Tsr K9i[£QBScfe0 Gourint fetjilleton. Zaterdag 7 laart 1908. No. 5119. X)S3z^nD-E BLAD. Buitenland. Binnenland. iBSELSlE en de COMS®* De overname van den Congo door Belgie schijnt thans tot stand te sullen kunnen komen. Dooi het hardnekkig vasthouden van den V nin aan verschillende bepahngen, voornanie yk dat een domein aan hem zou blyven toebehoore bleek er bij de volksvertegenwoordigmg geen meerderheid te vinden om tot dieover"^ne® besluiten en legde bet vorig Mimstene zyn portefeuille's neder. Ook met het nieuWe^ sterie schijnt Z. M. Leopold in *en beg.nne niet te hebben kunnen opschieten vooi bet bereiken van zijn doel. doch thans heeft Mi nister Schollaert van den Koning belan^«k® concessie's verkregen, die doen vermoeden dat het Congo-ontwerp er nu wel door zal gaan., De Koning wilde het domein, dat groote voordeelen afwerpt, behouden om daaru^ v®r" schillende grootsche werken, die do°r J*®"1 J aansevano-pn. te voltooien. By doet thans SgZS„ 'arst.nd, op voovwaarde Tan .en, jaarlijksche uitkeermg van 120,°00 h a.in Prins Albert en 75,000 fr. aan Pnnses Clemen tine terwijl Belgie zich verphcht acht om de concessie's," verleend aan de .Atnerican UmSO Compagny en de Compagme foresteie Msmede de belofte van de concessie van grondgebied aan de zending te eerbiedigen. De Koning behoudt voorts in volledig bezit 40,o00 H. A. in Majoembe, waar by proefne- minsen met sewa-ssen zal hou tn. De Bearing -1 voort, aan de Iv.mer voor- stellen lie opriebting van een epeeiaal fra bestemd tot de uitvoenng van werken die een punt van geschil uitmaken tusschen de»konm0 en den ondernemer, Wouters Dustin. Cat foods zal gebruikt worden voor de opnchting van een koloniaal museum en een wereldlykeschool te Tervueren, tot de voltoonng van werken te Laeken en de tenuitvoerbrenging van we keii tot verfraaiing van Ostende Het;spe male fond zou oven 60 millioen bedragen. Ken aa lijksch crediet van 3 millioen zal gedurende l o iaren op de begrooting van den Congo vooi- komen om bestemd te worden voor werken, SSend ten dienste van d, Congo enoals bet bouwen van nieuwe ziekenhuizen enz. L>e Koning keurt het goed, dat de kamer over de begrooting voor den Congo zal stemmen. Van officieuse Belgische zijde wordt beweeid dat het besluit van den Komug,om in de Conookwestie wat meer toeschietelykheid aan den "dao te leogen, reeds had vastgestaan, vooi fe enavgieive vevklaringen van de Eng.lsehe regeering in Hooger- en Lagerhuis waren geuit. Daartegenover staat 't vast, dat-de Regeering in Brussel nog kort voor de uitlatingen van den Engelscben staatssecretans Fitzraaunee by den Koning op onwrikbaren tegenstand stuitte, "a W eevst na de bewust, E»- gelsche krachtwoorden gelukte, den Kon B tot toegeven te bewegen. Het is aan geen twyfel onderhevig, of by deze verand.erde houding van Koning Leopo d heeft de door Engeland uitgeoefende druk gee geringe rol gespeeld. PERZlt. De redding van den Shah is te Teheran ge- vierd met illuminatie. De aanslag is ech m niet zonder politieke gevolgen gebleven he Ministerie is weer eens gereorgamseerd. In het Parlement is een voorstel behandeld, om aan elken Minister een Europeesch raadsman toe te voegen. De voorstellers meenden dat be sanssm! Regeering er standvastiger door zou worden, dat de vreemde geldmarkt er meer vertrouwen door zou krijgen in Perzie en ook dat de m- vloed der hofpartij op de regeeringszaken er door verminderen zou. Misschien is dat laatste wel de voornaamste reden van hec vooistei daar die party de nieuwe staatsregeling niet zoo gunstig gezind is. Het voorstel, dat met een kleine meerderheid werd verworpen, zal opnieuw worden ingediend. Door naamlooze pamfletten is bekend gemaakt dat het niet de bedoeling is geweest den Shah van het lpven te berooven, doch dat de aan- slag is verricht om den Shah te beletten naar hetT binnenland te vertrekken, waardoor de hof partij vrij spel zou hebben gekregen. De schryvers waarschuwen hem dat hij de behouds- gezinden uit zijne omgeving moet wegzenden en betere en eerlijker liedep tot raadsmannen kiezen, doch geen landverraders bij zich houden. Doet hij dit niet, dan zal men hem weten te vinden, waarheen hij ook moge gaan. Thans zijn 4 Kaukasiers gearresteerd, die aangezien worden voor de ieiders van de samen- zwering, waarvan de bomaanslag een uitvloeisel was. De- vier mannen waren gevlucht naar een heilige plaats, den graftempel van Abdoel Azim, even buiten de hoofdstad. Deze plek wordt in Perzie al sinds eeuwen beschouwd als een onschendbaar heiligdom, waar misdadigeis die haar hadden bereikt, veilig waren voor den wrekenden arm der overheid. De priesteis heb ben op heftige wijze tegen de arrestatie ge protesteerd, daar deze naar hunne opvatting eene heiligschennis was. De Regeering heeft niettegenstaande dit doorgezet, troepen diongen den tempel binnen, haplden de daders te voor- schijn en sleepten hen mede. Dit wordt be schouwd ais een bewijs van de doortastendheid der Regeering. Het beet nu in de bencliten uit Perzie dat alles daar rustig is. Behalve den aanslag op den Shah is er Zaterdag nog een bom ontploft. Deze had plaats in een eenz&me straat Een arbeider en een tuinman kwam daarby om het leven. Dien dag had ook nog een derde aanslag plaats tegen het leven van den^vizier Makfoes, een vertrouweling van den Shah. Ditmaal sprong de bom wel en doodde verschillende voor bij gangers. merkt de Regeering o. a. (Jitbreiding van het blijvend gedeelte. Door den men wen Minister van Qorlog is bij de Staten-Generaal ingediend een wetsontwerp tot wijziging van de voorloopige vaststelling der Oorlogsbegrooting voor 1908 en tijdelijke nadere regeling ter uicvoering van de artikelen 108 en 109 der Militiewet 1901. Het wetsontwerp strekt o. a. om premien te geven voor vrywillig verblyf ondei de vvapenen van miliciens hi] de onbereden korpsen tot vei- sterking van het aantal onder de wapenen zijnde manschappen in bet tydvak van 27 Maaft tot 25 Juli 1908. Het eindcijfer der begrooting wordt hiervoor verhoogd met 264,000. Voorts bevat deze nieuwe wetsvoordracht o. a. de bepaling, dat in afwijking voorzooveel noodig van de regeling tot uitvoering van de artt. 108 en 109 der Militiewet 1901, getroffen ten aanzien van de ingelijfden bij de onbereden korpsen, die in 1907 den bij art. 107 dier wet bedoelden dienst hebben volbracht, desvereischt alsnog een door den Minister van Oorlog te bepalen aantal van bedoelde ingelijfden vooi het tijdvak van 27 Maart tot 25 Juli 1908 onder de wapenen kunnen worden geroepen mits het geheele aantal der in dat tydvak tei vorenvermelde eischen onder de wapenen zijnde manschappen het in genoemd art. 109 vermelae getal van 7500 niet te boven gaat. aanwijzing van de manschappen, worden geroepen, geschiedt naar de volgorde van de nummers aan bedoelde ingelijfden bij de reeds krachtens genoemd art. 109 voor hen plaats gehad hebbende ioting ten deel gevallen, te begiunen met den houder van het laagste nummer bij de voorwaardelijk tot opkomst on der de wapens aangewezen. Het is den manschappen, die krachtens deze wet worden opgeroepen, vergund van nummer te verwisselen met de overige manschappen van het korps die in 1907 den bij art. 107 der Militiewet 1901 bedoelden dienst hebben vervuld. Ter toelichting tot deze wetsvoordracht wijst de Regeering er op, dat bij de den I2n Juli 1907 uitgevaardigde regeling met betrekking tot het blijvend gedeelte der lichting van 1907 bij de onbereden korpsen o. a. voor de infante- rie in de eerste plaats werden aangewezen twee ploegen, de eerste voor het tydvak van 1 De cember 1907 tot 27 Maart 1908, ter sterkte van 1973 man, de tweede voor het tijdvak van 27 Maart tot 25 Juli 1908 ter sterkte van 1929 man. Bovendien werden nog 888 man bestemd voor een derde ploegdeze laatste manschappen zouden echter slechts onder de wapenen behoeven te komen, in zekere bij die regeling omschreven gevallen. Deze aantallen manschappen, die krachtens vermelde regeling in de beide hiervoren ge- noernde tijdvakken onder de wapenen zullen zijn, acht de Regeering te gering om daarmee naar behooren in de bij art. 108 der Militiewet 1901 vermelde eiscben te kunnenvoorzien. Met name acht zij met die aantallen de uit voering der bestaande bepalingen en voorschrif- ten betreffende de mobilisatie niet voor zich verzekerd. Te dien aanzien op, dat de noodzakelijkheid eener mobilisatie veelal zoo onverwacbt intreedt, dat de troepen, vereischt om een regelmatig verloop dier hande- ling volgens de daaromtrent vastgestelde voor- schriften eji bevelen te verzekeren, in bun gebeel reeds dadelijk bij de band moeten zijn om bun bestemming te voigen. Hiermee kan zegt de Re^ worden gewacbt totdat een deel der manschap pen eerst na 24 uren of langer by het korps aankomt. Het is een gebiedende eisch, dat de voor dit doel noodige manschappen tot hun voile aantal bij het korps aauwezig zijn op bet oogenblik zelf, waarop het bevel tot mobi lisatie wordt uitgevaardigd. De regeling van 12 Juli 1907 liet alzoo een leemte, die niet zonder gevaar is en waarin de Regeering, naar zij opmerkt, zich veiplicht rekende zonder verwijl te voorzien. Zich niet verbelende, dat de nieuwe wettelijke regeling zvvaren druk oplegt aan manschappen die tegen hun rechtmatige verwachting er door worden getroflen, was bet t ernstig stievendei Regeering het opleggen van dien druk zoo mogelijk geheel te ontgaan, betwelk zy zich vooi stelt op de volgende wijze te bereiken. De bedoeling is aan de manschappen der onbereden korpsen, die zich beschikbaar stellen, om vrijwillig krachtens art. 112 der Militiewet 1901, van 27 Maart tot 25 Juli 1908 bij hun korps ortder de wapenen te komen of te blyven, een premie toe te kennen van.- 120. Door die premie te geven niet alleen aan de manschappen der lichting van 1907, maar ook aan de overige miliciens der andere licntingen van het korps, voor zooveel zij hun eerste- oefeuing hebben volbracht, bestaat er alle reden voor de verwachting, dat zich voor die betrek- kelijk hooge som een voldoend aantal manschap pen zal aanmelden. Mocbt onverhoopt geen voldoend aantal man schappen zich hebben aaugemeld op 27 Maart het tijdstip van vertrek der eerste ploeg met groot verlof dan zal op de hierboven omschreven wijze in de behoefte worden voorzien. I op hen rustende voorwaardelijke verplichting worden ontslagen, met dien verstande evenwel, dat deze, zoo tegen de verwachting in zich geen voldoende manschappen vrijwillig aanmel den, in een onvoorwaardelijke verplichting kan overgaan. wapenen onder krachtens en die zaak als afgedaan te Zoo verliepen er ongeveer dne weken, toen de overste op zekeren dag 't antwoord op m- gezonden request ontving. 3p t zelfde s^tuk was door den Koning eigenhaudig tantwooid „ls dat niet dezelfde graaf Zarnacki, die ge- deserteerd is. Moet nog eerst een bewys van zijne dapperheid in^'n batallle geven, kan later aan huwen denken." De overste veranderde van kleur en schudde langzaam het boofd, en zich tot zyn adjudant wendende zeide hij ,/Weet gy wat onzeKom g op 't onderdanigst^ verzoek van graaf Zarnacki ^D^arop^las hij den adjudant 't besluit van Z M voor, van zijn eigen aanbevehng geen gewa^ makende, omdat het voor zyn gevoel hinderlijk was, dat zyn mmderen in rang wisten dat Z M zoo weimg waarde scheen te hechten aan het request, dat door hem als overste en commandant ondersteund werd. Daamagaibj zijn adjudant order den cornet hrermede in kennis te stellen beschouwen. 't Was geen gemakkelijke en nog minder aan- gename taak, deze boodschap den graaf mede te deelen, doch 't bevel moest nagekomen wor den, zoodat de adjudant op de omzichtigste wijze en zoo bedaard mogelijk den cornet hier- van kennis gaf. Zoodra deze 't bericht ontving fronste hy zyn voorhoofd, zijn oogen schoten vuur, en knarse- tandend liep hij 't vertrek op en neder, terwyl hi] als door instinct gedreven naar zijn sabel cn-eep, die echter nog in een hoek der kamer stond. Von Seelen bezwoer hem zich in 't onver- mijdelijke te scbikken, daar dit in elk geval altijd nog beter resultaat zou opleveren, dan zich openlijk tegen 'n besluit des Konings te verzetten. Ook de Overste was geheel ontstemd en hep ongeduldig heen en weder, nu en dan zonder bepaald doel in eenige papieren snuffelende. Ofscboon zichzelve niets te- verwijten hebbende was 'them toch te moede, als zou't afwijzend antwoord van den koning, door den cornet aan hem geweten worden, omdat hij deze te kennen had gegeven, 't verzoek aan Z. M. niet te zullen ondersteunen, en dit was iets, betwelk hem toch hinderde. Bij aanneming van het wetsontwerp zullen de manschappen der derde ploeg van de thans ,/tGteluk is hem niet gunstig. 'kBegrypniet waarom er eerst 'n proeve van dapperheid moet worden gegeven, daar ik als commandant in dat opzicht'n gunstig advies van hem heb afgelegd. 'k Vrees, dat hij zich nog voor den kop zal schieten, want 't arme rneisje kan daarop niet wachten en de oude heer zal zijne toestemming nu wel intrekken, wie weet, welke treurige gevolgen die weigering nog na zich zal sleepen". Zoo zat de overste geruimen tijd in zichzelven te redeneeren, terwijl hij al te goed wist, dat hij, als overste en commandant, er niets aan kon doen. 't Besluit van Z. M. was 'n /bevel," en dat bevel moest in alle bijzonder- heden worden nagekomen en hij kon niet ontveinzen, dat't hem voor Kaatje innig leed deed. Plotseling stond hij oji en ging tegen zijn gewoonte met de pijp in den mond, groote rookwolken om zich heen verspreidende, de huiskamer binnen, waar hij Helena aantrof, druk bezig met 'n fraai handwerk. z/Goeden morgen, mijn kindzeide de overste vriendelijk, en kuste Helena hartelijk op t voorhoofd. 'tJonge rneisje zag haar vader verwonderd aan 'n vreemde gewaarwording maakte zich van haar meester, want vanwaar kwam zoo eensklaps die vriendelijke hartelijke toon, dit was ze in TER NEUZEN, 6 Maart 1908. In de week van 26 Februari tot en met 3 Maart 1908 zijn in Zeeland voorgekomen 7 gevallen van roodvonk en 7 van diphtheritis te weten van roodvonk 3 gevallen te Breskens, 2 te Kruiningeh en 2 te lissingen van diph- teritis 2 gevallen te Axel, 1 te Goes, 1 te Hulst, 1 te Middelburg en 2 te Zierikzee. Sas van Gent, 5 Maart. In de heden ge- houden raadsvergadering waren aanwezig alle leden. De notulen der vorige vergadering werden voorgelezen en onveranderd goedgekeurd. Als ingekomen stukken werden eenige mis- siven van Ged. St. houdende goedkeuring raads- besluiten voor kennisgeving aangenomen. Een schrijven van H. Scheffer omtrent wei gering van zijn verzoek om logementsvergunning werd als ongezegeld ter zijde gelegd. Het verslag ingevolge art. 52 der woning- wet over 1907 werd voorgelezen en voor kennisgeving aangenomen. Alzoo ook het zeer beknopte jaarverslag der commissie tot wering van schoolverzuim in de gemeente over 1907. Van de geldleeningen der gemeente van 1893, 1894 eir 1904 werden respectievelyk uitgeloot de aandeelen 23, 8 en 11. Tot lid van bet Algemeen Armbestuur werd benoemd de heer A. de Lauwere (periodiek aftredend). Aanbevolen waren de heeren A. de Lauwere en A. G. Stubbe. Aan het comite tot het verkrijgen eener R. H. Burgerschool in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen werd ondersteu- ning in hunne pogingen verleend. Het kohier No. I der hondenbelasting over 1908 werd vastgesteld met 48 huishonden en 40 bandhonden tot een bedpag van 280, nadat op aanwijs van den heer Hamelijnck nog een huishonJ van den beer Van der Graaff daarop was gesteld. De wijziging der rekening van het Algemeen Armbestuur over 1907 werd goedgekeurd, als- mede de verhoogde subsidie ad f 225, De verhooging ad 25,der jaarwedde van de Wethouders die in een vorige vergadering werd afgewezen, werd thans na lange beraadslaging met 5 tegen 2 stemmen goedgevouden. Het kohier No. 1 van den hoofdelijken omslag werd in besloten vergadering behandeld en daarna in openbare vergadering vastgesteld op een be- drag van 2753,091/a, gelijk aan het vorig jaar. Eenige af- en overschrijvingen in de begrooting voor 1908 werden goedgekeurd. B. en W. werden gemachtigd met den heer F. Janvier houder eener stoomcarroussel een overeenkomst te sluiten tot plaatsing van een Washingtonlicht op de groote markt, waarvoor dan de oude pomp zal worden weggeruimd. Bij omvraag werd aan den heer Versluijsop zijn verzoek opkiiapping der paden op de alge- meene begraafplaats toegezegd. Hierna werd de vergadering gesloten. Bosclikapelle. Na herhaalde oproepingen op een salaris van 50 boven het wettelijk minimum heeft zich slechts een sollicitant aan- gemeld voor de betrekking van onderwijzer met verplichte hoofdacte. Er worden ernstige pogingen in het werk gesteld 0111 in het Bisdom Breda te komen tot eene R. K. Onderwijzers-drankbestrijders-ver- eeniging. De voorloopige commissie bestaat uit leeraren by het hooger- en middelbaar- en on- derwijzers bij het lager onderwijs en heeft tot voorzitter den heer J. Mol, bekend drank- bestrijder en hoofd der O. L. school te Kruisland. Voor belangstellendeu in Noord-Brabant zal den laatsten tijd immers niet meer gewoon, en onwillekeurig barstte ze weder in tranen los. ,/Kom, kom, kindlief, hou nu toch eens op met zooveel traneu te vergieten", zeide de Overste haar op den schouder kloppende, //ik zal nu eens een ander goed nieuws vertellen, maar beloof me dan eerst die waterlanders thuis te houden, ge weet daar kan ik volstrekt niet tegen, en me dunkt, dat die ook wel 'n gek figuur zouden maken bij 'n blijde tijding, want ik heb besloten en besluit bij deze, dat luitenant adjudant Von Seelen de wettige echtgenoot zal worden van mejuffrouw nu geen tranen hoor, pas op.... van mejuffrouw Helena von Brandt, dochter van den Overste von Brandt, in garnizoen te Wartenberg. In angstige spanning had Helena woord voor woord uit heurs vaders mond opgevangen, maar toen hij den naam //Von Seelen" uitsprak, hadden de waterlanders" bepaald plan te voor- schijn te komen, doch gehoorzaam aan 't ont- vangen bevel, weerhield zij ze met kracht en geweld. Toen ze echter de laatste woorden gehoord had, wist zij niet of ze waakte of droomde en met een ongeloovigen blik zag ze den overste aan. (Wordt vervolgd.) VAN 1 i i Ho R^(*MPrincr hpiPtfti c5

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 9