van 't Marokko-geschil door middel van een scheidsgerecht. De half-ambtelijke vNorddeutsche Allgem. Ztg." brengt 't verheugepd bericht. Het voorwendsel dat mogelijk maakt, dat Duitschland terugkrabbelt met den schijn van glorieryke staatmansstnurkunst is ditMen is te Berlijn tot de ontdekking gekomen, dat de Franscbe lezing van 't geschil belangrijk af- wijkt van de Duitsche voorstelling van't voor- gevallene. Nu zal door een scheidsgerecht, of door een groep van Fransche en Duitsche ge- macbtigden worden uitgemaakt, hoe de vork eigenlijk in den steel steekt. Schitterend lijkt deze ontdekking ons niet. Een der eerste eischen van staatsmansarbeid is toch wel, te onderzoeken, hoe de toedracht eener zaak is, voordat men 't daarover tot een geschil laat komen, en 't een dreigend karakter geeft. Maar, men faalt wel eens meer in de Wil- helmstrasse. De Britsche Opper-Ministei Asquitb beeft een belangrijke redevoering gehouden over buiten landsche staatkunde. Als in Engeland gebruike- lijk, werd de toespraak gehouden aan een feest- maal, dezen keer aan het feestmaal van den burgemeester van London. Eerst sprak hij over de Oostersche aange- legenheden -- nl. over die in 't nabije oosten. Turkjje's vergrondwetteljjking vond bij hem veel sympathie, verklaarde de Minister. Omtrent Boelgarije en Bosnie en Herzegowina, verklaarde bij, dat de Engelsche regeering een besliste houding aangenomen had. De regeering heeft zich gesteld op het standpunt van de overe.en- komst tusschen dc mogendbeden van 1871 toen bepaald werd, d it internalionale verdragen niet konden gewijzigd worden door een der partjjeu zonder toesfemming van de andere partjjen. De regeering meent daarom, dat voor wijziging van het traktaat van Berlijn, eerst de toesteruining der raogendheden, Turkije daar- onder begrepen, moet worden verkregen. Onder- geschikt aan dit belangrijke beginsel wensciit de Britsche regeering alles te doen wat zij kan om een algemeene overeenkomst to bevorderen. De regeering beeft geen voorkeur voor, nocb vooroordeel tegen een regeling. Er is nirumer eer: schijn van grond geweest voor het denkbeeld, dat wjj gekant zijn tegen rechtstreeksche onder- haiideiingcn tusschen Oostenrijk, Turkije en Boelgarije, maar de overeenkomst moet worden goedgekeurd door de overige partyen. Turkije. dat bet meest benadeeld is, dient een regeling te hebben, die overeenkomt met zijn eer en belang. Maar Turkije moet eerst met zichzelf te rade gaan en dan de voorwaarden voorstellen. Mochten Oostenrijk of Boelgarije tot een recht streeksche oplossing komen, dan zou de weg voor een algemeene regeling meer geeffend zjjn. De gevoelens zijn zecr geprikkeld in de Balkan- staten wij doen wat wij kunnen om die gevoelens te verzoenen en te verzachten. De opgewekte verwacbting, ik ben blij het te zeggen, zei Asqnith, is een groote voldoening voor ons. De beraadslagingen met Iswolski toonden aan, dat Ruslaud en Groot-Brittannie ten aanzien van de Oostersche kwestie dezelfde zienswijze koesteren. Rusland heeit een groote gematigdheid aan den dag gelegd ten aanzien van de woelingen in Tabris. Engeland en Ruslaud drongen er bij den Sjah op aan den Perzischen opstandelin- gen amnestic te waarborgen. Wij wenschen niet Europa in groepen verdeeld te zien. Wij leven in volledige sympathie met Frankrijk, maar zijn even oprecht met Duitschland en ltalie. Wij nemen een geheel belanglooze stelling in en vragen niets voor ons zelf. Al- leen wenschen wy te handhaven het publieke recht van Europa, een rechtvaardige behandeling, voor Turkije zoodanige schikking, dat de weg geopend wordt voor vrijheid en een goed be- wind aldaar. Ook over de verhouding tot Duitschland deed Asquith eenige mededeelingen. Het is onmoge- lijk, zei hij, de door keizer Wilhelra afgelegde nadrukkelijke verklaring, toen hij verledenjaar onze gast was, dat het overheerschende doel van zijn politiek is den vrede in Europa en de goede betrekkingen tusschen Engeland en Duitschland te handhaven, te vergeten. Het is deze geest, welke ons leidt bij alle onderhan- delingen in zake de tegen woordige moeilijkheden in de Europeesche politiek. Indien, zooals wij gelooven, de andere mogendbeden dezelfde be- doelingen hebben, dan zullen de wolken, die momenteel het uitspansel der Balkanlanden en elders verduisteren, wel optrekken, zonder dat er een storm losbarstdan zal de atmosfeer gezuiverd zijn van achterdocht en wantrouwen. Tenslotte zei de Minister, dat het besluit om bet onbetwistbare overwicht der Britsche zee- macht te behouden, zooals elke buitenlandsche mogendheid weet, niet met bet oog op aanval- lende bedoelingen is genomen, maar om den elementairen plicht te vervullen door het rjjk en zijn bandel te beveiligen voor een aanval. Daarom zou niets worden nagelaten om de vloot ten voile te doen beantwoorden aan de nationale en algemeene behoeften van het rijk. TWEEDE KAftSER. Vergadering van Dinsdag. Ingekomen zijn de geloofsbrieven van Dr. Kuyper, gekozen lid voor Ommen. Zij worden commissoriaal gemaakt in handen van de heeren Smeenge, Van Wichen en Van der Molen, en staande de vergadering goedgekeurd. Indische beg rooting. Het algemeen debat wordt voortgezet. De beer Van Vlijmcn verdedigt het beleid van den beer Van Heutsz, alsmede onze troepen tegen het verwijt van noodelooze wreedheid. De brocliure-Wekker is, volgens spreker, een yerachtelijk pamflet. dat 99 percent onwaarheid bevat. Intusschen zijn er wel eenige zaken die verbetering eisehen. De heer Marchant verdedigt den controleur Lulofs tegen den aanval van den heer Van Kol. De Minister van Kolonien dankt voor de vriendelijke woorden, hem gewijd. Spreker ver- bengt zich ook over den steun aan Gouverneur- generaal van Heutsz verleeud, den man, die dan misschien geen heilige is, maar toch ver uitsteekt bovcn den gemiddelden Nederlander, en die niet dien steun gevonden heeft en de waardeering, waarop zijn streven en zjjn doel hem aanspraak geven. Alvoreus hierop nader in te gaan bespreekt de Minister den financieelen toestand van heden, welke alleszins bevredigend te noemen is. De Minister blijft zijn vroeger standpunt innemen, dat Indie zich in normale omstandigheden zelf moet helpen. Voor belastingheffing op Sumatra's Westkust was het Gouvernement volkomen be- vot'gd. Er werd geen hooge commissaris belast met de voorbereiding, wijl de invoering zoo eenvoudig mogelijk en zonder opzienbare ban- delingen behoorde te geschieden. De Minister sluit zich aan bij de verdediging van den heer Lulofs, tegen wien de beschu! li- gingen geuit.zijn uit een bron, (de //Sumatra- Bode"), waaruit steeds veel unfuire kritiek op het Regeeringsbeleid welde. Over de invoering der belasting had wel degelijk overleg plaats met de bevolking, en ook bleek wel van tegenstand van enkele Maleiscbe familiehoofden. De Minister brengt hulde aan de nagedachtenis dergenen, die vielen voor hun plicht, en spreekt leedwezen uit met de arme misleiden. De be- bevolking had gelukkig ongelijk erkend. Komende tot het militair Atjeh-beleid, ver- klaart spreker dat noch Van Daalen, noch zijn troepen blaam trof. Wreedheden waren be- dreven, moesten erkend worden, docb werden beslist tegengegaan en bestraft, niet gebil- lijkt, noch gewild. De sterkte der troepen- macht op Atjeh moest aan den gouverneur worden overgelaten. Wekker's mededeelingen waren onjuist en tendentieus, en gepublieeerd langs onjuisten weg; van lof kan dus allerminst sprake zijn. Als men zegt, dat Wekker uit wraak werd vervolgd, dan antwoordt spreker, dat de officier, dien men veronderstelt, doch die ontkent Wekker te ziju, vervolgd wordt wegens een dubbelen moord. Het rapport van den legerkommandant Rost van Tonningen, de Minister verzekerde het met nadruk is oprecht en waar, en de conclusie dat ons leger in Indie en onze troepen op Atjeh ge6n blaam trelt, is even waar en oprecht. Het dooden van gevangenen is verboden, korat ook niet voor Maar in het schier ondenkbare geval dat noodzaak er toe verplicht, moet hij, die van het verbod afwjjkt, daarvan de voile strafrechterlijke verantwoordelijkheid dragen. Hierna verdedigt de Minister met kra&ht bet civiele Atjehbeleid, en het stelsel-Van Heutsz, dat ons niet op de geldkist van den Javaan doet gaan zitten uit schrielbeid, maar uit beleid, d. w. z. het wil de zenuw van den oorlog, het geld, niet in handen laten van een onderhoorig- beid, die in strijd met onzen wil gehandeld heeft. Gouverneur Van Daalen heeft niets mis- daan dat hem comprimitteert. Hij onderwierp de hoofden, iu plaats van ben met tact, wil men met zachtheid, aan ons te binden. Hetoptreden van Van Daalen was dan ook alleen at te keuren in het systeem-Yan Heutsz. Verder droeg Van Heutsz aan Van Daalen niet eer een bestuurstaak op, dan nadat hij zeker was dat Van Daalen's minder goede eigenschappen van vroeger, over- wonnen waren. Volkomen overeensteinming is intusschen ge- bleken over de noodzakelijkbeid om meer en meer de aandacbt te wyden aau de economische welvaart der bevolking. In dat verband zegt de Minister inperking (afschaffing kan nog niet) der heerendiensten op Groot-Atjeh toe. In uit- voering is de inriehting van een speeiaal bureau, dat teu doel heeft het contract te vorrnen tusschen het centraal gouvernement en de be- zittingen buiten Java. Slechts door vestiging eener overtuiging mag de Islam worden verdrongen. De Paus heelt gisteren een bijzondere missie ontvangen, die de wenschen van de Koniu- gin der Nederlanden overbracht. De missie werd met vorstelijke eerbewijzen ontvangen door het pauselijke gewapende korps, gekleed in groot tenue. Monseigneur Grabinsky, cereroo- niemeester, vergezelde de missie tot aan de troonzaal, waar de Paus met zjjn hofhouding haar opwachtte. Lankher. de leider der missie, las een begroetingsadres voor en stelde den Paus een door de Koningin der Nederlanden eigenhandig geschreven brief ter band. De Pans betuigde in zijn autwoord zjjn dank en noodigde Lankher uit hem in zijn particu- liere vertrekken te volgen, waar Z. H. zich met hem onderhield en de overige leden der missie ontving. Vervolgens ging de missie haar opwachting maken bij kardinaal Merry del Val, den staatssecretavis. TER NEUZEN, 11 November 1908. Naar wjj uit goede bron vernemen is Ds. Tim merman', predikant bjj de Ned. Herv. Ge meente albier, in staat gesteld om van houders der 3 obligation ten laste der kerk, die hunne obligatien aan den koers van 50 a 55 °/0 willen afstaan, ten bate der kerk een deel dier obli gates aan te koopen. De heer K. Blaas, klerk der posterijen en telegrafie albier, wordt met ingang van lGdezer verplaatst naar Rotterdam (telegraafkantoor), en de heer Vermeulen, commies-titulair, verplaatst van Scheveningen naar Ter Neuzen. Reeds geruimen tjjd werd vanwege de Domeinen de aandacbt van het Departement van Oorlog gevestigd op de wenscheljjkheid om verschillende boomen, staande op de vesting- wallen, te rooien. Voor eenige weken arri- veerde alhier een houtvester, gezonden door bet Departement van Oorlog, om na te gaan welke boomen voor rooien in aanmerking moesten komen. Tbans vernemen wjj dat binnenkort alhier een detacbement geniesoldaten zal arriveeren om die boomen te vellen. By bet laden van bout in een waal-schip, nabjj de uitmonding van den nieuwen kanaal- arro, hetgeen met kruiwagens geschiedt, brak Maandagnamiddag de loopplauk die over bet ruirn lag, toen de workman A. de Smet zich daarop bevond. Hjj viel daardoor in het ruim en kwarn met het hoofd op den bodem tereeht. Ofschoon zeer versuft kou De S. zich tus schen 2 makkers te voet naar huis begeven. Later is zjjn toestand zoodauig verergerd, dat men het ergste vreest. In het afdeelingsverslag der Tweede Kamer op de Waterstaatsbegrooting wordt ge- klaagd over de slecbte aansluitingen op de ljjnen Ter Neuzen Mecbelen en Ter Neuzen Gent. De vroege en vrjj hevige vorst zal nog vrij aanzienljjke schade bevokkenen aan ver schillende bietenverbouwers. Door het mooie najaarsweer heelt men zich in den beginne niet bjjzonder gehaast, zoodat hier en daar nog bieten op het land staan. Deze kunnen niet meer worden afgeleverd, daar de agenten van de verscbilleude fabrikanten bericht hebben ontvangen dat ze geen bevroren beetwortelen meer mogen ontvangen. De sleepkaan wAntonio'" welke op 29 Sep tember te Emmerik is gezonken en waarbij de TER AEIIZESSCHE fill RAIT. Hit hlatl rerschijnt Hfftnndag-, Wnensdaff- eas tlatjatotid, nitsrziintlrril op Fpe.ltlasfen. bij de Firma 1*J. IHS SAHiWB*. te Ter Meuzcn. Burgemeester en Wethondere van TER NEUZEN brengen ter kermis, dat het suppletoir kohier van de belasting op het bouden van honden, No. 2 in rleze gemeente, voor 1908 in afschrift gedurende vijf maanden, op de Secretarie der gemeente voor een ieder terlezing is nedergelegd. Ter Neuzen, den 11 November 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. VAN DEN HOEK, L° Burgemeester. W. S. J. DIELE.V1AN, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 1