Buitenland. Er is nog altijd niet met zekerheid te zeggen, hoe de mogendheden zullen optreden in de inge- wikkelde Oostersche crisis. Wel wordt erbericht, dat Frankrijk, Rusland, Engeland en misschien Italie, den Sultan zullen kennis geven, dat het verdrag van Berlijn niet kan gewijzigd worden zonder toestemming der onderteekenaarsmaar daaraan heeft men ook nog niet veel houvast. Blijkbaar is 't een poging van den nieuwen driebond om Turkije een hart onder den riem te steken, m. a. w. dat de drie mogendheden den Sultan hebben willen gerust stellen met eenwees maar gerust, zonder onze toestemming kan er niets gebeuren Het is echter niet onwaarschijnlijk, dat deze me- dedeeling ook doelt op het nieuwe Balkan-congres, dat, naar meer-en-meer waarschijnlijk wordt, de kaart van het Ooster-schiereiland zal moeten herzien en daarbij ook de Grieksch-Turksche kwesties betreffende Kreta zal te regelen hebben. Inderdaad blijkt 't een feit, dat de bewoners van het diland zich van Turkije hebben afge- scheiden. Griekenland schijnt er wel ooren naar te hebben het lang begeerde Kreta bij zijn gebied te voegen. Naar de zaken thans staan zal de regeering te Athene zich neerleggen bij de beslissing van de Balkan-conferentie. De Balkan-crisis kan nog andere verrassingen met zich brengen. Zoo mompelt men van een onafhankelijkverklaring van Albanie, het weste- lijk deel van Turkije. Deze berichten zijn nog niet bevestigd. Ook de bewoners van het eiland Samos worden roerig en vragen afscheiding van Turkije. De regeering te Konstantinopel heeft bereids eenige oorlogsschepen naar het eiland gezonden. Te Belgrado trok Donderdagavond een bende betoogers door de stad, onder hoera-geroep voor koning en leger. Ook werden kreten tegen Oostenrijk-Hongarije geuit. Voor het paleis verzamelde zich een talrijke menigte, waarna koning en kroonprins op het balkon versehenen. r/Ik ben" zei koning Peter //diep ge- roerd door deze huldiging. Weest er van over- tuigd, dat ik en de regeering onzen plicht zullen weten te doen. Ik verzoek u, rustig huiswaarts te gaan." Nog lang bleef de menigte, harts- tochtelijk hoera-roepend, samenscholen, maar verspreidde zich daarna kalm. De //Pester Lloyd" meldt, dat het volk te Belgrado aandringt, dat Koning Peter afstand zal doen van den troon, zoo hij geen oorlog wil. De Skoepstjtina kwam Zaterdag bijeen. Een groote monstermeeting werd gehouden en be toogers trokken naar hetgebouw der Skoepstjina, roependeom oorlog. De Minister-Presidentdeelde den journalisten mee, dat, naar zijn meening, de toestand zeer hachelyk is, en vijandelijkheden bezwaarljjk vermeden kunnen worden. die school op een enkel punt hun mat genoeg geeft, wenschen ze een bijzondere school, het is natuurlijk dat ze daarvoor zelf zorgen moeten. De heer Van de Ree: Het is daarom de vraag van dezen tijd, of we zullen komen tot de geheel vrije school. De Voorzitter: De openbare school is juist de vrije school, daar zij vrij is van eenig dogma. De heer V an de ReeDe neutrale school zou het moeten zijn, maar zij is niet neutraal, zij kan dat ook niet zijn. Opgemerkt wordt dat de discussie weer gaat loopen buiten de aan de orde zijnde kwestie. De heer Van de Ree deelt thans mede, dat hij met goedvinden van den heer De Jager het voorstelzoodanig wijzigt, dat zij die in de klasse van 100 zijn aange- slagen 30 cent moeten betalen. Hij meent ook dat, als van de verste strekking, hun voorstel het eerst dient te worden behandeld. De heer De Masier is het daarmede niet eens. Hij heeft voorgesteld om eene categorie kinderen op school B toe te laten, onafhankelijk van eenig tarief. Als hierover beslist is, kan men over vermeerdering van tarief gaan spreken. De heer Moes is het daarmede niet eens, zijn voorstel is een amendement op het voorstel van den heer De Masier, waar hij mede instemt en dat daarmede dus zou moeten gepaard gaan. De heer Wieland is het daarmede eens; hij is ook voor het voorstel van den heer De Masier zoodra er bepaald is dat het schoolgeld wat verhoogen moet, zal hij voor dat voorstel stemmen. De Voorzitter betoogt dat men de toelating en de betaling afzonderlijk moet behandelen, dat kan niet tegelijk. De heer De Masier wensfht eene bepaling, dat ook de min- of onvermogenden, wanneer daarvoor betaald wordt, ook zonder voorafgaand onderzoek kunnen worden toegelaten, terwijl hij tevens wenscht te be- houden de bepaling dat gratis-toelating mogelijk is, als de kinderen blijk geven van goeden aanleg en getrouw schoolbezoek. De heer De Jager acht het onrechtvaardig dat de kinderen voor wie betaald wordt zonder onderzoek worden toegelaten, en dat kinderen die gratis willen toegelaten worden aan dat onderzoek moeten worden onderworpen. Hij zou alien willen toelaten, zonder meer. De VoorzitterZeker, u wil alien toelaten, maar tevens eene wijziging in de schoolgeldheffing en dat is het tweede dee! van uw voorstel. De heer Van de ReeHetgeen de heer De Masier voorstelt is toch ook eene wijziging in het schoolgeld .J Wij doen ook een voorstel betreffende de toelating en de betaling van schoolgeld. De Voorzitter wijst er op, dat de heer De Masier geen tariefswijziging voorstelt, deze wenscht alleen kinderen voor wie niet betaald wordt tegen het laagste tarief toe te laten. Hij tast evenwel de tariefswijziging niet aan zijn voorstel staat geheel buiten het tanet. De heer Van de Ree Maar als je gaat zeggen dat de menschen een zeker bed rag mogen betalen is dat toch ook een tarief vaststellen. De VoorzitterIn het voorstel is geen bedrag bepaald er wordt alleen in gesproken van het laagste tarief, wordt dus, tengevolge nadere besluiten omtrent het tariei ook het laagste tarief veranderd, dan wijzigt door dat nadere besluit ook het door den heer De Masier bedoelde bedrag; hij stelt niet voor om dat tarief vast te bepalen op 30 cent, zooals het thans is. De heer Van de Ree: Wij gaan verder en willen de kinderen van onvermogenden eenvoudig toelaten zonder examen. De Voorzitter: Zeker, dat wilt u, maar daarvoor geloof ik niet dat u een meerderheid krijgen zult. Het regelmatigst was om eerst te beslissen over het voorstel van den heer De Masier. De heer Wieland: Jawel, maar als we dat aannemen, dan gaat strakjes de heer De Masier niet met ons mee om het schoolgeld voor de gegoeden te verhoogen De heer Moes: Zooals ik in mijn voorstel heb gezegd, wil ik meegaan met het voorstel van den heer De Masier, maar wensch dan ook als tegemoetkoming, voor de meerdere uitgaven die daarvan het gevolg zullen zijn, eenige verhooging van het schoolgeld voor de gegoeden. De VoorzitterAls men die twee zaken bepaald aan elkaar wil vastknoopen zouden we moeten meegaan met het voorstel der heeren De Jager en Van de Ree; dat is dan van de verste strekking en zou dan ook het eerst moeten behandeld worden, ofschoon ik van meening blijf, dat de toelating en de tariefswijziging elk af zonderlijk moeten worden behandeld. De heer Moes merkt nog op, dat de heeren De Jager en Van de Ree geen reductie voorschrijven voor het vierde kind en meezderen. De heer Van de Ree wijst er op dat ze die geheel willen vrijstellen dat is toch ook reductie.^ De Voorzitter zegt dat algeheele vrijstelling van die kinderen niet geoorloofd is. De heer Moes stemt toe, dat er reductie moet worden voorgeschreven. De Voorzitter deelt mede dat er stemmen opgaan om de vergadering te schorsen, teneinde te gaan eten. Na nog een korte gedachtenwisseling schorst de Voor zitter te half 2 ure de vergadering, om die te 3 ure voort te zetten. Voortgezette Vergadering, des namiddags te 3 ure. Aanwezig dezelfde leden van de voormiddagzitting, benevens de heer Drost. De heer De Jager deelt mede dat hij en de heer Van de Ree thans hun voorstel wenschen te wijzigen. Zij handhaven de bepaling, om onvermogenden gratis toe te laten, zonder deze te onderwerpen aan een proef, even min als dat voor de betalenden geschiedt. De min- vermogenden wenschen zij toe te laten tegen het laagste schoolgeld en voor het vierde en meerdere kind het schoolgeld te bepalen op de helft van het bedrag dat voor de andere kinderen betaald wordt. De heer De Masier merkt op, dat dit voorstel, wat het eerste deel betreft, geheel is in den geest van zijn voorstel, alleen stelt dit de toelating gratis en onbeperkt. De heer Van de Ree Juist, de onvermogenden kunnen daar dan eenvoudig gratis ter school gaan dat is ook zoo volgens de wet; de onvermogenden moeten gratis lager onderwijs kunnen genieten, het onderwijs op school B is toch ook eigenlijk maar lager onderwijs. De heer Van den Hoek voert hiertegen aan, dat het onderwijs, hetwelk de gemeente aan onvermogenden gratis moet verstrekken, alleen omvat de vakken a-k, maar dat het meer uitgebreid lager onderwijs daar met onder begrepen is. Was dit wel het geval en kon men het onderwijs aan school B eenvoudig beschouwen als gewoon lager onderwijs, dan voorzeker was het geheele voorstel der heeren onzin, want dan zou een dergelijke schoolgeldheffing als die welke door hen voorgesteld wordt, nimmer goedgekeurd worden. Dan zouden, om tot den kostenden prijs van dat onderwijs te geraken, ook de uitgaven van dat onderwijs moeten worden omgeslagen over het totaal van het aantai schoolgaande kinderen en dan zou men in de verste verte niet komen tot het schoolgeld zooals het thans voor school B be paald is. De heeren stellen een schoolgeld voor van /4b, als men het aantai schoolgaande kinderen op 1100 rekent, zou men tot een kostenden prijs komen, voor de ge meente, van ruim 50,000, welk bedrag in de verste verte niet bereikt wordt. Men moet wel in het oog houden, dat men voor de volbetalenden niets meer mag vragen dan den kostenden prijs, per leerling berekend, daardoor was het voor eenige jaren ook noodzakelijk om het maximum te verlagen van /I op 90 cent. Spreker wil toegeven, dat dit thans misschien een weinig hooger zou kunnen zijn. De wet zegt duidelijk wat voor de berekening van den kostenden prijs in aanmerking mag worden genomen en het daarin vervatte behoort tot het gewoon lager onderwijs. Het denkbeeld om het meer uitgebreid lager onderwijs dus eenvoudig te beschouwen als lager onderwijs, dat door alle kinderen moet kunnen worden gevolgd, dient men te laten varen, daar dit dan ook zou gelden voor het schoolgeld en men misschien voor het feit zou komen te staan dat men ter nauwernood een maximum school geld van f 1,30 zou mogen vaststellen. De heer Visser kan wel meegaan met het denkbeeld der voorstellers om het M. U. L. O. onvoorwaardelijk gratis open te stellen voor onvermogenden maar dan moeten ze de verhooging van het schoolgeld van dat denkbeeld los maken. De heer Van den Hoek vindt dat de voorstellers nogal een sterke progressie voorstellen. Menschen met een belastbaar inkomen van 200 tot 300 moeten terstond f 1 per kind betalen hij acht dat nogal hoog. De heer Van de Ree wijst er op, dat, als men de door hun voorgestelde he'ffing vergelijkt met het middencijfer der bestaande, het verschil dan niet zoo groot is, daar zij voor alle klassen een gelijk schoolgeld wenschen. Alleen voor de hoogere klassen verschilt het meer; maar die kunnen dan ook betalen. De heer Van den Hoek herinnert dat men destijds bij de inrichting der school van het denkbeeld is uitgegaan, om het schoolgeld hooger te stellen, naarmate de leerlingen in meer vakken werden onderwezen. Op welken grond, vraagt spreker, wilt gij voor de kinderen die alleen onderwijs in de Fransche taal krijgen, even- veel laten betalen als voor degenen die ook onderwezen worden in Engelsch, Duitsch en wiskunde De heer Van de Ree: Maar Fransch leeren ze toch aan een andere school? De heer Van den Hoek: Ja, daar krijgen ze dagelijks een uur onderwijs in de Fransche taal, maar dat kan men toch niet vergelijken met een school waar aan het geheele onderwijs een bijzondere leiding gegeven wordt De heer Van de Ree meent dat de school een. geheel uitmaakt en dat dus reeds vanaf de eerste klasse het voile tarief moet worden betaald, dat is bij de H. B. S. ook zoo. De heer Van den Hoek wijst er op, dat de 4e klasse kan gelijk gesteld worden met de eerste der H. B. S. Maar reeds in de derde klasse wordt het voile school geld geheven, zoodat dat hier reeds eerder het geval is dan op de H. B. S. De heer Van de Ree is het met die stelling niet eens. De eerste klasse behoort volgens hem evengoed bij de school als de zesde. Wat het schoolgeld der H. B. S. betreft, te Middelburg bedraagt dat J 40 per jaar, dat is dus hooger dan hier. De heer Van den HoekDat verschil is toch zoo groot niet. De Voorzitter: Hier heeft steeds voorgezeten, om bij vermeerdering der leerstof, meer te laten betalen. Ha nog eenige opmerkingen wordt besloten het voorstel der heeren De Jager en Van de Ree eerst in stemming te brengen, doch alvorens dit te doen wordt eerst ge- stemd over de vraag of dit in zijn geheel dan wel ge- splitst in stemming zal worden gebracht. Met 7 tegen 5 stemmen wordt besloten het voorstel niet te splitsen. Voor stemmen de heeren De Feijter, Drost, Wieland, Visser en Moggrd; tegen de heeren Van de Ree, Van den Hoek, Dees, Moes, De Masier, De Jager en Scheele. Hierop wordt het voorstel zelf in stemming gebracht en verworpen met 9 tegen 3 stemmen; voor stemmen de heeren Van de Ree, Wieland en De Jager; tegen de heeren De Feijter, Drost, Van den Hoek, Dees, Moes, Visser, Moggre, De Masier en Scheele. De heer Visser: Nu komt zeker het voorstel-De Masier, want daar gaat ook de heer Moes accoord mee. De heer Wieland Ik wil er ook mee instemmen, als ik maar wat meer schoolgeld kan krijgen. De heer Van de Ree vraagt den heer Moes of hij niet aan zijn voorstel zou willen verbinden de bepaling dat onvermogenden gratis kunnen toegelaten worden. Wordt het voorstel van den heer De Masier aangenomen, dan blijft het examen voor de onvermogenden tochbe- staan en is dat oorzaak dat meerderen die dat zouden kunnen wenschen, afgewezen worden, terwijl andere middelmatigen worden toegelaten, omdat hunne ouders voor hen betalen kunnen. De Voorzitter U m*et niet zoo den nadruk leggen op dat woord examen, het is alleen een onderzoek, of de leerling in staat is het onderwijs met vrucht te vol- gen en ook moet hij getrouw de school bezoeken. De heer Van de Ree: Dan zou ik de bepaling wen schen dat die voorwaarde voor alle kinderen gold. De heer Moes is van meening dat aan hen die gratis van een of andergebruik maken toch wel andere eischen mogen gesteld worden dan aan degenen dieer voor betalen; tegen den eisch dat ze getrouw de school moeten bezoe ken kan toch geen bezwaar zijn. De heer Van de Ree: Dus als ze betalen komt het er niet op aan of ze al of niet getrouw de school be zoeken. Ik zou dan ook voor de betalenden dien eisch willen stellen. De heer Dees: Dat is dan voor rekening van de ouders. De heer Van den Hoek De kinderen die gebruik maken van het meer uitgebreid onderwijs, zullen wel getrouw de school bezoeken De Voorzitter kan verzekeren dat het schoolbezoek van de kinderen die het M. U. L. 0. volgen niets te wenschen overlaat en het dus niet noodig is te dien opzichte maatregelen voor te schrijven. Als de heeren er soms prijs op mochten stellen is hij bereid de absentie- lijsten te laten halen, opdat ze zich persoonlijk van het schoolbezoek kunnen overtuigen. Verder wil spreker hen waarschuwen, die er van spreken om dat onderwijs open te stellen voor alle niet-betalenden. Dan wil hij hen, die zoo dikwijls klagen over de hooge kosten van het onderwijs, er wel op wijzen, dat de doorvoering van hun denkbeeld te dezen opzichte der gemeente op een zeer groote vermeerdering van uitgaven zou komen te staan. Wat zou men b. v. moeten doen, wanneer zich bij een nieuwen cursus eens een dertig tot veertig van die leerlingen aanmeldden Dan zouden, om hen te plaatsen en voldoende te onderwijzen, aanmerkeliike buiten- gewone kosten gemaakt moeten worden. Dan zouden de heeren die nu steeds schermen met verhooging van uitgaven nog anders piepen. Spreker acht de tegen- woordige regeling der toelating van niet-betalenden goed. Ze kunnen worden toegelaten, maar men moet dan ook de zekerheid hebben omtrent hetgeen ze werkelijk willen, opdat hunne toelating nut zal afwerpen. De heer Van de Ree Ik zou dat dan van alle leer lingen willen weten. De heer Moes kan niet inzien, dat de school minder zou bezocht worden, als het schoolgeld overeenkomstig zijn voorstel wordt verhoogd, het geldt toch maar alleen hen die kunnen betalen. De heer Visser herhaalt dat de menschen met een belastbaar inkomen van 900 niet tot de vermogenden kunnen gerekend worden te behooren, dat is hoogstens de middenklasse en die heeft, door verschillende om- standigheden reeds een zwaren druk. De heer DeesHet is een regelmatige opklimming, waarom kunnen zij die een hooger inkomen hebben niet wat meer betalen dan de menschen die over minder inkomen kunnen beschikken De heer Visser Ik zou geen bezwaar hebben om met het voorstel mee te gaan als het een verhooging voor werkelijk gegoeden betrof. De heer Moes Menschen met 1000 inkomen kunnen toch wel meer betalen dan die met f 700 of f 800 Het voorstel van den heer Moes wordt in stemming gebracht, met het resultaat dat de stemmen staken. Voor stemmen de heeren Van de Ree, Dees, Moes, Wieland, De Jager en Scheele tegen stemmen de heeren De Feijter, Drost, Van den Hoek, Visser, Moggrd en De Masier. De heer Moes Het spijt me dat het zoo loopt. De heer Wieland Mij niet! Ik heb 'tvan morgen reeds voorspeld dat het zoo loopen zou De heer MoesKan nu de behandeling van het voorstel De Masier nog doorgaan De heer Masier zou niet weten waarom niet, zijn voorstel houdt met het andere geen verband. De heer Moes Ja, ik heb het toch aan mijn voor stel vastgeknooptik ben begonnen met te zeggen dat ik er geen overwegende bezwaren tegen had. De heer Wieland: We waren voor dat voorstel, en nu had men ook naar onzen geest moeten handelen nu echter blijkt dat men niets weten wil van verhooging van schoolgeld, zal ik oud moeten worden eer ik voor het voorstel-De Masier stem De Voorzitter: Maar wat bezwaar kan er nu zijn om kinderen tot het onderwijs toe te laten tegen betaling De heer Wieland Ik zou er graag mee meegaan, maar nu ga ik er toch tegen stemmen. Enkele leden maken de opmerking dat een verder voortgaan met de behandeling van het voorstel-De Masier ook wel geen nut zal hebben, daardestemming daarover wel dezelfde zal zijn als over het voorstel van den heer Moes. De VoorzitterJa, dan moeten we de volgende ver gadering maar overstemmen. De heer De Masier merkt op dat men van alle kanten de heeren hoort verklaren dat ze vermeerdering der opbrengst van het schoolgeld wenschen en nu wenscht hij kinderen, die niet in de termen vallen om te betalen, in de gelegenheid te stellen om tegen betaling te worden toegelaten dat is toch vermeerdering van schoolgeld De heer Moes Ik wil er aan vastknoopen eene ver hooging van schoolgeld voor de betalenden. De heer Drost: Als ik het goed begrijp, blijft toch de examen-kwestie bestaan, met andere woorden, er moet blijken van goeden aanleg en van getrouw school bezoek. Ik vind daar toch eenige onbillijkheid in waar de gemeente iets schenkt, is het niet onbiilijk als daar- tegenover een eisch staat. Het meer uitgebreid onderwijs eischt groote uitgaven, van de gemeente, zoodat zelfs rle volbetalenden de kosten nog niet vergoeden. Ook zij krijgen dus van de gemeente iets, ze genieten een gunst van de gemeente, maar dan zouden ze ook allemaal blijk moeten geven, die gunst waardig te zijn; ook omtrent de betalenden zou een contrdle op de geestver- mogens der leerlingen dus gewenscht zijn. De heer De Jager spreekt zijngenoegen uit, dat ook de heer Drost erkent, dat het onderwijs aan de gemeente veel kost en dat ook deze van meening is, dat de voor- waarden voor de betalenden niet zouden moeten afwijken van die der niet-betalenden. De Voorzitter: Daarom had uuw voorstel ook moeten splitsen, dit behelsde twee verschillende zaken, die van elkaar gescheiden hadden moeten worden behandeld. De heer De Jager: Het voorstel kon niet worden gesplitst, daarin zat een verband, hetwelk ook blijkt uit het voorstel-Moes, ten opzichte van het voorstel-De Masier. De Voorzitter: Men heeft hiertweedingen, het voorstel van de heeren De Jager en Van de Ree om de school toegankelijk te stellen voor alle leerlingen, zonder ze te onderwerpen aan een examen en een van den heer De Masier om de school open te stellen voor elk die betalen wil. Niets belet om op dat voorstel nog een amendement in te dienen, waardoor voor alien het voorafgaand examen zou vervallen. De heer De Masier: Er bestaat hier blijkbaar een misverstand. Ik heb op examen totaal nietdeaandacht gehad. De examenkwestie laat ik geheel buiten be- schouwing, maar ik wensch alleen toelating voor on- en minvermogenden, als men voor hen wenscht te betalen. De heer Van de Ree begrijpt niet, hoe emu nog over het voorstel van den heer De Masier kan gesproken worden. Daarover hebben toch de stemmen gestaakt? Immers, de heer Moes had te kennen gegeven dat hij daarmede instemt, dat hij het dus overnam, maar er iets aan wenschte toe te voegen. Over het voorstel waar de heer Moes mede instemde, benevens de door hem voorgestelde toevoeging hebben dus de stemmen gestaakt. Hoe kan er nu nog sprake zijn van het voorstel van den heer De Masier, aangezien dit begrepen was in het voorstel van den heer Moes. De Voorzitter merkt op, dat uit niets blijkt dat de heer Moes het voorstel van den heer De Masier in zijn eigen voorstel wenschte opgenomen te zien. Hij schrijft daaromtrent alleen tegen dat voorstel geen overwegend bezwaar te hebben. De heer Van de Ree: Welnu, door die woorden is het voorstel den geworden met dat van den heer De Masier. De Voorzitter kan dat nog niet inzien; het voorstel van den heer De Masier heeft alleen ten doe! om een bepaling te scheppen waaronder ook de kinderen van niet-betalenden tegen betaling kunnen worden toegelaten, De heer Wieland Maar dat voorstel heeft den heer Moes genoopt daaraan een voorstel vast te knoopen. Ik ben blij dat de heer Drost zooeven zelf heeft toe- gestemd, dat het onderwijs aan de gemeente veel geld kost. De Voorzitter: U zegt zoo blijde te zijn over die verklaring, maar is daar reden voor? Wie zegt dan dat het onderwijs niet veel geld kost De heer Moes En toch wilt u het schoolgeld niet verhoogen. Het kost aan de gemeente veel en toch wordt er nog gemopperd tegen het betalen van een matig schoolgeld, hoewel de financien moeten worden versterkt. De Voorzitter: Daarvoor zijn nog andere wegen, b. v. door den hoofdelijken omslag. De heer De JagerDat is onrechtvaardig, want dan treft het ook hen die met het onderwijs niets te maken hebben. De heer Dees is het eens met den heer Drost, dat de ouders van de gemeente een gunst genieten. De heer De Jager: Wat men ook zeggen wil: de heeren die niet betalen willen krijgen een fooitje uit de gemeentekas. De heer De Masier wil nog even in het licht stellen dat zijn voorstel niets bepaald omtrent het bedrag van het schoolgeld. Dit stelt eenvoudig voor toelating tegen het laagste tarief; wijzigt zich door andere besluiten dat laagste tarief, dan worden ook de gevolgen van zijn voorstel anders. De heer Dees uit de verzuchting, dat het toch weer zoo'n geharrewar is over deze voorstellen. Als de pers dat alle maal opneemt, zou hij "zich haast schamen voor den gemeenteraad, die zich daarmede zoolang bezig houdt zonder iets verder te komen, al is het dan ook dat in de Tweede Kamer uitgebreide discussie's plaats hebben zonder practisch resultaat. Hij wil er toch nog op wijzen dat men hier veel wil, maar als het op betalen aankomtliefst zooveel mogelijk buiten schot blijft. Men wilde b.v. hier hebben eene beerruiming, maar er komt te kort, bij de behandeling der begrooting zal wel blijken dat de raming der op brengst beneden het geschatte bedrag is gebleven, men wilde hebben electrische verlichting, en ook deze vergt jaarlijks steeds grootere offers vaD de gemeente. En de onkosten der gemeente-huishouding moeten toch steeds bestreden wordende uitgaven moeten door inkomsten worden gedekt. Ja, het is waar de hoofdelijke omslag wordt ingevorderd, maar hoe De aangeslagenen recla- meeren om het hardst en men kan alleen tot het bedrag komen, door het heffep van opcenten op de oorspronke- lijke aanslagen; de inkomens zelf kunnen niet hooger opgevoerd worden. Nu wil spreker wel niet beweren dat de aangeslagenen het bedrag dat ze betalen moeten niet kunnen opbrengen, maar een feit is het toch, dat men er met de oorspronkelijke aanslagen niet komen kan. De tering behoort dus naar de nering te worden gezet. Zeker, men kan tijdelijk in den nood voorzien door het sluiten van tijdelijke leeningen, maar men weet hoe het gaat, als men voor de gewone, loopende zaken, moet gaan leenen. De Voorzitter merkt op, dat dit weer eene afdwaling is van het aanhangig zijnde voorstel, n.l. wijziging der verordening, betreffendehetpunttoelating tothetM. U.L.O. De beer Dees noemt het voorstel een nuttige wijziging, het spijt hem daar in verband met den uitslag der stemming over het voorstel van den heer Moes tegen te moeten stemmen. De Voorzitter ziet er weinig heil in, om op deze wijze de behandeling van het voorstelDe Masier voort te zetten en zou daarom de behandeling maar willen schorsen. De heer Visser ziet geen reden, waarom het voorstel niet in stemming zou worden gebracht. De Voorzitter: Ja, de heeren meenen, dat het niet mag. De heer Dees: Mijnentwege kunt u het gerust be handelen. Nadat de Voorzitter het voorstel van den heer De Masier nogmaals heeft gelezen, brengt hij hetinstemming. De uitslag is, dat ook over dit voorstel de stemmen staken, met dezelfde stemmenverhouding als over het voorstelMoes, met dien verstande dat de leden die toen voor stemden thans tegen stemmen en omgekeerd. De heer Dees Het is te betreuren dat hier alle zaken zoo principled behandeld moeten "worden. De heer Drost: Nu mogen we er immers de volgende vergadering niet meer over discusieeren De Voorzitter: Neen alleen stemmen! 3. Omvraag. De heer Van de Ree merkt op, dat de schepen thans door de nieuwe sluis en den nieuwen kanaalarm varen. Is er thans nog niets naders bekend omtrent de plannen der Regeering met de voorziening in de havenwerken voor Ter Neuzen De Voorzitter'deelt mede dat er bij het gemeentebestuur niets van bekend is, terwijl hij ook niet inziet, op welke wijze daaraan door bet gemeentebestuur thans iets zoude kunnen gedaan worden. De heer Dees kan mededeelen, dat hem, uit anderen hoofde bekend geworden is, dat bij de uitvoering der kanaalwerken reeds gerekend wordt op het maken der door den rijkswaterstaat geprojecteerde havens. De heer Visser is bereid een voorstel te steunen om bij de regeering van gemeentewege eens te informeeren. De heer Van de Ree stelt daaropvoor Burg. enWeth. uit te noodigen bij de Regeering officieel eens te in formeeren hoe het met die havenplannen staat. Dit voorstel wordt z. h. s. aangenomen. Hierop worden goedgekeurd verschillende afschrijvin- gen wegens hoofdelijken omslag, hondenbelasting en schoolgeld, met den uitslag in het vorig nummer vermeld, terwijl voorts in geheime vergadering behandeld worden verschillende reclames tegen den hoofdelijken omslag, waarvan het resultaat eveneens in het vorig nummer is inedegedeeld.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 6