Donderdag is het elfjarig zoontje van J. B., te Foxham, bij het baden verdronken. Zaterdagnacht heeft men door middel van £en vaischen sleutel ingebroken in een perceel aan de Yaillantlaan te 's Gravenhage, waarin een handel in rijwielen wordt gedreven. Er moet voor een vrij aanzienlijk bedragaan rijwielen en gereedschappen zijn gestolen. De politie doet onderzoek. Te Oosterhout had de heer Yan der Made, leerlooier te Rijen, het ongeluk met zijn motor- rijwiel in voile vaart tegen een boom te rijden. Hij sloeg van zijn motor af en bleef bewusteloos liggen. Yoor bij gangers droegen hem bij den heer S. binnen, waar direct een geneeskundige ontboden werd, die constateerde, dat de borst- kas was ingedrukt en de gewonde in levens- gevaar verkeert, zoodat hij niet vervoerd mag worden. Te Oudega kwamen dezer dagen niet minder dan 18 ooievaars bij elkaar, terwijl er nog 2 in het luchtruim zweefden. Eindelijk streken ook die bij de anderen neer en was de vergadering van twintig voltaliig. Toen de vogels een poosje samen beraadslaagd hadden, wiekten ze weer omhoog en nu ging elk zijns weegs. Dezer dagen, 's avonds te half acht, reed te Amsterdam een rijtuig langs de Prinsen- grachtplotseling opende de inzittende het portier en sprong te water. De koetsier, daarin bijgestaan door eenige burgers, mocht er na veel moeite in slagen den man weer op het droge te brengen. De drenkeling was echter volkomen bewusteloos. Per brancard naar het Binnengasthuis vervoerd, bleek het iemand van elders te zijn. Na veel moeite slaagde men er in de levensgeesten van den man op te wekken. Toen men daarna de in zijn bezit zijnde papieren nazag, bleek hij te zijn J. W., vroeger leerlooier van beroep en in den laatsten tijd buiten betrekking, herkomstig uit Tilburg, die in bet poiitieblad stond gesignaleerd wegens oplichting en verduistering van eenige gouden heerenremontoirs en een aantal ringen, onge- veer drie weken geleden gepleegd in de goud- smidswinkels van E. en T. in de Heuvelstraat te Tilburg. Woensdagnamiddag is hij door de Amsterdamsche recherche naar Tilburg overgebraeht. Na verhoord te zijn, werd hij aan de justitie overgeleverd. Yrijdagnamiddag en Zaterdagmorgen werd er naar den trein tusschen Rozendaal en Esschen met steenen geworpen. Zaterdag werd daardoor een raampje ingegooid en een der reizigers gekwetst, gelukkig niet ernstig. De marechaussee, die direct den onderzoek instelde, is er tbans reeds in geslaagd de daders te vinden. Het zijn twee koewachters. Zaterdagmorgen werd door een schipper even beneden de schipbrug te Deventer het lijkje gevonden van den 7jarigen jongen, die den 29sten Juli struikelende op de klep der schipbrug, te water is gevallen en verdronken. De laatste wolf en de eersteDe heer Gijsbert Montenberg, opperhoutvester van het kroondomein, doodde voor ruim een eeuw den laatsten wolf, die bij Nijmegen de streken onveilig maakte. Zijn achterkleinzoon Gijsbert Montenberg, rentmeester van den heer Jan Luden van Heumen, bracht dezer dagen voor het eerst in ons land drie jonge wolven voor het kasteel //Mookerheide", waar deze dieren opgekweekt worden, om te dienen als fokma- teriaal tot verkrijging van het echte ras n wolfs- hond", die afgericht worden tot bewaking van het jachtterrein der Mookerheide. De lichtbak kan nu wel naar den zolder, want deze honden bewijzen als politiehond uitstekende diensten. Te Steenbergen had Zaterdagmiddag een brutale diefstal met inbraak plaats bij den klein- landbouwer L. op den Grintweg. Toen de bewoners, die naar het land waren geweest, omstreeks een uur thuis kwamen, ontdekten zij, dat ongewenschte gasten waren binnen geweest. De sloten der kasten waren verbroken, de deuren uit de scharnieren gelicht, alle schuifjes en laadjes omgewoeld en doorsnuffeld, ja zelfs de bedden waren uit de alkoven gehaald. Vermist wordt een som van circa 10, alsmede 2 gouden ringen, 2 gouden kettingen, 2 gouden stelletjes en 4 gouden oorbellen. De dieven zijn binnen- gekomen door een kelderraam. De woning staat aan den drukken weg naar Bergen op Zoom deze diefstal getuigt dus van verregaande brutali- teit, zoo op klaarlichten dag. De politie heeft de zaak in onderzoek. Bij Hoorn op Terschelliug zijn aan het strand gevonden twee lijken van mannen. Het eerste was gekleed in blauw katoenen borstrok en dito sokken. Het tweede droeg een tricot hemd, donker grijze pantalon met zwart lederen schoenen, tevens had het lijk een gouden anker- ring aan de pink van de linkerhand. Te Westterschelling is aangebracht een lijk dat in de Meep is opgepikt. Het was gekleed in kamgaren colbert-costuum en droeg een dubbelen breukband. Uit de papieren bij het lijk gevonden moet men opmaken dat het dat is van John Henrys, steward ss. Kirkwall (dat in begin Augustus is verongelukt), vroeger gevaren ss. Heathfield en later ss. Ildenton en ss. Shields. Uit Kampen wordt aan de Zw. Ct. gemeld Woensdagavond moet op een weiland het raadslid de heer G. B. B. architect alhier, door zijn collega-raadslid, den heer A. S., veehouder, die op zijn land aan den rechter lJsseloever stond te hooien, met een hooivork tot driemaal toe op het hoofd geslagen en gestoken zijn, toen de heer B. met eenige kinderen dat land passeerde, hetgeen een hevig bloedende hoofd- wonde veroorzaakt moet hebben. De politie heeft de zaak in handen en proces-verbaal van een en ander is opgemaakt. De heer M. A. Evelein, assistent bij 's Rijks Museum van Oudheden te Leiden, schrijft in de N. R. Ct. In den laatsten tijd werden in het zuidelijke deel van Noord-Brabant voortdurend een meni»te urnen gevonden, waarin een bevolking, die omstreeks Chr. geb. daar moet hebben geleefd een deel der resten verzamelde van de verbrande dooden. Tot nogtoe had men zich echter be- paald tot het uitgraven der enkele urnen, zonder een onderzoek te doen naar de wijze hoe men eeumaal bij het in den grond plaatsen daarvan te werk was gegaan. Door de directie nu van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden werd mij opgedragen een dusdanig onderzoek in te stellen te Valkens- waard waarvan de resultaten de volgende zijn Gevonden werden een twaalftal urnen van het Gallo-Germaansche en Proto-Saksische type welke in den grond bleken iugegraven en met een laagje zand overdekt tezijn. Naastenk'ele urnen werd bovendien een dichte massa beentjes gevonden. die, zooals aangenomen wordt, van den brandstapel bijeengerakeld in een doek werden verzameld. Na het terrein over een grootere breedte van de humuslaag te hebben ontdaan, bleken 4 der gevonden urnen te liggen tusschen twee evenwijdige gegraven greppels, die aan beide einden met een bocht aan elkaar aansloten Het zoodoende aan alle zijden afgescheiden terrein, dat 16.70 M. lang en 5.5 M. breed is bleek echter slechts een eerste aanleg van het urneveld te zijn geweest. Buiten een der bochten toch, waarover wij zooeven spraken, bleken de beide lengtegreppels evenwijdig aan elkaar te zijn doorgetrokken, tusschen welke in de overige urnen zich bevonden Hoe ver deze tweede aanleg zich heeft uitge- strekt, kon niet meer worden nagegaan, daar een later aangelegde weg, dwars door het urnen veld heen, een verder onderzoek niet mogelijk maakte. Niet onwaarschijnlijk is het echter, dat op dezen tweeden aanleg nog een of meer zijn gevolgd. Nog 34 M. verder over den ge- noemden weg zijn reeds eertijds urnen gevonden in het verlengde van het outgraven urnenveld Eindelijk werd bezijden het begin van ons urnenveld een niet nader te volgen oud voetpad gevonden, waarlangs wellicht eenmaal de dooden naar de plaats hunner bestemming werden gebracht. Te Overschie is de brikettenfabriek van den heer J. de Bruin geheel uitgebrand. De fabriek aan de Zweth gelegen, bestond uit 2 verdiepingen. Op den zolder lagen 3500 kilo houtskool, terwijl in de 8 droogkamers een 100,000 briketten werden droog gestookt. Men vermoedt dat de houtskool aan het smeulen is geraakt. De schade wordt geschat op 25000, door assurantie gedekt. Ongelukken zijn niet voorgevallen en de muren der fabriek bleven overeind. Met de tram van Franeker naar Leeuwarden is te Dronrijp de 70jarige arbeider W. K., bekend onder den naam van »doove Willem overreden. Het hoofd was van het lichaam gescheiden en verpletterd, zoodat de dood oogenblikkelijk was ingetreden. Een dame zat in het Vondelpark te Am sterdam te lezen en had haar portemonnaie op haar schoot liggen,, welke onvoorzichtige eigenschap dames, bij gebrek aan een be- hoorlijke zak in haar japon, meer hebben. Eenige opgeschoten jongens liepen in de buurt, drongen zich spelenderwijze op en voor de dame het vermoedde was de portemonnaie verdwenen. In verband met een te Arnhem in de Staringstraat gepleegde inbraak verneemt de Aruh. Ct. het volgende De dief is zeer brutaal te werk gegaan. Omstreeks I uur heeft hij blijkbaar eerst ge- tracht in te breken op een bovenhuis, uitzicht ge vend op de Annas traat, daar zij n ten m inste sporen van braak gevonden, doch waarschijnlijk is hij daar door het blaffen van een hondje verjaagd. Hij is toen terechtgekomen op het achterbalkon van den heer F., heeft uit het raam der huis- kamer een stukje glas gesneden en het raam daarna opengeschoven. De dief is blijkbaar zeer op zijn gemak geweest, althans een bloem- pot, die voor het raam op een tafeltje stond, werd gevonden op het balkon, terwijl het tafeltje zorgvuldig in den hoek der kamer was geschoven. De dader heeft daarna o. m. een kleiu bastje in de huiskamer doorzocht, alle daarin aan- wezige boeken enz. op den grond geworpen en de lade op de tafel laten staan. Daar niets van zijn gading vindende, heeft hij de slaapkamer doorzocht. De vrouw des huizes werd wakker, doch met het gezicht naar den muur liggende, meende zij dat het een der kinderen was. Toen echter de inbreker een lucifer aanstak, zag zij tot haar grooten schrik een man naast het ledikant de hand uitstrekkend naar het nachtkastje, waarop het horloge van den heer F. lag. Zij wekte toeq. haar man, doch eer deze, die, nog slaapdronken, geen geloof hechtte aan het angstig geroep zijner ega, volkomen bij zijn positieven was, was de inbreker op dezelfde wijze als hij gekomen was vertrokken. Oogenblikkelijk heeft men binnen en buiten alles afgezocht, doch zonder resultaat. Daar het politiewachthuis op een minuut afstand gelegen is, was spoedig politie aanwezig, doch ook deze was niet gelukkiger, hoewel alle om- liggende tuintjes, die door een muur van de straat gescheiden zijn, werden afgezocht. De veldwachters Egthuizen en Rouk, te Warnsveld hebben Woensdagnamiddag Gerrit Karssing aangehouden, die op 26 Juli ji. te Bo chum zijn vrouw met een revolverschot heett gedood. Aan de Zutph. Ct. ontleenen we nu de vol gende bijzonderheden Gerrit Karssing is 20 November 1882 te Hattem geboren en dus zes-en-twintig jaar oud. Den 29en Januari huwde hij met E. W. Pokrupp, een Poolsche van geboorte en, hoewel nog steeds zijn verblijf in Hattem hebbende, zwierf hij den laatsten tijd in Duitschland het laatst te Bochum. Hij is polderjongen van beroep. Het huwelijk was alles behalve gelukkig, ook al door toedoen van zijn schoonmoeder, die te Bochum woonde. Zijn vrouw had bij haar een toevlucht gezocht en weigerde met Karssing mee te gaan. Den 26en Juli kwam het weer tot een uitbarsting. Yoor 't laatst vroeg de man aan zijn vrouw, of zij hem wilde volgen. Maar de vrouw daarin gestijfd door haar moeder, verklaarde niets meer met hem te maken te willen hebben. Toen werd Karssing geheel door woede be vangen en een revolver voor den dag halend, schoot hij zijn vrouw in de borst. De doode- lijk gewonde vrouw begon te gillen en daarop r'ichtte de man de revolver tegen zijn voorhoofd. De kogel stuitte af op het voorhoofdsbeen en veroorzaakte alleen een verwonding tot boven het oog en later een groote blauwe plek op 't voorhoofd. Karssing rende weg en viel ten slotte in een weide neer, waar hij bleef liggen. Toen hij weer bij zijn positieven kwam be- greep hij, dat hij zich uit de voeten moest maken en vluchtte hij naar Nederland. Hij had eenig geld bij zich en behoefde dus niet te bedelen. Het eerst schijnt hij naar Hattem en Zwolle gegaan te zijn. Tijdens de Zwolsche kermis was hij althans in de laatste plaats. Daar werd hij door een paar meisjes, die hem kenden, aangesproken en daar hoorde hij pas, dat zijn vrouw aan de bekomen wonden was overleden. Maar hi] zag nu ook in, dat hij te Zwolle niet veilig meer was en hij trok meer Oostelijk. Vermoedelijk is hij ook in Borculo geweest en de laatste week zwierf hij in de buurt van Zutphen. Ook in Zutphen zelf beeft hij zich opgehou- den en is hij brutaal een politieagent voorbij geloopen, die hem, zooals te begrijpen is, niet herkende, al was ook ondertussehen de bekend- making van den officier van justitie te Zwolle verschenen. De man geleek namelijk hoege- naamd niet op het portret (blijkbaai bi) ge- legenheid van zijn huwelijk gemaakt) dat alge- meen verspreid is. De veldwachters te Warnsveld hadden lets gehoord van een zwerver, die in de buurt van Bronsbergen was gezien. Daar het mogelijk was, dat Karssing gewapend was en men na- tuurlijk niet kon weten wat hij in wanhoop doen 'zou, hadden zij afgesproken den verdachte samen te arresteeren. Uren lang zwierven ze rond om dien bewus- ten man te pakken te krijgen, hoe onzeker 't ook nog was, dat hij de gezochte Karssing zou wezen. Woensdagmiddag kregen ze weer bericht, dat hij in de buurt van Bronsbergen gezien was. De veldwachter Ronk ging op verken- ning en trof den bewusten zwerver daar ook aan bij zat te vissehen in den IJsel. Ronk waarschuwde dadelijk zijn collega en samen gin gen ze er op uit. Egthuizen trad op den visscher toe, legde hem" de hand op den schouder en zei, als een oude kennis ,/Zoo, Gerrit, ben je hier De man begon te beven, maar de veldwach ter twijfelde toch, of 't de gezochte was, vooral om de groote blauwe plek op 't voorhoofd, waarvan niets in het signalemeut stond en ook niet kon staan. „En onder wat voor naam reis je nou Toen viel de man door de mand, zooals men zegt, noemde zijn eigen naam en dien van zijn vermoorde vrouw, bekende de daad en ver klaarde dat hij zich zonder verzet zou overgeven. Trouwens, hij had geen enkel wapen bij zich. De vischvangst had ondertussehen heel wat opgeleverd een zes-en-dertig stuks. Die schonk hij aan een paar jongens, die daar ook zaten te vissehen. Geboeid werd Karssing naar de marechaussee- kazerne gebracht en onder weg vertelde hij zijn treurige daad. Na dien tijd had hij door ze- nuwachtigheid geen rust meer gehad. Maar toch als de veldwachter hem zijn naam had gevraagd, zou hij wel een verkeerden hebben opgegeven. Daar Karssing in Hattem geboren is en daar nog zijn verblijf plaats heeft, werd hij gisteren- middag door de genoemde veldwachters naar Zwolle getransporteerd om daar terecht te staan. Zooals men weet, is er 300 uitgeloofd voor de aanhouding van Karssing. Een buitenkansje voor de veldwachters. De kapitein van Kopenick is in het Pas- sage-panopticum te Berlijn opgetreden en heeft in korte toespraken aan het in drommen op- gekomen publiek gebeurtenissen uit zijn leven verteld. De politie heeft zijn verdere optreden verboden. Yoigt heeft trouwens zelf gezegd, dat hem dat optreden in het openbaar onaangenaam was. Hij was tevreden, als men hem met rust liet. Maar hij was dezen keer van zijn gewponte afgeweken, om een goed werk voor Donaue- schingen te doen. De kinematograaf heeft Voigt ook al gekiekt. Een kassier van de Dresdener Bank, die het onbegrensde vertrouwen van de directie genoot, nam dezer dagen de vlucht. Hij bleek voor ongeveer 200.000 mark verduisterd te hebben. De man liet een brief achter, waarin hij zijn voornemen te kennen gaf, den dood te vinden. Werkelijk heeft men hem Donder dag in een hotel" te Schandau opgehangen gevonden. Hij had met het verduisterde geld gespeculeerd. Het horloge van den Paus. Het was bij een plechtige audientie en het is nog niet lang geleden. Er slaat een klok en nu zietde omgeving den Paus een horloge uit zijn zak halen, een armzalig, afgeschaafd, reeds geelachtig nikkelen horloge; een klein grofleeren riempje doet dienst als ketting. Een Italiaansch vorst komt naderbijhij doet zijn horloge af, een prachtwerk van goudsmeedkunst, rijk beact met juweelen en verzoekt den Paus het horloge aan te nemen en hem in ruil daarvoor het zijne te geven, dat hij als een kostbare berinnering zou bewaren. Natuurlijk werd het spontane aanbod vrien- delijk afgeslagen. //Mijn moeder heeft het mij gegeven"? zeide de Paus, terwijl bij zelf lief- koozend met de vingers over het oude horloge heeustreek. //Ik was nog een kleine jongen. Ik maakte het vast aan mijn vest met het- zelfde leeren riempje, en ik legde de gelofte af het zoo lang te dragen, tot het niet meer te o-ebruiken is." En glimlachend voegde hij er aan toe: „Het is stellig om mijn kinderlijke liefde dat het mechanisme van dit horloge zoo nauwkeurig werkt, dat het nooit een seconde verkeerd gaat." Dinsdag namiddag was te Exaaide een man aan de wijzerplaat van het uurwerk der kerk aan het schilderen. Hij zat in een mand, vastaemaakt aan een reep, die bevestigd was aan "den toren. Toen hij met zijn werk klaar was, wilde hij afdalenhij stond reeds met een voet in het venster waardoor hij zou binnen kruipen, toen de reep eensklaps brak en de werkman in de ruimte stortte. Hi) viel op het hekken dat rond de kerk staat en bleef op de punten vastzitten. De dood moet oogenblikkelijk zijn geweest. Het kostte veel moeite, om het slachtoffer te bevrijden. Een der pinnen was afgebroken en een stuk bleef in het lichaan; van den ongelukkigen werkman steken. In Antwerpen werd Donderdag in de buurt van het station de aandacht van sommige voorbij gangers getrokken door een zwierig en zeer "siiek gekleede jonge dame, die echter in haar houding en gang iets had dat aan een man deed denken. QrT Een politieagent vertrouwde het ook met en sprak haar aan; hij kreeg een heel fijn stem- metje te hooren. De agent wilde er toch meer van weten en nam haar mee naar het polilie- bureau. Daar wist men spoedig dat het ver- moeden van den agent geheel gegrond was en men hier te doen had met een man in vrouwen- kleeren. Toen men haar hoed het afzetten, kwam er een mooie zwarte pruik te voorschijn en daaronder een half geschoren hoofd, vooral rond het aangezicht, omdat de pruik beter zou Pain8Ihaar bezit werden papieren gevonden van Maria Anna Udgard, 20 jaar oud. Ondervraagd verklaarde zij, of beter hij, dathij sinds Maandag in deze kleederen stak en dit gedaan had om uit Duitschland over de grens te geraken en

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 2