Tsr Ksuzensche Courant Gemengde berichten. Zaterdag 27 Juni 1908. No. 5165. Binoeniand. TDDEXRJDIE] BLAD. "Van Sumatra's Westkust is bericlit ont- vangen, dat de controleur bij het binnenlandsch bestuur J. Bastiaans belast met het bestuur in de onderafdeeiing Lintau en Boea, afdeeling Tana Datar, Padangsche Bovenlanden is vemoord. Het gezin van den controleur Bastiaans, die vermoord is door lieden, die de belastingpen- ningen kwamen terugeischen, is in veiligheid. De controleur van Palenbajan Edie is naar Fort de Kock gevlucht. De kapitein Von Raesseld Meyer is met 75 bajonetten daarheen gezonden. De //Sumatra- bode" bepleit de vervanging van den gouver- neur van Sumatra's Westkust. TKIl NEUZEN, 26 Juui 1908. De schade voor de Cooperatieve vereeni- ging tot verzekering tegen hagelsckade in bet voorm. IVde district van Zeeiand, aangerickt onder Biervliet en IJzendijke door den hagel, gevallen Donderdag 4 Juni 11., loopt over pl.m. 180 Brugsche gemeten en is geschat op ruim 5000, met welke scbatting door de meeste belanghebbenden genoegen is genomen. Koewaclit. Door 5personen uit deze gemeente is deelgenomen aan de groote prijsvlucbt van An- gouleme gegeven te Gent. Voor deze belangrijke prijsvlucht zijn 7802 duiven ingescbreven. De inkorving had plaats te Gent, Brussel en Ant- werpen en vvel te Gent 5240 duiven, te Brussel 1312 en te Antwerpen 1220. De inkorving te Gent duurde een geheelen dag, terwijl 50 man onverpoosd bezig waren. Donderdagmoi- gen werden de eerste manden geladen. Er waren er 323, die geladen werden in 11 wag gons. Vier geleiders gingen mede om de duiven onderweg te verzorgen. Voor dezen prijskamp zijn noodig ruim 1300 constateurs. Er is voor ruim 90,000 francs gepoeld. Door het aanhoudend slechte weer in het Zuiden van Erankrijk zijn de duiven noch Zon- dag, noch Maandag of Dinsdag kunnen gelost worden. Woensdagmorgen om 5 uur zijn ze ecliter bij schoon weder opgelaten. Woensdag- avond om half zes was er nog geen enkele duif thuis in geheel Belgie. Donderdagmorgen om 8 uur kwam de duif van A. van Rumste alhier op het hok en om 12 uur die van Tk. Grand- sard. Beiden denken wel prijs te hebben. Te flerveld viel Woensdag een jongetje van 3 jaar bij het spelen in een pot met kokend water. Donderdag is bij aatij de gevolgen er van overleden. Bij het afladeu van een voer hooi had de ongeveer 70jarige H. J. C. te Goor het ongeluk van den wagen te vallen en op de straatsteenen terecht tekomen. Hoewel de toestand zich eerst niet zoo ernstig liet aanzien, is deze dermate verergerd, dat C. gisteren aan de gevolgen is overleden. Ongeluk door geluk. Te Berlijn is een man, die in kommervolle omstandigheden leefde en uit de loterij een prijsje van 300 mark trok, van vreugde plotseling krankzinnig geworden. Te Moscou hebben zich bij een 60tal menschen, die naar de wedrennen waren geweest en daar bier met ijs en ter plaatse gekochte mondvoorraad gebruikt hadden, vergiltigings- verschijnselen voorgedaan, waarvan men den oorsprong nog niet heeft kunnen opsporen. Sommige aangetasten verkeeren in levensgevaar. Het geheim der diamanten. Nu //het geheim der diamanten" van Lemoine geen ge heim meer is, hebben de Parijsche camelots er zich van meester gemaakt. Zij schreeuwen de boulevards af met hun nieuwste artikel, dat zij, met een woordspeling op den naam van den bedrieger, noemen le secret du moine" (het geheim van den monnik). Als zoodanig ver- koopen zij een stalen busje, door een deksel ge- sloten. Ligt men het deksel op, dan is er niets in dat busje. Daarna verzoekt men een der aanwezigen er wat sigaarasch in te doen, men sluit het busje weer, legt er een stuk papier onder, steekt dat in brand en als men dan het busje weer opent, vindt men er, door een true die vooralsnog het geheim van den //uitvinder blijft, een geslepen diamant in. Dank zij Lemoine maken de camelots met hun nieuwste aardigheid prachtige zaken. Een nacht op een ijsschots. Aan de kusten van Labrador heeft de zendeling-dokter Wilfred Grenfell onlangs een avontuur beleefd, dat hem bijna het leven gekost heeft. Hij had zijn station BattleHarbor verlaten om verscheidene patienten tien mijlen verder op te zoeken. Hij voer in een door honden ge- trokken slede over het ijs. Plotseling bemerkte hij dat hij zich op een drijvende ijsschol bevond en van de kust afge- dreven werd. Hij geraakte in het drijfijs en stortte met slede en honden in het water. De honden poogden over Dr. Grenfell's rug naar omhoog te klauteren en de dokter was verplicht met de honden in het water te kampen vooraleer hij een veilige ijsschol kon bereiken. De meeste honden konden zich ook redden. De temperatuur bedroeg 10 graden onder Vriespunt. De wind blies scherp uit het Noord-Westen en de nacht kwam aan. Om zich tegen de koude te vrijwaren sneed Dr. Grenfell zijn pelsen-laarzen af en bedekte met de lappen borst en rug. Toen de wind en de koude erger werden besloot hij drie honden te dooden om zich aan hunne rookende lichamen te warmen. De overige deelen van de lijken wierp hij de andere honden toe omdat hij vreesde door hen verslonden te worden in geval zij door honger geplaagd werden. Gulzig stortten zich de honden op hetT vleesch. Niettemin vielen zij den dokier ook aan en Dr. Grenfell werd door de scherpe tanden der woedende honden aan handen en beenen gewond. Hij bracht een vreeselijken nacht door. Hij hulde zich in het vel van een gedooden hond, doch de koude was zoo vinnig dat hij verplicht was nu en dan op het ijs te loopen om het bloed in omloop te houden. Onder zulke kwel- lingen brak de morgen aan en hij hoopte naar 't land terug gedreven te worden, hoewel de kusten niet te zien waren. 's Morgens bond hij aan den top van een ijzeren staaf een stuk van zijn hemd. Dit signaal werd door visschers uit Loeke's Cove gezien en na veertig uren met de uitgehongerde honden gevochten te hebben werd Dr. Grenfell aan land gebracht. Slachtoffers van hun arbeid. Alle ambtenaren van het proefstation voor onderzoek van levensmiddelen te Czernowitz zijn door be- smetting met bacillen van het rotkreupel der paarden ziek geworden. De assistent Arnost is gisteren bezweken, een ander beambte Lipetzky lag op het uiterste. Prof. Luksch had verleden Zaterdag een wetenschappelijk onderzoek gedaan met schijnbaar gedoode rotkreupelbacillen. Het buisje, waarin de kiemen zaten, sprong en de bacillen verspreidden zich in het rond. De professor verliet het laboratorium, werd ziek, maar was spoedig weer gezond. De andere ambtenaren bleven langer in de besmette om- geving en ademden de kiemen in. Zij kregen eerst verschijnselen van longoutsteking en daarna van buikloop. Prof. Luksch heeft zichzelf wegens zijne nalatigheid bij het gerecht aangegeven. Op een veld bij Groszsteinberg, in de buurt van Leipzig, is het lijk gevonden van eenjonge vrouw, de 29jarige Martha Conrad uit Leipzig. Ze was directrice in een modezaak en gedroeg zich steeds op onberispelijke wijze. De politie veronderstelt, dat het ook kier een sexueelen moordt geldt, vvaaraan een hevige strijd is voor- afgegaan. Het lijk vertoont krabben aan gelaat en hals. Het meisje is Zondag naar Groszstein berg gegaan, om daar een bekende te bezoeken. Daar is ze niet geweest, zoodat ze vermoedelijk op den weg daarheen is overvallen en vermoord. Het lijk werd door een boer in een korenveld gevonden. Gebleken is, dat het lichaam een heel eind over het veld is gesleept, vermoedelijk toen de ongelukkige nog levend was, daar de sporen van grijpende vingers in de klei zijn gevonden. Het gouden horloge en gouden ketting en eenig geld werd nog op het lijk gevonden. De vermoedelijke moordenaars van Martha zijn bij Grimrna gevat. Het zijn twee landloopers van 40 en 21 jaar. Het verwoeste Zirl. De ellende in het zoo zwaar geteisterde dorp moet onbeschrijfelijk zijn. Het heele dorp, op •20 huizen na, is een prooi der vlammen ge worden en is thans een rookende puinhoop. Het vuur greep, aangewakkerd door den sterken wind, zoo snel om zich heen, dat in minder dan geen tijd het gansche dorp een vlammen- zee was. De inwoners konden niets van hun have redden en mochten al blij zijn als ze er het leven afbvaehten. Een correspondent van de Miinchener Neuesten Nachrichten, diederamp bijgewoond heeft, beschrijft hoe hij uit zijn slaap wakker schrikte door het brandgeroep en half gekleed de trap van zijn hotel afsnelde. De menschen liepen radeloos op en neer, in wanhoop roependalles is verloren, alles is verloren De correspondent had nog een poging willen doen om den brand te beperken door een huisje op een gevaarlijke plek te laten neerhalen. Hij beschrijft dan, hoe ontoereikend de hulp was en hoe de eenvoudige en arme dorpsbewoners bang waren, dat zij het huisje zouden moeten betalen, als zij het omverhaalden. Trouwens, het mocbt niet meer baten. Het vuur had al te ver om zich heengegrepen. Het aantal dooden bedraagt volgens dejongste J opgave zes, terwijl 8 menschen zwaar en 20 licht gewond zijn. Aartshertog Eugenius en de stadhouder Von Spiegelfeld vertoefden langen tijd in het verwoeste dorpje. De aartshertog heeft 2Q00 kronen doen toekomen aan het hulp-comite. Gisterenavond is te Innsbruck een groot liefdadigheidsconcert gegeven ten bate van de I slachtoffers. Gemeenteraad van Ter Neuzen. VAN Vergadering van Donderdag 25 Juni 1908. (YEEVOLG.) Si. Vaslstelling verordening regelende de jaarwedden van de I hoof den en het verder ondermjtend personeel der openbare I tagere scholen. De Voorzitter brengt in behaudeling een concept-verordening I regelende de jaarwedden van het onderwijzend personeel I der openbare scbolen, waarbij de vroegere regeling is gewijzigd I in verband met de wet van 28 Dec. 1907, staatsblad no. 361. I Een afschrift van het voorstel, evenals van het advies der I schoolcommissie, is aan de leden toegezonden. Spreker stelt I zich voor een en ander bij de behandeling der artikels ter sprake te brengen. Heden morgen is nog ingekomen een adres van de afdeeling I Ter Neuzen en Omstreken van den Bond van Nederlandsche I Onderwijzers welke beleefd verzoekt bij de a. s. salaris- I wijziging le het minimum hooger te stellen 2e de termijnen voor de perioaieke verhoogingen, vooral I wat de eerste betreft, te verkorten 3e het maximum zoodanig te bepalen, dat aan bescheiden I wenschen worde voldaan 4e eene ziekte-regeling te treften, die eene humane op- I vatting huldigt. In de bij dit adres gevoegde memorie van toelichting I zegt adressante Dankbaar erkennende, dat de gemeenteraad van Ter Neuzen reeds vroeger eenige verbetering heeft gebracht in de positie van het onderwijzend personeel, waardoor het beginsalaris thans 550 gulden bedraagt, zijn wij van oordeel, dat bij den hoogen levensstandaard te dezer plaatse een verzoek om verhooging van het minimum niet onbescheiden zal kliuken. Meer dan eene plaats van dezelfde grootte als Ter Neuzen of kleiner heeft het minimumtraktement op zes honderd gulden gebracht, een salaris, dat ook voor het bijzonder onder- wijs op vele plaatsen als minimum geldt. Vooronze omgeving mogen wij op eene gemeente als Axel wijzen, waar het aantal zielen ruim de helft van Ter Neuzen bedraagt, en waar met algemeene stemmen een beginsalaris van zeshonderd gulden met een eindsalaris van negenhonderd gulden is aangenomen. Ook Zaamslag roept, zij het ook nood gedrongen, op tegen een minimumsalaris van 575 gulden. In verband hiermede mag er op gewezen worden, dat dit voorjaar tweemaal voor Ter Neuzen in eene vacature aan school C werd opgeroepen, zonder dat zich een enkele sollicitant aanmeldde. Dat na zeker getal dienstjaren een hooger maximum kao bereikt worden, zal wel niemand een onbillijk verlangen vinden. Een aantal plaatsen hebben evenals Axel hiervan het voorbeetd gegeven. Gaat Axel tot 900 gulden, andere plaatsen komen tot 950 gulden, sommige, als b.v. Huizen, een visschersdorp, tot duizend gulden als eindsalaris. Wij trekken hier dus voor Ter Neuzen een parallel met plaatsen van gelijke grootte of kleiner. Waar bij de nieuwe salarisverordening ook bepalingen zullen gemaakt worden voor ziektegevallen onder het onder wijzend personeel, spreken wij, onder waardeering voor de wijze, waarop het gemeentebestuur hier vroegere ziektegevallen behandeld heeft zonder verordening, de hoop uit. dat de Raad bij het vaststellen eener regeling een ruim standpunt moge innemen, bedenkend, dat niets voor een zieke opbeurender werkt, dan de zekerheid, dat zijne naaste toekomst althans verzekerd is. De Voorzitter merkt op dat, daar dit adres pas is inge komen, Burg, en Weth. het niet hebben kunnen behandelen en er dus ook geen advies omtrent geven. Als de Raad er op wenscht in te gaan kan hij dat bij de punten waarop het betrekking heeft, te kennen geven, dat ook wat betreft het advies der schoolcommissie. Door Burg, en Weth. wordt voorgesteld art. 1 te lezen als volgt ,/De jaarwedden van het onderwijzend personeel der openbare lagere school bedragen 1°. Voor de hoofden van scholen a. met minder dan vier dienstjaren 900 b. met vier en meer doch minder dan acht dienst jaren 950 c. met acht en meer doch minder dan twaalf dienst jaren 1025 d. met twaalf en meer doch minder dan zestien dienstjaren 1100 e. met zestien en meer doch minder dan twintig dienstjaren /1150; met twintig en meer dienstjaren 1200; Bovendien genieten zij, wanneer meer dan drie onder wijzers hen bijstaan, eene verhooging van 50 voor iederen onderwijzer van bijstand meer dan genoemd aan tal tot ten hoogste 150. 2°. voor elk der onderwijzers die het hoofd der school bijstaan, a. met minder dan drie dienstjaren f 550 b. met drie en meer doch minder dan zes dienstjaren f 600 c. met zes en meer doch minder dan negen dienst- I jaren 675. t 1 d. met negen en meer doch minder dan twaalf I dienstjaren f 725 e. met twaalf en meer doch minder dan zestien I dienstjaren 775 met zestien en meer doch minder dan twintig I dienstjaren 825 g. met twintig en meer dienstjaren 875 3". voor elk der onderwijzers, die het hoofd der school bijstaan en den rang van hoofdonderwijzer be- zitten 100 meer en wanneer zij den leeftijd van drie en twintig jaren bereikt hebben en volgens artikel 24 der wet tot regeling van het lager onderwijs aanwezig moeten zijn in scholen met meer dan vier onderwijzers, /200 meer dan onder sub 2° a tot en met h is bepaald. I 4°. voor elk der hoofden van scholen en der onder wijzers, die in het bezit zijn van den of meer der akten van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in ddn of meer der vakken, vermeld onder I, m, n, p, q, r, rbis en s, van Artikel 2 der wet tot regeling van het lager onderwijs, voor de eerste akte f 100, en voor iedere voigende akte 75, boven het bedrag onder 1°, 2°, en 3°, van dit artikel bepaald, mits deze akte of akten voor het geven van het onderwijs vereischt wordt of worden Naar aanleiding van de voorgestelde salarisregeling merkt de schoolcommissie op //De opklimming voor de hoofden is volgens het ont- werp aldus 50, 75, 75, 50 en 50. Het schijnt ons rationeeler, de opklimming aldus te stellen: f 50, 75, 75, 75 en /75, met een aan- vangsjaarwedde van 900 en derhalve een maximum van f 1250. Nu volgens art. 2 van het ontwerp in overeen- stemming met de wet voor den diensttijd van hoofd ook wordt in rekening gebracht de diensttijd als onder wijzer van bijstand, ligt het voor de hand, dat in den regel de twee laatste verhoogingen zollen vallen in eene periode, dat de levenseiscben het zwaarst in ieder geval niet het lichtst zijn. In de tweede plaats geven wij in overweging, het bedrag der verhooging, die genoten wordt voor elken onderwijzer van bijstand die het getal van drie over- treft, te brengen op 75, tot een maximum van 150. Door dezen maatregel zou worden tegemoet gekomen aan den ongewenschten toestand, dat het hoofd recht- streeks den geldelijken invloed ondervindt van toe- of afname der bevolking zijner school. De ondervinding alhier toch leert, dat de wettelijke noodzakelijkheid van een zesden onderwijzer van bijstand aan schomme- ling onderbevig is. Met de ontworpen salarisregeling voor de onderwijzers van bijstand kunnen wij ons vereenigen. Het heeft onze aandacht getrokken, dat de wettelijke minima ad f 100 en /200, voor de onverplichte en verplichte hoofdakte door Uw College gehandhaafd bleef. Ten einde te voorkomen dat bezitters dier akte solli- citeeren naar elders, waar de desbetreffende toelage grooter is, ware het van belang ook hier de toelage te verhoogen. Het feit, dat het aantal bezitters der hoofd akte te dezer plaatse betrekkelijk zeer gering is, dient wel in het oog te worden gehouden in verband met de 3e alinea van art. 24 der wet-." De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. de door hun college voorgestelde regeling voldoende achten en dua hun vooratel handhaven. De heer De Masier vraagt of men dan niets gevoeld om de verhooging ad f 50 per onderwijzer aan de schoolhoofden voor den vierden, vijfden en zesden onderwijzer van bijstand enz. tot een maximum van f 150, ook ten voile uit te keeren wanneer er maar 5 onderwijzers van bijstand zijn, zooals de commissie voorstelt? Hoewel het wel niet denkbaar is, dat in de kom het aantal kinderen op de scholen zoo zal dalen dat er minder dan 6 onderwijzers aan de scholen noodig zijn, is het toch verleden jaar al gebleken, dat, zoodra het aantal kinderen beneden het in de wet bepaalde critieke cijfer daalt, men er dadelijk toe overgaat den volgens de wet overcompleten onderwijzer te ontslaan. Een daltng van het aantal kinderen op school kan dus van invloed zijn op het salaris van het hoofd, zonder dat deze op eenigerlei wijze op dat kinderental invloed kan uitoefenen. Dit acht spreker een voor die ambtenaren onge wenschten toestand. Men moet zich op een humaan stand punt stellen en dat voorkomen, door ook voor 2 onderwijzers meer, dan de eerste 3, de voile /160 verhooging te geven. De heer MoesHet is niet te voorzien, dat zich hier omstandigheden zullen voordoen dat het aantal onderwijzers op de scholen lager dan 6 daalt, zoodat het toch gelijk blijft daar ze dan driemaal f 50 ontvangen. De heer De Masier voorziet ook geen dating van het aantal onderwijzers, maar het is toch door onvoorziene om standigheden niet buiten gesloten en dan inaakt de door de schoolcommissie voorgestelde regeling de positie der school hoofden zekerder, daar dan het salaris door de sc'hommeling van het aantal kinderen niet zoo spoedig aan daling bloot staat. De heer MoesJa, in het dagelijksch leven is het ook niet anders, als iemands zaken eens wat minder druk zijn dan een voorgaand jaar, wat hij ook niet altijd in de hand heeft, zal hij ook minder verdienen. Waarom moeten de hoofden van scholen. wier salaris nu toch reeds aardig geregeld is, van die risico worden buiten gesloten. De heer De Masier meent dat men een ambtenaar maar moeilijk bij een handelaar kan vergelijken het is nu werkelijk niet het geval dat hjj zoo royaal wil zijn en het geld maar weggeven, maar hij pleit hier voor eene verbetering in de positie eener categorie ambtenaren, omdat hij de bestaande regeling ten deze steeds verkeerd heeft gevonden. De hoofden van scholen staan buiten hun schuld bloot aan vermindering van salaris. Het is hem althans niet bekend dat de hoofden van scholen in de gelegenheid zijn door het maken van reclame voor hun school het aantal kinderen te vermeerderen. De Voorzitter: Van reclame maken kan geen sprake zijn. De toelating van leerlingen wordt geregeld door Burg, en Weth. De eenige mogelijkheid zou zijn om, zooals in school A het geval was, een groot aantal kinderen in de hoogste klas te houden. De heer Visser wenscht mee te gaan met het advies der schoolcommissie, de hoofden van scholen kunnen er toch werkelijk niets aan doen als er minder kinderen ter school komen. De heer Moes Ik kan er mij niet mee vereenigen ik vind het salaris al mooi genoeg. De heer De MasierMaar het is geen verhooginghet salaris blijft zooals het thans is, alleen kan het niet zoo licht verminderen. De heer Moes Al zou dat laatste ook het geval eens zijn, dan acht ik eene /50 minder op een zoo hoog salaris nog niet van invloed. Het inkomen van een particulier is, zooals ik reeds aanhaalde, ook wel aan schommeling onder- hevig. De heer De Masier Die partieulieren hebben dan meer of minder werk, maar bij de hoofden van scholen zal het in hunne werkzaamheden niets uitmaken of er eens een 30 of 40 kinderen meer of minder ter school komen. Al vermin- dert dus het aantal kinderen voldoende om hun salaris met f 50 te zien verminderen, zullen ze daardoor nog hetzelfde werk moeten doen van vroeger, toen hun salaris f 50 meer was. Dat is onbillijk. Laten wij eene regeling scheppen die de positie vaster maakt. De heer Van den Hoek meent dat de hoofden werkelijk wel eenigen invloed op het schoolbezoek kunnen uitoefenen. Hij zou de regeling liever houden zooals die thans wordt voorgesteld. De positie der hoofden wordt daardoor toch weer aanmerkelijk beter dan thans het geval is. De heer De MasierMaar hun werk wordt toch niet zwaarder of lichter, als het aantal kinderen beneden het critieke cijfer daalt. Wanneer het nu denkbaar was, dat er minder dan 6 onderwijzers kunnen komen, zou men nog kunnen zeggen er zit mogelijk een voordeeltje in van 50 voor de gemeente, maar dat zal wel niet het geval worden. Do heer Van den Hoek De mogelijkheid dat er nevens het hoofd 5 onderwijzers van bijstand zijn, is niet buiten gesloten. De VoorzitterDan krijgen de hoofden 50 minder, ze kunnen nooit meer verhooging krijgen dan driemaal 50, daar voor een zevenden onderwijzer enz. niets meer gegeven wordtde schoolcommissie wenscht echter reeds voor de vierde en vijfde onderwijzer de voile verhooging te behonden. De heer Van den Hoek merkt op, dat uit een vorig schrijven der schoolcommissie blijkt, dat deze voor meer dan 6 onderwijzer'- van bijstand wel degelijk meer dan f 150 verhooging wil geven, want in hare berekening van de kosten eener school met 6 parallelklassen wordt het salaris van het hoofd terstond op 300 meer geraamd. I De Voorzitter Dat schrijven is thans niet aan de orde. De heer De Masier U moet nu geen ongelijkmatige zaken gaan verwarren. De heer Van den Hoek: Ik haal dit aan, omdat gezegd I wordt: voor meer dan 6 onderwijzers wordt niets gegeven; I dat zou volgens dat voorstel wel het geval zijn. De Voorzitter zal art. 1 gesplitst in stemming brengen. I Allereerst sub 1, left. a—/. De schoolcommissie wenscht de I 2 laatste verhoogingen ook op f 15 te bepalen, en gaat dus I met het maximum f 50 hooger dan Burg, en Weth. wenschen. I De heer Visser neemt het voorstel der commissie over. I De heer Moes kan niet begrijpen dat de heer Visser thans I zoo voor de onderwijzers staat, waar hij, toen voor eenigen I tijd de kenrloonen ter sprake kwamen hij vroeg of het salaris I van de keurmeesters, die toch niet zoo ruim bezoldigd worden, I nog niet kon verminderen. I De heer Visser: U hebt me toen bepaald niet begrepen, I ik heb geene bedoeling gehad het salaris dier menschen te verminderen, het is mijae gewoonte niet op bezoldigingen te beknibbelen. De heer Wieland wil de zaken niet vooruitloopen en meer geven dan noodig is allicht komt er later weer verhooging. Hij zal daarom niet verder gaan dan hetgeen thans wordt voorgesteld.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 9