Gemengde berichten. Telegrafische berichten. drie rijtuigen dat werkelijk eene ware slachting werd aangericht, een bloedbad dat geen pen kan beschrijven. Deze inzittenden waren meestendeels werk- lieden, vroawen uit den kleinen burgerstand, soldaten, en meest alien zijn gedood of erg gewond. Wanneer de eerste hulp opdaagde woonde men een tooneel bij, dat nooit uit bet gebeugen ■van de aanwezigen zal gewischt worden. Het was een tooneel van ware verschrikking. Het gehuil en het gekerm der tusscben de puinen beknelde gewonden deden bet bloed in de aderen stollen. Menscheu die beelhuids uit de ramp waren gekomen, liepen als zinneloos door de statie en vlucbtten het veld in. Het waren ploegen arbeiders en soldaten van bet 9e linieregiment, door den heer stationscbef ontboden, die de eerste werken van opruiming en vervoer van dooden en gewonden ondernamen. In de wacbtzaal waren de geneesheeren en de geestelijkheid van Contich, die met ware boven- menschelijke krachten en offervaardigheid ge- neeskundige en geestelijke hulp toedienden. Rond half 11 is de eerste hulptrein uit Antwerpen aangekomen met geneesheeren, verpleegsters, wiegen en al het noodige materieel. Door toevallige omstandigheden was een ver- slaggever van de Antwerpsche Matin een fiets- tocht gaan maken in de omgeving waar bet spoorwegongeval heeft plaats gehad. Het was voor een fietstoeht een uitgezochten morgen. Hij ontmoet een rijtuigje met een paar inzit- tende personen die hem vroegen //of hij ook op weg was naar het spoorwegongeluk." Hij verklaarde daarvarn niets te weten, waarop hem werd medegedeeld, dat te Contich een ernstig spoorwegongeluk was voorgekomen, waarbij vele dooden en eenjaanzienlijk aantal gekwetsten te betreuren vielen. Het rijtuigje bleek reeds met verbandmiddelen op weg te zijn riaar de plaats der ramp. Zoo voerde het toeval een reporter naar de plaats van het spoorwegongeval, eenige oogen- blikken nadat het had plaats gehad. Hij schrijft nooit het verschrikkelijke schouw- spel te zullen vergeten. Een verkeerden wisselstand heeft het ongeluk veroorzaakt. De trein AntwerpenTurnhout, die aan de vertakking van het station Contieh- kazerne stilhoudt, werd op het linkerspoor gediri- geerd zooals het ook moet geschieden, d. w. z. op de lijn naar Lier. Deze trein hield stil om een groot aantal reizigers op te nemen, die van Brussel en Mechelen gekomen waren en die te Contich moesten overstappen voor de richting van de Kempen. Onder deze personen bevonden zich vele lieden van de Brusselsche bedevaart- gangers naar Lisp. De expres AntwerpenBrussel volgde, maar moest natuurlijk dezelfde vertakking der baan niet volgen. Deze moest doorloopen op de Brussel-lijn. Wat toen gebeurd is, men weet het nog niet juist, maar zooveel is zeker, dat de expres op de lijn naar Lier doorliep en zoodoende letterlijk de 2 laatste wagens van den reeds daar staanden trein verpletterde. Depaniek. Het was een vreeselijke schok. De locomotief van den expres vermorzelde de waggon derde klasse, die den staart vormde van den trein naar Turnhout. De waggon tweede klasse, die daar voorstond, werd langs onder opgenomen en omgeworpen. Het derde rijtuig, eveneens van de tweede klasse, werd zeer beschadigd. In den expres-trein werden door den schok alle reizigers door elkander geworpen, zonder dat daarin iemand ernstig gekwetst werd. Alle reizigers, met die uit den Turnhoutschen trein, die er goed waren afgekomen, sprongen als uitgelatenen op despoorbaan, roepende, huilende, loopende, met het idee-fixe om zoover mogelijk van de plaats des onheils weg te vluchten. Onder het personeel van het station en van de treinen was er een oogenblik van algeheele verwarring. Dit duurde slechts een oogenblik waarna alien naar de ru'ine snelden, gevormd door overblijfselen van waggons en menschelijke lichamen. Men begon met te doen wat gedaan kon worden, al kon men op dat oogenblik niet terstond beschikken over alle hulpmiddelen om tegenover zulk een ontzettende ramp op te treden. Allereerst begon men dus de gemakkelijkst weg te nemen menschen uit en van onder den trein weg te halen. Uit de waggons tweede klasse werden de kussens gehaald. om daarop de gewonden neer te leggen op elke plaats die daartoe geschikt was. Vreeselijk schouwspel. In het station, waarheen ook de slachtoffers gebracht werden, vertoonden zich aan het oog afgrijselijke too- neelen. Een jonge vrouw, goed gekleed, zit tegen een muur. Ze heeft een voet verbrijzeld. Ze heeft de kracht niet meer, nog een woord te spreken, doch hare handen strekken zich naar de voorbijgangers uit en hare oogen smeeken. Twee passeu van haar vandaan liggen 4 ge- kwetste arbeiders zij aan zij. Hun gezicht is een klomp bloed. Hunne afgescheurde kleederen laten de verbrijzelde ledematen aanschouwen. Er waren in den achtersten wagen verschil- lende bootwerkers, die des morgens in Antwerpen hunne diensten haddeu aangeboden, doch die on- verrichter zake naar huis keerden. Naast vorengenoemden lagen 2 lijken. Twee ongelukkige soldaten. Er waren een 12tal soldaten van het (ie linieregiment op den trein van- Turnhout, die zich naar het kamp te Beverloo begaven. Van 1 der twee veronge- lukten was het hoofd geheel vermorzeld waarom over dezen misvormdeu vleeschklomp een doek was gelegd. Zijn ongelukkige kameraad heeft, voor zoover men kan zien, geen kwetsuren maar ligt, geheel in zijn kapotjas gehuld, met het hoofd ingetrokken tusschen de schouders. Nog een lijk, ditmaal van een coquet gekleede jonge vrouw, hare beide arm,en zijn verpletterd door de mazen van haar witte hhndschoenen d'ruipt langzaam het bloed. Op het trottoir van het station ligt iemand in doodstrijd, gekleed als een werkman op z'n Zondags. Zijn gelaat is vreeselijk met bloed bespat. Een priester buigt zich over hem en geeft hem absolutie. De man opent de gebroken oogen nog half en vouwt de handen saam, een gebed stamelend. Het leven zal hem spoedig ontvlieden. //Hihihieen man spreekt ons aan, aldus vervolgt de verslaggever van //De Matin", en -dat lachen maakt onder deze omstandigheden een vreeselijken indruk, vooral wanneer die lach komt uit een gelaat dat door het bloed waarmede dit is bespat geheel rood is gekleurd. Al lachende verklaart de man //dat hij onder de bedevaartgangers naar Lisp was, dat hij op den bodem van het spoorwegrijtuigcompartiment gevallen is, maar dat men hem direct heeft op- geraapt en dat het wel aardig is, wel aardig". En aitijd maar ootwaart men den onnoozelen lach, die ons diep zeer doet. Zijne vrouw, even eens ongekwetst, is bij hem en beproeft hem schreiende te kalmeeren. Op een draagbaar wordt de Barones De Jamblonne voorbij gebracht, die de bedevaart gangers begeleidde. Van haar is de voet ge broken. Hare 4 kinderen die bij haar waren kwamen er met eenige schrammen af. Overal liggen de lichamen en beekjes bloed stroomen er tusschen. Aan de andere zijde van den spoorweg tegen de schutting zijn meer dan 20 gekwetsten neder- gelegd. De zon, die onder de hand zeer warm werd, veroorzaakte de gekwetsten groote smart doordat deze onbelemmerd in de gapende won- den brandde. Van alle kanten hoorde men smartelijke zuchten en jammerkreten, die zich vereenigden in een langen en verscheurenden smartkreet. De eerste hulp. Inmiddels zijn' de doktoren van Contich en de nabijgelegen dorpen op het terrein der ramp gekomen. Er zijn er echter op lange na niet genoeg. Ze hebben niet het 50e deel der verbandmiddelen die noodig zouden zijn. Een heer staat kalm zijn heme aan reepen te trekken om op die wijze tege- moet te komen aan het tekort van verband middelen. De geestelijke pleegzusters, die zich in het gezelschap der bedevaartgangers bevonden liepen rond om hulp te bieden, waar dit mogelijk was, zij baadden, met de opgenomen kleederen letterlijk door het bloed. Van het garnizoen te Contich kwamen officieren en soldaten hulp verleenen en ook burgers meldden zich aan om hulp te verleenen. Men verbindt, helpt en laaft de ongelukkige gekwetsten die door een vreeselijken dorst ge> kweld worden. Het is echter onmogelijk al de smarten te lenigen. Men ziet de ongelukkigen lijden, doch kan voor hen niets doen, zoolang er geen andere en ruimere hulp is. Terwijl er zoo gewacht wordt, op de van Antwerpen ontboden buitengewone hulp, begint men zoo goed en zoo kwaad als het gaat de ru'inen op te ruimen. De brokstukken van de wagens worden weggenomen en de lichamen van verongelukte passagiers daaronder uitge- haald, 4 lichamen kon men echter niet bereiken. Men vreest dat, als men enkele deelen van den waggon wegneemt, een instorting zal plaats hebben, die de mannen, ofschoon blijkbaar reeds dood, geheel zal verpletteren. Zij liggen onder de waggon derde klasse op elkaar, volgens hunne kleeren zijn het bootwerkers. Zij bouden nog gedeeltelijk speelkaarten tusschen hunne handen geklemd, terwijl er tusschen hen ver- spreid liggen. In het begin na de botsing had men nog hooren klagen, dit was echter lang zaam verminderd, tot het ten slotte geheel was opgehouden en stil werd. De mannen waren dood. Door eene opening in het dak van den waggon tweede klasse zag men een onthoofd vrouwenlijk. Het bovendeel van het lijk vertoonde een ver- warde massa. Een officier raapte iets op, ge heel onder het bloed, dit bleek te zijn het haar der ongelukkige, die letterlijk gescalpeerd was. Men kent haar niet. En zoo gaat het voort, het eene vreeselijke tooneel verdringt het andere. bleef maar steeds staren op het door hem vol- geschreven formulierhij is het adres zijner ouders vergeten zoo heeft het gebeurde hem aangegrepeu. Zoodra mogelijk daagde uit Antwerpen hulp. )e hospitalen aldaar hadden hun medisch per soneel en verbandmiddelen benevens draagbaren leschikbaar gesteld om hulp te bieden, die met extra-treinen, tevens voor het naar Antwerpen brengen der gewonden bestemd, werden aange- voerd. Nevens dezen kwamen ook tal v*n particulieren met verschillende vervoermiddelen naar de plaats der ramp, niet alleen uit nieuws- gierigheid, maar ook velen voorzien van ver bandmiddelen, om hulp te verleenen. Nadat deze hulp gearriveerd was, werd een aanvang gemaakt met het vervoer van gekwetsten en dooden naar het magazijn der kazerne te Contich, ongeveer 100 meters van het station gelegen. Het werd een regelmatige defile van soldaten met draagbaren op den weg. Een officier hatj zich belast met de zorg dat de dooden rechts, de gewonden in het linkerlokaal werden gebracht. De gewonden werden op de houten britsen neergelegd. In het station was hun gevoel voor de pijn reeds eenigszius verstompt, doch door het vervoer naar de kazerne was de pijn weer terug gekomen, wat hun ijselijke smartkreten ontlokte. Overal is het bloed, ook de kleederen en handen der helpers druipen er van. Er werden twee treinen ingerichtom dezwaarst gewonden te vervoeren naar de hospitalen te Antwerpen. Onder het vervoer, of bij het aan- komen te Antwerpen, stierf nog een tweetal. Ook een man bleek geheel gescalpeerd te ziin. De gekwetsten werden in de verschillende hospitalen ondergebracht. De meesten hadden beenbreuken. De Ministers Liebaert en Descamps-David brachten een bezoek aan het terrein der ramp. Ook Prins Albert kwam daar aan en bezocht het magazijn waarin de gewonden en de dooden waren opgenomen. Te Contich kwamen meer en meer belang- stellenden onderzoek doen naar familieleden. In den hangar waren toen opgenomen 32 lijken. De plechtige stilte der menigte die daar voorbij- trok werd alleen gestoord door de smartkreten van hen, die daar een bloed- of aanverwant herkeuden. 24 lijken zijn herkend, van 4 mannen en 4 vrouwen was hedennacht de identiteit nog niet vastgesteld. Met de later overledenen was het aantal dooden 34. Het aantal gewonden werd op 120 geschat. Zooals meestal bij zulke gelegenheden, is dat niet juist te bepalen- Eenige gekwetsten zijn ook overgebracht naar Brussel. Uit het interview dat de verslaggever van „De Matin" hield met een ingenieur van den spoorweg over de oorzaak der ramp blijkt dat men bezig was met het veranderen der sig- nalen. Aan het signaal der betrokken lijn was de handel weggenomen, waarmede de wissel wordt omgehaald en moest dit dus met de hand gebeuren. Nu meende de ingenieur dat de wisselwachter zou vergeten hebben dat er een handel was weggenomen eD daardoor het boogst betreurenswaardig en noodlottig verzuim was voorgekomen. Misschien zou de juiste toedracht echter wel niet aan het licht komen daar volgens den ingenieur de wisselwachter sedert het ongeval verdwenen is en vermoedelijk //zichzelf gerechtigheid heeft gedaan". alleen't doode bovenlijf in den arm. Het andere gedeelte stak buiten. Het rijtuig moest daarenboven omgevallen zijnik merkte dit aan den stand van banken en wanden. Ik zat met het been vast, maar ik leefde en dat was de hoofdzaak. Er was nu maar kwestie los te raken, want wie weet wat er nog kon gebeuren. Met den eenen voet stampte ik eene wonder- baar, nog heel gebleven ruit stuk, rukte met geweld den anderen uit de klem en verloor daarbij niets meer dan den zool van mijn linker- bottien. Die bottien bewaar ik mijn leven lang. Hoe ik alleen dat compartiment beelhuids ben uit- gekomen, is een waar mirakel. En niet minder hoe ik, te midden van al die brokken, al dat bloed, al die gebroken ledematen niet stapelgek ben geworden. In het kleine telegraafkantoor verdrongen de geredde passagiers zich om aan familieleden bericht te doen van hun behoud. Eenjongeling Iemand die de ramp heeft medegemaakt, de goudborduurder V ansina, uit de Keizerstraat te Antwerpen, die te Gheel een vaandel moest afleveren, en op den trein naar Lier was, doet het volgende verhaal Rechts van de statie loopen de lijnen op Brussel; links die, welke bij middel eener zijlijn op Lier wordt gericht. Ik was dus in den trein voor Lier, in een compartiment niet-rookers, van de 2e klas. Deze trein moest hier wachten op de correspondentie van Brussel. Wij hadden belialve de waggons 2e klas, nog een waggon 3e klas van voor of drie van achter, waarin veel werklieden zaten. Rechts kwam de trein van Brussel, uit welke een aantal bedevaarders in onzen trein moesten overstappen. Er was geen plaats genoeg in de 3e klasrijtuigen, zoodat de statieoverste toelating gaf, de overigen in 2e klas op te nemen. En zoo kwam het dat eene vrouw mijn com partiment, in 't welk ik nog met een paar andere personen zat, binnen wilde. Terwijl zij den voet op de trede zette stak ik de hand uit om haar binnen te helpen, toen op eens een gekraak, dat duidelijk aantoonde wat schrikkelijke ramp er gebeurde gehoord werd. Alles bewoog rond mij de schutsels, de plafonds, de zijwanden, alles leefde en de, vrouw zat met het middenlijf gepletterd tusschen den wand van het rijtuig en mijn been, dat ik tot steun had uitgestrekt' om haar binnen te helpen. Alles wat een minuut geleden rond mij vroolijk leefde, was nu bloedend, vormloos verpletterd, dood, wat weet ikVan de vrouw hield ik Een jongen te Haarlem was verliefd en kocht daarom bij de Singermaatschappij een naaimachine z. g. op afbetaling. Hij deed zijn rueisje, die daarmede zeer blij was, de machine cadeau. Maar, niet steeds is de liefde bestendig van duur. Het engagement raakte af en uit bal- oorigheid staakte de jongen de afbetalingen, en daar het meisje weigerde de machine terug te geven eens gegeven, blijft gegeven, redeneerde zij, werd de jongen vervolgd wegens verduistering, doch vrijgesproken. De Singer liet nu beslag leggen op de ma chine het meisje verzette zich daartegen en nu zullen in deze zaak op 27 Mei a. s. te Haarlem de pleidooien plaats hebben. Het tweejarig kind van den heer N. v. d. A en, te 's Hertogenboseh, had Woensdag een fleschje met likdoorntinctuur weten machtig te worden, waaruit het iets dronk met het nood lottig gevolg, dat het binnen enkele oogen- blikken overleed. Een ontzettende kindertragedie heeft zich Maandagavond te Halensee, bij Berlijn, afge- speeld. Daar woont, in de Bornimerstrasze, de portier Zschenner, op de derde verdieping van een groot huis. Zijn vrouw vermiste een klein bedrag uit haar portemonnaie, en wilde, daar ze overtuigd was, dat haar beide oudste kinderen, meisjes van 9 en 8 jaar, zich het geld hebben toe- geeigend en versnoept, den kleinen een kastijding geven. Terwql de jongste haar straf ondeigmg, was de oudste, de 9jarige Truitje, voor haar toornige moeder naar een andere kamei ge- vlucht en had deze gegrendeld. De opwinding van de vrouw werd hierdoor nog verraeerderd, en in haar toorn uitte zij zware bedreigingen tegen haar kind. Toen werd de kleine door een nameloozen angst aangegrepen. Zij siingerde zicb over de borstwering van het aan de kamer grenzende terras en viel op de binnen plaats van het huis te pletter. Nog levend werd het kleine meisje naar het ziekenhuis gebracht, waar ze een paar uur later den laatsten adem uitblies. Middelburg, 22 Mei. Alvorens heden de ge- wone zitting voor strafzaken der rechtbank alhier werd geopeud, werden eenige gevoei- volle wooden gesproken in verband met het plotseling 'overlijden van den heer Mr. Turk wiens groote verdiensten werden gehuldigd. Vooral is zgn heengaan zoo treurig, waar Mr. Turk heden een belangrijke zaak zou moeten behandelen in de voorbereiding waarvan hij zoo'n groot aandeel heeft gehad, nl. de zaak tegen den oud-notaris WS. B., te A lis- singen. Mr. De Witt Hamer sloot zich namens de balie bij de waardeerende woorden van Mr. Schorer aan. Hierna werd de zaak tegen den oud-notaris behandeld, beklaagd van verschillendef'rauduleuze haudelingen in zijn betrekking. De beklaagde was niet verschenen, waarom verstek tegen hem werd verleend. Uit de heden afgelegde getuigen verklanngen bleek dat notaris B. vooral met verschillende hypotheken fraudes had gepleegd, door tweemaal bypotheek te nemen op eenzelfde gebouw, voor- gevende aan den betrokken persoon dat een bypotheek moest worden afgelost, doch dat hy reeds een nieuwen geldschieter wist. De bekl. is thans gedetineerd te Middelburg. Ruim 60 getuigen zijn gedagvaard. 'S Gl-avenliage, 22 Mei. Tweede Kamer. Motie-Bos voor Staats-exploitatie van spoor- De heeren Van Karnebeek, De Waal Malefijt en Lohman waren tegen de motie. De heer Eland verklaarde zich er voor. De Minister Bevers, hoewel geen pnncipieel tegenstander van Staats-exploitatie achtte dezen in de gegeven omstandigheden noch wenschelij r, noch noodzakelijk en ontraadde dus de motie. Door den Minister is medegedeeld dat een onderzoek wordt ingesteld of de bestaande over-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 6