9. Omvraag.
getroffen worden met de wed. Kielman en den heer Lippens,
terwijl vanwege den Coegorspolder nog de volgende voor-
waarden zouden worden gesteld
1°. dat de nitwatering Tan den Coegorspolder (gedeeltelijk)
thans in bovengenoemde poel of plas behouden blijft, door
een door het bestuur goed te keuren waterleiding, zoomede
de bestaande uitwatering van den Pierssenspolder, en
2°. dat, indien tot volspuiting wordt overgegaan, dit dient
te geschieden op de rainst bezwarende wijze en mede zonder
last en schade te berokkenen aan eventueel te veld staande
vruchten, daar anders de te veroorzaken scbade op het rijk
z.ou moeten worden verhaald.
De Voorzitter deelt mede, dat Burg, en W eth. voorstellen
de volspuiting van den poel aan te vragen. Er is gebleken
dat de poel voor een klein deel behoort aan de wed C.
Kielman. Deze heeft voor die volspuiting vergunning ge-
geven, terwijl het bestuur van den Coegorspolder er ook
mede blijkt in te stemmen.
De uitvoering van dat werk zal aan de gemeente eventueel
ook op belangrijke uitgaven komen te staan, aangezien de
slooten die daar liggen dan ook vol grond zullen komen en
dus eene rioleering zal gemaakt moeten worden. Dat die
slooten gedempt worden, is ook een groot voordeel, daar dit
broeiuesten zijn van besmettelijke ziekten. Het vorig jaar
kwamen daar ernstige gevallen van diphteritis en tiphus
voor, en nu zijn er weer enkele gevallen. De voor die
rioleering noodige uitgaaf zou dus nuttig besteed worden.
De heer Dees: Ik geloof, Mijnheer de Voorzitter, dat u
in deze eenigszins abuis hebt. Er is mij ook over gesproken.
Ik geloof dat het schrijven van de Gezondheidscommissie wel
eenigszins is uitgelokt en dat men haar een wenk heeft ge-
geyen »als je nu die poel in het belang van den Gezond-
heidstoestand wenscht opgeruimd te hebben, doet er dan
thans het verzoek voor, nu kunt u zorgen dat het gebeurt."
Naar hetgeen ik omtrent de bedoeling gehoord heb, zal het
aan de gemeente geen geld kosten. Het Rijk wil het doen
en het volspuiten kan geschieden zonder belemmering of zonder
schade toe te brengen aan de omgeving.
De slooten kunnen behouden blijven, want als die poel is
opgeruimd, wordt het slootwater daardoor niet meer veront-
reinigd. De waterleiding van den Pierssenspolder en den
Coegorspolder kan na afloop van het werk weer in den be-
staanden toestand worden teruggebracht.
De slooten waar u van sprak liggen een eind van het
moeras af. Het is waar dat die er ellendig uitzien, maar ik
geloof niet dat het de taak van het gemeentebestuur is om
daarin te voorzien en dat het tot het ressort van den Coegors
polder behoort om dien toestand te verbeteren.
De Voorzitter zegt te bedoelen de sloot achter de rij woon-
huizen als men naar de slachtplaats gaat. Als het moeras
volgespoten wordt, zal die sloot toch ook vol loopen, daar
het niveau door dat spuiten verhoogt.
De heer MoesDat hangt er van af hoe men spuit.
De Voorzitter: Er Jmoet toch zooveel grond in gespoten
worden dat de poel weg isde bodem moet verhoogen, zoodat
er ook grond in de slooten zal loopen.
De heer DeesHet terrein behoeft toch niet hooger
gemaakt te worden dan het bij-veld en de sloot waar u van
spreekt ligt er ver vandaan.
De Voorzitter: Maar voor het inspuiten van grond wordt
deze vermengd met water, zoodat het niveau van het water
hooger moet komen dan het peil waarop men het terrein
brengen wil, daar de grond moet kunnen bezinken.
De heer Van den HoekMaar voor men met spuiten
begint, wordt rond het terrein een dam gemaakt, zoodat de
grond daar binnen blijft en niet in de slooten kan stroomen.
De VoorzitterAls die slooten blijven bestaan, is de ver-
betering niet afdoenae, want dat zijn echte pestholen.
De heer DeesU vergist u bepaald.
De Voorzitter: Dan ben ik in Sluiskil onbekend.
De heer Dees Tenminste met dezen toestand.
De Voorzitter bespreekt den plaatselijken toestand teSluis-
kil, voor aanduiding der door hem bedoelde sloot.
De heer Dees beweert dat die bedoelde sloot niet zal
worden volgespoten.
De Voorzitter: Maar het was toch wenschelijk
De heer DrostEr wordt in het schrijven der Gezondheids
commissie niet van een sloot gesproken, zoodat die buiten
bespreking kan blijven.
De heer DeesEr wordt alleen bedoeld het moeras, wear
de voor de gezondheid schadelijke gassen uit opstijgen. Als
dat gelijk met het naastliggende veld wordt opgehoogd, is
het voldoende, maar het niveau kan onmogelijk zoo hoog
worden opgevoerd dat de door den Voorzitter bedoelde sloot
kan dichtvloeien, er wordt trouwens een kade gemaakt, die
de ingespoten modder belet verder weg te vloeien.
Buitenoien moet bij de ophooging rekening worden ge-
houden met de uitwatering van den Pierssenspolder, die ook
moet blijven bestaan.
De heer Wieland Als het terrein opgehoogd is, wie wordt
er dan eigenaar van
De heer De Koeijer Dat moet het bestuur van den Coegors
polder joist regelen met de wed. Kielman en den beer Lippens.
De heer Van den Hoek: Het blijkt eigenlijk eene zaak
te zijn die den Coegorspolder aangaat. Was het daarom niet
beter dat het bestuur een verzoek tot den Minister richite en
dat de Raad daaraan adhaesie verleende
De heer Verbrugge Het bestuur zou misschien aanspraak
willen maken op het op te hoogen terrein
De oorzitterDat uit te maken ligt niet op den weg
van den Raad.
De heer DeesDe Raad kan toch het verzoek om op
hooging krachtig stennen.
De Voorzitter: Wenscht de Raad dan een eventueel ver
zoek van den polder te steunen en het niet zeJf le vragen
De heer DeesMaar welk bezwaar is er, het verzoek der
Gezondheidscommissie te steunen? Het is toch goed dat die
poel wordt opgeruimd? Dat is een hjgienisch belang.
De Voorzitter: De Gezondheidscommissie zond geen ver
zoek, zij wijst op de wenschelijkheid.
De heeren Moes en Visser zijn ook voor opruiming van
den poel, als het maar zoo wordt gemaakt, dat de toestand
niet slechter wordt.
De heer Wieland acht het ook een goede verbetering en er
zal ook nog wel getracht worden er een slaatje uit te°halen.
De heer De Koeijer: Het polderbestuur is er ook voor;
de polder is echter eigenaar van den plas, en volgens de regle-
menten zouden na demping de aanpalende eigenaars, eigenaar
van den opgehoogden grond worden. Nu wil het polder
bestuur haar eigendom zoo maar niet weggeven
De heer Wieland Daar komt het slaatje
De heer De KoeijerDaarom moet het polderbestuur
met de wed. Kielman en den heer Lippens overeenkomen.
Ik denk dat dit ook wel zonder bezwaar zal kunnen geschieden.
De heer Moggre Het ligt toch niet op onzen weg, om
ons te bemoeien met die overeenkomst?
De heer De Koeijer: Daar zal het bestuur zelf wel voor
zorgen en als het dan in orde is, kennis geven aan Burg, en
en Weth.
De heer De Masier meent dat de bepaling dat eigenaars
van aan water grenzende gronden ook eigenaar worden van
de aanwassen, hier niet zou gelden daar ophooging geen
aanwas is.
De heer Wieland: Jawel, ik geloof dat het bestuur met
dien grond een plan heeft, 2e zijn voornemens om ons ge-
lukkig te maken, maar er fin ik hoop dat ze het moeras
maar opgeruimd krijgen; nu is er een kans, later gebeurt
het nooit meer. Kon dat maar overaler liggen nog heele
vlakten. In Gent hebben ze moerassen opgeruimd, waar nu
heele straten op verrezen zijn.
De heer DrostIk geloof dat we ons knnnen bepalen
met eenvoudig een verzoek tot de Regeering te richten om dat
moeras op te ruimen, en de technische en rechtskwestie's
buiten beschouwing te laten. Als de Regeering er toe over
wil gaan zal zij dat dan zelf wel met den Coegorspolder
regelen.
De Voorzitter: Dat is weer een ander denkbeeld.
De heer DrostMaar het adres der Gezondheidscommissie
is toch aan de orde? Ik zou alleen willen blijven bij het
daarin omschreven verzoek en daarom een adres aan de Re-
gee ring richten waarin ook niets anders gevraagd wordt dan
dat moeras vol te spuiten.
Z h. s. wordt het voorstel van den heer Drost aangenomen.
d. Een adres van G. van der Peyi welke te kennen
geeft, dat hij het perceel no. 61 in de Vlooswijkstraat wenscht
te vergrooten, volgens nevens het adres ingediende bescheiden
dat op zijn verzoek daartoe aan Burg, en Weth. afwijzeud
is beschikt omdat geen voldoende open ruimte werd gehouden,
doch dat hij thans terrein heeft aangekocht en bij dat erf
gevoegd, zoodat er thans voldoend open terrein blijft, waarom
hij verzoekt hem de noodige toestemming voor uitbreiding
van dat perceel te verleenen.
De Voorzitter deelt mede, dat, nu adressant het open
blijvend erf heeft kunnen vergrooten, er geen bezwaar is toe-
stemming te verleenen.
Z. h. s. wordt besloten het verzoek in te willigen.
e. Een adres van G. van der Peijl te Ter Neuzen, welke
te kennen geeft dat de gebouwen vroeger staande op de
kadastrale perceelen sectie C nos. 2346, 2347 en 2365, ge-
legen aan de Lange Kerkstraat, door hem zijn gesloopt en ter
plaatse een magazijn en 2 woonhuizen zijn gebouwd dat hij
genoemde perceelen van de gemeente in erfpacht bezitdat
om een rechte lijn te maken met de aangrenzende gebouwen,
de nieuwe woningen gemiddeld ongeveer 5 M. achteruit zijn
gebouwd, waardoor thans een groot gedeelte van zijn erfpachts-
grond als openbaar terrein voor zijne woningen is gelegen
dat hij van dezen grond een gedeelte ter lengte van 8,80 M.
en ter breedte van 2,50 M. wenscht af te scheiden voor het
maken van een bloemenl uintje, en het overige aan de gemeente
te restitueeren
Reden waarom hij den Raad beleefd verzoekt bovenge-
noemden grond te willen terugDemen en deze met oog op
den slijkerigen toestand zoo spoedig mogelijk te verharden.
De Burgemeester verlaat de vergadering, waarna de heer
Moes presideert.
De heer WielandIk geloof niet dat er bezwaar kan
zijn om het verzoek in te willigen. Het is daar door die
verbouwiDg veel verbeterd, netjes netjesMaar al ben ik
er voor, er kunnen er 12 tegen zijn.
De heer Moggre Als er voor die woningen een bloemen-
tuintje komt, dan komt er zeker ook een hek voor
De heer Moes Ja.
De heer MoggrdKan dat geen last veroorzaken
De heer Moes antwoordt ontkennend de huizen zijn 5 M.
achteruit gebouwd en adressant wil eene breedte van 2J M.
afstaan, zoodat de straat dan nog breeder is dan voorheen.
Er zou kunnen bepaald worden, dat de afrastering moet
worden gemaakt ten genoege van Burg, en Weth.
De heer WielandIk denk dat adressant het ongeveer
zal willen maken zooals het daar bij mij is.
De heer Verbrugge zou er ook voor zijn het verzoek in
te willigenhet is daar na de verbouwing een goede toestand
geworden.
Z. h. s. wordt op voorstel van den heer Moes besloten het
verzoek in te willigen, onder voorwaarde dat het eventueel
afrasteren der tuintjes moet geschieden ten genoege van en
in overleg met Burg, en Weth.
f* Een adres van J. J. Dregmans en 45 anderen, alien houders
van honden, welke te kennen geven dat zij zich met de op
18 Januari 1900 vastgestelde verordening op de honden-
belasting ten zeerste bezwaard achten, vooral wat het houden
van honden betreft boven de 40 c. Mwaarvoor de belasting
Du f per jaar bedraagt.
Dat deze belasting in niet een gemeente zoo hoog opgevoerd
is als juist hier in Ter Neuzen.
Dat zij het ongeval 't welk zich alhier eenige jaren geleden
heeft voorgedaan mat een paar groote honden, waardoor toen
deze hooge belasting is ontstaan, ten zeerste betreuren.
Dat evenwel naar hun bescheiden meening dit toch geen
oorzaak behoeft te zijn dat nu juist alle hondenliefhebbers
van dit ongeval de dupe behoeven te worden.
Dat toch door het heffen van deze belasting het houden
van groote honden geenszins wordt geweerdwat toch bij
het vaststellen er van de bedoeling was.
Dat door verscheidene inwoners honden worden gehouden
voor bewaking, 't verdelgen van ongedierte of ander»zins.
Reden waarom zij de vrijheid nemen UEdel Achtbaar
college beleefdelijk te verzoeken de volgende belasting te
willen vaststellen
Voor honden beneden de 40 c. M 2,
n h van 40 tot 60 c. M. ,r 4,
n h boven de 60 c. M. ff 6,
wat naar hun bescheiden meening eene goede verhouding
zou ziju.
Mocht evenwel UEdel Achtbaar college zich met deze
voorgestelde wijziging in de verordening niet kunnen ver-
eenigen, zoo verzoeken zij U beleefd, do vroegere belasting
van f 4,met uitzondering van honden boven de 60 c. M.
waarvoor dan f 6,— belasting, wederom van toepassing te
willen doen zijn.
Dit adres pas ingekomen, wordt gerenvoyeord naar Burg,
en Weth. om ad vies.
g1* De Voorzitter verzoekt over te gaan tot het benoemen
van twee leden voor het stembureau voor de op 15 November a.s.
te houden stemming van een lid der Kamer van Koophandel
en Fabrieken, in de vacature ontstaan door het overlijden
van den heer J. C. J. Kolijn.
De heer Moes herinnert dat de heeren Wieland en Moggie
het de vorige maal hebben gedaan en vraagt of zij weder
bereid zijn.
De heer Wieland De leden die het de vorige maal ge
daan hebben, moeten toch niet als zoodanig vereeuwigd worden
Ik zou nu liever anderen zien aangewezen, ik ben voor ver-
deeling van werkzaamheden Of 't moet zijn dat mijn collega
van de vorige maal er anders over denkt
De heer MoggreNeen, ik z«g nu ook liever een ander
aangewezen.
De stemmingen hebben het volgende resultaat.
le vrije stemmingWieland, De Masier, De Koeijer, De
Jager, Verbrugge, elk 4, Lensen 2 en Visser en Moggre
elk 1 stem.
2e vrije stemming: De Jager 7. De Masier 5, Wieland en
Verbrugge elk 4, Lensen 2 en De Koeijer en Moggr£ elk
1 stem. Gekozen de heer De Jager; herstemming tusschen
den heer De Masier en een der heeren Wieland of \er-
brugge, tusschen wie een tusschenstemming moet plaats hebben.
De Burgemeester komt ter vergadering en neemt het
Voorzittersehap over.
Tusschenstemming Verbrugge 7, Wieland 4 en 1 briefje
bianco. Alzoo komt de heer Verbrugge in herstemming.
HerstemmingDe Masier 7 en Verbrugge 4 stemmen.
Gekozen de heer De Masier.
De heeren De Masier en De Jager verklaren desgevraagd
de benoeming aan te nemen.
De Voorzitter verzoekt de overiire Jeden als 't noodig
mocht zijn als plaatsvervanger te willen optreden.
De heer Wieland Als ze ziek zijn, en 't zijn geen school-
koortsjes, ben ik voor hen disponibel.
Een stemDan zouden ze wel een geneeskundige ver-
klaring moeten overleggen
la. De Voorzitter wenscht thans te doen aanwijzen een
voorzitter voor de Nieuwjaaracommissie. Hij merkte op dat
de heer Moggre reeds eenige jaren die taak zoo goed heeft
vervuld en rermoedt dat deze weer wel bereid zal zijn.
De heer Moggre dankt voor de goede bedoeling te zijnen
opzichte, maar verklaart dilmaal geen benoeming te zullen
aaunemen. Hij heeft het eenige malen gedaan en er zijn
thans reeds zoovele jongere leden, dat hij meent dat die taak
wel eens aan een ander kan worden opgedragen.
Tot stemming wordt overgegaan, waar van de uitslag is,
dat met 8 stemmen wordt benoemd de heer Verbrugge; op
den heer Moggre zijn 4 stemmen nitgebracht.
De heer Verbrugge verklaart desgevraagd, dat hem deze
benoeming niet meevalthij zal echter de opdracht aanvaarden.
De Voorzitter zegt hem daarvoor dank en wenscht hem
succes op zijn werk.
Tijdens de onder g en h vermelde benoemingen was de
heer Drost afwezig.
i. Een adres van II. Sonnevijlle bode-klerk dezer gemeente,
waarin deze er op wijst, dat er in den loop vau het jaar
1904 eene verordening is vastgesteld, regelende de rangen en
jaarwedden van de ambtenaren ter secrelarie,
dat naar aanleiding daarran in de raadsvergadering van
15 Oct. 1903 en 25 Febr. 1904, o. m. is ter sprake gebracht
ook de jaarwedde van den bode te regelen, waarvan het bil-
lijke door uw college werd ingezien;
dat het evenwel tot heden niet zoover is gekomen
dat de bodediensten meer en meer uitbreiden en het menig-
masl voorkomt, deze buiten de kantooruren vallen, zoodat
het hem steeds moeilijker wordt zijn inkomen op andera wijze
te vermeerderen
dat hij volgens zijne instrnctie bij verschillende gelegen-
heden in het zwart moet gekleed zijn, waarvoor hij zich eer-
lang aanzienlijke uitgaven zal moeten getroosten
dat met het oog daarop, het hem, naar zijn bescheiden
meening, billijk voorkomt, dat zijne jaarwedde zoo wordt ge-
regeld, dat hem een behoorlijk bestaan is verzekerd en hij
onder alle omstandigheden, wat kleeding enz. betreft, zinde-
lijk en netjes kan voor den dag komen.
Redenen waarom hij verzoekt zijne jaarwedde een weinig
te verbeteren en te regelen in denzelfden geest als die van
de ambtenaren ter seeretarie.
De Voorzitter deelt mede dat dit adres door gebrek aan
tijd nog niet door Burg, en Weth. is behandeld en stelt voor
het naar dat college terug te zenden om advies.
De heer VerbruggeIs er dan zoo'n bezwaar tegen om
dat direct te behandelen Het is den bode toch al geruimen
tijd beloofd, dat er eene wijziging voor hem zou gemaakt
worden. Wat de oorzaak is, dat het niet is geschied, is mi
niet bekend.
De Voorzitter: Als ik u dns goed begrijp, zou u dit ver
zoek bij de begrooting willen behandelen
De heer De Masier Het verzoekschtift behclst een ver
zoek om eene vaste regeling der jaarwedde evenals die voor
de ambtenaren, het is geen bepaald verzoek om directe ver-
hoogiDg. Wordt eene regeling gemaakt, dan is het nog niet
zeker dat die terstond van invloed is op de begrooting. Ik
zou het adres om advies willen renvoyeeren naar Burg en
Weth. Ik acht het zelfs niet goed, dit bij de begrooting te
behandelen, het behoort er niet bij, maar als men het daarmede
tegelijk aan de orde stelt, wordt het te lichtelijk behandeld.
Er wordt dan te veel naar het geld gezien, men vraagt wat
kost het, en als dat wat tegenvalt wordt het al spoedig af-
gewezen.
De heer De Jager meent dat, als de Raad er toe overging
om het salaris terstond te verhoogen, dit toch wel degelijk
bij de begrooting te pas komt.
De Voorzitter: Dat kan altijd gevonden worden, al is de
begrooting vastgesteld die kan altijd gewijzigd worden.
i)e heer Moes lk zou het adres toch liever eerst nog eens
naar Burg, en Weth. renvoyeeren, want er komt er nog
zoo een.
De Voorzitter bevestigt dit en doet mededeeling van:
j. Een adres van A. P. de Vos, D. Tolhoek en Ch. J. Sturm,
alien werkzaam ter seeretarie, waarin zij in herinnering
brengen dat door den Raad in It04 is vastgesteld eene
verordening regelende de rangen en jaarwedden van de
ambtenaren ter seeretarie, dat, hoewel bedoelde verordening
door hen zeer op prijs wordt gesteld, zij, naar hunne beschei
den meening, niet geheel meer aan de eischen des tijds en
de billijkheid voidoet;
dat toch in art, 5 de bepaling is opgenomen, dat de in
art. 2 genoemde jaarwedden eerst na 5 vierjaarlijksche verhoo-
gingen het maximum zullen bereikt hebben
dat vorengenoemde bepaling, met het oog op huttnen ge-
vorderdeu leeftijd en den zeer hoogen levensstandaard te dezer
plaatse, zeer bezwarend en uadeelig is
Reden waarom zij verzoeken de 5 vierjaarlijksche verhoo-
gingen te willen veranderen in 5 t w e ejaarlijksche, met zoo
mogelijk eene gunstige overgangsbepaling.
De Voorzitter stelt voor dit ook te renvoyeeren naar Burg,
en Weth. en daarover later te heslissen.
De heer Wieland: Toch altijd voor Januari
Do Voorzitter: Als 't kan is er niets tegen, maar beslist
noodig is het niet, daar men, wanuecr men na I Januari een
besluit nam dat een gnnstiger regeling inhield, deze van terug -
werkende kracht zou kunnen worden verklaard.
De heer DeesIk vind dat die adressen nu toch wel
zouden kunnen worden behandeld. Het zijn toch verzoeken
van zeer eenvoudigen aard, die geen ingrijpendc zaken be-
treflen.
De heer VerbruggeDat meen ik ook.
De heer Moes is er tegen, die verzoeken nu dadelijk te
behandelen, hij wenscht ze eerst nog eens te overwegen.
De heer DeesUitstel is in die gevallen dikwijls afstel.
De heer De Koeijer verkaart zich ook voor behandeling
bij de begrooting.
De heer Dees stelt dat voor.
De heer Verbrugge ondersteunt dat voorstel.
Het wordt aangenomen met 9 tegen 4 stemmen tegen
stemmen de heeren De Masier, Moes, Van den Hoek en
Visser voor de overige leden.
3. Verzotk J. Bierle om eervol ontslag ah onderwijzer
bij het herha/ingsonderwijs.
De Voorzitter geeft lezing van een adres van J. Bierle
waarin deze verzoekt hem met ingang van I November a. s.
eervol ontslag te verleenen als onderwijzer bij het herhalings-
onderwijs te dezer stede, aangezien de pauze tusschen den
namiddag- en den avoudschooltijd voor hem te kort van dnur is,
waardoor het voor hem te vermoeiend is.
Namen6 Burg, en Weth stelt de Voorzitter voor, dat
ontslag eervol te verleenen, waartoe z. h. s. wordt besloten.
Ue Voorzitter vraagt of de Raad thans aanstonds een ander
wenscht te benoemen, dan wel of de leden eerst eene oproeping
van sollicitanten wensehen.
tpreker kan mededeelen dat bij hem mondeling gesolliciteerd
heeft de onderwijzer Tavenier, waarop hij dezen heelt toegezegd
dit als geen sollicitanten werden opgeroepen aan den Raad
te zullen meedcelen.
De heer Van den Hoek merkt op, dat Tavenier niet in
aaninerking zal kunnen komen, daar het herhalings-onderwijs
van 5—7 ure wordt gegeven en Tavenier des Dinadagsavonds
aan school B, van half 6 tot half 7 ure onderwijs in de Fransche
taal moet geven.
De heer DrostIs uit de aanhef van het adres niet te
lezen dat de heer Bierle geen ontslag zou vragen als die
ureu anders geregeld konden worden, omdat het thans te ver
moeiend voor hem is Moet er niet tusschen de regels door
gelezen worden
De VoorzitterAls de heer Bierle eene andere regeling
wenschte, heeft hij thans niet den goeden weg hewandeld om
dat te verkrijgen.
De heer Van den Hoek kan wel beslist verklaren, dat dit
niet het geval is. De heer Bierle moet nog van half 4 tot
half 5 ure onderwijs geven in de Fransche taal en is dan ook
onderwijzer bij de Vereenigde Handwerkslieden, waar de lessen
om 7 ure aanvangen. Veranderiug zou voor hem dus toch
niet mogelijk zijn.
Besloten wordt terstond tot benoeming over te gaan.
Benoemd wordt de heer J. de Jorge, onderwijzer aan
school A met 10 stemmen, de heer Tavenier verkreeg 2
stemmen, de heer Vroegop 1 stem.
4. Paarden- en Veemarkt.
De Voorzitter deelt mede dat de keurings-commissie voor
de op 20 November a.s. te houden paarden- en veemarkt de
bepalingen te wijzigen door daarin aan het hoofd in te
lasscheu dat „do eigenaars van vee verplicht zijn, met hun
vee de plaats in te neinen die hun door den marktmeester
wordt aangewezen."
De ervaring heeft geleerd dat zoodanige bepaling, als maat-
regel van orde, gewenscht is
De inlassehing van dit voorschrift wordt z. h. s. goedgekeurd.
De Voorzitter heiinnert, dat 't vorig jaar op verzoek der
keuringscommissie ook uitgeloold zijn prijzen ad 5 en f 2,
voor de schoonste pony. Thans wenscht de commissie ook
premie's voor de schoonste cobs, d. z. paarden grooter dan
een pony en kleiner dan een gewoon paard. Daarvoor wordt
voorgesteld eene premie van f 4 en eene van 2.
De heer Drost vraagt of het dan niet gewenscht zou zijn
om de premie uit te loven vooreenhoevige dieren, ezels en
muilezels uitgezouderd, beneden een zekere maat. Dan had
men do kleiue paarden onder een categorie
De heer Moes ontraadt zoodanige onischrljving, maar vraagt
of de aanvoer der door de keuringscommissie van de vee
markt bedoelde paarden wel van beteekenis is, om daarvoor
eene premie uit te loven.
De heer Dees Juist.
De Voorzitter: Volgens de geldende voorschriften moeten
er van dat soort minstens 3 stuks op de markt aanwezig
zijn. Wat deze eisch betreft wenscht de commissie eene af-
wijking te maken voor dekhengsten en springstieren die voor
een medaille met diploma in aanmerking komen, en te be
palen dat daarvan slechts 2 stuks behoeven aanwezig te zijn.
Wat het voorgestelde door den heer Drost betreft, dat is een
uitbreiding die ik, als leek op dat gebied, niet verdedigen kan,
De heer DrostDe commissie bedoelt toch uitbreiding
der premien 1
De Voorzitter antwoordt bevestigend. De bedoeling is
door uitbreiding der premien tot meer bezoek aan de vee
markt uit te lokken en deze aantrckkelijker te maken.
De heer MoggreKan worden uitgemaakt welke dieren
tot de pony's en welke tot de cobs moeten worden gerekend
De Voorzitter: Dat zullen de deskundigen wel doen.
De heer Moggre: Het kan dan toch.
De heer Dees ziet er niet veel in daarvoor een premie
uit te loven.
De Voorzitter zou aan den wensch der commissie willen
voldoen en eene premie van f 4 en eene van f 2 willen
uitloven voor de schoonste cobs en de premien voor de
schoonste pony's eveneens op 4 en 2 vaststellen.
De heer van den HoekEn dan het Engelsche woord
,pony" vervangen door het Nederlandsche //hit".
Een lidDan moet er ook voor het Engelsche woord
//Cubs" iets anders geschreven worden
De heer Van den Hoek: Waarvoor is het noodig die
vreemde woorden te gebruiken
Z. h. s. wordt voorgesteld de door den Voorzitter voorge- f
stelde premien uit te loven.
Eveneens wordt goedgevonden de wijziging in de bepalingen I
dat van dekhengsten en springstieren om voor een premie,
of eene medaille met diploma in aanmerking te komen, slechts
2 in plaats van 3 stuks moeten aanwezig zijn.
De heer Moes merkte op dat, als er maar 2 waren ze
vooraf elk van een premie waren verzekerd, hetzij een eerste
of een tweede.
De Voorzitter wees er op dat voor die categorien maar
den premie wordt uitgeloofd.
De heer Van den Hoek En hoe staat het nu met de f
benaming van pony of hit Daar houd ik nog aan vastI
Daar niemand terstoud met juistheid een Nederlandsche I
benaming voor .cobs" woet aan te geven, stelt de Voorzitter I
voor, de redactie aan Burg, en Weih. over te laten, onder I
opmerking dat dan ook .diploma met medaille" ook zou I
moeten vervangen worden door vgetuigschrift met eerepenning." I
Z. h. s. wordt besloten de redactie der bepalingen aan I
Burg, en Weth. over te laten.
5. Vaststellen suppletoir kohier der belasting op
de honden.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor het I
suppletoir kohier der belasting op de honden vast te I
8telien op een bedrag van /39.
Z. h. s. aldus besloten.
Vaststellen kohier schoolgeld openbaar lager
onderwijs 4e kwartaal 1907.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Wetb. voor bet I
kohier der schoolgelden van het openbaar lager onder- I
wijs voor het vierde kwartaal van het loopende jaar I
vast te stellen op een bedrag van f 965,73.
Z h. s. aldus besloten.
I
7. Uitgifte gemeentegrond in erfpacht aan wed.
C. L. Hamerlinck en M. Eijke.
De Voorzitter deelt mede dat geen bezwaren zijn in-
gebracht tegen het onttrekken aan den pnblieken dienst i
van den grond door de wed. Hamerlinck aangevraagd
om te dienen als stoep voor hare woning in de Vloos-
wijkstraat, en dat de uitgifte in evfpacht due kon ge
schieden.
Voorts is een gelijk verzoek ingekomen, van den heer j
M. Eijke, die eene stoep wenscht te maken voor het j
door hem naast de woning der wed. Hamerlinck ge- i
bouwd wordeude huis.
Ook dit verzoek is gepubliceerd dat het voor-
nemen bestaat den grond aan den publieken dienst te j
onttrekken, en zijn eveneens geen bezwaren ingebracht, I
zoodat ook die uitgifte kan geschieden.
Z. b. s. wordt besloten aan beide verzoekers de aan- j
gevraagde grond in erfpacht uit te geven tot bet jaar I
1914 tegen den voor de Vlooswijkstraat geldendeD canon. I
8. Benoeming lid Commissie van Fabricaye.
De Voorzitter verzoekt de leden over te gaan tot het I
benoemen van een lid voor de Commissie van Fabricage I
in de vacature ontstaan door het bedanken van den
heer A. Visser.
De heer Van den Hoek geeft in overweging om, daar
binnenkort de geheee commissie toch moet benoemd
worden, dit thans ook maar te doen en 4 leden te be
noemen voor bet aanstaande jaar.
De Voorzitter stemt daarmee inhet te benoemen
vierde lid kan dan aanstonds optreden.
De heer Wieland vraagt of geen personen die kennis
van de bouwvakken hebben, buiten de raadsleden mogen
worden benoemd, want hij voor zich heeft van materialer.
enz geen kennis.
De Voorzitter antwoordt dat de Commissie van Fabri- I
cage eene commissie is oveieenkomstig art. 54 der ge-
meentewet, om Burg, en Weth in een bepaalden tak j
van bebeer bij te staan, en dat die door den Raad uit
zijn midden moet worden benoemd.
Bij de alsnu volgende stemming worden gekozen de t
heeren Wieland, De Masier en Verbrugge, elk met 12
en de heer Visser met 7 stemmen.
Verder verkrijgen de heeren De Jager 3, Drost en
Scheele 2, Lensen en Moggre elk 1 stem.
De heeren Wieland, De Masier en Verbrugge verklaren
de herbenoeming aan te nemen.
De heer Visser geeft te kennen de herbenoeming niet
aan te nemen; hij heeft eenmaal bedankt en heeft geen
zin om weer terug in de commissie te komen.
Hierop wordt tot eene nieuwe stemming overgegaan
en met 8 stemmen benoemd de heer De Jager. De heeren
Moggre en Drost verkrijgen weder 2 en de heer Scheele
1 stem.
Desgevraagd verklaart de heer De Jager zoozeer geen
bezwaar te hebben tegen het aannemen der benoeming, I
maar hij verkeert, wat kennis van he' bouwvak betreft I
in he'zelfde geval als de beer Wieland. Als de com- I
missie van Fahricage over keuring van levensmiddelen I
wat te zeggen had, was het een ander geval.
He Voorzitter: Hoe brengt u dat er bij.
De heer Wieland: Hij denkt om de krenten en I
rozijnen, dat hij daar verstand heeft I
De heer De 'jager verklaart de benoeming aan te
nemen; het is voorloopig toch maar voor een jaar. I
a. De heer Scheele geeft te kennen dat hij ook gaarne I
een hekje op zijn stoep zou plaatsen, zooals aan de I
heeren P. J. Scheele en A. Wieland is vergund.
De Voorzitter antwoordt, dat hij dan daarvoor een I
verzoekschrift moet indienen.
b. De heer Drost geeft in overweging de reclames I
tegen den hoofdelijken omslag te behandelen voor de I
gemeentebegrooting. Wanneer die aan het eind van I
eene langdurige zitting aan de orde komen loopt men I
de kans dat ze worden afgehamerd.
De Voorzitter heeft geen bezwaar de reclames eerst I
te behandelen, waarop aldus wordt besloten.
Te 12,15 wordt de openbare zitting gescborst en gaat I
over in eene met gesloten deuren. Deze wordt te 1.30
opgeheven en te 2,30 vooitgezet.
Te 5 ure de vergadering weder openbaar wordenne
deeh de Voorzitter mede dat in de vergadering met
gesloten deuren is behandeld