Buitenland.
Er is nog altijd niet met zekerheid te zeggen,
hoe de mogendheden zullen optreden in de inge-
wikkelde Oostersche crisis. Wel wordt erbericht,
dat Frankrijk, Rusland, Engeland en misschien
Italie, den Sultan zullen kennis geven, dat het
verdrag van Berlijn niet kan gewijzigd worden
zonder toestemming der onderteekenaarsmaar
daaraan heeft men ook nog niet veel houvast.
Blijkbaar is 't een poging van den nieuwen
driebond om Turkije een hart onder den riem
te steken, m. a. w. dat de drie mogendheden
den Sultan hebben willen gerust stellen met
eenwees maar gerust, zonder onze toestemming
kan er niets gebeuren
Het is echter niet onwaarschijnlijk, dat deze me-
dedeeling ook doelt op het nieuwe Balkan-congres,
dat, naar meer-en-meer waarschijnlijk wordt,
de kaart van het Ooster-schiereiland zal moeten
herzien en daarbij ook de Grieksch-Turksche
kwesties betreffende Kreta zal te regelen hebben.
Inderdaad blijkt 't een feit, dat de bewoners
van het diland zich van Turkije hebben afge-
scheiden. Griekenland schijnt er wel ooren naar
te hebben het lang begeerde Kreta bij zijn
gebied te voegen. Naar de zaken thans staan
zal de regeering te Athene zich neerleggen bij
de beslissing van de Balkan-conferentie.
De Balkan-crisis kan nog andere verrassingen
met zich brengen. Zoo mompelt men van een
onafhankelijkverklaring van Albanie, het weste-
lijk deel van Turkije. Deze berichten zijn nog
niet bevestigd.
Ook de bewoners van het eiland Samos worden
roerig en vragen afscheiding van Turkije. De
regeering te Konstantinopel heeft bereids eenige
oorlogsschepen naar het eiland gezonden.
Te Belgrado trok Donderdagavond een bende
betoogers door de stad, onder hoera-geroep voor
koning en leger. Ook werden kreten tegen
Oostenrijk-Hongarije geuit. Voor het paleis
verzamelde zich een talrijke menigte, waarna
koning en kroonprins op het balkon versehenen.
r/Ik ben" zei koning Peter //diep ge-
roerd door deze huldiging. Weest er van over-
tuigd, dat ik en de regeering onzen plicht zullen
weten te doen. Ik verzoek u, rustig huiswaarts
te gaan." Nog lang bleef de menigte, harts-
tochtelijk hoera-roepend, samenscholen, maar
verspreidde zich daarna kalm.
De //Pester Lloyd" meldt, dat het volk te
Belgrado aandringt, dat Koning Peter afstand
zal doen van den troon, zoo hij geen oorlog wil.
De Skoepstjtina kwam Zaterdag bijeen. Een
groote monstermeeting werd gehouden en be
toogers trokken naar hetgebouw der Skoepstjina,
roependeom oorlog. De Minister-Presidentdeelde
den journalisten mee, dat, naar zijn meening,
de toestand zeer hachelyk is, en vijandelijkheden
bezwaarljjk vermeden kunnen worden.
die school op een enkel punt hun mat genoeg geeft,
wenschen ze een bijzondere school, het is natuurlijk
dat ze daarvoor zelf zorgen moeten.
De heer Van de Ree: Het is daarom de vraag van
dezen tijd, of we zullen komen tot de geheel vrije school.
De Voorzitter: De openbare school is juist de vrije
school, daar zij vrij is van eenig dogma.
De heer V an de ReeDe neutrale school zou het
moeten zijn, maar zij is niet neutraal, zij kan dat ook
niet zijn.
Opgemerkt wordt dat de discussie weer gaat loopen
buiten de aan de orde zijnde kwestie.
De heer Van de Ree deelt thans mede, dat hij met
goedvinden van den heer De Jager het voorstelzoodanig
wijzigt, dat zij die in de klasse van 100 zijn aange-
slagen 30 cent moeten betalen. Hij meent ook dat, als
van de verste strekking, hun voorstel het eerst dient te
worden behandeld.
De heer De Masier is het daarmede niet eens. Hij
heeft voorgesteld om eene categorie kinderen op school
B toe te laten, onafhankelijk van eenig tarief. Als
hierover beslist is, kan men over vermeerdering van
tarief gaan spreken.
De heer Moes is het daarmede niet eens, zijn voorstel
is een amendement op het voorstel van den heer De
Masier, waar hij mede instemt en dat daarmede dus
zou moeten gepaard gaan.
De heer Wieland is het daarmede eens; hij is ook
voor het voorstel van den heer De Masier zoodra er
bepaald is dat het schoolgeld wat verhoogen moet, zal
hij voor dat voorstel stemmen.
De Voorzitter betoogt dat men de toelating en de
betaling afzonderlijk moet behandelen, dat kan niet
tegelijk. De heer De Masier wensfht eene bepaling,
dat ook de min- of onvermogenden, wanneer daarvoor
betaald wordt, ook zonder voorafgaand onderzoek kunnen
worden toegelaten, terwijl hij tevens wenscht te be-
houden de bepaling dat gratis-toelating mogelijk is,
als de kinderen blijk geven van goeden aanleg en
getrouw schoolbezoek.
De heer De Jager acht het onrechtvaardig dat de
kinderen voor wie betaald wordt zonder onderzoek
worden toegelaten, en dat kinderen die gratis willen
toegelaten worden aan dat onderzoek moeten worden
onderworpen. Hij zou alien willen toelaten, zonder
meer.
De VoorzitterZeker, u wil alien toelaten, maar
tevens eene wijziging in de schoolgeldheffing en dat
is het tweede dee! van uw voorstel.
De heer Van de ReeHetgeen de heer De Masier
voorstelt is toch ook eene wijziging in het schoolgeld .J
Wij doen ook een voorstel betreffende de toelating en
de betaling van schoolgeld.
De Voorzitter wijst er op, dat de heer De Masier
geen tariefswijziging voorstelt, deze wenscht alleen
kinderen voor wie niet betaald wordt tegen het laagste
tarief toe te laten. Hij tast evenwel de tariefswijziging
niet aan zijn voorstel staat geheel buiten het tanet.
De heer Van de Ree Maar als je gaat zeggen dat
de menschen een zeker bed rag mogen betalen is dat
toch ook een tarief vaststellen.
De VoorzitterIn het voorstel is geen bedrag bepaald
er wordt alleen in gesproken van het laagste tarief,
wordt dus, tengevolge nadere besluiten omtrent het tariei
ook het laagste tarief veranderd, dan wijzigt door dat
nadere besluit ook het door den heer De Masier bedoelde
bedrag; hij stelt niet voor om dat tarief vast te bepalen
op 30 cent, zooals het thans is.
De heer Van de Ree: Wij gaan verder en willen de
kinderen van onvermogenden eenvoudig toelaten zonder
examen.
De Voorzitter: Zeker, dat wilt u, maar daarvoor
geloof ik niet dat u een meerderheid krijgen zult.
Het regelmatigst was om eerst te beslissen over het
voorstel van den heer De Masier.
De heer Wieland: Jawel, maar als we dat aannemen,
dan gaat strakjes de heer De Masier niet met ons mee
om het schoolgeld voor de gegoeden te verhoogen
De heer Moes: Zooals ik in mijn voorstel heb gezegd,
wil ik meegaan met het voorstel van den heer De Masier,
maar wensch dan ook als tegemoetkoming, voor de
meerdere uitgaven die daarvan het gevolg zullen zijn,
eenige verhooging van het schoolgeld voor de gegoeden.
De VoorzitterAls men die twee zaken bepaald aan
elkaar wil vastknoopen zouden we moeten meegaan
met het voorstel der heeren De Jager en Van de Ree;
dat is dan van de verste strekking en zou dan ook het
eerst moeten behandeld worden, ofschoon ik van meening
blijf, dat de toelating en de tariefswijziging elk af
zonderlijk moeten worden behandeld.
De heer Moes merkt nog op, dat de heeren De Jager
en Van de Ree geen reductie voorschrijven voor het
vierde kind en meezderen.
De heer Van de Ree wijst er op dat ze die geheel
willen vrijstellen dat is toch ook reductie.^
De Voorzitter zegt dat algeheele vrijstelling van die
kinderen niet geoorloofd is.
De heer Moes stemt toe, dat er reductie moet worden
voorgeschreven.
De Voorzitter deelt mede dat er stemmen opgaan om
de vergadering te schorsen, teneinde te gaan eten.
Na nog een korte gedachtenwisseling schorst de Voor
zitter te half 2 ure de vergadering, om die te 3 ure
voort te zetten.
Voortgezette Vergadering, des namiddags te 3 ure.
Aanwezig dezelfde leden van de voormiddagzitting,
benevens de heer Drost.
De heer De Jager deelt mede dat hij en de heer Van
de Ree thans hun voorstel wenschen te wijzigen. Zij
handhaven de bepaling, om onvermogenden gratis toe
te laten, zonder deze te onderwerpen aan een proef,
even min als dat voor de betalenden geschiedt. De min-
vermogenden wenschen zij toe te laten tegen het laagste
schoolgeld en voor het vierde en meerdere kind het
schoolgeld te bepalen op de helft van het bedrag dat
voor de andere kinderen betaald wordt.
De heer De Masier merkt op, dat dit voorstel, wat
het eerste deel betreft, geheel is in den geest van zijn
voorstel, alleen stelt dit de toelating gratis en onbeperkt.
De heer Van de Ree Juist, de onvermogenden kunnen
daar dan eenvoudig gratis ter school gaan dat is ook
zoo volgens de wet; de onvermogenden moeten gratis
lager onderwijs kunnen genieten, het onderwijs op school
B is toch ook eigenlijk maar lager onderwijs.
De heer Van den Hoek voert hiertegen aan, dat het
onderwijs, hetwelk de gemeente aan onvermogenden
gratis moet verstrekken, alleen omvat de vakken a-k,
maar dat het meer uitgebreid lager onderwijs daar met
onder begrepen is. Was dit wel het geval en kon men
het onderwijs aan school B eenvoudig beschouwen als
gewoon lager onderwijs, dan voorzeker was het geheele
voorstel der heeren onzin, want dan zou een dergelijke
schoolgeldheffing als die welke door hen voorgesteld
wordt, nimmer goedgekeurd worden. Dan zouden, om
tot den kostenden prijs van dat onderwijs te geraken,
ook de uitgaven van dat onderwijs moeten worden
omgeslagen over het totaal van het aantai schoolgaande
kinderen en dan zou men in de verste verte niet komen
tot het schoolgeld zooals het thans voor school B be
paald is.
De heeren stellen een schoolgeld voor van /4b, als
men het aantai schoolgaande kinderen op 1100 rekent,
zou men tot een kostenden prijs komen, voor de ge
meente, van ruim 50,000, welk bedrag in de verste
verte niet bereikt wordt.
Men moet wel in het oog houden, dat men voor de
volbetalenden niets meer mag vragen dan den kostenden
prijs, per leerling berekend, daardoor was het voor
eenige jaren ook noodzakelijk om het maximum te
verlagen van /I op 90 cent. Spreker wil toegeven,
dat dit thans misschien een weinig hooger zou kunnen
zijn. De wet zegt duidelijk wat voor de berekening
van den kostenden prijs in aanmerking mag worden
genomen en het daarin vervatte behoort tot het gewoon
lager onderwijs.
Het denkbeeld om het meer uitgebreid lager onderwijs
dus eenvoudig te beschouwen als lager onderwijs, dat
door alle kinderen moet kunnen worden gevolgd, dient
men te laten varen, daar dit dan ook zou gelden voor
het schoolgeld en men misschien voor het feit zou komen
te staan dat men ter nauwernood een maximum school
geld van f 1,30 zou mogen vaststellen.
De heer Visser kan wel meegaan met het denkbeeld
der voorstellers om het M. U. L. O. onvoorwaardelijk
gratis open te stellen voor onvermogenden maar dan
moeten ze de verhooging van het schoolgeld van dat
denkbeeld los maken.
De heer Van den Hoek vindt dat de voorstellers nogal
een sterke progressie voorstellen. Menschen met een
belastbaar inkomen van 200 tot 300 moeten terstond
f 1 per kind betalen hij acht dat nogal hoog.
De heer Van de Ree wijst er op, dat, als men de
door hun voorgestelde he'ffing vergelijkt met het
middencijfer der bestaande, het verschil dan niet zoo
groot is, daar zij voor alle klassen een gelijk schoolgeld
wenschen. Alleen voor de hoogere klassen verschilt
het meer; maar die kunnen dan ook betalen.
De heer Van den Hoek herinnert dat men destijds
bij de inrichting der school van het denkbeeld is
uitgegaan, om het schoolgeld hooger te stellen, naarmate
de leerlingen in meer vakken werden onderwezen. Op
welken grond, vraagt spreker, wilt gij voor de kinderen
die alleen onderwijs in de Fransche taal krijgen, even-
veel laten betalen als voor degenen die ook onderwezen
worden in Engelsch, Duitsch en wiskunde
De heer Van de Ree: Maar Fransch leeren ze toch
aan een andere school?
De heer Van den Hoek: Ja, daar krijgen ze dagelijks
een uur onderwijs in de Fransche taal, maar dat kan
men toch niet vergelijken met een school waar aan het
geheele onderwijs een bijzondere leiding gegeven wordt
De heer Van de Ree meent dat de school een. geheel
uitmaakt en dat dus reeds vanaf de eerste klasse het
voile tarief moet worden betaald, dat is bij de H. B. S.
ook zoo.
De heer Van den Hoek wijst er op, dat de 4e klasse
kan gelijk gesteld worden met de eerste der H. B. S.
Maar reeds in de derde klasse wordt het voile school
geld geheven, zoodat dat hier reeds eerder het geval is
dan op de H. B. S.
De heer Van de Ree is het met die stelling niet eens.
De eerste klasse behoort volgens hem evengoed bij de
school als de zesde. Wat het schoolgeld der H. B. S.
betreft, te Middelburg bedraagt dat J 40 per jaar, dat
is dus hooger dan hier.
De heer Van den HoekDat verschil is toch zoo
groot niet.
De Voorzitter: Hier heeft steeds voorgezeten, om bij
vermeerdering der leerstof, meer te laten betalen.
Ha nog eenige opmerkingen wordt besloten het voorstel
der heeren De Jager en Van de Ree eerst in stemming
te brengen, doch alvorens dit te doen wordt eerst ge-
stemd over de vraag of dit in zijn geheel dan wel ge-
splitst in stemming zal worden gebracht.
Met 7 tegen 5 stemmen wordt besloten het voorstel
niet te splitsen. Voor stemmen de heeren De Feijter,
Drost, Wieland, Visser en Moggrd; tegen de heeren Van
de Ree, Van den Hoek, Dees, Moes, De Masier, De Jager
en Scheele.
Hierop wordt het voorstel zelf in stemming gebracht
en verworpen met 9 tegen 3 stemmen; voor stemmen
de heeren Van de Ree, Wieland en De Jager; tegen de
heeren De Feijter, Drost, Van den Hoek, Dees, Moes,
Visser, Moggre, De Masier en Scheele.
De heer Visser: Nu komt zeker het voorstel-De
Masier, want daar gaat ook de heer Moes accoord mee.
De heer Wieland Ik wil er ook mee instemmen,
als ik maar wat meer schoolgeld kan krijgen.
De heer Van de Ree vraagt den heer Moes of hij
niet aan zijn voorstel zou willen verbinden de bepaling
dat onvermogenden gratis kunnen toegelaten worden.
Wordt het voorstel van den heer De Masier aangenomen,
dan blijft het examen voor de onvermogenden tochbe-
staan en is dat oorzaak dat meerderen die dat zouden
kunnen wenschen, afgewezen worden, terwijl andere
middelmatigen worden toegelaten, omdat hunne ouders
voor hen betalen kunnen.
De Voorzitter U m*et niet zoo den nadruk leggen
op dat woord examen, het is alleen een onderzoek, of
de leerling in staat is het onderwijs met vrucht te vol-
gen en ook moet hij getrouw de school bezoeken.
De heer Van de Ree: Dan zou ik de bepaling wen
schen dat die voorwaarde voor alle kinderen gold.
De heer Moes is van meening dat aan hen die gratis
van een of andergebruik maken toch wel andere eischen
mogen gesteld worden dan aan degenen dieer voor betalen;
tegen den eisch dat ze getrouw de school moeten bezoe
ken kan toch geen bezwaar zijn.
De heer Van de Ree: Dus als ze betalen komt het
er niet op aan of ze al of niet getrouw de school be
zoeken. Ik zou dan ook voor de betalenden dien eisch
willen stellen.
De heer Dees: Dat is dan voor rekening van de
ouders.
De heer Van den Hoek De kinderen die gebruik
maken van het meer uitgebreid onderwijs, zullen wel
getrouw de school bezoeken
De Voorzitter kan verzekeren dat het schoolbezoek
van de kinderen die het M. U. L. 0. volgen niets te
wenschen overlaat en het dus niet noodig is te dien
opzichte maatregelen voor te schrijven. Als de heeren
er soms prijs op mochten stellen is hij bereid de absentie-
lijsten te laten halen, opdat ze zich persoonlijk van het
schoolbezoek kunnen overtuigen. Verder wil spreker
hen waarschuwen, die er van spreken om dat onderwijs
open te stellen voor alle niet-betalenden. Dan wil hij hen,
die zoo dikwijls klagen over de hooge kosten van het
onderwijs, er wel op wijzen, dat de doorvoering van
hun denkbeeld te dezen opzichte der gemeente op een
zeer groote vermeerdering van uitgaven zou komen te
staan. Wat zou men b. v. moeten doen, wanneer zich
bij een nieuwen cursus eens een dertig tot veertig van die
leerlingen aanmeldden Dan zouden, om hen te plaatsen
en voldoende te onderwijzen, aanmerkeliike buiten-
gewone kosten gemaakt moeten worden. Dan zouden
de heeren die nu steeds schermen met verhooging van
uitgaven nog anders piepen. Spreker acht de tegen-
woordige regeling der toelating van niet-betalenden goed.
Ze kunnen worden toegelaten, maar men moet dan
ook de zekerheid hebben omtrent hetgeen ze werkelijk
willen, opdat hunne toelating nut zal afwerpen.
De heer Van de Ree Ik zou dat dan van alle leer
lingen willen weten.
De heer Moes kan niet inzien, dat de school minder
zou bezocht worden, als het schoolgeld overeenkomstig
zijn voorstel wordt verhoogd, het geldt toch maar alleen
hen die kunnen betalen.
De heer Visser herhaalt dat de menschen met een
belastbaar inkomen van 900 niet tot de vermogenden
kunnen gerekend worden te behooren, dat is hoogstens
de middenklasse en die heeft, door verschillende om-
standigheden reeds een zwaren druk.
De heer DeesHet is een regelmatige opklimming,
waarom kunnen zij die een hooger inkomen hebben
niet wat meer betalen dan de menschen die over
minder inkomen kunnen beschikken
De heer Visser Ik zou geen bezwaar hebben om met
het voorstel mee te gaan als het een verhooging voor
werkelijk gegoeden betrof.
De heer Moes Menschen met 1000 inkomen kunnen
toch wel meer betalen dan die met f 700 of f 800
Het voorstel van den heer Moes wordt in stemming
gebracht, met het resultaat dat de stemmen staken.
Voor stemmen de heeren Van de Ree, Dees, Moes,
Wieland, De Jager en Scheele tegen stemmen de heeren
De Feijter, Drost, Van den Hoek, Visser, Moggrd en
De Masier.
De heer Moes Het spijt me dat het zoo loopt.
De heer Wieland Mij niet! Ik heb 'tvan morgen
reeds voorspeld dat het zoo loopen zou
De heer MoesKan nu de behandeling van het
voorstel De Masier nog doorgaan
De heer Masier zou niet weten waarom niet, zijn
voorstel houdt met het andere geen verband.
De heer Moes Ja, ik heb het toch aan mijn voor
stel vastgeknooptik ben begonnen met te zeggen dat
ik er geen overwegende bezwaren tegen had.
De heer Wieland: We waren voor dat voorstel,
en nu had men ook naar onzen geest moeten handelen
nu echter blijkt dat men niets weten wil van verhooging
van schoolgeld, zal ik oud moeten worden eer ik voor
het voorstel-De Masier stem
De Voorzitter: Maar wat bezwaar kan er nu zijn om
kinderen tot het onderwijs toe te laten tegen betaling
De heer Wieland Ik zou er graag mee meegaan,
maar nu ga ik er toch tegen stemmen.
Enkele leden maken de opmerking dat een verder
voortgaan met de behandeling van het voorstel-De
Masier ook wel geen nut zal hebben, daardestemming
daarover wel dezelfde zal zijn als over het voorstel van
den heer Moes.
De VoorzitterJa, dan moeten we de volgende ver
gadering maar overstemmen.
De heer De Masier merkt op dat men van alle kanten
de heeren hoort verklaren dat ze vermeerdering der
opbrengst van het schoolgeld wenschen en nu wenscht
hij kinderen, die niet in de termen vallen om te betalen,
in de gelegenheid te stellen om tegen betaling te worden
toegelaten dat is toch vermeerdering van schoolgeld
De heer Moes Ik wil er aan vastknoopen eene ver
hooging van schoolgeld voor de betalenden.
De heer Drost: Als ik het goed begrijp, blijft toch
de examen-kwestie bestaan, met andere woorden, er
moet blijken van goeden aanleg en van getrouw school
bezoek. Ik vind daar toch eenige onbillijkheid in waar
de gemeente iets schenkt, is het niet onbiilijk als daar-
tegenover een eisch staat. Het meer uitgebreid onderwijs
eischt groote uitgaven, van de gemeente, zoodat zelfs rle
volbetalenden de kosten nog niet vergoeden. Ook zij
krijgen dus van de gemeente iets, ze genieten een gunst
van de gemeente, maar dan zouden ze ook allemaal
blijk moeten geven, die gunst waardig te zijn; ook
omtrent de betalenden zou een contrdle op de geestver-
mogens der leerlingen dus gewenscht zijn.
De heer De Jager spreekt zijngenoegen uit, dat ook de
heer Drost erkent, dat het onderwijs aan de gemeente
veel kost en dat ook deze van meening is, dat de voor-
waarden voor de betalenden niet zouden moeten afwijken
van die der niet-betalenden.
De Voorzitter: Daarom had uuw voorstel ook moeten
splitsen, dit behelsde twee verschillende zaken, die van
elkaar gescheiden hadden moeten worden behandeld.
De heer De Jager: Het voorstel kon niet worden
gesplitst, daarin zat een verband, hetwelk ook blijkt
uit het voorstel-Moes, ten opzichte van het voorstel-De
Masier.
De Voorzitter: Men heeft hiertweedingen, het voorstel
van de heeren De Jager en Van de Ree om de school
toegankelijk te stellen voor alle leerlingen, zonder ze
te onderwerpen aan een examen en een van den heer
De Masier om de school open te stellen voor elk die
betalen wil. Niets belet om op dat voorstel nog een
amendement in te dienen, waardoor voor alien het
voorafgaand examen zou vervallen.
De heer De Masier: Er bestaat hier blijkbaar een
misverstand. Ik heb op examen totaal nietdeaandacht
gehad. De examenkwestie laat ik geheel buiten be-
schouwing, maar ik wensch alleen toelating voor on-
en minvermogenden, als men voor hen wenscht te
betalen.
De heer Van de Ree begrijpt niet, hoe emu nog over
het voorstel van den heer De Masier kan gesproken
worden. Daarover hebben toch de stemmen gestaakt?
Immers, de heer Moes had te kennen gegeven dat hij
daarmede instemt, dat hij het dus overnam, maar er
iets aan wenschte toe te voegen. Over het voorstel
waar de heer Moes mede instemde, benevens de door
hem voorgestelde toevoeging hebben dus de stemmen
gestaakt. Hoe kan er nu nog sprake zijn van het
voorstel van den heer De Masier, aangezien dit begrepen
was in het voorstel van den heer Moes.
De Voorzitter merkt op, dat uit niets blijkt dat de
heer Moes het voorstel van den heer De Masier in zijn
eigen voorstel wenschte opgenomen te zien. Hij schrijft
daaromtrent alleen tegen dat voorstel geen overwegend
bezwaar te hebben.
De heer Van de Ree: Welnu, door die woorden is
het voorstel den geworden met dat van den heer De
Masier.
De Voorzitter kan dat nog niet inzien; het voorstel
van den heer De Masier heeft alleen ten doe! om een
bepaling te scheppen waaronder ook de kinderen van
niet-betalenden tegen betaling kunnen worden toegelaten,
De heer Wieland Maar dat voorstel heeft den heer
Moes genoopt daaraan een voorstel vast te knoopen.
Ik ben blij dat de heer Drost zooeven zelf heeft toe-
gestemd, dat het onderwijs aan de gemeente veel
geld kost.
De Voorzitter: U zegt zoo blijde te zijn over die
verklaring, maar is daar reden voor? Wie zegt dan
dat het onderwijs niet veel geld kost
De heer Moes En toch wilt u het schoolgeld niet
verhoogen. Het kost aan de gemeente veel en toch
wordt er nog gemopperd tegen het betalen van een
matig schoolgeld, hoewel de financien moeten worden
versterkt.
De Voorzitter: Daarvoor zijn nog andere wegen,
b. v. door den hoofdelijken omslag.
De heer De JagerDat is onrechtvaardig, want dan
treft het ook hen die met het onderwijs niets te maken
hebben.
De heer Dees is het eens met den heer Drost, dat de
ouders van de gemeente een gunst genieten.
De heer De Jager: Wat men ook zeggen wil: de
heeren die niet betalen willen krijgen een fooitje uit
de gemeentekas.
De heer De Masier wil nog even in het licht stellen
dat zijn voorstel niets bepaald omtrent het bedrag van
het schoolgeld. Dit stelt eenvoudig voor toelating tegen
het laagste tarief; wijzigt zich door andere besluiten
dat laagste tarief, dan worden ook de gevolgen van
zijn voorstel anders.
De heer Dees uit de verzuchting, dat het toch weer
zoo'n geharrewar is over deze voorstellen. Als de pers
dat alle maal opneemt, zou hij "zich haast schamen
voor den gemeenteraad, die zich daarmede zoolang bezig
houdt zonder iets verder te komen, al is het dan ook
dat in de Tweede Kamer uitgebreide discussie's plaats
hebben zonder practisch resultaat.
Hij wil er toch nog op wijzen dat men hier veel wil,
maar als het op betalen aankomtliefst zooveel mogelijk
buiten schot blijft. Men wilde b.v. hier hebben eene
beerruiming, maar er komt te kort, bij de behandeling
der begrooting zal wel blijken dat de raming der op
brengst beneden het geschatte bedrag is gebleven, men
wilde hebben electrische verlichting, en ook deze vergt
jaarlijks steeds grootere offers vaD de gemeente. En de
onkosten der gemeente-huishouding moeten toch steeds
bestreden wordende uitgaven moeten door inkomsten
worden gedekt. Ja, het is waar de hoofdelijke omslag
wordt ingevorderd, maar hoe De aangeslagenen recla-
meeren om het hardst en men kan alleen tot het bedrag
komen, door het heffep van opcenten op de oorspronke-
lijke aanslagen; de inkomens zelf kunnen niet hooger
opgevoerd worden. Nu wil spreker wel niet beweren
dat de aangeslagenen het bedrag dat ze betalen moeten
niet kunnen opbrengen, maar een feit is het toch, dat
men er met de oorspronkelijke aanslagen niet komen
kan. De tering behoort dus naar de nering te worden
gezet. Zeker, men kan tijdelijk in den nood voorzien
door het sluiten van tijdelijke leeningen, maar men weet
hoe het gaat, als men voor de gewone, loopende zaken,
moet gaan leenen.
De Voorzitter merkt op, dat dit weer eene afdwaling
is van het aanhangig zijnde voorstel, n.l. wijziging der
verordening, betreffendehetpunttoelating tothetM. U.L.O.
De beer Dees noemt het voorstel een nuttige wijziging,
het spijt hem daar in verband met den uitslag der
stemming over het voorstel van den heer Moes tegen
te moeten stemmen.
De Voorzitter ziet er weinig heil in, om op deze wijze
de behandeling van het voorstelDe Masier voort te
zetten en zou daarom de behandeling maar willen
schorsen.
De heer Visser ziet geen reden, waarom het voorstel
niet in stemming zou worden gebracht.
De Voorzitter: Ja, de heeren meenen, dat het niet mag.
De heer Dees: Mijnentwege kunt u het gerust be
handelen.
Nadat de Voorzitter het voorstel van den heer De
Masier nogmaals heeft gelezen, brengt hij hetinstemming.
De uitslag is, dat ook over dit voorstel de stemmen
staken, met dezelfde stemmenverhouding als over het
voorstelMoes, met dien verstande dat de leden die
toen voor stemden thans tegen stemmen en omgekeerd.
De heer Dees Het is te betreuren dat hier alle zaken
zoo principled behandeld moeten "worden.
De heer Drost: Nu mogen we er immers de volgende
vergadering niet meer over discusieeren
De Voorzitter: Neen alleen stemmen!
3. Omvraag.
De heer Van de Ree merkt op, dat de schepen thans
door de nieuwe sluis en den nieuwen kanaalarm varen.
Is er thans nog niets naders bekend omtrent de plannen
der Regeering met de voorziening in de havenwerken
voor Ter Neuzen
De Voorzitter'deelt mede dat er bij het gemeentebestuur
niets van bekend is, terwijl hij ook niet inziet, op
welke wijze daaraan door bet gemeentebestuur thans
iets zoude kunnen gedaan worden.
De heer Dees kan mededeelen, dat hem, uit anderen
hoofde bekend geworden is, dat bij de uitvoering der
kanaalwerken reeds gerekend wordt op het maken
der door den rijkswaterstaat geprojecteerde havens.
De heer Visser is bereid een voorstel te steunen om
bij de regeering van gemeentewege eens te informeeren.
De heer Van de Ree stelt daaropvoor Burg. enWeth.
uit te noodigen bij de Regeering officieel eens te in
formeeren hoe het met die havenplannen staat.
Dit voorstel wordt z. h. s. aangenomen.
Hierop worden goedgekeurd verschillende afschrijvin-
gen wegens hoofdelijken omslag, hondenbelasting en
schoolgeld, met den uitslag in het vorig nummer vermeld,
terwijl voorts in geheime vergadering behandeld worden
verschillende reclames tegen den hoofdelijken omslag,
waarvan het resultaat eveneens in het vorig nummer
is inedegedeeld.