Ter Heuzensche Courant Donderdag 29 October 1908. No. 0218. Gemengde beriehten. TWBBDE BL AJU. Provinciale Staten van Zeeland. In de najaarszitting van die Staten kotnen o. m. in behandeling de volgende voorstellen van Ged. Staten tot aanhouding van adressen. van het bestuur der ,/IJzendijksche stoomtramwegmaatschappij" en van de stoomtrammaatschappij Breskens Maldeghem om steun uit de provinciale kas voor den aanleg van tramwegen inZeeuwsch- Vlaanderen tot aanhouding van een adres van de Ver- eeniging van Burgemeesters en Secretarissen in het voormalig 4e district van Zeeland, betref- fende eene verbinding tusschen het Westelijk en het Oostelijk deel van Zeeuwsch-Vlaanderen over Nederlandsch grondgebied tot herstel van de fapijtbehangsels in het gerechtsgebouw tot afwijzing van adressen van de Yereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in Zuid- en Noord-Beveland en van het dagelijksch bestuur van den A. N. W. B., Toeristenbond voor Nede'rlaud, om wijziging van het reglement op de wegen en voetpaden tot afwijzing van de volgende verzoeken van het bestuur der afdeeling Nuord-Beve- land van de Maatschappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland om aan den Provincialen steiger te Kortgene een veeloods te bouwen van A. van Leeuwen te Wolphaartsdijk, om meer dan twee paarden voor een dorschmachine te mogen bezigen betreffende verzoeken van het Hoofdbestuur der Provinciale Zeeuwsche V ereeniging Het Groene Kruis en van het hoofdbestuur der Yereeniging Zuid-Beveland van dien naam om een jaarlijksch subsidie uit de provinciale fondsen tot opening van een crediet van f 100 voor 1909 tot het aanleggen van schoolproefvelden bij door het rijk gesubsidieerde cursussen in landbouwkunde tot afwijzing van een verzoek van Ph. Ahl- strand, entrepreneur te Antwerpen, om een jaarlijksch subsidie uit de provinciale fondsen voor een stootnbootdienst op de Wester-Schelde van Borssele tot Antwerpen v. v. tot verwijzing naar bun college van een verzoek van den Zeeuwschen aannemersbond om wijziging van de algemeene bepalingen voor werken aan de calamiteuze polders tot het vragen van machtiging aan H. M. de Koningin, om met de Staten van Noord- Brabant een waterschap voor de bedijkte gro- - den in het Slaak op te rich ten tot wijziging van het besluit tot vrijverkla- ring van het waterschap Ellewoutsdijk tot handhaving van het besluit der Staten van 3 .November 1887 om niet over te gaan tot verzekering van de aan de provincie be- hoorende stoombooten tot intrekking van het besluit der Staten van 18 October 1907 en tot vaststelling van een plan van geldleening van ten hoogste 265.000 tot wijziging van de begrooting der provin ciale inkomsten en uitgaven voor 1908 en tot wijziging van de begrooting der provin ciale inkomsten en uitgaven voor 1909. Omtrent de in de vorige zitting aangenomen motie van den heer Dekker, betreffende de jaarwedden van de ambtenaren van den pro vincialen waterstaat en van de arbeiders op de Provinciale wegen doen Ged. Staten eenige mededeelingen. Met het oog op de verschillende gevolgen en belangen betrokken bij de reeds ingevoerde regeling vinden Ged. Staten geene vrijheid voor te stellen ten aanzien van de overgangsbepalingen op de eenmaal genomen besluiten terug te komen. Aan de door de Provinciale Staten tot Gedepu- teerde Staten gerichte uitnoodiging, om der regeering mededeeling te doen van de meening der Staten, dat kraehtens de overeenkomst van 17 Aug. 1877 op den Staat de verplichting rust tot restauratie van het tapijtbehangsel in het Gerechtsgebouw te Middelburg en haar restauratie voor rekening van het rijk te verzoeken, is door Ged. Staten voldaan. De Minister van Justitie is echter niet gezind, de kosten van herstel van het geschonden tapijt behangsel voor rekening van het rijk te brengen, waarom Ged. Staten voorstellen 1°. de fapijtbehangsels in de zaal ten ge- bruike voor de civiele zitting der arrondissements- rechtbank te Middelburg te doen restaureeren 2o. op de provinciale begrooting voor 1909 posten te brengen voor de kosten van herstel, in uitgaaf tot een maximum vau 2000 en voor de bijdrage van het rijk in ontvang ten bedrage van een derde der kosten. Bij besluit der Staten van 7 Juli 1908 werden andermaal in handen van Ged. Staten gesteld, ten einde daarover in de najaarszitting een voor- stel te doen, adressen van de Vereeniging van burgemeesters en secretarissen in Zuid- en Noord- Beveland en van het dagelijksch bestuur van den Algemeenen Nederlandschen Wielrijders- bond, Toeristenbond voor Nederland, waarin aanvulling wordt verzocht van het reglement op de wegen en voetpaden met eenige bepalingen, strekkende tot het in goeden toestand houden der kunstwegen. In het eerstgemelde adres wordt verzocht tot dat einde in het reglement te bepalen lo. dat het verbodeu is de wegen in de provincie. of althans in Zuid-en Noord-Beveland te berijden met vierwielige voertuigen beladen met eene vracht van meer dan 1000 K.G. en met andere, beladen met een vracht van meer dan 750 K.G., tenzij de vellingen der wielen minstens 9 c.M. breed zijn, en dit voorschrift in werking te doen treden 1 Januari 1913 en 2°. dat het verboden is, behalve met rij- wielen en kruiwagens, de bermen der wegen te berijden, voorzoover dit voor uithalen of voorbijrijden niet noodzakelijk is. Voorts wordt daarin gewezen op de wensclie- lijkheid van eene bepaling, dat de wielen der voertuigen behoorlijk moeten worden gezuiverd alvorens de kunstwegen te berijden. Het bestuur van den A. N. W. B. wenscht beperking van het vervoer naar gelang van de velgbreedte en een bepaling betreffende het zuiveren van de wielen der voertuigen. Yan een aantal gemeente- en polderbesturen zijn te dezer zake adressen ingekomen, waarbij de verzoeken geheel of gedeeltelijk worden ge- steund of wel men zich daartegen verklaart. De hoofdingenieur van den provincialen wa terstaat, door Ged. Staten geraadpleegd, acht breede velgen wel in het belang van de instand- houding der kunstwegen en van de onderhoud- plichtigen, doch zeer bezwarend voor den land- bouwer, daar bij zou verplicht worden tot aanschaffing van nieuwe wielen met breede velgen, wat eene uitgaaf zou vorderen van f 40 per wageu. Een verbod om de bermen te berijden acht de hoofdingenieur in de praktijk moeielijk te handhaven, daar bij grindwegen niet met juist- heid is te bepalen, waar de baau eindigt en de berm begint, terwijl ook bezwaarlijk zal zijn aan te geven, of uitwijken al dan niet nood zakelijk is. Eene bepaling omtrent het zuiveren der wielen wordt door hem zeer nuttig geacbt, doch hij meent, dat zoodanige bepaling voor den landbouwer zeer drukkend zal zijn, juist in tijden van druk vervoer, terwijl overtreding moeilijk zal zijn te constateeren. Het hoofdbestuur der Maatschappij tot be vordering van landbouw en veeteelt in dit ge- west, mede op het adres gehoord, vereenigt zich in het algemeen met het advies van den hoofdingenieur. De redenen, welke Ged. Staten in 1901 geene vrijheid gaven een voorstel in den geest van de adressanten te doen, bestaan nog. Zoowel het bepalen van een maximum-gewicht als het schoonmaken van de wielen leveren voor den landbouwer grooten last en tijdverlies op, juist in den tijd, wanneer voor alles snel vervoer noodzakelijk is. Nog meer dan vroeger zou dit het geval zijn, wanneer het thans gedane verzoek werd ingewilligd. Alsnu wil men het maximum-gewicht bepaald zien op 1000 K.G. met eene bepaalde breedte der velgen en voor het geheele jaar, terwijl in 1901 dat gewicht werd voorgesteld op 2000 K.G. en voor een gedeelte des jaars. Ook is de controle op het gewicht moeilijk uitvoerbaar, terwijl volgens velen niet zoozeer de meer of minder zware vrachten, maar het drukke vervoer en slecht weer oorzaak zijn, dat de grindwegen in het najaar dikwijls onbruikbaar worden. Het voorschrijven van breede vellingen achtten Ged. Staten om de daaraan verbonden kosten, het verbod ora de bermen te berijden om de moeilijkheid van handhaving en uitvoering, niet gewenscht. Wat het schoonmaken der wielen in het bijzonder betreft, wijzen Ged. Staten er nog op, dat de gemeenteraden bevoegd zijn omtrent dit punt, dat niet geregeld is in het provin- ciaal reglement op de wegen en voetpaden, eene zelfstandige regeling te maken. Waar zooveel verschil van gevoelen blijkt te bestaan, komt het hun wensehelijk voor geen provin- ciaal voorschrift te geven, maar de voorziening op dit punt aan de prudentie der gemeente- besturen over te laten. Zij stellen mitsdien voor de beide verzoeken af te wijzen. Bij besluit der Staten van 7 Juli 1908 werd in handen van Ged. Staten gesteld, teneinde daarover in de aanstaande najaarszitting een voorstel te doen, het adres van A. van Leeuwen te Wolphaartsdijk, om meer dan twee paarden te mogen bezigen voor het vervoer van een dorschmachine. Om aan het verzoek van den adressant te voldoen, zou wijziging noodig zijn van 3 van art. 87 van het reglement op de wegen en voetpaden, waarbij verboden is op grindwegen gebruik te maken van meer dan twee paarden voor eene bespanning, uitgezonderd voor rij- tuigen, bestemd voor personenvervoer. Wanneer de wegen in goeden staat zijn, kan bedoelde machine met een bespanning van twee paarden worden vervoerd alleen wanneer zij in minder goeden toestand verkeeren, is daarvoor een bespanning van meer dan twee paarden noodig. Daar het dorschen van vruchten op het veld tot welk einde de machine daarheen moet worden vervoerd geschiedt in den zomertijd, wanneer ie wegen in den regel in goeden staat zijn, meenen Ged. Staten, dat er geen voldoen de redenen bestaan, om te dezer zake een wijziging van het reglement in overweging te nemen. Zij stellen daarom voor het verzoek af te wijzen. **S Herhaaldelijk is in de Staten de vraag aan de orde geweest, of verzekering van de aan de provincie in eigendom behoorende stoombooten noodig moest worden geacht. Nadat 9 Nov. 1866 was beslist dat zoodanige verzekering niet zou gesloten worden, en op 7 Maart 1867 het voorstel van twee leden der Staten om „de in dienst zijnde stoombooten te verzekeren" verworpen werd, werd in de ver- gadering van 3 Nov. 1887 een nader voorstel van Ged. Staten om de stoombooten, met welke de stootnbootdienst op de Wester-Schelde wordt uitgeoefend, te verzekeren tegen brandgevaar en tegen zeegevaar, verworpen met 24 tegen 12 stemmen. Ged. Staten achten het wensehelijk thans opnieuw het gevoelen der Staten over deze aan- gelegenheid in te winnen. Eenerzijds toch is de samenstelling van Ged. Staten en van de Provinciale Staten niet dezelfde gebleven, anderzijds zijn de omstandigheden be- langrijk gewijzigd. De schepen, waarmede de stootnbootdienst wordt uitgeoefend, zijn grooter en beter gewor den de waarde vau het in aterieel is aanzien lijk gestegen. De dienstreizen zijn toegenomen vooral de gelijkstelling van den dienst in de vier wintermaanden met dien gedurende den overigen tijd van het jaar heeft eene wijziging veroorzaakt, waarmede te dezer zake rekening dient te worden gehouden. Voorts is de scheep- vaartbeweging op de Wester-Schelde geregeld drukker geworden. Een en ander zou pleiten voor verzekering, waardoor bovendien wellicbt ook zou verkregen worden, dat herstel van schadevaringen op uit- gebreider schaal zou geschieden dan wanneer die ten koste van den stootnbootdienst plaats heeft. Daartegenover staat dat de ervaring het nut van verzekering niet heeft aangetoond en dat de premie eene belangrijke uitgaaf zou vorderen. Ifl verhouding tot het groot aantal schepen, dat de Wester-Schelde bevaart en dat in de laatste jaren zeer is toegenomen, is het getal schadevaringen bij onzen.dienst klein en zijn de daardoor veroorzaakte uitgaven geiring. Voor alle in de jaren 1901 tot 1907 beloopen schade varingen bedragen de uit de kas van den stoom- bootdienst uitgegeven sommen (met inbegrip van de kleine posten, welke bij de verzekering toch ten laste van den stootnbootdienst blijven) niet meer dan ongeveer 10,000 of gemiddeld 1400 per jaar. Stelt men de waarde der vloot, met inbegrip van de in aanbouw zijnde nieuwe boot, in rond cijfer op f 460,000 a 470,000 en de premie op 11/4 °/0, dan zal de verzekering elk jaar van de provincie een offer vragen van f 5700 a f 5800. Dit bedrag achten Ged. Staten nog al bezwarend. Zij stellen zich daarom thans op het stand- punt der minderheid van hun college van 1887, die van oordeel was, dat de Provincie zelve het risico kan en moet blijven dragen. Zij is te dezen niet met een particulier gelijk te stellen. Terwijl deze veelal roekeloos zou handelen door een zoo aanzienlijk kapitaal on- verzekerd aan de baren toe te vertrouwen, daar verlies voor hem ondergang van zijn be- drijf zou zijn, kan dit niet gezegd worden ten aanzien van de Provincie, welke in staat is eene nieuwe boot te doen bouwen, wanneer zij er onverhoopt eene mocht verliezen. Trouwens de uit te betalen verzekeringssom zou in de meeste gevallen niet toereikend zijn voor den bouw van een nieuwe boot, zoodat de Provincie bij verlies van een schip toch voor belangrijke uitgaven zou komen te staan. Gaan Ged. Staten dus mede met het Staten- besluit van 3 Nov. 1887, zoo zouden zij er prijs op stellen te weten, of de daarin uit- gedrukte meening gedeeld wordt door de ver- gadering in hare tegenwoordige samenstelling en bij de voor den dienst zoozeer gewijzigde omstandigheden. Ged. Staten stellen daarom voor te besluiten te handhaven het besluit van 3 Nov. 1887 om niet over te gaan tot verzekering van de aan de Provincie toebehoorende stoombooten. Door Ged. Staten wordt voorgesteld te be sluiten tot het aangaan van een geldleening van ten hoogste 265.000 tot dekking der kosten van aanschaffing van eene stoomboot, van de verstrekking van rentelooze voorschotten voor wegs- en haven verbetering en van andere buiten- gewone uitgaven. De jaarlijksche rente bedraagt ten hoogste vier ten honderd. De aflossing heeft plaats in ten hoogste 20 jaren, te beginnen met het tweede jaar, volgende op dat waarin de leening wordt ahngegaan. Jaarlijksch wordt ten minste vier duizend gulden afgelost. Zondagmorgen heeft het over geheel Bel- gie gesneeuwd, in de Ylaamsche steden vrij sterk. In midden-Frankrijk, in de Jura, de Ceven- nen en in de Pyreneeen heerscht een hevige koude. Zondagnacht sneeuwde het ook zwaar langs het geheele gebied van den Midden-Riju. In de vlakte smolt de sneeuw spoedig, op de hooger gelegen plaatsen echter is zij blijven liggen. De omstreken van Napels hebben zwaar te lijden gehad door een wolkbreuk. De oogst is vernield en een aantal personen werden gedood. Zondag is een vreeselijke orkaan over Algiers losgebroken de stoffelijke schade is zeer groot, talrijke straatwegen werden door het water omgewoeld, voetpaden weggespoeldhet water stroomde met geweld in de huizen en 40 ge- zinnen zijn zonder schuilplaats. De meeste riolen werden vernield. Een kerkhofmuur stortte in. Het tramverkeer is onderbroken. Te Lier moest Zaterdagvoormiddag een vrouw op haar achterplaats gaan wasschen. Zij legde haar jongste kind in het bed en liet het andere, drie jaar oud, in huis rondloopen. Dat kind moet dan op het bed geklouterd zijn en alzoo de lucifers van den schouw ge nomen hebben om er mee te spelen, want eenige oogenblikken daarna stond het kind in vlam en bekwam zulke erge brandwonden, dat het na eenige uren in het gasthuis overleden is. De bewoners van het district Macar in Portugal hebben zich op dit oogenblik te ver- dedigen tegen brutale strooptochten van wolven. De snel ingetreden winter is de.oorzaak, dat de uitgehongerde dieren van de naburige bergen zijn afgedaald om voedsel te zoeken in de dorpen. De beesteu toonen een vermetelheid en een bloeddorstigheid, die in die streken on- gekend is. Niet alleen schapen maar jonge kinderen werden midden op den dag verscheurd en opgevreten op de binnenplaatsen derboeren- hoeven en dat wel terwijl de dierendetoeschietende menschen gewoon weg negeerden. Herhaaldelijk werden ook de naar huis keerende arbeiders op den weg aangevallen. In een woord de streelc is door die wilde beesten geterroriseerd. Wachtende op de hulp der soldaten die aangevraagd is, hebben de boeren een troep gevormd van 600 man, ge- wapend met geweren en hooivorken, en die mannen zullen beproeveu met een drijfjacht de wolventroepen te verjagen over de Spaansche grenzen. Te Rijsel is Zondag bij een kindervoor- stelling door het in brand geraken van de kine- matograaf een groote paniek ontstaan. Ver- scheidene kinderen werden gewond. ZEETIJDINGEN. Van 26 tot en met 27 October. a a Van 26 tot en met 27 October werden langs de Oostsluizen alhier 74 binnenvaartuigen op- en 55 afgeschutdoor de Westsl. 5 op en 1 afgeschut. JPositie der Stoomschepen. VAN 2 ie VLAG. NAAM. M». Van en naar. Lading. %'onr Ter Keuzen i 26 Eng. s.s. River Lagan 2272 Londen stukg. 27 Duits. s.s. Eesta 5210 Riga hout Eng. s.s. Serula 3927 Liverpool stukg. tan Ter Neuzen i 26 Eng. s.s. Cedarwood 1815 |Hartlepool ledig Voor (Jent 26 Eng. s.s. Truro 2367 Hull stukg. idem Lestris 3916 Manchester idem Zweed. s.s. Thetis 2836 Norrkoping hout Eng. s.s. Emden 2226 Goole stukg. 27 idem Irwell 3091 idem idem Deen. s.s. Jena Bang 4368 Riga hout Vau G ent 26 Eng. s.s. Sea Hound 3085 Londen stukg. 27 idem Algol 1551 Goole ledig idem Lisette 2532 idem idem idem Gracie 3609 New-Castle idem 9.8. HARALD vertrok 26 dezer van St. Petersburg naar Calais, s.s. JENNY in lading te St. Petersburg voor Zaandam. s.s. RICHARD vertrok 27 dezer van Blyth naar Helsingfors. s.s. ELISABETH in lossing te Helsingfors. S.s. HELENA van St. Petersburg naar Ter Neuzen, pas- seerde hedenmiddeg 2 nur Haakslichtscjiip.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 5