Ter Heuzsnsche Courant Binnenland. Zaterdag 21 Maart 1908. No. 5125. DBRDB BXjAJD. Gemeenteraad van Ter Neuzen. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. De heer Van der Voort van Zijp, nieuwge- kozen lid voor Tietjerksteradeel, neemt na eeds- aflegging fitting. Aan de orde komt daarna het wetsontwerp nopens de Boterwet. Dit ontwerp bevat scber- per bepalingen ter voorkoming van knoeierijen in den boterhandel, en tevens bepalingen op het bereiden enz. van margarine. 0. m. wordt voorgesteld, dat boter moet bevatten een bij algemeenen bestuursmaatregel vast re stellen vejtgehalte. en verbod van margarine te leveren enz., welke bij onderzoek op bet verzadigings- cijfer der vlnchtige vetzuren in 5 gram van het uitgesmolten en gefiltreerde vet een Reichert- Wolling-getal aanwijst hooger dan 10. De beer Van den Bergh (Rotterdam), betoogt, na de geschiedenis van de maatregelen tegen botervervalsching eenigszins uitvoerig te hebben nagegaan dat na de motie, op het jongste zuivel- congres te Scheveningen, waarbij beil verwacht wordt van een aldoend controle-stelsel in alle landen, de Regeering bet onderhavige ontwerp had moeten intrekken, en een nieuw had moeten indienen, waarbij eenvoudig bepaald had moeten worden dat uitvoer van alle ongecontroleerde boter naar het buitenland verboden is. Bad men verscherping gewenscht, dan had de Regee ring in elk geval meer rekening moeten houden met de belangen der Nederlandsche nijver- beid en de vrijheid van het bedrijf. Spreker zet daarna uiteen dat in de wetge- ving van gelijkstelling vau boter en margari ne geen sprake kan zijn, en doet uitkomen dat de Regeering niet geheel billijk is geweest tegenover de magarine-fabrikanten, door wel seheiding te maken tusschen boter eu marga rine, maar den magarine-fabrikanten niet toe te staan een Rijkscontrole-merk te bezigen. Na de pauze vraagt en verkrijgt de beer Helsdingen verlof tot een interpellate tot den Minister van Binnenlandsche Zaken, naar aan- leiding van het optreden van den waarnemenden burgemeester van Krommenie ter zake van de gebeurtenissen in verband met de werkstaking aldaar. Bij het voortgezet debat over het boter- ontwerp, betoogde de Minister vau Landbouw, dat bet succes van de Nederlandsche botercon- trole geen argument is om met de wetgeving op dit stuk niet verder te gaan dan de be- VAN Vergadering van Donderdag 19 Maart 1908. Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgemeester. AaDwezig de heeren Moes, Van den Hoek, Wieland, Dees, Moggre, De Masier, De Jager en Scheele. Afwezig de heeren Visser en Verbragge, wegens ziekte, en de heeren Lensen en Drost. Een vacature. Na opening der vergadering worden gelezen de notulen der voorgaande, die worden goedgekeurd. Daarna stelt de Voorzitter aan de orde 1. lngekomen stukken. a. Een schrijven van A. Visser, berichtende dat hij door ongesteldheid de vergadering van heden niet kan bijwonen. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een schrijven vatf Gedep. Staten van Zeeland, dd. 14 Febr. 1908, waarbij wordt bericht dat het raadsbesluit tot wijziging der verordening tot regeling van het lager onderwijs, voor zoover noodig, door hen is goedgekeurd. Aangenomen voor kennisgeving. c. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 14 Febr. 1908, waarnevens van het bewijs hunner goed- keuring voorzien wordt teruggezonden de begrooting der gemeente voor het jaar 1908. Aangenomen voor kennisgeving. d. Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 14 Februari 1908, waarbij dat college doet toekomen een uittreksel ait Hr. Ms. besluit van 5 Febr. 1.1., no. 9, houdende de goedkeuring der door den Raad bepaalde heffing van reckten voor het ruimen van privaatputten en tonnen, tot 1 April 1910. Aangenomen voor kennisgeving. De Voorzitter deelt mede dat de nieuwe regeling met 1 April a. s. in werking zal komen. e. Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 21 Febr. 1908, waarbij de goedkeuring wordt bericht van het raadsbesluit, dd. 18 Febr. 1.1., betreffende het aangaan eener l.ening, groot 10,000, ter voorziening in de behoefte aan kasgeld. Aangenomen voor kennisgeving. f. Een schrijven van Gedep Staten van Zeeland, dd. 21 Febr. i 9C8, waarbij de ontvangst wordt bericht van het raadsbesluit tot wijziging van het reglement van het Burger- lijk Armbestuur. Aangenomen voor kennisgeving. g* Een besluit van Gedep. Staten van Zeeland. dd. 28 Febr. 1908, waarbij de gemeenterekening over 1906 wordt vastgesteld in ontvang op f 102,378,98^, in uitgaaf op 102,372.34, alzoo met een batig slot van 6,64$. Aangenomen voor kennisgeving.. It. Besluiten van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 14 Febr. 1908, waarbij op reclames tegen den hoofdelijken omslag is beschikt als volgt Teruggebracbt van de 30e naar de 24e klasse G. van der Peijl, van de 26e naar de 25e P. Moens, van de 26e naar de 23e J. D. Thielman, welke door den Raad reeds van de 27e naar de 26 e was teruggebraeht. Ongegrond verklaard zijn de reclames van M. A. Rijken, aangeslagen in de 27e klasse en H. de Ciercq, aangeslagen in de 7 5e klasse. Aangenomen voor kennisgeving. i. Het verslag van den toestand van het Lager onder wijs in de gemeente Ter Neuzen, over bet jaar 1907, opge- maakt door de Plaatselijke Commissie van Toezicht, ingevolge art. 97 der wet van den 17 Augustus 1878 (Stbl. no. 127), zooals die wet nader is gewijzigd. Hieruit blijkt het volgende Door het besluit van den Raad om aan school C zes parallelklassen en een gymnastiek-lokaal toe te voegen, zal worden tegemoet gekomen in de sedert laog bestaande drin- gende behoefte aan behoorlijke schoolruimte, wat ongetwijfeld aan het onderwijs ten goede zal komen. Het lezen was over-het geheel voldoende. Veel aandaoht mag geschonken worden aan het dialect. De bekende een- tonigheid schijnt moeilijk tegen te gaan. Het schrijven was over het geheel voldoende. Het rekenen goed, eveneens de beginselen der Nederland- sche taal, die der vaderlandsche geschiedenis, die der aard- rijkskunde, die van de kennis der natuur. Omtrent het zragdh geldt het vroeger opgemerkte het luid zingen (schreeuwen) trekt steeds de aandacht. Goed waren de beginselen der Fransche taal, die der Hoogduitsche taal en die der Eagelsche taal, eveneens die der wiskunde, zeer goed was het handteekenen. Nu er een gymnastiek-lokaal zal worden gebonwd, is er meer uitzicht dat ook het vak sub s (.gymnastiek) wordt ingevoerd. De toestand der woning bij school C laat te wenschen over. Wenschelijk wordt geacht het gebruik van coces of anthra- ciet in de schoolkachels, in plaats van gewone kolen. Ook zou te overwegeu zijn, of het niet de voorkeur verdient het schoonmaken enz. in plaats van aan te besteden te doen geschieden door bedeelden. In den laatsten tyd werden klachten vernomen over het weinig tactvol optreden en het bezigen van minder gepaste uitdrukkingen tegenover de leerlingen door onderwijzend perspneel. De onderwijzers en onderwijzeressen zijn over het geheel berekend voor hun taak en vervulien die met ijver eu toe- wijding. Op school A was een mannelijke kweekeling, oud 18 jaar. Aan sommige scholen laat, bij het uitgaan, de ordelijkheid te wenschen over. Teneinde netheid onder het werk te bevorderen ware het aan te bevelen op de zevende, achtste en negende klasse van school B het gebruik van de lei te vervangen door papier. Een bezwaar wordt geacht de aanwezigheid van meerdere klassen in 1 lokaal, zooals dit het geval is op school B. In deze gemeente komen 5i leerlingen uit andere gemeen- ten ter school, terwijl 11 leerlingen uit deze gemeente elders school gaan. Aan het op school A gegeven herhalingsonderwijs werd door 21 jongens en 27 meisjes deelgenomen Van de schoollokalen wordt voor godsdienstonderwijs geen gebruik geroaakt. Bij het openbaar onderwijs was gednrende het afgeloopen jaar het aantal onderwijzers voldoende. Onlangs is echter door den gemeenteraad een besluit genomen, tengevolge waarvan dat aantal onvoldoende moet worden geacht voor school A. Op de zesde klasse zit daar een 68tal leerlingen, dat alsdan voor rekening komen zal van 1 onderwijzer. De beleetdheid laat bij de schoolkiuderen in het oogvallend te wenschen over. Deze maatschappelijke deugd ware zeer zeker in de eerste plaats op school aan te kweeken. Eenige onderwijzers bekleedden andere ambt.en of be- dieningen, doch ongerief is daardoor voor het onderwijs niet voortgevloeid De scholen werden bezocht door 529 betalende en 526 niet-betaiende kinderen. Gedurende een deel van het jaar was op de bijzondere school van den heer Koelmans de verhonding van het aantal onderwijzers tot dat der leerlingen niet voldoende. Eerst na herhaalde oproeping deed zich eindelijk een adspirant op voor een te vervulien plaats. De toestand van het onderwijs was op de bijzondere scholen zeer voldoende. De werkzaamheden der commissie bepaalden zich tot ge- regeld schoolbezoek en het bebandelen van door Burg, en Weth. om ad vies gezonden stukken. Dit verslag wordt ter visie gelegd voor de leden. j. Het verslag der Gezondheidscommissie wier zetel ge- vestigd is te Ter Neuzen. Wordt ter visie gelegd voor de leden. Ii, Het verslag der ambachtsschool te Hulst over het jaar 1907, Wordt ter visie gelegd voor de leden. 1. Een adres van A. B. de Meijer welke bericht dat het riool van de gemeente, loopende van de Westkolkstraat naar het Achterom, valt buiten het door hem te bouwen woonhuis, waarom hij verzoekt goed te keuren dat dit riool behuuden blijft en hij met den heer Bliek, aan wien aldaar ook een strook grond in erfpacht is uitgegeven. ontslagen worden van de verplichting tot het leggen van een nieuw riool. De overige werkzaamheden welke ingevolge het ver- krijgen van grond in erfpacht moeten geschieden zijn reeds volgens aanwijzing van den gemeentebouwmeester uitgevoerd. De heer Bliek heeft verklaard er geen bezwaar tegen te heb- ben dat het riool blijft liggen. De Voorzitier deelt mede dat, nu blijkt dat het riool buiten de te bouwen woning valt, Burg, en Weth. er geen bezwaar in zien goed te keuren dat het bestaande riool be- houden blijft, en adviseeren dus tot inwiiliging van het verzoek. Z. h. s wordt aldus besloten. ■n. Een verzoek van A. C. Risseeuw, telefoonhouder te Sluiskil, welke verzoekt ontheven te worden van het be- stelien der telegrammen en zijne jaarwedde in verband daar- mede nader te regelen. De reden van dat verzoek is ge- legen in de verandenng in zijn gezin, daar rnej. S. M. Risseeuw, zijne plaatsvervangster als telefoonhouder, zijne woning gaat verlaten. De Voorzitter deelt mede over deze zaak met Risseeuw gesproken te hebben. Risseeuw was tot hiertoe telefoon- houder en zorgde zelf voor het bestellen der telegrammen. Hij is echter weduwnaar geworden en zijne dochler verlaat wegens huwelijk zijn huis, waarom hij het bestellen der tele grammen niet meer kan verrichten. Hij genout voor het werk een jaargeld van J 140. Nu heeft spreker ua eenig over en weer spreken van Risseeuw vernomen dat hij wel lemand voor het bestellen iter telegrammen zou kunnen vinden. Burg, en Weth. acbteu het ook het best, dat Kisseeuw er zelf voor zorgt. Het college stelt daarom voor zijn salavis als telefoonhouder te bepalen op 100 en hem tevens f 50 bescbikbaur te stellen voor het bezorgen der telegrammen, waarvoor hij dan iemand kan aanstellen. Hij meeude dat iemand in zijn nabijheid wonende, daartoe wel genegen zou zijn. De heer De Masier vraagt welke de verhouding van den telefoonhouder tot de gemeente is. De Voorzitter aniwoordt dat de Raad, ingevolge gevoelde behoefte, aan het Rijk heeft verzocht aldaar een telefoon- kantoor in te riehten, welk verzoek is iugewilligd op voor- waarde dat de gemeente de inrichting van het kautoor en het salarieeren van den telefoonhouder voor hare rekening nam, wat is geschied. Nadat de Voorzitter toestemmend heeft geantwoord op de vraag van den heer Moggvd, dat de voorziening in het be stellen der telegrammen dan zal geschieden ten genoege van Burg, en Weth., wordt het voorstel z. h. s. aangenomen. u, Een adres van P. A. van Hoeve, kleermaker en win- kelier te Sluiskil, welke beieeld verzoekt hem ontheffing te willen verleenen van den eisch gesteld in de le alinea van art. 28 der bouwverordening en de tweede alinea van dat art. te willen toepassen. De door hem te bouwen woning, waarvan het plan aan Burg, en Weth. is ingezonden, heeft eene oppervlakte van 110,80 M2 en de daarachter liggende open ruimte bedraagt 25,24 M2 alzoo 11,76 M2 te weinig. De aan den achterkant aanpaleude grond behoort aan den Rijkswaterstaat bestaande in het talud der rjikswaterleiding, welke wel nimmer zal bebouwd worden, waarom de woning wel voldoende toevoer van licht en lucht hebben zal. De Voorzitter doet mededeeling van een desbetreffend rapport van deu gemeentebouwmeester, welke adviseert een strook van het achter het aan adressant behoorend terrein gelegen talud der waterleidtng als open ruimte te bepalen, daar er dan voldoende open ruimte zal zijn. Overeenkomstig de tweede alinea van art 28 der bouw verordening stellen Burg, en Weth. voor het verzoek in te willigen. Z. h s. wordt dit voorstel aangenomen. o. Een adres van A. de Witte, welke verzoekt hem voor verbouwing van het perceel Dijkstraat 72, hetwelk te klein is om ter plaatse een eenigszins naar de eischen des tijds in te riehten wool- en wmkelhuis met het noodige open terrein te bouwen, in erfpacht te willen geven het daarnaast geiegen onbebouwde terrein van de gemeente, tot in het verlengde der ruoilijn van de Korte straat of zoover als door den Raad kan worden toegestaan. De gemeentebouwmeester in wiens handen dit verzoek- schrift is gesteld deelt mede dat het in erfpacht gevraagde terrein eene oppervlakte heeft van pi. m. 47,50 M2. Het is gelegen hitmen de verlengde zuidelijke gevellijn van de Dijkstraat en die der oostelijke gevellijn van de Kortestraat. Buiten deze bepaalde rooilijnen wordt nog pl.ni. 0,70 M. breedte terrein gevraagd voor het leggen van eene stoep langs de gevels van het gebouw. Omdat het eventueel bij te bouwen gedeelte niet bniten de l'ichting der bestaande gevels zal worden gebouwd en omdat op dat gedeelte geen zinkputten of riolen aanwezig zijn, komt het den bouwmeester voor dat er geen bezwaren zijn om het verzoek van adressant, onder nader te stellen voorwaarden, in te willigen. De Voorzitter stelt in verband hiermede namens Burg, en Weth. voor te kennen te geven dat het voornemen besiaat het gevraagde terrein aan den pnblieken dienst te onttrekken. De heer Wieland waarschuwt dat men voorzichtig moet zijn met het toestaan van het verzoek. Kan de daar liggende Kortestraat niet meer worden doorgebouwd De heer Van den Hoek antwoordt ontkennend. Er is trouwens geen bezwaar om thans te besluiten tot het publi- ceeren van het voornemen om den grond aan den publieken dienst te onttrekken. De leden kunnen zich inmiddels op het terrein op de hoogte slellen, de beslissing of de groud al of niet in erfpacht wordt gegeven valt later. De Voorzitter: Adressant blijft met het bij te bouwen deel in elk geval binnen de doorgetrokken rooilijnen. De heer Wieland Als we het toestaan, kan er dan nog een wagen met 2 paarden bespannen, komende van Durt, langs de Korte Dijkstraat, passeereu De Voorzitter meent dat dit geen bezwaar zal ondervinden. De heer .Van den Hoek stemt daarmede in, op het smalste deel blijft de straat nog 6,7 M. zonder de stoepen. Z. h. s. wordt het voorstel van Burg, en Weth. aangenomen. p. Van het Burgerlijk Armbestuur is een verzoek ont- vangen om machtiging tot af- en overschrijving in de be grooting voor 1907. De Voorzitter herinnert dat Gedep. Staten hebben bepaald dat, in het belang van goede orde en regelmaat, de Raad daarvoor een besluit moet nemen. Z. h. s. wordt de gevraagde machtiging verleend. 3. Onderzoek ge/oojsbrieven enz. yekozen lid van den Raad. De Voorzitter deelt mede dat door het nieuw gekozen lid van den Raad, den heer J. de Feijter, is ingezonden zijn geloofsbrief met bijlagen, en verzoekt eene commissie, waarvoor hy aanwijst de heeren Wieland, Moggre en Scheele, daaromtrent rapport uit fe brengen. Gedurende dit onderzoek wordt de vergadering gesehorst. Nadat de vergadering is heropend rapporteert de commissie bij monde van den heer Wieland dat de stukken in orde zijn bevonden en zij tot toelating van den gekozene adviseert. Zh, s. wordt aldus besloten. 3. Benoemen stembureau, stemming Kamer van Koophandel en Rabrieken. De Voorzitter verzoekt over te gaan tot het benoemeD vin 2 leden voor het stembureau voor de op Vrijdag 27 dezer te houden stemming voor drie leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. De eerste stemming heeft tot resnltaat dat werden uitge- bracht op de heeren: Moggre 4, De Jager 3, Wieland, De Masier en Drost 2, en Moes, Dees en Scheele elk 1 stem. Bij de tweede stemming wordt met 7 stemmeo benoemd de heer Moggrevoorts verkrijgen de heeren Wieland 3, De Jager 4, en De Masier en Drost elk 1 stem. Voor het tweede lid moet dus eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren Wieland en De Jager. Daartoe wordt overgegaan, doch daar bij de telling der briefjes blijkt dat de in de herstemming betrokkenen, in strijd met de wet, hebben meegestemd, worden de briefjes ongeopend vernietigd en eene nieuwe stemming gehouden. Deze heeft tot uitslag dat de heeren Wieland en De Jager elk 3 stemmen verkrijgen, zoodat het lot overeenkomstig het reglement van orde moet beslissen. Door het trekken van een nummer wordt hierop de heer Wieland aangewezen als tweede. lid van het stembureau, en verklaart zich, eveuals de heer Moggre bereid de functie op zich te nemen. 4. Benoeming ondrrwijzeres aan school A. De Voorzitter deelt mede dat op de voordracht zijn ge- plaatst de dames E. J. P. Eijke te Ter Neuzen, L. M. de Pauw te Groesbeek en J. H. H. van Nooten te Wou.irichem. Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. Eijke. wed. Hasse, om zoo mogeiijk met 1 April a. s. in dienst te treden. 5. Vaststetlen kohier schoolgeld voor het openbaar lager onderwijs le kwartaal 1908. De Voorzitter deelt mede dat het kohier is opgemaakt op een bedrag van f 962,30J. Z. h. s. wordt het kohier aldns vastgesteld. 6. Vaststetlen kohier der be/asling op de honden. De Voorzitter deelt mede dat het kohier is opgemaakt op een bedrag van f 782. Hij voegt hieraan toe dat van den inspecteur van politie klachten bij hem zijn iDgekomen dat verschillende personen honden aangeven als band- of huishonden, terwijl later blijkt dat zij die honden laten losloopen, wat niet geoorloofd is. Het zai daarom noodig zijn tegen die ontduiking van de belasting maatregelen te nemen, door daar tegen in de ver ordening slraf te bepalen. Eerlang zal daartoe een voorstel worden ingediend. Het kohier wordt hierna z. h. s. vastgesteld. 2Omvraag. a, De heer Dees Naar ik heb gehoord is er helaas een besluit genomen om niet over te gaan tot vol spuiting van den poel te Sluiskil, die vuile dampen opgeeft. Dit is zeer te bejammeren en ik wilde voorstellen om, niettegenstaande het gevallen besluit, alsnog pogingen aan te wenden om in het belang van den gezondheidstoestand aldaar volspuiting van den poel te verkrijgen. Naar mij van terzijde is raedegedeeld hebben de aannemers van de kanaalwerken geen bezwaar het te doen, mits hun eenige kosten, die van het maken van een ringdijkje, worden vergoed. Nu is het echter jammer dat de belanghebbende eigenaars het niet eens zijn over het eigendomsiecht en el- kander het recht op den vol te spuiten put betwisten. Toch zoti het, als er pogingen worden aangewend, misschien nog we) m"gelijk zijn hen tot een vergelijk over te halen. Vooral voor de bewoners van Sluiskil zou het van groot belang zijn als die vuiie poel werd volgespoten De pogingen zouden evenwel spoedig moeten worden aangewend. De Voorzitter deelt mede over deze aangelegenheid te hebben onderhandeld. De gemachtigde van de aannemers, de heeren Blankenvoort en Van Hattum, heeft gezegd dat de kosten van het ringdijkje zes a acht honderd gulden zouden bedragen en dat hij dan de volspuiting gratis wil dom, mits een moeras aan de andere zijde, behoorende aan aen Coegorspolder, ook te zijner beschikking wordt gesteld om dat vol te spuiten. Spreker heeft hierover eene conferentie gehouden met den dijkgraaf van den Coegorspolder en de heeren Van Wijk, Dekker, Riemens en de erven lie Koeijer, doch het resultaat daarvan was dat besloten is om het niet te laten doen. Nu zou het misschien toch nog wel mogeiijk zijn om er toe te geraken, als het geld er voor kon gevonden worden. De wed. Kielman en den heer Lippens zouden wel ge negen zijn om bij te dragen, misschien dat de Coegorspolder er ook nog wel voor te vinden zou zijn en zou op die wijze de »de kleine vergoeding", zooals de heer Dees zeide, maar waarvan spreker het bedrag nog zoo min niet vindt, bijeen te brengen zijn. De heer Van den Hoek meent dat die kosten gering kunnen genoemd worden in aanmerkiDg van de oppervlakte grorid, die men door die volspuiting verkrijgt. De heer Dees kan zich nooit voorstellen dat de kosten zoo hoog zouden loopen als het bedrag door den Voorzitter ge noemd, daar er in de onmiddellijke nabijheid gelegenheid is voor het laten wegloopen van het water. De Voorzitter merkt op dat de watergang die door het terrein loopt, niet gebruikt kan wordeD. Er moet random het geheele terrein een dijk gemaakt worden, hooger dan men het terrein wil maken, daar het met modder bezwangerde water, dat er op gespoten wordt, moet kunnen bezinken. De heer Dees merkt op dat de belanghebbende eigenaars in elk geval veel meer zouden winnen aan hoogere waarde hunner terreinen, dan dat de kosten zouden bedragen. De Voorzitter: Daar heb ik hun ook op gewezen, voor mijn persoon heb ik er reeds de noodige woordjes over gewisseld en het spijt me dat het resultaat niet beter is geweest. De heer Dees hoort met genoegen dat er voor gewerkt is, al is daarmede het doel nog niet bereikt. De Voorzitter Ik meen dat we er echter voorloopig nog niet aan moeten wanhopen. Ik ontving zoo juist een schrij ven dat een der heeren Blankenvoort hier is en mij over deze zaak zai komen spreken, misschien dat deze wel een ander cijfer der kosten kan noemen. De heer De Jager: Voor wiens rekening moet het ge- beuren De VoorzitterVan de eigenaren der gronden, wier perceelen er mee verbeteren. De heer Dees: Ik meen dat de eigenaren van gronden het er best voor kunnen over hebben er ligt nu water, daar voor krijgen ze dan toch grond als het is volgespoten. De Voorzitter: Neen, dat krijgt de Coegorspolder zelf, aan wie het water behoort, ik ben het in deze kwestie nog niet met de eigenaars eens. Het betreft hier geen aanwas als het buitengronden waren, was het nog wat anders. Het groote moeras heeft eene oppervlakte van 1,37,20 H.A. en dat behoort aan den polder. De heer DeesDat is reeds 3 gemeten. De Voorzitter deelt mede de oppervlakte van de kadastrale perceelen, in het besproken moeras vervat, waaruit blijkt dat 1,41,90 HA behoort aan de wed. Kielman, 1,04,70 H.A. aan den heer Lippens en 1,51,20 H.A. aan den Coegorspol- polder j de totale oppervlakte is 3,97,80 H.A., waarbij dan nog komt 16 c A. waarop een huisje van Riemens staat en een watergang, die buiten bespreking kan blijven, omdat die moet behouden worden. Hieruit blijkt dus, dat er een aanzienlijke oppervlakte ver- beterd zou worden. De heer Dees Het is 8 gemeten. De heer Wieland, VaD den Hoek en Dees betreuren dat er, met dit voordeel voor oogen, van zoo weinig medewerking der eigenaren blijkt. De heer De Jager: Maar de kosten komen toch ook nog op 100 per gemet. De heer Wieland Welnu, maar dan krijgen ze ook grond, terwijl ze nu waardeloos water hebben j daaraan heb ben ze niets. De Voorzitter: Wat er nu ligt heeft weinig waarde. De heer Van den Hoek wjjst er op dat, als men met kleine kosten de poel wil vol gespoten hebben, men haast zal moeten maken want als eenmaal de aannemer elders zijne machine in werking heeft gesteld, zal hij er niet meer inkomen om voor het genoemde bedrag den poel vol te spuiten, daar het stellen der machine met groote kosten gepaard gaat. De Voorzitter De heeren kunnen uit een en ander zien dat niet stil gezeten is Ik dachc dat het bestuur van den Coegorspolder zou gezegd hebben: «dat is waardelooze grond, spuit maar volmaar het schijnt niet te lukken. Op verzoek van den Voorzitter leest de secretaris een resume van de door den Voorzitter met belaDghebbenden op 18 dezer gehouden conferentie, dat luidt als volgt //Tegenwoordig de Dijkgraaf van den Coegorspolder, K. de Koeijer, namens erven De Koeijer, A. A. Ramondt, F. Dekker Wz., Anth. van Wijck en Kielman. De Burgemeester deelt mede dat Van Hattum en Blanke- voort genegen zijn de poel bij Sluiskil vol te spuitenwanneer de aan de andere zijde van den dijk gelegen moeras aan hen in eigendom wordt gegeven en tegen betaling van 600 b 1000 gulden. De Burgemeester wijst op de voordeelen welke zoudea worden verkregen. Door den Dijkgraaf en den heer Dekker wordt de waarde van de te verkrijgen gronden betwijfeld. De heeren De Koeijer en Van Wijck zijn bevreesd voor veratopping der watergangen, bij volspuiting en willen geen afstand doen van hunne reehien. De dijkgraaf deelt mede dat het polderbestuur van oordeel is, dat de zaak voor belanghebbenden geen kosten mag ver- oorzaken. Vervolgens hebben eenige besprekingen plaats over de rechten van aanpalende eigenaars op aangewasBen gronden. De dijkgraaf deelt ook mede dat ingelanden besloten hebben de kreek niet te verkoopen en wanhoopt aan eenig gunstig resultaat." De Voorzitter: U ziet, daartegen is weinig in te brengen en bij zulke verklaringen moet men wanhopen aan eenig resultaat. Wat verstopping der watergangen betreft, daarvan geloof ik niet dat men hinder zou hebben, daar het water toch bezonken is eer het de watergangen bereikt. De heer DeesBovendien, het spuiten geschiedt toch in den zomer, als wanneer de waterstand meestal laag is. De Voorzitter: De heer Dekker was bang voor het door- breken van den ringdijk, hij had dat bij het spuiten op de Axeische Vlakte geziendaaromheen lag een breede dam, maar er werd met zooveel kracht gespoten, dat de dam doorbrak. Ik geloof dat dit echter wel zou kunnen voorkomen worden. De heer Van den Hoek: Dan zetten ze maar een elleboog op de buizen. De Voorzitter: We zullen nog maar eens moeten afzien en inmiddels doen wat we doen kunnen. b. De heer De Jager vraagt hoe het staat met het pleintje voor de woningen van Van der Peijl aan de Lange Kerkstraat, waarvoor die tuinijes gemaakt zijn. Wanneer zal het buiten de heining liggende terrein worden bestraat De Voorzitter: Ja, wanneer? Als de belanghebbenden er haast mee hebben kunuen ze niet beter doen dan aan de gemeente de materialen presenteeren, die dan wel voor het maken zorgen zal. Dat is op andere plaatsen ook al eens voorgekomen Doen ze dat echter niet dan znllen ze hun beurt moeten afwachten. Er zijn nog andere plaatsen waar bestrating moet gemaakt worden, die reeds lang wachten en dus moeten voorgaan. De heer De Jager was van nteening dat de Raad bij het verleenen der vergunning voor het maken der tnintjes, tevens besloten had het openblijvende terrein te bestraten. De Voorzitter noemt die meenipg onjuist, dit laatste is niet besloten het gaat ook niet aan om te vergen dat de gemeente maar dadelijk elk terrein dat openkomt zou bestraten. 8. Reclames hoofdelijken omslag. De Voorzitter schorst ter behandeling van eenige reclames tegen den hoofdelijken omslag de openbare vergadering, welke overgaat in eene met gesloteu deuren. Zonder weder openbaar te zijn geworden is de vergadering uiteengegaan.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 9