Gemengde berichten.
Axel. Alhier is opgerichteene onder-afdeeling
voor Axel en omstreken van de vereeniging tot
bevordering der Pluimveehouderij en tamme
konijnenteelt in Nederland, met 32 leden. Het doel
der vereeniging is het bevorderen van de pluim-
veeteelt en tamme konijnenteelt in haar geheelen
omvang en bevordering van den handel daarin.
Het bestuur bestaat uit de heeren J. M. Oggel,
te Axel, voorzitter Sal. Scheele, te Zaamslag,
onder-voorzitterJ. A. Dregmans, te Axel,
secr.-penningm. J. M. Dregmans te Hoek, K.
de Feijter, te Axel, W. Koster te Axel, en Abr.
de Koeijer, te Ter Neuzen, bestnursleden.
De contributie is bepaald op f 1 per jaar.
Jhr. De Geer heeft met toestemming van
de bevoegde autoriteit, onder geleide van een
rijksveldwachter, de gevangenis te Scheveningen
voor een dag verlaten, voor een bezoek ten
sterfhuize van zijne echtgenoote, die dezer dagen
te Nijmegen overleed.
Te Hasselo bij Hengelo is een echtpaar
na 65jarige echtvereeniging op denzelfden dag
begravenbinnen het etmaal waren man en
yrouw na elkaar overleden.
In de Honselredijkstraat te's Gravenhage
is een tweejarig kind, dat een Curaijaosch aman-
deltje (z. g. olienootje) wilde doorslikken, daarin
gestikt. Een voorbijganger snelde met het
kind in zijn armen naar het gemeentezieken-
huis. Het kind bleek echter reeds overleden.
Een kleine vergissing
Dinsdagmorgen heeft zich ten kantore van
de Kasvereeniging te Amsterdam een tooneeltje
afgespeeld, dat het navertellen wel waard is
Een looper der firma Hulscher en Van
Willigen presenteerde aan de kasvereeniging
een cheque ter waarde van 25.000.
De man had nog even een boodschap in de
buurt te doen, waarom hy zich verwijderde,
zeggende zoo dadelijk terug te zijn.
Daar er altijd eenigen tijd overheen gaat
voor en aleer de verrekening van cheques in
de boeken der bank nauwkeurig geboekt zijn
kon de looper zich zonder tijdverlies verwijderen.
VVie stelt echter 's mans verbazing voor,
toen hij terugkomende vernam, dat de 25 mille
reeds waren uitbetaald.
Algemeene consternatie.
De schrik sloeg kassier en looper om het
l«t'-
De kassier had duidelijk geroepen, ,/Hulscher
en Van Willigen" en gezien, dat iemand de
25.000 had opgestreken.
Intussc-hen was een heer uit de P. C. Hooft-
straat, die dien morgen ook bij de bank een
cheque had gepresenteerd, thuisgekomen.
Hij haalde zijn porteieuille voor den dag om
het geld in de brandkast te bergen.doch
stond een oogenblik sprakeloos van verbazing.
De bankjes hadden zich niet alleen op merk-
waardige wijze in zijn portefeuiiie vermenig-
vuldigd, maar bij meer aandachtige beschouwing
bleek, dat hij de vermeende biljetten van f 25,
50 en f 100, welke samen het door den heer
ge'inde bedrag van 1000 zouden moeten vor-
men.f 26,000 waarde vertegenwoordigde.
De heer meende zeker slechts f 1000 in
■zijn portefeuiiie gestoken te hebben.
Fluks op de tram naar de Kasvereeniging.
Als de heer de Kasvereeniging binnentreedt
blikkelijk gaf hij daaromtrent de noodige be-
veleu aan Johan.
Korten tijd daarna verscheen de cornet na
een beter costuum te hebben aangetrokken.
z/Welnu," zei de Overste, »uw verlof is inge-
treden, ik wensch u goede reis en behouden
terugkomst."
,/Y6or ik vertrek, zou ik u nog gaarne iets
willen verzoeken, 't betreft geen dienst heer
Overste, maar ik wenschte zoo gaarne mejuffrouw
uwe dochter
Op 't hooren dezer woorden keek luitenant
Yon Seelen den jonkman met 'n woedenden
blik aan en beet zich op den knevel.
De Overste geraakte 'n weinig in verlegen-
heid, dat de cornet in 't bijzijn van luitenant
Yon Seelen over Helena sprak, daarom viel
hij den jonkman in de rede en zeidevJa
wacht even," en zich tot den adjudant wendende
zeide hij /luitenant Von Seelen, ik dank u,
ge kunt wel vertrekken."
Deze madkte oogenblikkelijk rechtsomkeert
en stapte zoo hard de kamer uit, dat zijn
sporen zijn vertrek luide verkondigden.
Nauwelijks was de luitenant vertrokken, of
de Overste vroeg aan den cornet
z/Wat wenscht ge toch van mijn dochter,
graaf Zanarcki
z/Ik wenschte gaarne mejuffrouw Helena,
alvorens te vertrekken, met 'n dankbaar gevoel
de hand te kussen voor de oprechte deelneming
mij betoond, den laatsten avond dien ik 't ge-
noegen bad hier door te brengen."
(Wordt vervolgd).
en de algemeene verslagenheid ziet,- is hem
plotseling alles duidelijk en de zwaar bewolkte
lucht is als door een tooverslag opgeklaard,
wanneer de 25 mille verdwijnen in de stevige
tasch van den geschrokken looper.
Voor 400 gulden ratten
De afdeeling Zuidscharwoude van de Land-
bouw- en Handelsvereeniging heeft in 1907
voor de verdelging van ratten 406 uitbetaald
(10 ct. per rat). De kosten worden gedekt;
door een heffing van 2 ct. per snees (1 snees
is 1/42 H.A.).
Zondagnacht is te Haarlem weder op twee
pfaatsen ingebroken. Eerst werd een bezoek
gebracht op het kantoor van een lakstoker, en
daar alles onderstboven gehaald. Ook de brand
kast werd onderzocht, doch de buit was gering,
daar de geldswaarden, sedert een vorige inbraak,
op een veiliger plaats geborgen worden.
Van uit de lakstokerij zijn de dieven over de
daken geklauterd naar de dichtbijzijnde woning
van een steendrukker. Ook hier is alles over-
hoop gehaald en zijn eerekruisen en medailles
van drukkerij-tentoonstellingen. sigaren enz.
meegenomen. Geld hebben de inbrekers nibt
gevonden.
De daders zijn nog onbekend.
De sergeant-majoor van het detachement
2e regiment infanterie te Venlo, kwam Zondag
tot de minder aangename ontdekking, dat op
zijn kamer in de kazerne een ijzeren geldkistje
met zijn inhoud, circa 60, was gestolen.
Merkwaardig is het dat dit hetzelfde kistje is,
dat 't vorig jaar ook met geld verdwenen was,
doch in de Maas ledig werd teruggevonden.
Daders onbekend.
Een half gros bekeuringen. -Door
politie-agenten te Rotterdam is tegen een 17-
jarig meisje 72 keer proces-verbaal opgemaakt
wegens overtreding der verordening op de
straatpolitie. Het meisje, dat in visch handelt,
weigert steeds op order der politie door te
rijden.
In een der woningen aan de Suezkade te
's Gravenhage had men dezer dagen een nieuwe
dienstbode aangenomen, //van goede getuigen
voorzien", en die aanvankelijk ook zeer goed
voldeed.
Detwee dames, bij wie zij in dienst was,
hadden nog niet zoo'n ijverige dienstbode gehad.
Op een morgen wordt er gebeld en vraagt
een heer de dames te spreken. Het blijkt een
politie-beambte te zijn, die de dames inlicht
wie zij vermoedelijk in huis hebben.
De beambte verzocht de dames hem even
den weg te willen wijzen naar de dienstboden-
kamer. Daar wordt de koffer van de meid
opengemaakt en een compleet stel inbrekers-
werktuigen komt voor den dag.
Kaatje wordt nu in haar ware gedaante aan
de dames voorgesteld en verwisselt haar nieuwen
dienst met een verblijf op het politiebureau.
De //Risicobank" schrijftDie dure Onge-
vallenwet
'n Groot millioenen-tekort is mede het gevolg
van de som der optelling van vele duizenden
kleine, noodeloos kostbare, verkeerde hande-
lingen.
We geven hier een staaltje van slechte toe-
passing der Ongevallenwet, juist, zooals 'tons
werd medegedeeld.
'n Werkman bekwam 3 December j.l. een
lichfe brandwonde aan een zijner beenen.
De man deed hiervan naar behooren aangifte
en verklaarde, dat hy het staken van zijn arbeid
onnoodig achtte. Inderdaad werkte hij nog ge-
durende twee dagen ongestoord voort. Toen
kwam echter de verklaring van zijn geneesheer,
dat de //getroffene" voor een paar weken onge-
schikt tot werken was. Bij het onderzoek van
't geval, door den agent der R. V. B. vernam
de patroon intusschen het volgende
Van 6 December af bleef de werkman thuis.
Immers bij was ongeschikt tot arbeiden verklaard.
Tot en met 15 December... nam hij rust?
Geenszins. Z'n broer, een scheepsjager, had
'n klap van het paard gehad. De paarden op
stal laten staan, dat ging niet aan. En daarom
het ft onze patient gedurende dien tijd het werk
voor z'n broer maar gedaan. De geneesheer
wist daar niets van af, kon daar bezwaarlijk
iets van af weten, omdat hij pas den, 15en, dus
ongeveer twee weken na het ongeval, voor
'teerst weer uaar den toestand van zijn patient
informeerde.
Entoen kon de man natuurlijk da
delijk weer z'n werk hervatten Alweer mis.
Toen kwam de verklaring, dat hij nog niet
geschikt was tot het hervatten zijner werk-
zaamheden.
Is het hier medegedeelde juist en er be
staat niet de minste reden, om hieraan te twij-
felen dan zal ieder lezer moeten erkennen,
dat de Ongevallenwet hier weder eens op onver-
antwoordelijke wijze is misbruikt. Alle dusdani-
ge gevallen verklaren zoo duidelijk, waarom de
Ongevallenwet zoo'n financieele tegenvaller is.
En het ergerlijke is, dat tegen zulk misbruik
niets te doen valttotdat over X jaar een
wet op de ziekteverzekering zal zijn in werking
get reden.
De Parisiennes gelooven dat het haar voor
het geheele jaar geluk aanbrengt, wanneer zij op
oudejaarsavond door een brandweerman gekust
worden. Tot dit doel gaan vele //voorname"
dames de straat op en wachten tot de tooneel-
voorstellingen in de schouwburgen geeindigd
zijn. Wanneer dan de brandweerlieden uit de
schouwburgen komen, gaan de dames hun te-
gemoet ep zien hen vol verwachting aan. De
pompiers weten wel wat er van hen verwacht
wordt en pakken de dames flinkweg aan om
haar een fermen zoen op de lippen te drukken.
Menig pompier vindt dan een goudstuk in
zijn hand en bejammert het, dat er slechts een
oudejaarsavond in 'tjaar is.
Rudyard Kipling, die het vorige jaar in
Amerika reisde om studien van land en volk
te maken, vertoefde ook enkele dagen in een
klein plaatsje van Canada, waar hij in een
door zijn reisboek aanbevolen hotel logeerde.
Daags voor zijn vertrek liet hij den waard
komen en met een ernstig gezicht hield hij
tot dezen de volgende toespraak //Mijnheer
ik heb veel gereisd en veel van de wereld
gezien, maar nooit heb ik nog gelogeerd in
een hotel, waar ik zoo slecht behandeld ben
als in uw inrichting. Uwe kamers zijn vuil en
slecht verlicht. Uw eten is slecht en onver-
teerbaar de bediening is onvoldoende. Overi-
gens verwonder ik me over dat alles niet,
want ik heb opgemerkt, dat ge zelf den ge
heelen dag niets uitvoert en u om niets be-
kommert".
De waard zweeg en ging heen. Toen hij
echter den volgenden dag met een zeer onder-
danig gezicht den schrijver de rekening bracht
zag deze als laatsten post hierop ,/Voor on-
beschaamdheid drie dollars".
Eerst keek Rudyard Kipling wel wat gek,
maar toen lachte hij en betaalde.
Een 12jarig meisje, wonend op 'tgehucht
Kalle, te Balegem, was Vrijdag per trein naar
Sottegem vertrokken, om een boodschap te
doen voor haar moeder. 's Avonds terugkeerend
naar het station, werd het kind aangesproken
door een dame en een heer, welgekleed, die
wilden dat het meisje hen zou vergezellen in
de richting van Aalst. Juist toen de trein zou
vertrekken, kwam de stationchef het portier
voorbij en het meisje, meer dood dan levend,
riep hem toe wat er was gebeurd.
De chef maakte dadelijk proces-verbaal op
en het parket werd verwittigd. Beide onbe-
kenden werden ter beschikking gehouden van
den procureur des konings.
Het meisje viel in bezwijming toen men het
ondervroeg.
Te Essen zijn zware ongelukken voorge-
komen in een drietal mijnen. Zes bergwerkers
zijn gestorven. Twee lijken liggen onder de
puinboopen. Wegens de storing in het verkeer
ontbreken nadere bijzonderheden.
In de mijnen van Ternaut, nabij Lyon, waren
eenige arbeiders bezig met boringen, waarbij
zij het ongeluk hadden dat een hoeveelheid
kruit, daarbij benoodigd, ontplofte, hetgeen een
instorting tengevolge had, waarbij er 4 onder
de vallende steenen werden bedolven. Een
was terstond dood, 2 zijn ernstig en de vierde
werd licht verwond.
In een huis in de Keibelstraat te Berlijn
werd Zaterdag weer eeu gruwelijke aanslag ge-
poogd op een klein 7jarig meisje, dat in een
kamer alleen aan 't spelen was. De onverlaat,
een jonge man van omstreeks 23 jaar, had
reeds een scherp tweesnijdend mes op het on-
derlijf van 't kind gezet, terwijl hij een witten
doek gereed hield om het bloed op te vangen,
toen hij door de komst van een 15jarig meisje
gestoord werd. Hij vluchtte, doch dit meisje
dat door haar verschijning te rechter tijd het
gruwelstuk voorkwam, weet een signalement
van hem op te geven.
Uit de gevangenis te Gent is Vrijdag een
gevang°ne ontsnapt, zekere Adrien Faibvre, in
1901 wegens doodslag van een politieagent ter
dood veroordeeld, welke straf de koning ver-
anderde in levenslange gevangenis. In en buiten
de stad werd dadelijk overal gezocht, maar tot
nu toe vergeefs.
Yrijdagnacht zijn booswichten op bet
kerkhof van Brest gedrongen zij hebben den
kelder geopend der familie Herant Core, en
hebben al de juweelen geroofd waarmede de
twee daar liggende vrouwenlijken begraven
waren.
Toen Vrijdag in de Lemoine-zaak voor
den rechter van instructie te Parijs Lemoine
zelf gesteld werd tegenover sir Julius Wernher,
liet laatstgenoemde eenige mooie diamanten
zien, welke hij indertijd van Lemoine had ge-
kregen als voorbeelden van zijn fabricaat.
De rechter liet toen voor zich komen een
diamanthandelaar De Haan, van wien, naar men
vermoedde, Lemoine ruwe diamanten heeft ge-
kocht of doen koopen. De diamanten van
Wernher werden met een aantal andere goed
dooreen geschud en op tafel geworpen waarna
de rechter den getuige verzocht, te onderzoeken
of hij ook van die diamanten sommige herkende
als de zijne.
De Haan kwam bij de tafel met een pincet
in zijn hand, en had in ongeveer twee minuten
een 36 diamanten uitgezocht, waarvan hij
zei zeker te zijn dat ze van hem afkomstig
waren.
Maar hij wilde dat ook nog door een ander
bewijs aantoonen. Met behulp van een weeg-
schaal woog hij ieder der uitgezochte steenen
nauwkeurig, de uitkomst opschrijvend. Daarna
legde hij zijn verkoopboek over, en daar vond
men toen onder datum van Augustus 1905 een
verkoop aan de firma Bourdier, van diamanten,
waarvan de gewichten tot op een duizendste
grein na klopten met die van de nu gewogene.
De Haan vertelde toen nog dat hij de dia
manten herkend had aan een klein krasje, dat
als 't ware zijn winkelwerk was, hoewel't door
niet-kenners niet opgemerkt zou worden.
Sommige dagbladcorrespondenten moeten
een vruchtbare verbeeldingskracht'hebben. Uit
Keulen wordt aan de Frankf. Ztg. en enkele
andere bladen (ook Noorsche) gemeld, dat de
afgedreven schipbreukelingen van de //Amster
dam", voor zij aan boord van de //Songa" werden
opgenomen, //een aantal der voor anker lig
gende schepen vergeefs om hulp gesoebat hadden
en reeds in hun lot berustten, toen de Noor
hen redde. Wij hebben niet gehoord, dat een
van de geredden een dergelijk verhaal verteld
heeft. Het heet echter afkomstig van twee
geredden, die op hun doorreis te Keulen ver-
toefd hebben.
Te Lisse werden Zaterdag de draden van
een grooten hoofdpaal van het telefoonnet door-
gesneden om, indien het gevaarte soms onder
den ontzettenden last vaD den ijzel mocbt
bezwijken, eventueele ongelukken te voorkomen.
Een werkman klom daarvoor in den paal.
Hoogstwaarschijnlijk door de onvoorzichtigheid
van de draden niet gelijktijdig af te knippen
aan beide kanten van den paal, werd de last
aan de eene zijde te groot, waardoor de paal
bij den grond afbrak en met man en al naar
beneden stortte. De paal viel eerst op een muur
aan de overzijde van de straat waardoor hij door-
midden brak en vervolgens op het dak van een
houten schuurtje. De man had zich in den val
vastgeklemd aan de ijzeren beugels voor de iso-
latoren, zoodat het gevaarte op zijn lichaam
kwam te liggen, en men niet anders dacht dan
dat hij vermorseld was. Nadat het gevaarte
met man en macht zoover was opgebeurd, dat
men hem onder de beugels en draden kon uit-
halen, bleek hij, wonder genoeg, nog te leven,
hoewel hy hevig bloedde eD zwaar gekneusd
was. Hij werd per brancard naar zijne woning
vervoerd, waar is gebleken dat hij, hehalve ver-
scheidene wondeD, twee ribben gebroken en een
hersenschudding bekomen had. Zijn toestand
was Maandag echter bevredigend.
Een Londensch blad schrijft:
Het is be/rypelyk, dat men gevaagd heeft,
waarom de opdracbt om den Cullinan diamant te
slijpen niet in Engeland geplaatst is. Dat punt is,
meenen wij te weten, ook ernstig overwogen,
maar op raad van de beste vakmannen is de
taak aan de firma J. Asscher Co., te Amster
dam en Parijs opgedragen. De haudelaars in
diamant te Londen, die we over de zaak om
inlichtingen hebben gevraagd, zeide eenstemmig,
dat, hoe wenschelijk het ware geweest om het
werk hier te lande te laten doen, in Engeland
de noodige vaardigheid en inrichting niet te
vinden zij"n, Amsterdam is het erkende hoofd-
kwartier van de diamantslijperij der wereld.
Antwerpen, dat eens een mededinger was, kan
er niet meer mee vergeleken worden. Welke
plaats Londen inneemt kan men hieruit opmaken,
dat, terwijl er te Amsterdam brjna 10,000 man
in het vak bezig zijn. er te Londen ongeveer
30 zijn. In heel de Vereenigde Staten zijn er
geen 500 diamantslijpers. Men beschikt te
Amsterdam over de grootste bekwaamheid en de
laatste wetenschappelijke vondsten in het vak.
Voor het beste werk moet men daar dus wel
terecht komen.
Een gelukkig volkje Als verloren in
de onmetelijke Australische eilandenzee, ligt
het kleine eiland, Rapa, dat tot Fransch Oce
ania behoort, maar feitelijk vrijwel aan zijn
lot werd overgelaten, ten deele tot groot soulaas
van de bewoners.
Het eiland bezat vroeger een talrijke bevol-
king, waarvan nog in enkele vrij merkwaar-
dige monumenten de achtergelaten sporen zicht-
baar zijn. Dan, als op zoo menig eiland in die
streken, bracht de komst der Europeanen ook
hier ernstige ziekten teweeg, waardoor zoo
langzamerhand de geheele bevolking dreigde
te zullen ten onder gaan. In de laatste
jaren werd Rapa eveuwel, gelijk gezegd, aan
zijn lot overgelaten en nu vindt men er, goed
geteld, weer 40 rnannen, 60 vrouwen en 80
kinderer.
Deze cijfers worden ten minste verstrekt door
den luit.ter zee De Stabenrath, die op last
van den Gouverneur van Fransch Oceanie on-
langs met de //Zelee" naar Rapa vertrok, om
daar mogelijk aanhangige zaken als vrederech-
ter af te doen.