Ter Heuzenschs Courant Donderdag 2 April 1908. No. 5130. Binnenland. Gemengde berichten. TWBBDB BLAD. Gisteren brachten H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik een bezoek aan Rotter dam. Zij arriveerden per Hollandsche spoor om kwart voor een aan het station D. P., waai ter begroeting aanwezig was de burgenieester de heer A. R. Zimmerman, met diens echtge- noote. Get dochtertje van den burgemeester bood H. M. een bouquet aan. Na de begroeting begaven de vorstelijke personen zich direct naar de gereedstaande rijtuigen en werd een bezoek gebracht aan de meubelfabriek der firma Allan en Co. Op de wandeling door de fabriek werder^ de hooge bezoekers door den oudsten firmant rondgeleid. Bet volgend bezoek gold de Prins Hendrik- dokken aan de Heiplaat, waar de Vorstelijke personen per stoomboot heengebracht werden. Na de werf en de dokken bezichtigd te hebben voerde de boot de Koningin en den Prins naar de in aanbouw zijnde Waalhaven. Daar werd een bezoek gebracht aan de ge- meentelijke inrichting voor de vervaardiging van beton-ijzeren kaaimuurblokkende direc- teur en de onderdirecteur van gemeentewerken verschaften de noodige inlichtingen. Ten slotte werd nog een riviertocht gemaakt waarna aan de Parkkade geland en vervolgens naar het station gereden werd. De Koningin en de Prins vertrokken om half zes weer naar den Haag. De Minister van Oorlog heeft als datum van opkomst onder de wapenen van de militie- plichtigen, die zich voor vrijwiliig verblijf tegen eene premie van 120 hebben aangebo- den, thans voorloopig bepaald op 4 April a. s. De voogdijraden in ons land hebben in het afgeloopen jaar vele kinderen uit de ouder- lijke macht ontzet. Over het geheele jaar be- d'raagt dit aantal 979, waarvan behooren 582 tot den Protestantschen, 382 tot den R. Rath., 5 tot den Israel, godsdienst en 9 tot geen ge- zindte behooren. Het grootste aantal werd uit de ouderlijke macht onzet te Den Haag nl. 151 dan volgt Amsterdam. Het minst kwa- men ontzettingen voor in het arrond. Leeuwarden met 4 en Alkmaar met 3. ,/Schuins-rechtsch Kabinet". Hij ziet daarin een beschimping, alsof het Kabinet door schuinsche bewegingen zijn doel tracht te bereiken. De leer Staal neme die uitdrukking terug. Het Kabinet is een rechtsch Kabinet. De heer Staal merkt op, dat in militairen zin //schuins-rechts" een halve richtihg aanduidt. De ultra-zijde van de rechterzijde is niet in het Kabinet vertegenwoordigd. In de //Standaard is daarover wat te doen geweest. lets denigree- rends bedoelde Spreker niet. De Minister van Binnenl. Zaken neemt daar- van akte. Voor een politiek debat is t echter thans het oogenblik niet. De Kamer gaat daarna in comite-generaal. Na heropening van de openbare vergadering merkt de heer Staal op, dat hij door het in de geheime zitting meegedeelde geeij bevredigende inlichtingen had ontvangen. De heer Van Wassenaar Van Rosande is daarentegen thans overtuigd van de noodzake- lijkheid van het voorstel. De heer Stork verklaart ook met voile over- tuiging voor te zullen stemmen. Het ontwerp wordt daarna aangenomen met 32 tegen 11 stemmen, die van de heeren Staal, Breebaart, Van Beijma, Laan, De Jong, Melt, Palinck, Scholten, Van Nierop, Bloembergen en Dojes. Goedgekeurd wordt nog het wetsontwerp tot ruiling van grond met Venloo. De Kamer gaat daarna op reces. EERSTE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Het noodwetje betrekkelijk het blijvend gedeelte komt in behandeling. De voorzitter kondigt het in den loop der discussie te houden comite generaal aan. De Minister van Oorlog licht het standpunt der Regeering op de bekende gronden toe. De heer Van Loben Sels, het optreden van het Kabinet ook op militair gebied toesprekende meent, dat wanneer de defensieplannen van het Kabinet-Kuyper waren gevolgd geworden, deze strijdover't blijvend gedeelte nooit wareontstaan. De heer Van Voorst tot Voorst verklaart zich ingenomen met dit wetsontwerp en met het streven der Regeering om rust en vastheid in het leger te brengen. Hij schetste de na- deelen, die het vorig Kabinet heeft berokkend aan den goeden geest onder het leger, en aan de krijgstucht. Een hersenschim noemde hij de opkomst a la minute van het blijvend ge deelte, dat met klein verlof is. Dat is bij esn proef gebleken. De heer Staal, voor later voorbehoudende alles te zeggen wat hem op 't hart ligt, wenscht zich voor 't oogenblik te bepalen tot hetgeen rechtstreeks met het onderwerp verband houdt. Hij wijst op de scherpe kritiek, die zijn beleid als Minister heeft gevonden, doet opmerken, dat de heer Van Twist en nu hier ook de heer Van Loben Sels wel van het blijvend gedeelte als een puzzle hebben gesproken, ruaar niets hebben gedaan tot oplossing van die puzzle. Hij eerbiedigt 's Ministers overtuiging, maar het financieel belang weegt ook niet meer dan het strikt noodige mag voor de defensie worden uitgegeven. Dat de politieke toestand thans de versterking van het blijvend gedeelte zou eischen, is niet aangetoond. Een oorlog breekt niet op eenmaal uit. Hij heeft zijn //incubatie-tijdperk Dat deze Minister van Oorlog en Marine zitting hebben genomen in een//schuinsrechtsch Kabinet daarvan maakte hij geen strijdmiddel. Hij con- stateert trouwens, dat Minister Wentholt ook vroeger tegen inkrimping van het blijvend gedeelte was. De Minister van Oorlog tracht aan te toonen, dat de heer Staal te optimistiscb is. Moge Minister Van Rappard de verantwoordelijkheid op zich hebben genomen voor het tijdig aan wezig zijn van de manschappen, die verant woordelijkheid durft de tegenwoordige Minister niet te aanvaarden. De Minister van Binnenl. Zaken komt op tegen de uitdrukking van den heer Staal twee.de kamer. Vergadering van Dinsdag. Aan de orde is de interpellate van den heer Drucker, omtrent den achterstand bij sommige rechterlijke colleges. De interpellant begint met verschillende voor- beelden aan te halen van langdurige processen in civiele zaken, waardoor nadeelen ontstaan zijn, en is van oordeel dat het op deze wijze met 1 anger gaatdat ons geheele stelsel van burgerlijke rechtspraak verouderd isdat de aanvulling van de rechterlijke vacatures niet geschiedt uit de beste juristen, en dat ook onze burgerlijke rechtsvordering verouderd is. Een der voornaamste grieven acht spreker echter het uitstel van behandeling van zaken, dat onze procedures op allerschromelijkste wijze ver- traagd. Spreker wijst op den achterstand bij verschillende rechterlijke colleges. Eer men b. v. bij de rechtbanken te Utrecht, Rotterdam en te 's Gravenhage pleidooi kan bepaald krijgen, gaan 9 a 10 maanden voorbijbij de rechtbank te Amsterdam 13 maanden. Het is niet te verwonderen dat onder deze omstandigheden menigeen liever van procedeeren afziet, en zich onrecht laat welgevallen. Slechts de verwoede proces-liefhebber en de chicaneur zetten door. Voorzieniug acht spreker dringend noodig en daarom vraagt hij wat de Regeering tegenover dezen achterstand voornemens is te doen. Men kan thans niet langer den mageren troost geven, dat er wetsontwerpen op de rechterlijke organisatie aanhangig zijn. De Minister van Justitie erkent, dat er achter stand is, die echter aan verschillende oorzaken kan geweten worden, n.l. de regelen die onze procedure beheerschen, ook wel aan den rechter zelf, die niettegenstaande zijn college behoor- lijk bezet is, geen voldoende activiteit aan den dag legt. Het gaat echter buiten de Regeering om, die niet met het disciplinaire toezicht op de rechtscolleges belast is. Dat berust bij den Hooge-Raad. lntusschen kan de oorzaak ook gezocht worden in te geringe bezetting van het college. En nu is het der Regeering bekend, dat bij verschillende rechtbanken en bij een onzer hoven dientengevolge achterstand bestaat, o. a. te 's Gravenhage en te Amsterdam. Dit wordt door de Regeering volkomen erkend en betreurd. Het is bekend dat in den Haag een proces drie jaren kan duren, een toestand die naar het oordeel des minister vrij wel met rechts- weigering gelijk staat. Het is vooral de civiele rechtspraak ten aanzien der Kinderwetten, die bij de rechtbank te's Gravenhage den achterstanc heeft doen ontstaan. De achterstand bij het Amsterdamsche gerec'utshof ware in te halen, iodien de strafkamer aldaar zou willen insprin- gen. De rechtbank te Rotterdam werkt met grooten ijver, en de Regeering brengt dit college daarom gaarne hulde. Zonder eenige wetsver- andering kan aan die rechtbank uitbreiding worden gegeven, waartoe de Regeering gaarne bereid is. Een wetsontwerp tot uitbreiding van het personeel bij de rechtbanken te Amsterdam en te 's Gravenhage heeft bereids het departe- ment van Justitie verlaten. Uitbreiding van personeel van het gerechtshof te Amsterdam, is echter niet van de Regeering te verwachten. Ook de kantongerechten zullen voorloopig op den tegenwoordigen voet ingericht blijven. Hierop gaat de Minister na of, behalve door uitbreiding van het personeel, niets te doen ware om het euvel van den achterstand te doen eindigen en meent dat dat zou kunnen geschieden wanneer, met toestemming van partijen, of wanneer althans geen der partijen zich daar- tegen verzet, de zaak ter behandeling werd op- gedragen aan een der rechters. Dit achtte hij verkieslijker dan een gedeelte van de taak der rechtbanken af te wentelen op de kantonrechters- door uitbreiding van de burgerrechterlijke be- voegdheid des kantonrechters. Ten slotte fcetoogt de Minister dat, om goede magistraten te kunnen krijgen, de bezoldigingen goed moeten zijn. De heer Smeenge bepleit, tegenover de ziens- wijze van den Minister, uitbreid'ng van het Amsterdamsche gerechtshof als noodzakelijk. De heer Lohman meent, dat de echtbanken sneller kunnen werken, wanneer in en aan het hoofd van dit college mannen werden geplaatst. met de rechts-praktjjk vertrouwd, dus degelijke advokaten. De heer Drucker bepleit nog beter toezicht op den gang van onze Justitie en geeft ook in overweging, dat de Regeering zich voortdurend op de hoogte zal stellen van den stand van zaken bij de colleges, en, bij gebleken achter stand, gemeenschappelijk overleg zal plegen met den president. Ook gaf spreker in over weging aanstelling van tijdelijke rechters om een college door zijn achterstand heen te helpen. Spreker besluit met te zeggen dat bij aanstelling van rechters meer moet gelet worden op de geschiktheid, dan op het feit wie de oudste brieven heeft. De Minister autwoordt o. a., dat ook door deze Regeering niet in de eerste plaats op an- cienniteit, maar in de voornaamste plaats op geschiktheid zal worden gelet. Het denkbeeld van rechters in ambulanten dienst bestrijdt de Minister, omdat hij vreest, dat van dezulken niet in zulk een mate onafhankelijkheid van de legeering zou kunnen verwacht worden als noodzakelijk is voor het aanzien en de onpar- tijdigheid van de rechterlijke macht. De interpellatie is hiermee geeindigd. Nominatie Hooge Raad. Na de pauze wordt overgegaan tot het opmaken van de nominatie Hooge raad (vacature-Feith). Eerste candidaat werd, naeen tweede stemming, Mr. C. Krabbe, raadsheer in het hof te's Graven- lage, met 39 van de 73 stemmentweede candidaat (na verschillende stemmingen)Mr. J. Limburg, aldaar, met 29 stemmen, tegen 22 op Mr. R. H. A. M. Romme, raadsheer in het hof te Amsterdam. Derde candidaatMr. J. A. A. Bosch, raads heer in het hof te den Bosch, met 29 tegen 17 stemmen op Mr. A. 0. II. Tellegen, vice- president der arrondissementsrechtbank te Rot terdam. De vergadering wordt verdaagd tot morgen 11 uur. Aan de orde is dan het wetsontwerp cot hers telling eener Consignatiekas. Iemand te Frederiksoord had een kooitje waarin een kanarie, in een staanden hanger, voor het raam staan. Nu dezer dagen kwam opeens een valk met zoo veel kiacht tegen het raam vliegen dat het glas brak, waarop het roofdier zich naar binnen trachtte te wnngen, om den kleinen zanger te grijpen. Toen de eigenaar naderbij kwam, ging de valk op de vlucht. Het diertje, dat anders eene goede zanger was, heeft na dien tijd zijn stem niet meer laten hooren. Een loteling uit Spijkenisse, ingedeeld milicien te Bergen op Zoom, is^ afgekeurd, omdat hij te zwaar werd bevonden hij woog eventjes 128 kilo. 't „Vad." meldt, dat er in den Dierentuin te 's Hage een baby-aapje te zien is. 't Ding is ongeveer vier weken oud, maakt nog aanspraak op den naam van zuigeling, en bewoont een hok met zijn mama, een goedige en mooi ontwikkelde aap, en zijn broertje van zoowat een jaar oud. De kleine scharrelt reeds alleen door het hok rond, klimt al als een aap, maar klaagt en jammert allermenschelijkst, wanneer mama hem wat lang alleen laat. Een groote keel zet de zuigeling op, als zijn broertje hem plaagt maar dan komt mama er dikwijls tusschen en krijgt het broertje er behoorlijk van langs. Het diertje is een goede manshand groot. Maandagmorgen reed een kruiersjongen per fiets over de brug van den Amstel bij de Prinsengracht te Amsterdam. Hij viel tegen de helling, en een portefeuille met 1600, die hi] bij zich droeg viel in het water. 's Middags werd het waardevolle stuk met een schepnet opgevischt. Een sergeant-millionaii*. De 's H.b. Ct. schrijft nader Een suikeroom te bezitten is zeker iets wat al onze lezers zullen wenschen, doch wat de meesten wellicht nooit zullen verwezenlijkt zien. Te vernemen, dat een zoo goed als on- bekend familielid in den vreemde gestorven is en ons al zijne duitjes vermaakt heeft, is iets wat heel prettig, doch, helaas niet alledaagsch is. Een sergeant der infanterie te's Hertogen- bosch, zoo werd reeds weken lang verteld, is zoo iets echter overkomen. Toen een onzer redacteuren gisteren op zijne wandeling was en den Koningsweg passeerde, kwam plotseling zijne nieuwsgierigheid en een bescheiden, wij zullen maar zeggen journalistische brutaliteit boven en, om den lezers der Provin ciate eens wat meer te vertellen omtrent deze kwestie, ging hij den Maij weg op en belde aan No. 223, om daar den bewusten sergeant den heer E. W. Cretier te interviewen. We vreesden zoo schrijft hij dat we, zoodra we het doel van ons bezoek zouden verklaard hebben, voor onze beroeps-nieuws- gierigheid gestraft zouden worden door onzen neus te stooten waardoor een persman echter, geenszins uit het veld geslagen wordt en waar hij, als 'tin figuurlijken zin gebeurt, best tegen kan maar we hadden ons een te pessimis- tische voorstelling ervan gemaakt we werden allervriendelijkst ontvangen. Toen we hadden plaats genomen, kwam er de eerste vraag uitZijn de geruchten omtrent een u ten deel gevallen reusachtige erfenis waar Glimlachende kregen we daarop een be- vestigend antwoord. We boden hem onze wel- gemeende gelukwenschen aan en wilden ons vraaggesprek voortzetten, doch de heer Cretier opperde eerst eenige bezwaren, om het gelukkige feit in de courant te vermelden, welke bezwaren we echter overwonnen, door er op te wijzen, dat het hem ten deel gevallen geluk niet alleen hier ter stede reeds aan velen bekend is, doch ook met een enkel woord reeds vermelding vond in eenige groote bladen. Toen we dan onze tweede vraag stelden hoe groot de erfenis wel was, vertelde hij ons, op zeer kalme wijze, als gold het de doodeen- voudigste zaak ter wereld, het volgende //Voor zoover tot heden vaststaat, bedraagt de erfenis, die we met ons drieen moeten deelen 4,400,000 gulden, benevens plantages ter uit- gestrektheid van de provincie Limburg. We hebben aan een notaris te Batavia opdracht gegeven die te verkoopen." //En wie was die beste man, die u dat alles heeft nagelaten z/Het was een neef van mijn vrouws vader, C. G. van Dek, die als gewone burgerman naar Ned.-Indie was getrokken, daar had gewerkt en in het bezit was gekomen van groote plantages. Hij was getroufrd en had een zoon die Unte nant werd van het Indische leger." In geen zes jaren is hij meer in Holland geweest. Van het overlijden van zijn vrouw en zijn zoon hebben wij nooit iets vernomen, zoo- dat wij ook nooit iets van eene erfenis ver- moedden. z/Rien n'est impossible a celni qui a bonne envie". Aan dit Fransche spreekwoord dachten we, toen we den sergeant-millionair hoorden vertellen van dien //gewonen burgerman", die zonder kapitaal naar indie vertrok en door een wil en door arbeid zich een fortuin heeft weten te veroveren. z/Waren er nog meer erfgenamen waagden we nog te vragen. //O, er duikten van alle kanten zoogenaamde erfgenamen op, doch mijn schoonvader (de heer Van Dijk, manufacturier te Zalt-Bommel) bleek de eenige wettige erfgenaam. Daar hij, alhoewel cog zaken doende, van zijn geld leeft, besloot hij de erfenis onder zijne drie kinderen te ver- deelen. Eene daarvan is rnijne vrouw, het andere is eene nog ongehuwde dochter en het derde een minderjarige zoon. ('n Ideale schoon- papa z/En hebt u al plannen voor de toekomst gemaakt U verlaat zeker den militairen dienst," vroegen we, alhoewel we zelf wel een antwoord op die vraag hadden kunnen geven, want uit de vertrouwelijke, kalme manier waarop de heer Cretier ons te woord stonden, konden wij wel opmaken, dat hij niet voornemens was groote dingen te doen of zich als kapitalist op te werpea. z/Ik ben voornemens, antwoordde hij, spoedig mijn ontslag aan te vragen uit den militairen dienst en ga me dan met mijn vrouw en eenig kind in Zalt-Bommel vestigen. Ik heb daar reeds een huis doen koopen, niet te groot en niet te klein, waar ik rnijne verdere levensjaren denk door te brengen. Wat ik met al het i geld doen zal, weet ik zelf nog niet juist, doch voor eene belegging wordt reeds gezorgd." z/U hebt nu zeker wel heel wat vriendjes gekregen vroegen we lachend. i/O, van heinde en verre, zelfs uit Zeeuwsch- Vlaanderen, heb ik al brieven ontvangen, waar in me diensten worden aangeboden of steuu wordt verzocht. Veel meer had de heer Cretier, die nog geen 32 jaar zijnde, dus nog lang van zijn plotseling verworven fortuin zal kunnen profiteeren, ons niet meer te vertellen. Alleen deelde hij ons nog mede, dat een notaris te Zalt-Bommel de zaakjes in orde maakt en het geld spoedig ver wacht. wordt, misschien deze week nog. Ook hoopte hij //dat er nog veel meer van die gelukkigen zouden zouden zijn, zooals hij". Te Gent wordt sedert eenige dagen opge- voerd een revue met den titel//He, hedde 't zitten dan" Zondagavond wilde echter de voorstelling maar niet beginnen detoeschouwers zagen er heen en weergeloop, waarvan niemand iets begreepmen hoorde eindelijk bevelen z/lnbellen"! en daarop een andere stem //Neen, ik ga het aankondigen." Het doek werd gehaald en de compeer kondigde het verbaasde publiek VAN

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 5