(iemengde berichten. gevangenisstraf met mindering preventieve hechtenis. H. 0., oud 25 j., werkman te Axel, is wegens mishandeling veroordeeld tot 10 boete, subs. 10 dagen hecht. I. J. S., oud 23 j., landbouwersknecht te lJzendijke, is wegens mishandeling veroordeeld tot j 10 boete, subs. 10 dagen hecht. W oensdagnamiddag is te IJmuiden bij het losbrengen van een tros van den stoom- trawler Clara Nicol de vletterman T. de V. van een stoel in het Noordzeekanaal geslagen en veidronken. Hij was een zeer oppassend huisvader en laat een weduwe met 4 kinderen achter. Naar het lijk werd in den namiddag nog gevischt. Een dame is het slachtoffer geworden van een spoorwegdief. Zij reisde Dinsdagochtend met den trein van 9.4 van Amsterdam naar s-Gravenhage. T oen ze aldaar arriveerde, kwam bij tot de ontdekking, dat de sluiting van haar spoormandje, hetwelk gedurende de reis steeds naast haar op de bank gestaan had, doorgeknipt was. De dame keek spoedig den inhoud na en ontdekte tot haar groote ontsteltenis, dat uit het mandje haar zwart gelakt taschje, inhoudende f 300 a 400 aan bankpapier, verdwenen was. De bestolen dame heeft vermoeden op een reiziger, die te Amsterdam instapte, naast haar ging zitten en te Leiden den trein verliet. (N. v. d. D.) Maandagnacht, omstreeks 1 uur. na goed feest te hebben gevierd, zoodat al zijn centen op waren, kwam de 26jarige R„ uit Geertruiden- berg, zich te Breda aanmelden. Hij bekende ongeveer 9 jaren geleden, hij was toen 17 jaar, de schuur van zekeren D., te Rucphen, te heb ben in brand gestoken, zoodat deze met haar inhoud tot den grond afbrandde. De politie die aanvankelijk weinig geloofde van hetgeen R. vertelde, heeft zich toch, na R. een herhaald verhoor te hebben doen ondergaan, genoodzaakt gezien, hem ter beschikking der justitie te stellen. Woensdagmorgen werd de agent van po litie van Capelle a. d. IJsel, W. de Knegt, terwjjl hij zijn gewone ronde deed, door den tuindersknecht Joh. Hofland aan den's Graven weg gewaarschuwd. dat op het erf van zijn baas zich een oogenblik te voren drie kerels hadden opgehouden, waarvan er een, zekere W. vau K., zich een paar schoenen had toegeeigend. Van K. had het op een loopen gezet, maar werd door Hofland gevat en zoolang in een schuur opgeslbten. Door De Knegt onder- vraagt, bekende hij dadelyk. De twee andere personen hadden hun weg vervolgd, 's Gravenweg uit, in de richting van Capelle. Toen De Knegt dit vernam, zette hij per fiets koers naar het dorp. Daar ontmoette hij twee personen, die hem verdacht voorkwamen. De Knegt houdt ze aan en vraagt hun, vanwaar ze kornen. Zij zeggen op weg te zijn naar Rotterdam en ze komen van Utrecht. Nog vertelden ze den agent, twee personen tegen- gekomen te zijn. De Knegt, de zaak niet vertrouwende, houdt ze in 't oog en ziet, dat ze s Gravenweg verlaten en een weiland in- gaan, dat ze, zoo hard ze kunnen, afloopen. Gekomen voor de ringvaart van den Prins- Alexanderpolder, ontkleeden ze zich, binden hun weinige plunje op het hoofd en zwemmen zoo spoedig mogelijk naar den overkant. De Knegt er op uit, maar hij moet eerst naar de watermachine, waar hij door middel van een roeibootje ook aan de overzijde komt. De ver- dachten hollen maar steeds voort, loopen door slooten en vaarten, steeds maar den KPolder" in. Eindelijk verbergen zij zich op het erf der boerderij van Maarten Schinkel aan den Capel- schenweg. De Knegt dien zij niet meer zagen, stond daar plotseling voor hen en rekende ze in. Daarop werden ze voor den burgemeester gebracht, die terstond telefonisch bericht naar Rotterdam zond. Daar de politiewagen op dat oogenblik niet disponibel was, werden ze door den inmiddels verschenen adjudant De Aries van het Kralingsche eer en De Knegt naar de post op het Veer getransporteerd, vanwaar ze per wagen om 5 uur naar Rotterdam werden over- gebracht. Het zijn de zeeman C. W., geboren te Wijk-bij-Duurstede, thans zonder vaste woon- plaats en D. v. W., geboren te Utrecht, los werkman. Aoornoemde W. v. K., was door fen ontboden agent van Rotterdam daarheen gebracht. le Zwaagdijk geraakte bij den landman J. een petroleumtoestel in brand. De vrouw ues huizes nam het op om het naar buiten te brengen, doch haar kleeren vatten vlam. aar echtgenoot schoot toe, nam zijn vrouw op en wierp haar in het water. Spoedig was nu de brand gebluscht. Man en viouw hebben echter nog belangrijke brand- wonden bekomen. ^en a^vocaat en procureur te Amsterdam, Mr. H., eenige Amsterdamsche heeren, een lee- laar aan de H. B. S. te 's Hertogenbosch, de heer V. met damesgezelschap, maakten Maandag jl. een uitstapje naar het Gooi, waar ze te Blaricum in het cafe Verver eenige vertering, f 1.60 maakten. Tevens verzochten ze den kellner de tafel te dekken, waarvoor, volgens ingediende nota, 5, zegge vijf gulden, werd berekend, welke prijs later werd verminderd tot f 4.50. Het gezelschap was niet van zins dit bedrag te betalen en deponeerde op tafel 2.60, opmerkend, dat, indien de waard vond, meer van ze te mogen vorderen, deze de dames en heeren gerechtelijk voor de dan nog ver- schuldigde som zou kunnen aanspreken. Hier- op posteerden de eigenaar van het cafe en de kellner zich voor de deurze weigerden het gezelschap te doen vertrekken voor en aleer het volgens hen verschuldigde bedrag, 6.60, was betaald. Toen een der heeren toch zich naa» de deur begaf, om uit het cafe te gaan, haalde de heusche waard een revolver voor den dag, richtte het op den heer, en zeide dreigend z/ik doe het." Na eenig beraad besloten vervolgens de heeren de som te betalen, waarnade eigenaar ze //vrijiiet." Wegens de vrijheidsberooving en bedreiging is door het gezelschap een klacht ingediend bij den officier van justitie. Naar het ,/Hbl. v. Antw." meedeelde, had het personeel van een sleepboot te Antwerpen, dat een pleizierreis naar Vlissingen bad onder- nomen, vergeten te Bath, aan de grens, aangifte te doen bij de Hollaudsche tolbeambten. Aangekomen te Vlissingen was het schip aan den ketting gelegd, twee marechausees op wacht gesteld en op alle kleedingstukken en reisgoed beslag gelegd. Ten slotte werd het schip vrij- gegeven, onder belofte van 20,000 boete te betalen. De //Midd. Ct vernam echter, dat dit verhaal nogal overdreven is. Het vaartuig is niet aan den ketting gelegd, evenmin zijn er mare chausees aan boord geplaatst, of kleeren in beslag genomen. Er zijn sleehts twee commiezen aan boord gekomen, en het schip is weer vrijgelaten nadat er een papieren waarborg van ongeveer de waarde van het schip was gegeven. Te Renesse kon geen wethouder benoemd worden, daar geen der gekozenen de benoetning aan wilde nemen. De toestand op Curafao. Aan een schrijven uit Curasao aan de Tijd ontleenen wij, dat het aan de kolonie verleend buitenge- woon krediet tot leniging van den nood onder de kleine luiden in de kolonie een bedrat uitmaakt van f 20.000. Hoe welkom dit krediet was, blijkt ook uit dit schrijven, waar omtrent den toestand de volgende staaltjes worden medegedeeld //Nu laat het bestuur, en dat is een aller- prij zens w aardigste maatregelen, wekelijks in elke buitenschool een vat droge beschuit aan de schoolkinderen uitdeelen, opdat zij ten minste iets in hun maagje zouden hebben. Die maatregel is genomen op verzoek van Z. D. H. Mgr. v. Baars, die een daartoe strekkend verzoek aan het Bestuur richtte. En of het noodig was i In een school van 200 kinderen zou de onderwijzeres des namiddags na schooltijd be schuit uitdeelen. Doch wijl de voorraad niet te groot was verzocht zij die kinderen, welke dien dag ('t was halfdrie a drie uur nam,) reeds gegeten hadden, naar huis te gaan. Op de twee honderd kinderen gingen er toen 4 (zegge vier) naar huis. De nood is op som- mige plaatsen grooter dan in 1905, toen de heer Van Kol kinderen zag, die in de school van hun stokje vielen, orhdat ze in een paar etmalen niets meer te eten hadden gehad. De kinderen zien er dan ook uit als geraamten zij vergaan als sneeuw voor de zon. Zij zijn met hunne twee beschuiten den koning te rijk af. De meesten echter eten er sleehts een van op in de school en Snellen met de andere als met een schat naar huis, opdat moeder ook wat te eten hebbe. De correspondent wijst er ook op, hoe de huidige stilstand de kroon zet op een toestand die reeds veei zorg baarde, wijl 1907 geen oogst gat. En nu //geen werk in de haven." Alle schepen liggen stil, want er is geen getneen- schap met Venezuela. De hoedeniudustrie staat stil, want er is geen stroo." Nu weten we dat sedertpogingen worden aange- wend om den handel langs andere wegen te leiden, terwijl ook stroo van Columbia wordt betrokken. Dit zal waarschijnlijk reeds spoedig eenige verbe- tering geven in den toestand. Maar ook op een ander gebrek wijst deze correspondent z/Hoe moeten nu die menschen Regen is er sinds April 1907 niet noemenswaardig ge- vallen. Hoe moeten zij drinken Zelfs am bte- naren met vast salaris klagen, dat hun budget maandelijks met 18 a 20 gulden bezwaard wordt voor het koopen van water. Neen. de toestand is wel zoo treurig, als hij in jaren niet geweest is." In de //Amigoe" werd, met het oog waar schijnlijk op dit watergebrek, gewezen op de wenschelijkheid om een deel van het verleende krediet te besteden voor den aanleg van ver- gaarbakken voor aan de bevolking tegen geringen prijs te verstrekken drinkwater. Mevr. Thaw, de echtgenoote van den jongen millionnair die te New-York den architect Stanford White doodschoot en die door de rechtbank ontoerekenbaar verkiaard en naar een krankzinnigengesticht verwezen is, is thans zelf ook in een zenuwinrichting opgenomen, daar haar geinoed zeer is geschokt door het verlies van het vermogen van haar man, hetwelk aan proceskosten is opgegaan. Haar vriendinnen onderhouden mevrouw Thaw. Uit Zwitserland komt een verhaal van een avontuur dat twee toeristen van Leyssiu bij de beklimming van den Gumnikugel be- leefden, en dat goed in een Engelschen sen- satieroman zou passen. Toen zij een voetpad hadden bereikt, dat langs een diepen afgrond loopt, bemerkten zij dat zij door vier of vijf verdachte kerels gevolgd werden. Op zeker oogenblik kwamen er twee naar hen toe en vroegen vuur. Op het weige- rend antwoord haalde een hunner een lang mes uit en wierp zich op een der toeristen, die enkel gewapend waren met hun Alpenstok. De tweede bandiet viel intusschen den anderen toerist aan. De eerste toerist evenwel, die zeer sterk is, slaagde er in zijn tegenstander een geweldigen slag met den stok toe te brengen, zoodat hij duizelde en in den afgrond stortte. Toen snelde hij zijn gezel ter hulp en de tweede bandiet volgde spoedig den eerste. Dit ziende, namen de andere bandieten de vlucht. Op 1 Augustus zijn een personenrijtuig en een bagagewagen van de laatste tram van Pohdjedjer naar Poegeran, in Modjokerto, door een onbekende oorzaak van de locomotief los geraakt, en van Poegeran naar Pohdjedjer met groote snelheid terug gerold. Itemmen was niet meer mogelijk. Te Pohdjedjer liepen de wagens tegen de stootheuvel op waardoor het personenrijtuig met 15 reizigers daarover heen ging en in het ravijn viel. De bagagewagen viel op het rijtuig. De reizigers kregen geen levensgevaarlijke wonden enkelen braken eenige ledematen. Een jonge boerin van Kraepol, was den 30 April uitgegaan om boodschappen te doen en keerde niet terug. Veertien dagen later vond men het lijk der vrouw verborgen onder een hoop takken. Lang meende men dat hier een misdaad was gepleegd. Maar de politie is er eindelijk in geslaagd de ware toedracht der zaak teontdekken, Het meisje was overreden door den automobiel van een rijken koopman te Aken. Deze zal vervolgd worden voor doodslag door onvoor- zichtigheid en" voor het verbergen van het lijk. Ontsnapt. Van Batavia werd, met het stoomschip //Vondel" van de Maatschappij //Ne- derland", een militair naar Amsterdam overge- racht, die 13 jaar gevangenisstraf te goed had, en deze hier, in Holland, zou komen uitzitten, 5 jaar van deze straf had hij gekregen, omdat hij een korporaal een slag toegebracht had, en 8 jaar voor het slaan van een officier. De arrestant mocht zich vrij aan boord be- wegen, zoolang de //Vondel" in open zee was maar 24 uur voor men een haven aandeed, werd hi] steeds opgesloten in het arrestantenhok, dat zich vooruit, nabij het stokerslogies, bevindt. Zooals men zich wel voor kan stellen, lokte het vooruitzicht van zoo'n lange gevangenisstraf hem in geenendeele aan. En hij schijnt dan ook een goede gelegenheid te hebben afgewacht om een kans tot ontsnappen te wagen. Toen dan ook de //Vondel" in Genua aange komen was, en het grootste deel der bemanning aan het passagieren was, heeft hij de niet al te hechte deur van het arrestantenhok ingetrapt en wist ongemerkt door een patrijspoort te ontsnappen en den wal te bereiken. Het schip lag vlak aan de kade, dus toen hij eenmaal door de patrijspoort was, ging de vlucht verder gemakkelijk genoeg. Wel stond er een wacht aan den valreep, maar deze schijnt niets gemerkt te hebben van de ontvluchting. Ter zijner bewaking bevond zich een sergeant- majoor aan boord, maar deze had zijn iogies 2de klasse, achteruit, zoodat ook deze niets bemerkte, voor het te laat was. Tot nu toe heeft men nog niet het minste spoor van den vermiste kunnen ontdekken. De celwagen, die Dinsavond naar de Han- delskade kwam, om den arrestant af te halen, kon dus onverrichter zake weer terug keeren. In Ostende heeft de voormalige Deensche luitenant der marine, Bruno von Ditten, door een revolverschot een eind aan zijn mislukt bestaan gemaakt. De zelfmoord van den jongen, eens hoog geschatten en begaafden officier heeft te Kopenhagen pijnlijk opzien gebaard. Bruno von Ditten was debuiten-echtelijke zoon van den Zweedschen millionnair Von Ditten, wiens broeder, Thor von Ditten, Noorsch gezant te Berlijn is. De vader had echter zijn zoon gewettigd, zijn opvoeding bekostigd, en hem tot voor eenige jaren, toen de jonge man wegens oneerlijke handelingen den dienst moest verlaten, rijkelijk van geldmiddeleD voorzien. Daar Von Ditten zijn kostbare passies echter niet wilde laten varen, vervalschte hij wissels op naam van zijn vader, die deze echter weigerde te betalen, en zelfs een aanklacht wegens valschheid in geschrifte tegen zijn zoon indiende. Door derden werd de ex-officier echter over de Deensche grens geholpen. In het buitenland leidde hij vervolgens een wisselvallig bestaan. Meestentijds vertoefde hij in Engeland. Daar rnaakte hij ook in den loop van dit jaar keunis met een Engelsche tooueelspeelster, befaamd om haar prachtige figuur. Daar Bruno von Ditten meende, dat zij rijk was, verloofde hij zich met haar, maar kwam na het huwelijk al spoedig tot de treurige ont dekking, dat zij even arm was als hij zelf. Nog eenmaal trachtte hij in de speelzaal te Ostende de fortuin te vermurwen. En toen ook deze laatste proef mislukte, greep de ongelukkige naar de revolver. Aan de kust te Tregher (nabij Brest) zat een dame uit Parijs te schilderen in gezelschap van een vriendin, toen eensklaps een soldaat op hen toesprong, de eene dame van een hoogte van 15 meters op een rots wierp en daarop de andere probeerde geweld aan te doen. De komst van een herdersknaap, die op het hulp- geroep toesnelde, dreef den aanvaller op de vlucht. Het was een soldaate-van de koloniale infan- terie geweest, en de kapitein van de compagnie van dat wapen te Brest liet zijn manschappen een voor een langs de aangevallen dame en den herdersknaap gaan. Beiden herkenden den misdadiger, die werd aangehouden. De toestand der naar beneden geworpen dame is ernstig. De Britsche //Koninklijke Automobiel- vereeniging" heeft, ondanks verzet van vele zijden, besloten, den wedstrijd, tegen het eind dezer maand op het eiland Man uitgeschreven, te laten doorgaan. Dat zal een wedstrijd worden van zware auto's, die 130 K.M. en meer in het uur rijden. Op een weg vol bochten en steilten, vindt men zulk een dollen wedloop roekeloos en nergens toe dienende. Het bestuur van de vereeniging, voorgezeten door prins Van Teck, heeft echter anders beslotener zullen voldoende veiligheidsmaatregelen worden genomen, beweert het. In het tuchthuis te Kaiserslautern, is in den nacht van Dinsdag een ernstige muiterij uitgebroken. Toen de opzichter Ripplinger zijn afdeeling wilde controleeren, werd hij, juist toen hij de slaapzaal wilde binnen gaan, tegen den grond geslagen, gekneveld en van zijn revolver en sleutels beroofd. Ripplinger kon echter nog een kreet slaken, die gelukkig gehoord werd. Dadelijk kwamen de andere cipiers hun makker te hulp, en ook de wacht werd gealarmeerd. Toen de muitelingen zagen, dat hun zaak verloren was, snelden zij naar de slaapzaal terug en barricadeerden zich daar. De raddraaier, een zekere Rosz, schoot zich met de buitge- maakte revolver een kogel door het hoofd en stortte doodelijk getroffen neer. Rosz was in 1893 wegens zwaren roof tot 10 jaren tuchthuis veroordeeld, maar kreeg er in 1898 nog eens 15 jaar bij, omdat hij in de gevangenis een medegevangene, die hem destijds verhinderen wilde, een poging tot vluchten te ondernemen, vermoord had. De muitelingen, die na een kort gevecht overmeesterd konden worden, hadden er kans toe gezien sleutels te vervaardigen. De opstand was dus reeds langen tijd geleden voorbereid. In het park der Eaux-Vives, te Geneve, heeft dezer dagen een troep„wascheekte Sioux- Indianen voorstellingen gegeven, die gisteren waren afgeloopen, waarop de Roodhuiden hun tenten zouden afbreken en naar Parijs vertrekken, om daar opnieuw het publiek zuivere ril-emoties te gaan brengen. Kort voor 't vertrek begaf de hoofdman van den troep zich naar de kas, om daar af te rekenen, terwijl zijn krijgers in hun wigwams gemoedelijk de laatste vredespijp rookten. Maar aan de kas werd dat opperhoofd ontvangen door den directeur, die hem bittere verwijten deed over het slechte gedrag van zijn mannen, de onvoldoendheid hunner prestaties, en deschulden, welke de Indianen op zijn oude-wereldsch hadden gemaakt voor rekening en op kosten van het parkbestuur. Dat was het trotsche opperhoofd te veel, en wrarige wrok tegen't schaamteloos bleekgezicht doorwroette zijn koperkleurig licbaam. Hij haalde een signaalfluit te voorschijn en riep door schrille stooten op dit instrument zijn krijgers te zaam, die al spoedig met getrokken revolver, opgeheven strijdbijlen en ontzaglijk oorlogsgehuil de kamer der directie kwamen binnenstormen. Doodelijk ontsteld vluchtte de ongelukkige directeur op 't dak, en begou op dezen verheven post uit alle macht om hulp te roepen. De kassier echter bewaarde een ijzige en bewonde- rendswaardige kalmte tegenover het dreigend gevaar, en wierp de ffGold Gold brullende bende al het geld, dat hem maar in handen kwam, voor de voeten. Dit schrander doen dempte dan ook onmid- het

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 6