Wordt vervolgcl.) vaardig achten om, wanneer ze er niets van weten en de verordening dit niet als een bezwaar tegen hun langer in functie blijven bepaalt, hen later te ontslaan. e heer Dees aeht het ook een verkeerd standpunt om ontsiag te geven als daarvoor geen termen zijn. De heer Van den Hoek meent dat de discussie over dit punt toeh met vruchtbaar zijn kan. De verordening is na- tuurlijk naar den Haag opgezonden ter beoordeeling en de a, kan er dns op het oogenblik toch niets meer aan ver- anderen. De Voorzitter deelt mede dat thans zal kunnen worden overgaan tot het onttrekken van den weg langs het kanaal, boven de spoorbrug, tot aan den hoek van 't spoor, aan den publieken dienst. Dit kon tot hiertoe niet geschieden, daar nj vroegere behandeling der zaak gebleken was, dat ook een fleet van den weg aan Oorlog behoorde, en dns ook de Mi nister van dat Departement deswege eene beschikking moest nemen. Thans is ontvangen eene missive van den Minister van Vaterstaat, dd. 2 Sept. 1908, waarnevens deze doet toe- n een afschrift van een door den Minister van Oorlog genomen beschikking, waarbij aan de spoorwegmaatschappij Mechelen—Ter Neuzen vergunning wordt verleend tot het eg^en van een tweede spoor op militairen rijksgrond te ler JNeuzen, nabij den oostelijken arm van het kanaal Gent— r -Neuzen, deel uitmakende van het perceel kadastraal gemcrkt Ter Neuzen, sectie C no. 4357, aansluitend tegen een ge eelte van den grond aan voornoemde maatschappij in bedeleen afgestaan bij akte van 5 Mei 1881. Naar aanleiding hiervan merkt de Voorzitter op, dat de weg in zooverre afgesloten wordt voor den publieken dienst, at er een pad van 2 Meter moet openblijven voor de werkiieden en anderen die aan de schepen of voor andere zaken aldaar te maken hebben, terwijl het jaagpad ook open ly voor zoo ver daarvan gebruik zal kunnen worden gemaakt. et spreekt echter van zelf dat het jagen wel zal moeten on erbroken worden door de aan de kade liggende schepen, wat ook thans reeds het geval is. De heer Visser betreurt dat de weg niet voor het publiek m het algemeen kan openblijven. De oorzitter stemt toe, dat daarvoor wat te zeggen valt, maar wijst er op, dat er toch zaken zijn die eene regeling behoeven. Wanneer u of andere heeren zoo vervolgt spreker daar eens komen, zullen ze er wel geen aan- merking op maken. Het is echter noodig dat het stations- emplacement, waar goederen liggen opgeslagen, niet door het publiek zonder beperking kan worden betreden. De heer De Jager merkt op, dat in de bepalingen, vastgesteld door den Minister van Oorlog, ook voorkomt de voorwaarde, dat de waggons op den Oostelijken kanaaldijk tusschen een uur na zonsondergang en een uur voor zons- opgang, daar niet mogen blijven staan. Hij vindt dat een voor den handel nog al bezwarende bepaling. Ware het dat de spoorwegmaatschappij er zelf voor zorgde, dat die waggons werden weggehaald en des morgens weer terugge- bracht, dan was dit nog wat anders, maar daar moeten de menschen die de waggons gebruiken, zelf voor zorgen. Spreker vraagt of daarin geen verandering zou kunnen worden ge- bracht, want dat is een voor den handel zeer nadeelige be paling zij veroorzaakt voor haar kosten en tijdverlies. De heer Van den Hoek: We zouden als voorwaarde in ons besluit kunnen bepalen dat die voorwaarde moet ver- anderd worden. De VoorzitterHet is echter de vraag of het gewenscht zou zijn, in de gestelde voorwaarden verandering te brengen. De heer De Masier acht de besproken bepaling een zeer nuttige en hoog noodighet is een veiligheidsmaatregel, zooals trouwens de geheele hierbij betrokken zaak een veiligheidsmaatregel voor het verkeer is. Als daar aan den Schuttershofweg bij duisternis waggons staan, loopt men gevaar daar met het hoofd tegen te loopen. De heer Moes wijst er op, dat langs den Schuttershofweg toch ook een voetpad ligt, dat steeds vrij blijft. Dc oorzitter stemt dat toe, maar merkt op, dat men dat pad met bij voorkeur beloopt. In den drukken beetentijd is het ook moeilijk te bereiken. De heer De Jager gevoelt veel voor de veiligheid van het veikeer, maar acht de schade die de handel van dien maat- regel ondervindt niet gering. De heer Van de Ree is het daarmede eens en vraagt of het bezwaar tegen het laten staan der waggons niet zou te ondervangen zijn, door deze te verlichten. De heer De Masier merkt op, dat het een voorwaarde is die aan de maatschappij MecheienTer Neuzen wordt gesteld, en dat deze dus voor- de uitvoering moet zorgen. De heer De Jager Maar die laat er de gebruikers voor zoigen, omdat zij met hare locomotieven niet over de spoor brug mag komen. De heer Wieland zou er ook wel verandering in gemaakt willen zien, want er wordt daar tegenwoordig veel graan in waggons gelost. Men weet hoe het gaat, de spoorwegmaat schappij zal voor het weghalen wel zorgen, maar doet natuurlijk eerst haar eigen werk. De heer Scheele verklaart uit ondervinding, dat de koop- lieden er veel last en tijdverlies door hebben. Men heeft de waggons des morgens niet vroeg terug. De heer De Masier Het is een nuttige maatregelzij is noodig voor het voorkomen van ongelukken. Als er maar eens eerst een ongeluk gebeurd was, men zou dan wel anders spreken. De heer Wieland acht het nog eene beschutting als daar altijd waggons staan, dan zal men zeker niet in het kanaal loopen. De heer De Masier Dat is weer een ander gezichtspunt De Voorzitter meent te moeten ontraden eenig besluit te nemen tot wijziging der voorwaarden het zijn verplichtingen, die aan de spoorwegmaatschappij zijn opgelegd; bij vroegere besprekingen dezer zaak, zijn nimmer dienaangaande klachten geuit. Bovendien, het loopt hier niet over de plaats waar do spoorwaggons weg moeten, dat is langs de Rosegracht en den Schuttershofweg, aan deze zijde der spoorbrug, maar de weg die afgesloten moet worden ligt aan de andere zijde der spoorbrug, en het is le denken dat de waggons daar wel zullen mogen blijven staan. De heer De Masier is ook van meening dat de Raad geen verandering in de voorwaarden kan aanbrengen. Na nog enkele opmerkingen wordt besloten den ouden Stationsweg, onder de voorwaarden medegedeeld door de Ministers van Waterstaat en van Oorlog, aan den publieken dienst te onttrekken. Dit besluit wordt genomen met algemeene stemmen. It. De Voorzitter brengt in bespreking de vacature van onnerwijzer aan school B, met akte bransche taal, ontstaan c.oor bet vertrek van den heer Tavenier. Er heeft zich naar aanleiding der oproeping en der' herhaalde oproeping slechts een sollicitant opgedaan, nl. de heer De Kraker, doch die heett later zijne stukken teruggenomen. Burg, en Weth. zijn echter van meening dat moet getraeht worden in de vacature te voorzien. De heer De JagerWordt er na aan school B toeh onder wijs in de Frausche taal gegeven, al is het dan ook gebrekkig P De V oorzitter Er is nu door eene andere regeling van het onderwijs, tijdelijk in voorzien. Door Burg, en Weth. is juffrouw Herrijgers als tijdelijke leerkracht aan die school werkzaam gesteld, maar zooals het nu gaat kan de toestand met voortduren. Burg, en Weth. geven daarom in over- wegiog, zulks na oyerleg met het hoofd der school, om een oproeping van sollicitanten te doen op eene hoogere jaarwedde ..00f,ere verg°eding voor het bezit der eersta taalakte, hetzij F ransch, Engelsch of Duitsch. Aan een der laatste talen zou nog de voorkeur gegeven worden, omdat er aan de school voldoende leerkrachten zijn, voor het geven van onderwijs in de Fransche taal, en slechts het hoofd en jnffrouw De Kraker onderwijs kunnen geven in de Duitsche en Engelsche talen. Deze kunnen buitendien ook onderwijs geven in de Eransche taal, doch natuurlijk niet alien tcelijk. De heer De Jager vraagt of het geen conflict zou teweeg- brengen met de in functie zijode onderwijzers, als men thaos sollicitanten gaat oproepen tegen een hooger salatis dan hetgeen zij thans genieten,. want dat er niet gesollieiteerd wordt zal toch wel daarin zitlen dat er geen hooger salaris geboden wordt. 6 De oorzitter ziet niet in, dat dit moeilijkheden of conflicten zou tengevolge hebben, het is voor de in dienst zijnde de kwestie van blijven of ontsiag vragen. Voor den heer Tavenier gold destijds ook een uitzonderingsbepaling, maar nimmer zijn daardoor moeilijkheden ondervonden. Ten slotte stelt de Voorzitter voor, sollicitanten op te roepen in het bezit der Fransche, Duitsche ol Engelsche taalacte, onder voorwaarde dat voor de eerste taal waarin onderwijs wordt gegeven eene vergoediDg zal worden gegeven van f 150, in plaats van f 100 zooals thans in de verordening is bepaald. Dit voorstel wordt met 10 stemmen tegen 1, die van den heer De Jager, aangenomen. i. De Voorzitter herinnert dat jnffrouw Van der Bruggen, beuoemd tot gemeente-verloskundige te Sluiskil, bedankt heeft. Burg, en Weth. hebben deze zaak overwogen en stellen als resultant daarvan voor, voorloopig geene nieuwe oproeping te doen. De heer VisserIs er dan te Sluiskil zoo weinig behoefte aan verloskunde De Voorzitter Dat kan ik nog zoo bepaald niet zeggen, maar door de moeilijkheid waarin we verkeeren om eene juffrouw te krijgen, meenden we dat op andere wijze ook in de behoefte kan worden voorzien. Ik geloof dat de behoefte te Sluiskil ook niet zoo hard noodig meer is. In elk geval zal het niet mogelijk zijn aldaar iemand te krijgen, dan door het uitloven van een aanmerkelijk hooger salaris. Er is daar thans een juflrouw die eene akte als zoodanig bezit, maar dat is eene Belgische acte en die mag de practijk dus niet uitoefenen. De heer Visser vraagt of de heer Van de Ree misschien inlichtingen kan geven omtrent die behoefte te Sluiskil. De heer Van de Ree heeft de practijk der verloskundige te Sluiskil eens nagegaan en moet dan ook toestemmen, dat de vorige jnffrouw er werkelijk te weinig te doen had, om er een bestaan te vinden. Die bedoelde jnffrouw mag, het is waar, de practijk niet uitoefenen en dat is jammer. Hij meent dat er echter misschien in die richtiug toeh wel iets zou kunnen gedaan worden. Hij wijst op Hoek. In den Braakman liggen 2 eilandjes, die tot genoemde gemeente be- hooren, doch van daar uit moeilijk te bereiken zijn, in de meeste gevallen slechts over Philippine. Na heeft het ge meentebestuur van Hoek aan den inspecteur van den genees- kundigen dienst verzocht te willen toestaan, dat de bewoners der bedoelde eilandjes, voor tijd en wijle, d. w. z. tot de toe- standen veranderd zijn, zich voor geneeskundige hulp mogen wenden tot den geneesheer van Philippine. Dit is, ook op gunstig advies der gezondheidscommissie, toegestaandie ge neesheer van Philippine is ook een Belgisch geneesheer. Mogelijk zou dus, wanneer het gemeentebestuur onder uiteen- zetting der bestaande toestanden, aan den inspecteur verzocht de Belgische jnffrouw te vergunnen de practijk te Sluiskil nit te oefenen, ook wel eene gunstige beschikking kunnen worden verkregen, tot den tijd dat de gemeente gelegenheid had op eene andere wijze in verloskundige hulp voor Sluiskil te voorzien. De Voorzitter aeht dien toestand te Sluiskil niet te ver- gelijken met het voorzien in de behoefte aan geneeskundige hulp voor de eilandjes in den Braakman, en betwijfelt of hiervoor wel een gunstige beschikking zou kunnen worden verkregeu. Het is spreker bekend, dat de bedoelde jnffrouw gaarue de verloskundige practijk te Sluiskil zou uitoefenen, cn daarom zelf reeds aan den geneeskundigen inspecteur om vergunning heeft gevraagd, die haar echter geweigerd is. De heer Van de Ree meent dat een verzoek van het gemeentebestuur, met redenen omkleed, misschien toch wel kans van inwilliging zou hebben. Het i3 toeh te beproeven. De heer Moes acht de behoefte te Sluiskil nu niet zoo dringend, om daarvoor groote uitgaven te doen. Alles is toch veel gemakkelijker dan vroeger, men heeft er telegraaf en telefoon, buitendien kunnen velen fietsen, zoodat men veel vlugger dan eertijds te Ter Neuzen om hulp kan komen. Zie bovendien eens naar andere plaatsen in de omgeving. De menschen die van den Eendracht naar het dorp Zaamslag om hulp moeten komen, moeten veel grooteren afstand afleggen dan van Sluiskil naar de kom van Ter Neuzen. Zoo zijn er ook streken uit de gemeente Axel die veel verder van de kom verwijderd zijn. Voorts kunnen ze voor hulp ook torecbt in Philippine en te Sas van Gent. De heer Van de Ree vraagt nog hoe het zit met de armen- practijk, of do verloskundigen in de kom ook tot Sluiskil moeten komen. De Voorzitter antwoordt ontkennendnadat er te Sluiskil eene verloskundige gevestigd was. heeft die hare wijken al daar gekregen, en zijn die van die der verloskundigen in de kom geschrapt. Daarin zal nu moeten worden voorzien. Z. h. s. wordt alsnu goedgevonden dat vanwege het gemeente bestuur aan den hoofdinspecteur over den geneeskundigen dienst een verzoek zal worden gedaan als door den heer Van de Ree bedoelt, teneinde de Belgische juffrouw die aldaar thans gevestigd is, in de gelegenheid te stellen tijdelijk de practijk uit te oefenen. j. Een adres van A. S. de Deckere-Hufkens, welke er de aandacht van den Raad op vestigt, dat hare jaarwedde als gemeente-verloskundige, naar haar beacheiden meening niet meer in evenredigheid is met de eisehen des tijds. Toen zij 30 jaren geleden benoemd werd, waren de vooruit- zichten niet ongunstig, de bevolking was vooruitgaande en het was te wachten, dat de werkkring zich zou uitbreiden. De werkeiijkheid is intusschen verre bij de verwachtingen achtergebleven daar de werkzaamheden thaus door meerderen gedeeld worden, immers er zijn hier 2 vrouwelijke verlos kundigen en 3 geneesheeren. Daarbij komt, dat de heeren dokters hunne tarieven verlaagd hebben, waardoor adressante ook hare prijzen moest verminderen, zoodat het inkomen afnemende is, in plaats van toenemende. Het zal voorts owe aandacht niet ontgaan zijn, dat het bij een vacature in de gemeente moeilijk gaat deze aan te vullen, wat wel blijkt te Sluiskil, Dit komt, naar bet haar toeschijnt, mede hier vandaan dat de diensten der verloskundigen over het algemeen, van gemeentewege in vele plaatsen, ook kleinere, beter bezoldigd worden dan in Ter Neuzen. Op de genoemde gronden vraagt adressante beleefd haar salaris te willen herzien en verbeteren. De Voorzitter stelt voor dit adres te behandelen bij de aanstaande behandeling der gemeentebegrooting. De heer Moes verzoekt dan tegen dien tijd eens te willen informeereu naar de werkzaamheden van adressante, nl. het aantal door haar behandelde gevallen, over de laatste jaren, De heer Wieland dacht zoo, of zij misschien niet genegen zou zijn Sluiskil te bedienen. De Voorzitter meent, dat dit voor haar misschien wel be zwaar zou opleveren, daar die juffrouw naar hij meent, niet fietst. Met den trein naar Sluiskil gaan, daarvoor is ook altijd geen gelegenheid, daar de juffrouwen op het onver- wachtst moeten worden ontboden. U. Een adres van Piet Xhaflaire, stoomcarousselhouder, welke, daar de kermis van Ter Neuzen zoo erg is tegenge- vallen en hij er zooveel geld moet bijpassen, wegens de vele kosten, beleefd verzoekt hem te willen teruggeven het be- taaide marktgeld, of vermindering toe te staan van de pacht- som, daar het auders niet doenljjk is om het vol te houden. De heer De Jager gelooft niet dat de Raad op dat ver zoek kan ingaan. De Voorzitter: Waarom niet? De heer De Jager: Wel, dan kunnen de ingezetenen wier inkomen over 1907 op een betrekkelijk bedrag was geschat, maar die dat jaar door omstandigheden slechte zaken maakten, ook wel bij ons komen aankloppen om teruggave van betaalde beiastingen, daar zij lang de verdiensten niet hadden gemaakt waarvoor ze te boek stonden De Voorzitter meent dat dit eene vergelijking is die niet opgaat. Overigens is ook hij van gevoelen, dat er geen sprake kan zijn van eenige terugbetalingiets anders is het, om adressant, die de plaats voor 3 jaren gepaeht heeft, voor de verdere jaren te ontslaan. De heer Wieland zou, als hij het niet kan volhouden, zijn geld niet willen hebbenhij zou niet willen dat de man er heelemaal door ten onder ging. Door den Voorzitter nasr zijne bedoeling gevraagd zegt de heer Wieland daarmede niet op het oog le hebben het reeds betaalde. maar dat hij het dan voor de volgende jaren niet meer van hem zon willen ontvangen. Evenwel, merkt hij o daar spreekt adressant niet vanhij rekent er blijkbaar ook nog op om terug te komen. Heeft hij echter voor dat tweede en dat derde jaar ook borgen gesteld De Voorzitter antwoordt ontkennend. Telken jare op 1 April moet het bedrag gestort zijn, als dat niet geschiedt, wordt het beschouwt dat Xhaflaire van de plaats is afgezien en wordt tot een nieuwe verpachting overgegaan. De heer Moes Maar is er nu ook wel zoo'n behoefte aan zoo'n stoomcaroussel De VoorzitterJa ziet u, d a t is een vraag die zoo maar niet in eens goed is op te lossen. De heer Moes zegt, in verband met de door adressant geboden hooge pachtsom, dat het net gaat als met de menschen die land paehteD. Eerst bieden ze erg tegen elkaar op, maar als ze het land eenmaal hebben komen zij bij den ver- pachter om vermindering vragen. De heer Van den Hoek: Van teruggave van eenig gestort geld kan, naar ik meen, geen gedachte zijn. Hij heeft inge- schreven en de plaats is hem gegnnd. Als hij een paar duizend gulden over verdieud had, zou hij toch niet bij ons gekomen zijn met bet aanbod om een 500 meer te betalen. Er is vroeger door die inrichtingen alhier veel geld verdiend. Hij heeft nu door omstandigheden een slechte kermis ge maakt, die was over het algemeen niet druk. Door de vele andere zaken die dit jaar hebben plaats gehad en de algemeen minder gunstige toestanden gingen de ingezetenen minder uit en kwamen minder in de stoomcarousseldat kan de ge meente toch niet helpen. De heer Wieland Hij zou't maar op een accoordje moeten gooien met de cinematograaf I De Voorzitter gelooft dat er niets anders op zit, dan het verzoek af te wijzen. De heer Visser Zouden we hem niet tegeiijk voor de andere jaren kunnen ontslaan De heer Van den HoekDat vraagt hij niet. Z. h. s. wordt besloten het verzoek af te wijzen. I. De Voorzitter deelt mede dat door de vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in Westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen een adres is gericht aan de Provineiaie Staten van Zeeland, met verzoek het daarheen te willen leiden dat door hare tusschenkomst, of althans met hare medewerking, een verbindingsweg tot stand komt tusschen het Westelijk en het Oostelijk deel van Zeeuwsch-VlaandereD, opdat men van het eene deel van Zeeuwsch-Vlaanderen in het andere zal kunnen komen zonder daarvoor op Belgisch grondgebied behoeven te komen. De vereeniging verzoekt aan haar adres adhaesie te willen betuigen. Het adres is niet op zegel, doch aangezien reeds meermalen besloten werd om een nuttige zaak te steunen, ook al werd geen gezegeld verzoek ingediend, stellen Burg, en Weth. voor een zelfsiandig adres, tot steun dezer zaak in te zenden aan de Staten. Z. h. s. wordt aldus besloten. m. Een adres van het bestuur der vereeniging tot Ziekenver zorging te Ter Neuzen, waarin wordt te kennen gegeven dat het der vereeniging, zelfs bij niterst zuinig beheer, niet mogelijk is een jaarlijks te kort te ontgaan, redenen waarom het Oestuur zich verplicht acht, in het belang der instandhouding van het ziekenhuis, evenals vorige jaren beleefd doch dringend te verzoeken het bedrag der subsidie wel op 500 te willen brengen. (Voor 1908 was 400 toegestaan.) Over het jaar 1907 is meer uitgegeven dan ontvangen een bedrag van f 400,49, waarbij nog gevoegd moet worden het tekort van het vorig dienstjaar, ad f 492,38. Dit adres zal worden behandeld bij de gemeentebegrooting. Een adres van E. J. Bakker, werkman bij de stads- reiniging, welke in verband met de duurte der levensbe- hoeften, waardoor het hem niet mogelijk is met zijn gezin van zijn salaris rond te komen, verzoekt dat een weinig te willen verhoogen. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten dit adre3 bij de gemeentebegrooting te behandelen. o. Eene missive van den Commissaris der Koningin in Zeeland, dd. 1 Sept. 1908, waarnevens deze doet toekomen een schrijven van den burgemeester van Zaamslag, dd. 26 Aug. 11., waaruit blijkt dat de verschillende spelling van den naam der gemeente in de practijk bezwaar opievert. Onder verwijzing naar het besluit van Gedep. Staten van 23 Juli 1898, no. 110 (Prov. blad no. 85) verzoekt de Com missaris in overweging te willen nemen of dezerzijds aau de bezwaren kan worden tegemoet gekomen en hem het resul- taat dier overwegingen te willen mededeelen. In bcdoeld schrijven deelt de burgemeester van Zaamslag mede, dat herhaaldeljjk is te wijzen op verschil in spelling van de nabnrige gemeente Ter Neuzen, of Neuzen. Van regeeringswege wordt steeds de laatste schrijfwijze gevoigd, doch het bestuur der plaats schrijft steeds Ter Neuzen. Andere gemeenten, zoo ook de zijne, volgen het voorbeefd der regeering. In akten of uittreksels van den burgerlijken stand geeft dat aanleiding tot verschilien. Voor de nationale militie b. v. wordt ontvangen een verklaring dat de inge- schrevene is geboren te Ter Neuzen en in de registers wordt als geboorteplaats vermeid Neuzen. Zoo ook met het bij- houden der bevolkingsregisters en trouwens in alle andere punten van aanraking met de betrokken gemeente. Het behoeft geen betoog dat het wenschelijk ware dat in deze eenheid bestond, het is daarom, zoo eindigt de burge meester vau Zaamslag, dat ik beleefd de vrijheid neem bet bovenstaande UHEg. mede te deelen. De Voorzitter deelt mede een en ander in verband met den plaatsnaam dezer gemeente te hebben nagezien. In 1876 jverd bij besluit van 10 Maart door Gedep. Staten bepaald dat de naam zou zijn Ter Neuzen. In 1898 werd, in verband met een tabel van de personeele belasting bepaald dat de provincie in hare stukken zou schrijven Neuzen. In oude stukken vindt men verschillende nainen. In het oudst aanwezige stuk, dateerende van 1500 en in de tachtig, staat Ter Neuse. Voorts vindt men in bet oud archief den naam: van der Neuzen, Neuse, Neuzen, der Neuzen, Ter Neuse enz. Hij voor zich zou er de voorkeur aan geven om te blijven schrijven Ter Neuzen, in 2 woorden, en zulks vooral in verband met de buitenlandsche betrekkingen dezer plaats, daar onze haven in het buitenland overal aldus bekend staat. De heer Moes betoogt dat Ter Neuzen ook de oorspronke- lijke naam is, afgeleid van de kromme vaart naar Axel, die den vorm van een neus had. Zoo staat het ten minste in Scharp. De Voorzitter heeft er ook van gehoord dat hier door die vaart een laudtong werd gevormd die geheel den vorm van een scherpen neu8 had, en dat de naam daaraan onlleeud zou zijn. De heer Dees wijst er op dat er van die oude vaart nog wat over is. De heer Moes: Zeker, in den Zeven Triniteitpolder, die watergang loopt nog door tot in Axel. De heer De Masier betoogt dat het bezwaar van de ver schillende spelling voor Zaamslag toch wel niet grooter zal zijn dan voor Ter Neuzen zelf Bovendien is het onjuist dat alle departementen Neuzen schrijven. Dat van Watersiaat schrijft ook wel degelijk Ter Neuzen. Na nog enkele opmerkingen wordt op voorstel van den Voorzitter z. h.s. besloten aan den Commissaris der Koningin te berichten dat de Raad de zaak heeft overwogen en naar aanleiding daarvan verklaard dat hij ook overtuigd is van de wenschelijkheid eener eenvormige schrijfwijze en hem daarom verzoekt te willen bevorderen dat bij alle departe menten de plaatsnaam cezer gemeente voor het veivolg zal worden geschreven TER NEUZEN,. met 2 woorden. p. Een adres van Fh. Ablslrand, entrepreneur te Ant- werpen, welke mededeelt dat hij aan de Frovinciale Staten van Zeeland een adres heeft ingezonden waarin hij te kennen geeft dat hij wenscht over te gaan tot oprichting vau een stoomvaartmaatschappij op de Wester-Schelde dat deze dienst zich voorloopig zal uitstrekken van Borssele tot Antwerpen vv.dat zijn plan is, bij deze geregelde vaart dagelijks de volgende in de provincie Zeeland gelegen plaatsen aan te doen, te weten Borssele, Ter Neuzen, Hoedekeuskerke, Ilansweert, Walsoorden en Rilland-Baih. Dat buitendien aan deze oprichting zal verbonden zijn de stichting van een overdekte markt te Antwerpen, welke markt zal ten doel hebben de landbouwproducten uit Zeeland, aldaar gemakkelijk te kunnen verkoopen, dat hij vermeent dat vooral de bewoners van westelijk Zuid-Beveland, als zijnde zonder eenige behoorlijke verbindingswegen, ten zeerste bij het tot stand komen van zijne onderneming zal zijn betrokken dat ook volgens zijn bescheiden meening het vierde en het vijfde district ten zeerste met de oprichting zouden zijn gebaat, aangezien Ter Neuzen alsdan in rechtstreeksche verbinding met Hausweert en het station-Kruiningen zoude komendat evenwel aan de oprichting van een dergelijke maatschappij talrijke bezwaren zijn verbonden; dat de financieele bezwaren zijns inziens, in deze, wel de meest overwegende zijndat hij daarom de vrijheid neemt te verzoeken hem, evenals dat geschiedt aan de Zeeuwsche Spoorbootmaatschappij tusschen Middelburg en Zierikzee en voorheen aan den dienst Haus weertWalsoorden, eene jaarlijksche subsidie van de provincie te verleenen, ten einde zijn plan waarbij het grootste gedeelte van Zuid-Beveland en van het vierde en vijfde district belang heeft, te doen slagen, onder mededeeling, dat hij gaarne be- reid is alle gewensehte inlichtingen te verschaffen. Daar deze gemeente naar de bescheiden meening van adressant behoort tot diegene welke bij het tot stand komen van de verbinding BorsseleAntwerpen vice versa veel belang heeft, neemt hij de vrijheid de aandacht van den Raad op het aan de Staten gezonden adres te vestigen, met verzoek, aan dat college als meening te willen te kennen geven, dat voor het algemeen belang de tot standkoming van deze onderneming zeer gewenscht is, hetwelk dan alleen zal kunnen geschieden wanneer o. m. de Provincie Zeeland geldelijk de zaak flink steunt. De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. van meening zijn dat dit adres in het belang van Ter Neuzen wel zoude mogen gesteund worden. De heer De JagerMaar het betreft hier immers een buitenlander De Voorzitter: Ja, de man woont te Antwerpen, maar of het een Belg, dan wel iemand van andere nationaliteit is, kan ik niet zeggen, aan den naam zou men wel zeggen dat het een Noor is. Maar wat doet dat er toe De hoofdzaak is toch voor de gemeente of er weer een goede verbindingsweg tot stand komt. Als de Nederlanders zelf niet tot het inriehten overgaan, mogen we dankbaar zijn dat vreemdelingen het aanvatten. De heer De JagerKunt u inlichtingen geven hoe de Prov. Staten daarover denken De Voorzitter: Ik wou dat ik dit kon. De heer De Jager zon ook wel eens willen weten hoe de gemeenten in Zuid-Beveland er over denken, dan was dat gemakkelijker om eene beslissing te nemen. De Voorzitter ziet de noodzakelijkheid, om eerst anderer meening te weten, niet in. Het is loch de vraag hoe men zelf, voor de betrokken plaats, over het tot stand komen der verbinding denkt. Meent men dat er voordeel in zit voor de gemeente, dan is er toch geen bezwaar om er zich voor te verklaren, onafhankelijk van de vraag hoe men er in andere gemeenten over denkt Er kunnen zich gevallen voordoen dat er gemeenten zijn die liever ge'isoleerd blijven liggen 1 De heer Moes stemt toehoe meer verkeerswegen hoe beter. Wat hij echter later als lid der Staten doen zal, weet hij nog niet. De heer Van de ReeLevert de Woensdagverbiuding met Hoedekenskerke door de Frovinciale boot wat op De heer Van den Hoek Dat is voor de Provincie een schadepost, maar dat kan ook moeilijk anders, tengevolge de inrichting van dien dienst; de menschen die van Hoedekeus kerke meekomen naar hier kunnen per zelfde gelegenheid niet terug, tenzij ze een week zouden wachten. De heer Dees betoogt dat de nieuwe verbinding zeker een groot voordeel zon opleveren voor Zuid-Beveland. Zonder nog te spreken van Borssele en omgeving, zouden ook Kruiningen en Hansweert profiteeren van een directe ver binding met Antwerpen. De Voorzitter merkt cp dat die laatste plaatsen reeds met Antwerpen zijn verbonden door de stoomboot //Telegraaf". De heer Dees meende eerst dat die alleen Walsoorden aandeed. Hij trekt daD, voor wat de laatst door hem genoemde plaatsen betreft, zijn betoog in doch blijft er bij dat ver— meerdering van communicatiemiddelen steeds is too te juiehen. De heer Scheele zou het ook voor Ter Neuzen voordeelig achten, als er een verbinding met Antwerpen kwam, daar het vervoer van graan enz. per spoor naar Antwerpen veel duurdev is. De heer Moes zegt ook, hoe meer communicatie hoe beter, maar maakt toch bezwaar aan adhaesie-verleening mede te doen, daar hij dan de verplichting op zich laadt, in de Staten- vergadering voor eene subsidie te stemmen. De Voorzitter en de heeren Dees en Van de Ree zijn het met die opvatting niet eens, hier worden de zaken uitsluitend van het standpunt der gemeente bezien, maar in de Frovin ciale Statensergadering kunnen ook andere factoren van in- vloed zijn. De heer Visser zou wel durven zeggen dat het hoogst vewenscht is, dat de voorgenoinen stoombootdienst er komt. Laat ons daarom zegt hij het plan steunen. Als we zoo iets kunnen krijgen zonder dat het der gemeente wat kost, welk bezwaar kan daartegpn bestaan? De heer Vat> de Ree zou gaarne willen weten met welk persoon de Raad te doen heeft, want als nu adhaesie verleend wordt, steuut men toch eigenlijk zonder eenig onderzoek een zaak en persoon waarvan men heelemaal niets weet. Zou het niet gewenscht zijn eerst eens te trachten te weten te komen of de zaak al of niet levensvatbaarheid bezit? De Voorzitter meent dat dit voor den Raad niet noodig is. Als deze er thans toe overgaat om adhaesie te verleenen, verklaart hij niets anders, dan dat hij eene dusdanige stoom- bootverbinding in het belang der gemeente acht. Het is aan Gedep Staten wel toevertrouwd om een onderzoek naar een en ander in te stellen en naar aanleiding van het resultaat van dat onderzoek een voorstel aan de Staten te doen. Als eventneel eene subsidie verleend wordt zal het college ook wel zoodanige voorwaarden stellen, dat het verzekerd is, dat de subsidie niet nutteloos besteed wordt. De heer Van den Hoek stemt daarmede in. De Raad kan er zich alleen over uitspreken of hij vermeerdering van ver binding met andere plaatsen gewenscht aclit, maar doet er dan geen uitspraak over of de betrokken adressant er al of niet goed voor is. De heer Van de Ree kan zich, als men het zoo op vat, ook vereenigen met een voorstel tot het verleenen van adhaesie. Met 10 tegen 1 stem, die van den heer De Jager, wordt besloten bij de Frovinciale Staten instemming met het plan te betuigen. q. Een verzoek van den Bond van Staatspensionneering in Nederland, waarbij verzocht wordt adhaesie te verleenen aan het door den Bond tot II. M. de Koningin gericht ver zoek om invoering van een staatspensioen voor alle burgers. Dit verzoek wordt, op voorstel van den Voorzitter, voor kennisgeving aangenomen. r. De Voorzitter stelt voor de instructie voor de keur- meesters van vleeseh en visch te wijzigen door daaraan toe te voegen een nieuw artikel, 16, waarbij wordt bepaald dat het den keurmcester verboden is handel te drijven in- of betrokken te zijn bij den handel in eenig artikel waarvan hij zelf de keuring moet verrichten. Dit voorstel wordt z. h. s. aangenomen. In het verder verloop der zitting werden behandeld de voor- stellen der heeren De Masier, Moes en De Jager en Van de Ree in verband met het M. U. L. O. Dat der heeren De Jager en Van de Ree werd verworpen terwijl over de andere voorstellen de stemmen staakten. De zilting werd te 1£ ure opgeheven en voortgezet te 3 nre. Alvorens tot de besloten zitting over te gaan werden op verzoeken om afschrijving van belasting de volgende beslis- singen genomen. Afschrijving werd verleend Wegens hoofdelijken omslag aan J. A. Krijger 9,0dt en J. A. Tavenier /5,7H.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 6