Hoogwatergetij te Ter Neuzen. DAGEN. Zaterdag 25 April Zondag 26 u Maauaag 27 Dinsdag 28 Woensdag 29 Donderdag 30 Vrij dag 1 Mei Voorm. ~&55 10.26 11.36 0.3 0.51 1.31 2.9 Nam. 9aT 11.4 12.29 1.11 1.51 2.27 tegemoet te komen door hem van het naast de woning ge- legen terrein ongeveel1 80 M2. in erfpacht te geven, welke oppervlakte op de ingezonden teekening met potlood gear- ceerd is aangegeven. Nadat deze teekening in de vergadering bij de leden heeft gecirculeerd wordt het voorstel van Burg, en Weth. met algemeene stemmen aangenomen. f. Een verzoek van L. J. de Vries om de rooilijn te wilien bepalen voor twee door hem aan de Lange Kerkstraat te bouwen woonhuizen, op een terrein naast het door hem bewoonde huis. De Voorzitter legt over de door adressant ingezonden plattegrondteekening, waaruit blijkt dat adressant de eene woning wil bouwen met den voorgevel in dezelfde richting als van het door hem bewoonde huis en de andere woning met den voorgevel ongeveer haaks op die rooilijn, doch 80 c. M. gelegen voor de rooilijn van een tweetal daar naast de trap naar de Pelmolengang gelegen huizen aan de Lange Kerkstraat. V aar adressant het vraagt is nog geen rooilijn aangegeven daar die voor de Lange Kerkstraat, met de vele kronkelingen niet in algemeenen zin aan te geven was. Burg, en Weth. stellen voor te besluiten overeenkomstig het verzoek van adressant. De heer Wieland heet't er ook geen bezwaar tegen, hij meent dat de omgeving aldaar door dien voorgenomen bouw veel zal verfraaien, maar vraagt hoeveel terrein adressant zou overhouden als hij die 80 c.M. niet mag vooruitkomon. Want zegt spreker al verfraait het er mede, daarop mogen we toch niet alleen zien. De Voorzitter deelt mede dat het terrein daar nu 5,50 AJ. breed is. Gaan die SO c.M. er af, dan blijft er natnurlijk maar iets meer dan 4J- M. over. Het verzoek van adressant wordt hierna met algemeene stemmen overeenkomstig het voorstel van Burg, en Weth. ingewlligd. K- Proces-verbaal van de op 24 Maart 1.1. door Burg e» Weth. ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden. opname der boeken en kas, waarbij bleek dat over de dienst- jaren 1907 en 1908 is ontvangen een bedrag van f 106,875,25 en, blijkens voorhanden zijnde bewijzen van uitgaaf is uitge- geven een bedrag van 100,810, zoodat meer ontvangen dan nitgegeven is een som van f 6065.25. Het goed slot der rekening van 1906, hetwelk niet op de loopende begroo- ting in ontvang is gebracht bedraagt 6.64J. Br moet dug in kas zijn f 6071,89J, juist overeenkomende met de vertoonde bewijzen. Aangenomen voor kennisgeving. Is. Het beredeneerd verslag van hetgeen met betrekking tot verbetering der volkshuisvesting in de gemeente Ter Neuzen gedurende het tijdvak van 1 Jan.31 Dec. 1907 is verricht, opgemaakt door Burg, en Weth. der gemeente, ingevolge art 52 der WoniDgwet. Hieruit blijkt dat ten opzichte van 6 woningen aanschrij- vingen tot verbetering werden gedaanin geen dezer ge- vallen moest de bewoning worden gestaakt- Er werden 8 woningen onbewoonbaar verklaard. Door een nauwkeurig toezicht op de naleving der bonw- verordening wordt over het algemeen veel bijgedragen tot verbetering der volksgezondheid. .Aangenomen voor kennisgeving. i. Een schrijven van E. J. P. Eijke, wed. Hasse, die onder vriendeljjke dankbetuiging voor hare benoeming tot onderwijzeres aan school A bericht, dat zij hoopt met 1 April die betrekking te aanvaarden. Aangenomen voor kennisgeving. j. De rekening van het Burgerlijk Armbestnur over 1907, bedragende in ontvangsten 6315,55, in uitgaaf 5976,23$, het goed slot alzoo f 339,31J. Deze rekening zal worden gesteld in handen der commissie die later de gemeenterekening moet onderzoeken, om met deze te worden behandeld. h. De rekening der Kamer van Koophandel en Fabrieken over het jaar 1907, bedragende in ontvangsten f 180,50, in uitgaven f 165,47J, goed slot alzoo f 15,02J. Ook deze rekening zal worden gesteld in handen der bovengenoemde commissie. I. De rekening der Nieuwjaarscommissie voor den winter 1907708, sluitende met een batig saldo van /26. De ont vangsten hebben bedragen 524,65, de uitgaven f 498,65. Deze rekening wordt onder dankbetuiging aan de commissie vnor haren verrichten arbeid, voor kennisgeving aangenomen. an. De rekening der Gezondheidscommissie wier zetel gevestigd is te Ter Neuzen, over het jaar 1907. De inkom- sten bedroegen 2036,15^, de uitgaven f 1583,28, het goed slot mitsdien f 452,87$. Deze rekening zal worden gesteld in handen der commissie voor het nazien der gemeenterekening. n. Een schrijven van den directenr-generaal der posterijen en telegrafie, wnarin deze bericht, dat er gestreefd wordt naar eene gelijkmatige salarieering der telefoonhouders van de rijkstelefoonkantoren, die door de gemeenten worden bezoldigd. Volgens die regeling wordt voor het telefoon- kantoor te Sluiskil een jaarwedde van f 100 voldoende gea'cht. Deze aanschrijving moet evenwel niet zoodanig worden opge- vat, dat de gemeenten die soms een hooger salaris betalen, dan volgens de door het rijk aangenomen evenredigheids- maatstaf, het salaris zouden moeten verlagen, doch er kan bij vacatures rekening mee worden gehouden. Aaagenomen voor kennisgeving. o. Een schrijven van het gemeentebcstuur van Glinge waarin adhaesie wordt verzocht aan het door dat gemeenle- bestuur aan den Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid gericht verzoek om het Nederlandsche vee, dat wegens eene besmettelyke ziekte uit de quarantaine stallen te Clinge (Belgie) over de grenzen wordt teruggevoerd, op Bijkskosten te onteigenen en af te maken daar dat vee gevaar oplevert voor besmetting van het vee in die gemeente niet alleen, maar in deze geheele omgeving. De Voorzitter vraagt de meening der leden hieromtrent. De heer Dees kan zich zeer goed met den inhond van het adres vereenigen. Het zon een goeden maatregel zijn, als het vee, dat wegens een besmettelijke ziekte niet in Belgie mag binnenkomen werd onteigend en afgemaakt. Het ge- beurt ook dat te Sas van Gent koeien worden afgekeurd wegens tnberculose en dan weer worden vervoerd naar Mid- delburg of Rotterdam. Dat is bepaald gevaarlijk voor de besmetting van onzen veestapel. De heer Moes stemt daarmede in. De Voorzitter: U bedoelt dus dat ook het vee lijdende aan andere ziekten dan mond- en klauwzeer, zooals in het adres van Clinge wordt gezegd zou moeten worden afgemaakt. De heer Dees: Ik bedoel natnurlijk het vee lijdende aan besmettelijke ziekten, welke ook. De kwestie is echter bij de Regeeriog wel al voldoende bekend, daar ook door het Hoofdbestuur der Zeeuwsche Landbouwmaatsehappij reeds het vorig jaar daarop hare aandacht is gevestigd. De VoorzitterDaar het adres van Clinge aan ons op ongezegeld papier is gesteld, zouden we dat terzijde moeten leggen en een zelfstandig adres aan den Minister moeten inzenden. De heer Drost ziet niet In waarom een zelfstandig adres noodig is. Hij meent dat de zaak veel meer gesteund wordt door een adres van adhaesie dan door een zelfstandig adres. De Voorzitter merkt op, dat de wet verbiedt te beschikken op een ongezegeld verzoekschrift. De heer DrostEr behoeft ook in ons adres niet te staan dat we adhaesie verleenen, rgezien een daartoe door het gemeentebestuur van Clinge aan ons gedaan verzoek", we kunnen toch door de couranten of op andere wjjze kennis gekregen hebben van het door Cliuge verzonden adres, dat onze instemming heeft, waarom we er adhaesie aan betuigen zander meer. De VoorzitterHet is, als de zaak zoo behandeld wordt, eigenlijk een ontdniking van de wet, zooals ik voorstelde kornt men tot hetzelfde resultaat en het is meer in den corrn. De heer De Masier ziet er ook geen bezwaar in, adhaesie te verleenen, hij is het eens met den heer Drostde Raad kan er zeer goed op andere wijze dan door het ingekomen ongezegeld verzoek kennis van hebben gekregen, op welke wijze dan ook, en er instemming mede betuigen. De VoorzitterJa, als de Raad de zaak op die wijze wenscht te behaudelen, kan hij dat ook. De heer VisserIk geloof ook dat het maar het een- voudigste en het beste is, adhaesie te betuigen en geen zelf standig adres in te zenden Hierna wordt met algemeene stemmen besloten adhaesie te betuigen. p. Een verzoek van het bestuur van den Nederlandschen Bond van vereenigingen van den Handeldrijvenden Midden- stand, om adhaesie te verleenen aan haar adres aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, tot invoering van den Midden-Europeeschen tijd, die naar het oordeel der vereeni- ging economische voordeelen boven de andere tijdregelingen zal afwerpen. De Voorzitter Ook dit adres zou als ongezegeld behooren te worden terzijde gelegd. De vraag is echter of de Raad, mef het oog op de bestaande actie omtrent de tijdregeling zich zon wenschen uit te spreken. Mijne persoonlijke mee ning, en deze wordt ook door de wethouders gesteund, is, dat de Amsterdamsche tijdregeling de voorkeur verdient, ook ondanks de besparing die volgens adressanten bij invoering van den Midden-Europeeschen tijd op het kunstlicht zou worden verkregen, daar de Amsterdamsche tijd voor ons land de natuurlijke tijd is, die dus met de zon overeenkomt. Het zou daarom misschien aanbeveling verdienen zich uit te spreken voor den Amsterdamschen tijd, tenzij de Raad aan den Midden- Europeeschen tijd, waardoor de dag 40 minuten vroeger zou beginnen, de voorkeur geeft. De heer De MasierHet vorig jaar werd hier een adres ter tafel gebracht van een tegenovergestelde strekking dan het thans medegedeelde, dat op voorstel van het Dag. Best, voor kennisgeving werd aangenomen. Waarom deed het Dag. Best, geen voorstel zooals thans De Voorzitter: We doen thans een voorstel afwijkend van hetgeen adressauten vragen, nl. om invoering te vragen van den Amsterdamschen tijd. De heer De Masier: Dat wilden die vroegere verzoekers ook. Waarom toen niet voorgesteld aan dat adres adhaesie te verleenen De Voorzitter: Als de Raad zich voor invoering van die tijdregeling had wilien verklaren, had hij toch kunnen be sluiten om adhaesie te verleenen, onafhankelijk van een voorstel onzerzijds. Het is niet billijk dat u de omslandig- heid dat vroeger geen adhaesie verleend is, op ons wilt terugwerpen. De heer De MasierU moet mijne vraag niet als een verwijt beschouwen, ik bedoelde alleen te vragen of er thans bijzondere redenen bij Burg, en Weth. bestonden om thans anders te handelen dan vroeger. De Voorzitter: Ik kan daarvoor geen bijzondere redenen opgeven. Er is alleen overwogen dat er tegenwoordig meer dan toen actie bestaat voor invoering van verschillende tijdregelingen en dat het daarom misschien nntiig kon zijn dat ook de Raad alhier zijne wenschen daaromtrent aan de Regeering kenbaar maakte. Als de Raad zich echter liever niet uitspi'eekt, daartegen heb ik natuurlijk ook geen bezwaar. De heer De Masier Ik geloof dat lokale toestanden veelal de uitspraken voor de een of andere tijdregeling beheerscheu. De geleerden zijn het er blijkbaar niet over eens, want die professor verklaart zich voor de eene, een andere professor weer voor de andere tijdregeling. Nu kon er ook een plaat- selijk belang voor ons zijn, om ons voor de eene of andere regeling te verklaren. De Voorzitter: We vinden het meer natnurlijk ons aan den zonne-tijd te houden. De heer Lensen Als we met onze lokale belangen rekening zouden houden, moeten we ons voor den Greenwich-tijd ver klaren. Post, spoor en booten rekenen volgens dien tijd en nu moeten we, daar Ter Neuzen den Amsterdamschen tijd volgt, altijd met dat verschil van tijd rekenen. lien algemeene tijdregeling was daarom gewenscht. De Voorzitter: Ja, wij wenschen ook een tijd voor het geheele land, maar dan de Amsterdamsche. De heer Drost scht dat niet wenschelijk. Met het oog op het algemeen verkeer heeft men de aarde in 24 tijdlijnen verdeeld, wat in de practijk gedurende de laatste jaren is gebleken een goede maatregel te zijn. Waarom zouden wij nu io ons kleine landje er nog eens een aparte tijdregeling op na moeten houden De VoorzitterU spreekt van de praktijk, maar viudt u het dan thans zoo gemakkelijk dat we altijd met verschillende tyden rekening moeten houden De heer DrostNeen, juist niet, maar daarom zou ik ook een andere tijd dan de Amsterdamsche wenschen, hetzij de Midden-Europeeache of de Greenwichtijd, daar de sporen, booten enz. de Amsterdamsche tijd niet zullen aannemen. Ik juich toe het streven naar eenheid van tijd, maar welke tijd we zullen krijgen moeten we maar aan de geleerden overlaten, die het daarover, zooals de heer De Masier terecht opmerkte, zelf nog niet eens zijn. Met algemeene stemmen wordt hierna besloten het adres, als zijnde ongezegeld, terzijde te leggen. ItBenoeming gemcente-vroedvrouw te Sluiskil. De Voorzitter deelt mede dat eenige sollicitante is mej. J. C. Blits, te Tuil bij Waardenburg, van wie blijkens de ter visie gelegen stukken goede inlichtiugen zijn verkregen. Met algemeene stemmen wordt benoemd mej Blits, onder bepaling dat zij binnen 14 dagen moet beriehten of zij de bettekking al dan aiet aanvaardt. Is binnen dien termijn geen bericht ontvangen, dan wordt zij geacht de benoeming niet aan te nemen. 4U Bjbouw school Iokalen. De Voorzitter: Gaarne zouden we thans de bijbouw der schoollokalen in behandeling brengen waaromtrent eenscbrijven van den districts-schoolopziener aan de leden is gezonden, doch dit kan niet geschieden, omdat gisteren nog een uitvoerigen brief van de plaatselijke schooleommissie is ingekomen, welke we noodig achten dat ook gedrukt en aan de leden toege- zonden wordt opdat ze ook voldoende van den inhond kun nen kennisnemen Wat mij betreft, kan ik wel zeggen dat ik na het lezen van dien brief nog niet van mijne opinio ben afgegaan, dat het bouwen eener nieuwe school voor het meer uiigebreid onderwijs, de zuiverste oplossing was. Hoe de wethouders er over denken weet ik niet. Dit is echter maar eene opmer- king ter loops, daar, alvorens met de behandeling kan worden voortgegaan, de brief der schooleommissie aan de leden timet bekend zjjn. Die zal spoedig worden toegezonden. De heer Van den HoekIk ben het met den Voorzitter eens. De VoorzitterDaar de voorziening in nieuwe school- ruimte dus niet tijdig gereed zal zijn, is het noodig dat nog verlenging wordt aangevraagd voor de parallelklassen in de infirmerie, voor den tijd van 6 maanden. Door Gedep. Staten is het vorig jaar op spoed aangedrongen, maar we zijn tot hiertoe nog niet veel verder, waarom er niets anders over- blijft dan die klassen te besteudigen. De heer Visser: Ik denk dat die 6 maanden verlenging nog wel niet voldoende zullen zijnwe kunnen best terstond een jaar verlenging aanvragen, want ik denk dat er binnen een jaar nog wel geen nieuwe school staat. De VoorzitterIk stel voor 6 maanden te vragen omdat Gedep. Staten ongeduldig worden en op spoed aandringen. De heer VisserJa, het was beter dat we het niet noodig hadden om verlenging aan te vragen. De Voorzitter is het daarmede eens, doch merkt op, dat in deze zaak het hoor en wederhoor dient te worden toege- past, dat kan ondanks den noodigen haast, niet worden nagelaten. De heer De MasierU gaf, mijnheer de Voorzitter, eenigszins te kennen dat het schrijven van de schooleommissie geen bepaalde bijzonderheden bevat. Vergun mij thans ook iets te zeggen omtrent het aan ons toegezonden schrijven van den districts-schoolopziener. Mij hebben getroffen een paar passages en deden bij my een groote ongerustheid ontstaan, voor al wat gemeente-ambtenaar is, daar mij blijkt, dat de ambte- naren alhier in hun achienswaardig bestaan niet meer veilig zijn, zelfs niet bij Burg, en Weth., die hen in sommige ge- vallen behoorden in bescherming te nemen. Ik moet daarom mijn leedwezen uitdrnkken.dat Burg, en Weth. in dezen zoo'n gemis aan takt en fijn gevoel hebben aau den dag gelegd. Het was geen schrijven aan den Raad; het is een brief aan Burg, en Weth. en dezen hadden dat schrijven niet mogen laten circuleeren zooals thans is geschicd, zonder althans op eene enkele plaats eene coupure te hebben gemaakt. Er is natuurlijk geen bezwaar tegen dat een bestuursorgaan aan een bestuurscollege een schrijven zendt bevattende een critiek op een ambtenaar, maar De Voorzitter Als u personen wenscht te bespreken zal ik de vergadering wel even sluiten. De heer De Masier: Het is volstrekt niet persoonlijk maar van zakelijken aard. Ik wil alleen zeggen dat het den schoolopziener vrij staat een 'critiek omtrent ondevwijzers of hoofden van scholen in te zenden aan Burg, en Weth. maar dat deze dan ook de kiesehheid moeten hebben dit te be schouwen als een geheim stuk en het niet openbaar mogen maken. De Voorzitter: TJ zegt niet persoonlijk te zullen zijn, maar u bespreekt toch personen. De heer De MasierIn algemeenen zin het is niet mogelijk datgene waar ik op wijzen wil te noemen, zonder personen aan te halen, daar die met den brief verband houden De schoolopziener baseert zijn betoog op de financieele en spiritueele overwegingen. Voor de eerste dient eene berekening, die voor eene groepeering van cijfers zou kunnen doorgaan, als er van eenige intelligentie uit bleek; maar de grove onjuistheid zit er zoo dik op, dat het haast niet te gelooven is, dat zoo iets door een schoolopziener geschiedde. Voor de andere overweging dient o a. eene beschouwing, die de aanleidiDg mijner afkeuring aau het adres van Burg, en Weth. is. De schoolopziener wil zijn meening over een onderwijzer doen kennen en doet dat op de bekende negatieve manier, die duidelijker soms is dan de positieve. Toch heeft hij moeite gedaan positieve gegevens te verzamelen, want hij informeerde bij andere onderwijzers naar hunne meening over het hoofd van school C. Op dergelijke fundatie steunt nu de behandeling eener zaak, die voor ons van groot gewicht is. Waar men ons de les leest over een genomen besluit, en een andere overtuiging opdringt, daar achtte ik het wenschelijk een paar punten in het licht te stellen, op het voetspoor van U mijnheer de Voorzitter, die aan de grondige behandeling voorafgaan. De VoorzitterZonder verder op uw betoog in te gaan wil ik even opmerken dat de brief door ons niet openbaar gemaakt is, deze is aan de leden rondgezonden, ter kennis- neining, maar daarmede is die nog niet openbaar. De heer De Masier meent dat nit de wijze waarop het schrijven is toegezonden blijkt, dat dit voor openbaarheid bestemd was. De heer Moes is het daarmede eens. Er had anders op moeten staan ffkabinet", dan mag een lid van een college aan wie het wordt toegezonden het aan niemand laten zien hij had daaraan nog gedacht, maar is er met op ingegaan het drukken is ook niet op zijn ad vies geschied. De Voorzitter: U valt ons das af Wanneer Burg, en Weth. gezondigd hebben, wil ik dat erkennen, maar dan moet u ons niet afvallen. Ook het college van Burg, en Weth. bestaat uit menschen en die kunnnen dus ook fouten maken. Nu we echter op deze wijze worden geattaqueerd zou ik, alvorens verder op de zaak in te gaan, de deuren wilien sluiten. De heer De Masier Ik moet er sterk tegen protesteeren dat deze zaak in besloten vergadering zou worden behandeld daarvoor is in het geheel geen aanleiding. De Voorzitter: U kunl daartegen protesteeren, doch wanneer ik het noodig oordeel kan ik volgens de gerneentewet de openbare vergadering schorsen nu is het een aangenomen regel, dat we personen niet in het openbaar bespreken. Nu zou ik van de zaak nog wel wat meer wilien weten, u schijnt wat op het oog te hebben, maar wat dat is mij nog niet duidelijk, u hebt wel veel woorden gesproken, maar eigenlijk nog niet gezegd wat u bedoelt. De heer De MasierEr wordt in den brief van den schoolopziener een negatief oordeel uitgesproken omtrent een ambtenaar en nu meen ik dat dit schrijven niet had mogen worden toegezon'den op de wijze zooals is geschied. Wan neer de brief niet voor openbaarheid bestemd was, had ik gezwegen. De VoorzitterU doelt op iets dat in den brief staat, maar wat dan, dat dient u toch mede te deelen De heer De MasierIk heb thans niet zoozeer het oog op den inhoud als wel op de wijze waarop die brief is be handeld Daarover heb ik mijn afkeuring wilien uitspre- ken, want het was toch niet de bedoeling van Burg, en Weth. dat schrijven geheim te behandelen De VoorzitterHet is een fout geweest van Burg en Weth. De heer Dees Ik si uit me aan bij de woorden van den heer De Masier, in zoover dat ook ik volkomen beaam, dat hij zich in het belang van een ambtenaar, die beoordeeld wordt De Voorzitter kan spreker niet laten voortgaan. Wanneer we het schrijven van den schoolopziener gaan beoordeelen treft dit ook den ambtenaar en dit kan ik zegt spreker in openbare vergadering niet toestaan. Ik heb zooeven excuus gemaakt, voor de handeling van Burg, en Weth. Is dat dan nog niet voldoende De heer DeesMaar de persoon in kwestie dan, wordt die gerehabiliteerd De Voorzitter: We hebben verkeerd gedaan, dat is zoo, maar van zoo'n grooten invloed kan die fout toch nog niet zijn, daar het schrijven niet openbaar gemaakt is, het is alleen toegezonden aan de raadsieden en de persoon in kwestie behoeft er evenmin iets van te weten dan anderen, tenzij de leden met het schrijven hebben te koop geloopen. De heer Drost moet tegen die uitlating van den Voor zitter protesteeren; als de leden van den Raad een stuk ontvangen op de wijze zooals het onderhavige is toegezonden en zij vervoegen zich daarmede bij belanghebbenden tot het bekomen van inlichtingen, dan is dat de zaak behandelen, maar geen te koop loopen. De Voorzitter heeft met die uitdrukking niet iets kwaads bedoeld. De heer Drost: Jawel, maar ik kan mij daarmede niet tevreden stellen, ik noem het de zaak behandelen, maar tedereen weet wat men onder »met iets te koop loopen' verstaat. De Voorzitter: Dan trek ik die woorden in. De heer Visser: Ik moet zeggen, dat ik op het schrijven van den schoolopziener niet zoover kan ingaan ik heb er ook kennis van genomen, maar heb er niets in gevonden dat mij aanstoot gaf, wat kan daar voor kwaads in zitten De Voorzitter: Ja, ik ben daarop niet verder ingegaan, en heb terstond ons excuus gemaakt, omdat mijnheer Moes ons afviel en zeide dat er verkeerd was gehandeld. De heer Moes: Ja, in zoover. dat ik er nog aan gedacht had, om het stuk geheim te behandelen Maar het is ook niet op mijn advies gedrukt, zooals ik reeds zeide. De heer Van dqn Hoek Maar u hebt er toch ook voor- gesiemd dat het gebeuren zou, u hebt dus evengoed schuld als wij. De Voorzitter: Als de heeren nog verder op de zaak wilien doorgaan zal ik daarvoor gelegenheid geven, doch dan overeenkomstig art. 43 der gerneentewet eerst de deuren sluiten. Daar niemand hierover meer het woord verlangt, komt aan de orde 5. Wijziging verordening voor de ptaatse/jkc commissie van toezicht op het lager onderwijs. De Voorzitter doet mededeeling van een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 27 Maart 1908, waarin dit college ter kennis brengt een schrijven van den Minister van Binnenlandsche zaken, van 18 Maart 11. naar aanleiding van handelingeo der plaatselijke schooleommissie. Z.Exc. ver- zoekt Burg, en Weth uit te noodigen te bevorderen dat de verordening regelende de samenstelling en den werkkring der commissie zoodanig wordt gewijzigd, dat daarin wordt voor- geschreven het tijdstip waarop de vergaderingen zullen worden gehouden of het aantal dier vergaderingen. met bepaling dat Burg, en Weth. 8 dagen te voren kennis krijgen van elk der te houden vergaderingen, zoodat zij aan den districts- en aan den arrondissements-schoolopzieDer tijdig daarvan kennis kunnen geven. Dit schrijven is gesteld in handen der plaatselijke school eommissie welke op merkt dat in de onderwerpelijke verorde ning geene bepaling is opgenomen, nopens het houden van vergaderingen der commissie. Uit het schrijven van Gedep. Staten blijkt, dat dit college de meening deelt, dat, waar die leemte bestaat er geen sprake kan zijn van het doen van mededeeling der door de commissie te houden vergaderingen. De Minister wenscht die leemte aangevuld te zien, doch ook deze schijnt de meening te deelen, dat het niet op den weg der commissie ligt, bedoelde mededeeling aan de ambtenaren te doen. Het komt der commissie voor, dat de regeling door den Minister gewenscht, aan te bevelen is. De commissie stelt daarom voor de verordening aldus te wijzigen 1°. Aan art. 13 toe te voegen ,,Zij houdt. hare gewone vergaderingen den vierden Woens- dag der maanden Januari, Maart, Mel, Juli, September en November, des namiddags 7 nre. Van buitengewone vergaderingen geeft zij minstens 8 dagen te voren kennis aan Bnrgemeester en Wethouders 2°. In genoemd art. het woord .desverlangd te doen vervallen, zoodat er dan gelezen wordt Zij houdt hare ^ver gaderingen in een daarvoor door Bnrg. en Weth. aan te wijzen geschikt lokaal ten gemeentehuize. 8°. In art. 14 v 1 April 1905" te veranderen in »1 Mei 1908". Tot toelichting van dit voorstel zegt de commissie dat de buitengewone vergaderingen belegd worden voor de behan deling van tusschentijds door Burg, en Weth. om advies gezonden stukken. Daar voorts de vergaderingen wel eens plaats hadden ten huize van een der commissieleden en met het oog daarop het woord jdesverlangd" in art. 1-i werd geschrapt, behoort dat woord thans uiteraard te vervallen. De verordening wordt, met de daarin door de commissie voorgestelde wijzigingen met algemeene stemmen opnieuw vastgesteld. De heer De Masier verzockt, dat men, met het oog op de vastgestelde tijdstippen voor de vergaderingen dercommissie, deze practisch het werken mogelijk inaken zal. De Voorzitter Hoe bedoelt u dat De heer De MasierAls voorbeeld kan ik aanhalen het schrijven van den schoolopziener, dat door Burg, en Weth. den 26 Maart is ontvangen, den 16 April pas in handen der schooleommissie werd gesteld en reeds 18 April werd de agenda voor de raadszitting van lieden ontvangen waarop de onderwerpelijke zaak aan de orde werd gesteld Derhalve had de commissie, de Paaschdagen er af gerekend, 2 dagen voor het behandelen van het uitvoerige schrijven. Dat lijkt eigenlijk naar niets en het komt mij voor dat men de com missie niet zoo en bagatelle moet behandelen maar haar in staat stellen om de thans aangenomen regeling practisch te kunnen uitvoeren. Vooral waar voor buitengewone verga deringen 8 dagen te voren aan Burg, en Weth moet worden kennis gegeven, zou dat onder zulke omslandigheden zeker niet doenlijk zijn. De Voorzitter U bedoelt dus, als ik het goed begrijp, dat de stukken vroeger behoorden te worden toegezonden, om daarover te delibereeren De heer De Masier Zeker. Ik wil ook nog herinneren dat u bij eene gelegenheid in het vorig jaar, toen over eens onderwijszaak het gevoelen der commissie niet was inge- wonnen, erkend hebt dat zulks had behooren te geschieden en dat er een verzuim was gepieegd. Dat de commissie na niet in staat gesteld werd om behoorlijk den brief van den schoolopziener te behandelen, getuigt niet van deterentis voor haar. Dat er toch een rapport omtrent is ingekomen, pleit wel voor hare diligentie. De Voorzitter: Ik kan u, waar u verschillende datums noemt op dit oogenblik niet antwoorden, wel weet ik, dat we geen enkele reden hebben om de commissie te negeeren. De heer De Masier: Ja, ik weet het niet. De Voorzitter: We hebben er geen reden voor en het is ook volstrekt niet het geval. Ik vind Let, bedroovend, dat Burg, en Weth. vandaag zoo op hun tabbaard krijgen. De heer Moes: Och die wat verdient moet wat hebben. We zullen diligenter moeten zijn. De heer De MasierIk heb mijne opmerking maar ge maakt voor de toekomst, dat er dan rekening mede zal worden gehouden. De Voorzitter: We z alien trachten te beterener schijnt een leemte te bestaan en die zullen we trachten weg tt krijgen. 45. Vaststellen kohier schoolge/d 2a kwartaal 1908. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor het kohier der schoolgelden voor het openbaar lager onderwijs voor het tweede kwartaal 1908 vast te stellen op een bedrag van _/*853,05. Aldus wordt besloten met algemeene stemmen. 7. Ajschrijving van school geld. Met algemeene stemmen wordt afsohrijving verleend wegens schoolgeld aan: J. de Leeuw 2,40, E Breens 4, N. J. Imandt 0.55, wed. C. Kocb 1,20, J. Th. van Aerde 3,90 en P. A. Willems f 0,42. 8Omvraag. a, ne heer Visser heeft opgemorkt dat het ophalen der vuilnis zoo langzaam gaatvroeger geschiedde dit in den voormiddag, maar nu staan er soms des avonds nog vuilnis- bakken op de straat. Kan daaraan niets gedaan worden De VoorzitteiWe verkeeren thans in een tijdperk van overgang ook wjj hebben ojgemerkt, dat het ophalen der vuilnis zoo lang duurt. Ik heb juist heden morgen met iemund die daaraan wat doen kan er nog over gesproken om maatregel en te beramen dat dit vlugger afgeloopen is. We zullen dus voorloopig moeten afwachten of verbetering verkregen wordt, of anders andere maatregelen moeten nemen. t». De heer De Jager vraagt of er toch geen andere plaats zou te vinden zijn voor den zandbak, die thans aan de Markt staat; bij veel wind, eten en drinken da menschen, in de omgeving wonende, zand. De Voorzitter: We zullen het in overweging nemen. De heer Moes Het zal zoo gemakkelijk niet zijn. De heer WielandIk had al eens gedacht of die met zou kunnen verplaatst worden naar de poterne, want men moet toch ook een beetje dicht bij het water blijven, daar het zand anders te ver moet verToerd worden. De heer Moes Maar daar wonen ook menschen De heer Van den Hoek stemt daarmede in. De heer Wieland Ja, ik had juist het oog op grond van Oorlog, daar bij uw woning. Ik geloof met, dat men er daar zooveel last van hebben zon. Het zand zou daar tegen den dijk vliegen. De heer Van den HoekJa, dat zou de wind wel uit- maken. De Voorzitter zegt toe, dat het zal onderzocht worden. tt. Primitief kohier van den hoofde/jken omslag. Ter behandeling hiervan schorst de Voorzitler de openbare vergadering, die overgaat in eene met gesloten deuren. Deze zitting wordt, met eene p'auze onderbroken. voortgezet tot des avonds 5,30 ure en toen verdaagd tot Vrijdagvoor- middag 10 ure. tt ft If tt

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 2