Landbouwberichten.
Gemengde berichten.
Verder werd de baar gevolgd door familie en
ambtgenooten, het gemeentebestuur, kerk- en
annbesturen en een groote schare belangstel-
Lenden. Aan de geopende groeve dankte de
Eerw. Heer Deken te IJzendijke alle aan-
wezigen voor de groote eer aan zijn overleden
broeder bewezen.
De overledene werd in 1872 tot priesterge-
wyd, ,en was achtereenvolgens assistent te
lerheyden, kapelaan te Gilse, rector ran het
Lensionaat te Dongen, kapelaan te Bergen op
/mom en sedert 1893 pastoor te Sas van Gent.
Eene zenuwziekte, waaraan hij sinds jaren
lydende was, sleepfce hern ten grave.
Kloosterzande. Naar wij vernemen zal het
half Januari a. s. 25 jaar geleden zijn, dat de
H.Kd.Geb. Heer Baron Collot d'Escury tot
arrondissements-schoolopziener werd benoemd.
De onderwijzers uit het arrondissement zullen
dezen dag niet ongemerkt laten voor bij gaan en
zeker dan van hunne hoogachting voor hun
superieur doen blijken.
Oe bemesting wan hooiland.
Men kan somtijds wel eens te goed zijn.
Dat ondervond een 44jarige gaswerker te
Rotterdam. Men verzocht hem een handje te
helpen bij het sluiteu van een ijskast in een
slagerswinkel. A lies ging best maar op eens
klonk een gil. De oorschelp van den gasman
zat tusschen deur en kast geklemd. Een ge-
neesheer was noodig om het oor te verbinden.
Als een bijzonderheid meldt men uit
Waterlandkerkje dat bij den landbouwer L.
Manneke een zeug niet minder dan 25 jongen
wierp, waarvan er 12 als flinke biggen in't leven
gebleven zijn. Het moeder-dier is dan ook
van ongewone grootte.
Uit Wiuschoten meldt men aan de Ass.
Ct. dat a.'daar is gevangen genomen zekere
S. IL, klerk bij den officier van justitie, verdacht
van- diefstal van rijksgeld, onder beheer van
den officier van justitie. Deze bemerkte den
diefstal doordat hij geldstukken had gemerkt
en die bij bekl. terugvond.
Een ruim 40jarige vrouw, weduwe en
moeder van 4 kinderen, hield Woensdag Ite
Surhuisterveen kermis met 'n ruim 70jarig man.
Er werd ruim gedronken en beiden liepen in
de vaart. De vrouw verdronk, de man werd gered
Op den sneltrein, die Vrijdagmorgen te
11.42 te 'sHertogenbosch aankwam uit Nijmegen,
is onder Nuland geschoten, de kogel drong
door in een derde klasrijtuig. Met een kei-
steen werd mede de rait van een coupe 2e
klasse vernield. Gelukkig werd niemand ge-
kwetst.
Aan de Pruisische grenzen bij Dinxperlo
hebben de kommiezen Woensdagnacht een
aardige vangst gedaan. Een smokkelaar had
een zware koe over de grenzen gebracht. Toen
de man de koe veilig meende te hebben over-
gebraeht keerde hij naar het Nederlandsche
gebied terug, doch bemerkte niet dat de koe
zijn geleider naliep. Intusschen kwamen de
kommiezen aan en deze namen nu de koe in
beslag
Woensdagmiddag geraakte te Gouda het
3jarig zoontje van Van Hofwegen, wonende
aan het Jaagpad, spelende in de Gouwe te water
en verdronk.
's Morgens had hetzelfde gezin door den
dood een kindje van 7 maanden verloren.
Er is nu veel kans dat het geschil in
het Ilavendrijf te Rotterdam zal worden bijge-
legd. Een der leiders van de staking, J. Molendijk
is door Minister Yeegens voor de keus gesteld
te bedanken voor zijn haantje als bestuurder
der bootwerkers-organisatie of als lid der corn-
missie van onderzoek voor het havenbedrijf.
llij verkoos het eerste. Het orgaan van den
Havenarbeider adviseert de staking op te heffen
als de patroons genegen zijn een commissie
aan te wijzen om de grieven te bespreken en
op te lossen.
"V erleden week werd op 52 stoomschepen
gewerkt en heel wat ton graan gelost. Meer
dan voldoende werkkrachten uit het binnenland
bieden zich aan, zoodat in de verste verte geen
sprake kan zijn van het stopzetten van het
Havenbedrijf. Maar het is toch niet 't ware,
zoolang de gewapende macht nog noodig is
om den arbeid te beschermeu.
Op de wekelijksche veemarkt te Utrecht,
alwaar gewoonlijk 500800 rundereu worden
aangevoerd, werd geen enkel stuk vee 1.1. Zater-
dag toegelaten, dan nadat door keurmeesters
het dier was onderzocht of het soms lijdende was
aan mond- en klanwzeer. Verscheidene keur
meesters waren met dit onderzoek bezig.
Men meldt uit Lieshout aan de *s Hert. Ct.
Een even interessant als brutaal strooptochtje
werd j.l. Zondag ondernomen door een tiental
vreemde gemaskerde mannen met zeven geweren
en een paar honden in de heide tusschen Lies
hout en Gerwen. Het leek een echte drijfjacht.
Menig langoor werd neergeveld. Onze ijverige
jachtopziener was er spoedig bij, doch achtte
het veiligheidshalve beter op een afstand te
blijven, wijl hij tegen zoo'n bende niet was op-
gewassen. Men tartte hem uit en toonde hem
het wild dat ze buit maakten. Terwijl de be-
waker van het jachtterrein om versterking uit-
ging, waren de moedige jagers intusschen noord-
waarts afgezakt, waar ze nog lang en ongestoord
hun vermakelijk bedrijf konden uitoefenen.
De op den voor het huwelijk bepaalden
dag te Apeldoorn gevluchtte bruid, is te Zutphen
teruggevonden. Zij was met hare ouders naar
Groningen vertrokken, om geld op te nemen
op eene lijfrente, en daarmede hare meubelen
te betalen. Te Groningen vernam zij echter
dat zij op die lijfrente geen geld kon krijgen
en dit moet haar zoo hebben aangegrepen, dat
zij gevlucht was.
Op den Dennenweg te 's Gravenhage had
een lange, armelijke kerel, ouderend al, een
gulden gekaapt uit het boodschappenmandje
van een klein dagmeisje met spichtig vlechtje.
Ze stond te huilen en de grijze dief slungelde
weg.
//Ouwe smiecht riep een grof veront-
waardigde werkman. W" il je die gestolen
centen es teruggeven, daalijk". Maar de sjofele
oude keek sehuchter om en ging verder, wilde
het Lissabonsteegje in De ander hem nahet
huilen de meisje op den achtergrond, vertellend
aan wat menschen, die stilstonden om dadelijk
weer den straatgang voort te zetten.
z/Hier, ouwe dief, hier de centen en de
man gaf, in drift, geen antwoord aan vragers
naar wat er te doen was.
z/Ik heb de centen nietriep heesch en
angstig de oude.
Toen kreeg hij een pats. //Ik heb de centen
niet//Hier de centen Weer een pats.
Een winkelende juffrouw kreeg met den ouden
man te doen en kwam tusschen beiden. //Blijf
met je handen van z'n lijf, zoo'n ouwe stak-
kerd" en ze keek om steun naar zwijgende
kijkers. //Hier de centen!" dreigde weer de
ander. De oude durfde niet wegloopen en zei
beteuterd wat, maar kreeg weer een pats. Zijn
pet viel hem van het hoofd en hij greep er
langzaam naar, maar kreeg een nieuwen op-
stopper. Toen viel hem de gulden uit de hand,
en hij sloop het Lissabon in.
uO zoo zei de werkman en bracht het geld,
druk relaas gevend, naar het meisje, dat met
behuilde oogen had staan wachten.
Verstrooid over de straat keken enkelen nog
het Lissabon in.
Een bekend makelaar te Amsterdam, de
heer B. en zijn zoon, zijn, zoo meldt het N. v.
N., door de justitie in hechtenis genomen,
beschuldigd van verduistering van een bedrag
van circa tienduizend gulden uit eene nalaten-
schap, waarvan de regeling aan hen was opge-
dragen.
Het feit kwam op de volgende wijze aan het
licht
De boekhouder van den heer B. wordt vervolgd
voor het maken van eene valsche handteekening,
waarvan zijn patroon aangifte had gedaan bij
de justitie. Van schuld overtuigd, erkende hij
ten slotte het hem ten laste gelegde misdrijf
te hebben gepleegd, doch voegde erbij //Nu
zal ik van mijn kant ook eens aan 't licht
brengen, welke schurken mijne patroons zijn."
De heer B. Sr. is, wegens gezondheidsredenen,
weder op vrije voeten gesteld, doch staat onder
politietoezichtde zoon is in hechtenis gebleven
De heer J. Jaspers Jr. ontleende voor
Natura, orgaan der Ned. Natuurhist. Ver., het
een en ander over de diergaarde der toekomst,
aan een artikel in Natur und Haus.
z/Hagenbeck, de bekende groothandelaar in
levende dieren uit alle wereldstreken, heeft op
zijn landgoed te Stelliugen bij Hamburg een
dierenpark in het leven geroepen, ingericht
volgens beginselen, die ten deele reeds sinds
jaren toepassing hebben gevonden, deels echter
nieuw zijn, en in verbinding met elkaar een
schepping hebben tot stand gebracht, die zich
bij monde van zijn assistent Dr. A. Sokolowsky
als een hervormiug komt aanmelden.
Het nieuwste daarin is het acclimatiseeren
der dieren. Tot hiertoe trachtte men die, welke
afkomstig waren uit warme gewesten, ook des
winters de temperatuur van hun vaderland te
verzekeren. Hun verblijven werden van uitge-
breide verwarmingsinrichtingen voorzien, en
desondanks bleef de ruimte voor de bewoners
tamelijk beperkt, daar toch het verwarmend
vermogen dier toestellen niet onbegrensd was.
Men kon er vreede mee hebben, daar destijds
de heerschende richting in de dierkunde de
stelselmacige en beschrijvende was, en men vol-
daan kon zjjn met een in richting, waarbij maar
het systeem goed tot zijn recht kwam.
Zoo bleven de diergaarden langen tijd, wat
zij sinds haar eerste ontstaan geweest waren,
een verbeterende vorm der reizende menagerieen
van weleer. Wel muntten de vaste verblijven
in alle opzi'chten uit boven de vroegere vervoer-
bare hokken, wel schiep men fraaie parkom-
geviagen om die verblijven heen, maar het
kooiachtige karakter bleef nog grootendeels
behouden.
De tijden zijn veranderd, en de leer van het
leven, de biologie, heeft zich vrienden gemaakt,
ook onder de vakmannen. Trelfend kwam dit
reeds uit in de musea, waar men zich niet
langer van zijn plicht meent te k wij ten, door
kasten vol met opgezette dieren ten toon te
stellen, maar waar ook fraaie opgezette dier-
groepen in een betooverde nabootsing harer
natuurlijke omgeving worden opgesteld.
De vraag rees, of dit beginscl ook niet bij de
huisvesting der levende dieren kon worden door-
gevoerd. Reeds waren sinds lang rotspartijtjes
voor bokkeu, heesterboschjes voor vogels, e.d.
ingericht, maar Ilagenbeck meende veel verder
te kunnen gaan, mits hij er eerst in mocht
slagen, de gevangen dieren zoodanig aan ons
klimaat te gewennen, dat zij al de ongemakken
van het weder konden verdragen en zelf onzen
winter in de buitenlucht konden doorbrengen.
Tot dit doel werd gebroken met het//angst-
stelsel", om de dieren op te sluiten in huizen,
waarin de temperatuur kunstmatig wordt ge-
regeld. Neen, zij zouden in de gelegenbeid ge
steld worden, zelf licht, lucht en bevveging te
zoeken of te ontwijken. Verschillende, niet
moeilijke voorzorgen werden bij het inrichten
der verblijven in acht genomen, zoodat de toegang
tot de buitenlucht voor het dier openstoud, doch
zonder dat dit last leed van tocht of blootge-
steld moest zijn aan regen.
Als een bijzonderheid wordt gemeld, dat
Ilagenbeck in zijn park Afrikaansche struisen
ontving, //hopeloos zwak", en dat deze in korten
tijd niet alleen herstelden, maar zelfs zoodauig
aan ons noordelijk klimaat gewend raakten,
dat zij bij een vorst van 10° R. en kouden
oostenwind, zeer levenslustig in de hooge sneeuw
rondliepen, waarvan zij zelfs in vroolijkeu over-
moed gingen happen.
De berichtgever voegt hier onmiddellijk aan
toe, dat het oogenblik nog niet gekomen is,
om reptielen, tropische vogeis, kleine aapsoor-
ten, enz. aan een dergelijke harding te onder-
werpen. Maar ongetwijfeld zijn er bij omzichtige
proefneming nog zeer goede uitkomsten te ver-
krijgen, gelijk er al heel wat tot stand is ge
komen, dat zeker aan de diergaarde een nieuw
karakter zal geven.
De acclimatisatie is het moeilijke punt. Blijkt
een diersoort deze met goed gevolg te kunnen
verdragen, dan opent zich het uitzicht, dat het
bruikbaar zal zijn in de levende biologische
groep of de passende natuurgetrouwe omgeving.
Moeilijkheden blijven er dan nog te overwinnen
doch met tweehoevigen, eenhoevigen, struisen enz.
komt men in het algemeen vry spoedig klaar.
Leeuwen, tijgers, beren en andere groote roof-
dieren stellen zwaardere eischen.
Ilagenbeck heeft voor deze geweldigen groote
rotsverblijven ingericht waar ze niet, zooals ge
woonlijk, achter tralies zitten, maar van het
publiek door een breede gracht gescheiden zijn.
Zijn sinds korten tijd in gebruik genomen
z/Raubtierschlucht" herbergt 12 leeuwen en 3
tijgers de gracht is 8 M. breed en 5 diep
aan de drie andere zij den zijn deze dieren door
hooge rotswanden in- en dus opgesloten. Voor
groote pooldierenljsberen, walrussen, zee-
ieeuwen, zeehonden, vogels zijn ook ver
blijven in aanbouw (misschien zijn ze reeds
klaar)."
In de Belgische stad Genly aan de Eransche
grens bemerkte de hoofdcouducteur dat de
vensterruit van een coupe lste klas van den
sneltrein Parijs—Bergen die Parijs om half een
verlaten had, stuk geslagen, het gordijn stuk
gescheurd was en op de kussens bloedvlekken
zaten. Het onderzoek bracht aan het licht dat
de beschadiging tusschen het tolstation Quevy
en Genly moest plaats gehad hebben. In Parijs
was maar een kaartje lste klas verkocht. Men
zoekt vergeefs den korten afstand tusschen
Quevy en Genly naar den vermisten reiziger af.
De predikant van de Doopsgezinde kerk
der millioi nairs te New-York, Ch. Aked, heeft
een ondragelijk leven gekregen, doordat een
blad heeft verteld, dat John Rockefeller hem
tot zijn aalmoezenier heeft gemaakt. Hij vindt
dat bericht een boosaardig en venijnig verzin-
sel, en met eenige reden.
Met elke post komen uit alle wereldstreken
brieven aan hem om hulp. Een Engelsch meisje,
vroeg 1200 om op te trouwen werd het
verzoek niet ingewilligd, dan moest zij zich voor
f 60 in de week aan een tiugeltangel verbinden
en zou Rockefeller de zedelijke verantwoordelijk-
heid voor haar ondergang dragen. Een Engel-
sche rechter vroeg om een millioen voor een
universiteit, en een meisje van een Zondagsschool
om 5 centen in de week voor de zending. Enz. enz.
Naar de //Ottawa Free Press" mededeelt,
heeft. generaal Booth bij een bezoek aan Canada
de voorstellen der officieren van het Heilsleger
voor een kolonisatieplan in Nieuw-Ontario goed-
gekeurd.
De regeering verkoopt aan het Leger 80,000
hektaren in de districten Nipissing en Algowa,
tegen 1,80, met betaling binnen tien jaren,
zonder rente. Het leger zal op elk der tien
terreinen 144 kolonisten plaatsen, zoodat elk
beschikt over 50 H.A. onder toezicht van
Canadeezen, op de hoogte van landontginning,
en van Legerambtenaren, die het kolonisatie-
werk kennen. Het leger zou de nederzettingen
verkoopen aan de kolonisten op gemakkelijke
voorwaarden en tegen billijkeu prijs. Het heet
dat iemand aan het Leger ongeveer 120,000
wil leenen voor het plan.
Men heeft getracht het witmarmeren
borstbeeld van Paul Kruger op zijn graf te
Pretoria te stelen. Het beeld is van het gra-
nieten voetstuk afgebroken en neergesmeten,
het gelaat naar beneden, een meter van den
voet van het "graf af. De schouders zijn be-
schadigd, de neus is gebroken. De zerk van
Kruger's kleinkind op hetzelfde terrein is
lichtelijk beschadigd, daar het beeldje van den
engel van het voetstuk is geslagen, waai-sehijn-
lijk bij het weghalen van Kruger's zware
borstbeeld. Twee aangrenzende graven zijn
eveneens geschonden. Men vermoedt dat het
om het weghalen van het borstbeeld te doen
is geweest, ten einde dit te behouden, in af-
wachting van een uit te loven belooning.
Behalve nog altijd uit het zuiden van
Frankrijk en uit Spanje, komen nu ook berich
ten van overstroomingen uit het Zwitsersche
kanton Tessino en uit het Noorden van ltalie.
In Locarno staan straten en pleinen onder
water, doordat het Lago Maggiore buiten zijne
oevers is getreden. Ook in het dal van Do-
modossola heerscht groote watersnood. Op de
liju BorgomaneroSanthiaArona is een stuk
van den spoorweg ingezakt. De locomotief en
twee rijtuigen liepen van het spoor en de ma
chinist en de stoker kregen zware wonden
waaraan zij reeds zijn bezweken.
INGEZONDEN STUKKEN.
Hsrziening noosSig>
t.®e5' booioogst onttrekt aan den grond 160 Kg.
stikstof, 41 Kg. phosphorzuur en 165 Kg. kali.
lie wij 1 in hooiland de grassen, ten opzichte der
luaversoorten verre in de meerderheid zijn en dus de
hoeveelheid stikstof, die door deze laatste uit de luckt
opgenomen wordt, klein is, mag men zeggen, dat alle
de genoemde voedingsstoffen voor een aanmerkelijk
deel van de opgegeven hoeveelheden aan den grond
moeten worden teruggegeven, als het hooiland in staat
zal blyven flinke oogsten te leveren.
M. a,, w., de hoeveelheden stikstof, phospho rzuur en
kali, die men op hooiland dient aan te wenden, mogen
met gering zijn. Vooral met het aanwenden van de
beide laatstgenoemde voedingsstoffen zij men niet karig,
omdat: 1°. alle in het hooiland gewoonlijk voorkomende
grassen, met uitzondering van ruw beemdgras, (Poatri-
viaiis) slechts moeilijk phosphorzuur en kali kunnen
opnemen 2°. omdat deze voedingsstoffen zich slechts
zeer moeilijk in den grond verspreiden.
Als stikstofmest wordt vaak stalmest, beer, ale of
wel compost aangewend. Over voldoende hoeveelheden
dezer meststoffen heeft men evenwel bijna nooit de
beschikking, terwijl daarenboven, volgens Lawes de
stalmest voor hooiland een ondoelmatige mestsoort is en
de oorzaak, dat zich bij voorkeur grove, minder waar-
dige grassoorten ontwikkelen. Folgens Wielsen is ook
beer op hooiland niet zeer winstgevend.
Derhalye zal men vaak zijn toevlucht moeten neraen
tot de stikstofhoudende kunstmeststoffen, chilisalpeter
of zwavelzuren ammoniak.
ooral de eerstgenoemde heeft een zeer snelle werking.
Zoowel op droge als zure gronden, op gronden dus,
waar de salpeterzure gisting slechts langzaam gaat, is
de werking van chilisalpeter steeds aanmerkelijk beter
dan die van zwavelzure ammoniak. Trouwens, onder
alle omstandigheden schijnt de chilisalpeter met den
palm te gaan strijken.
In proeven, onder leiding van de heer De Vuijst, een
bekend Belgisch landbouwkundige, gedurende drie
achtereenvolgende jaren op z.g. //meerschen" genomen,
kreeg men de volgende resultaten
le jaar 2" jaar 3" jaar
drie proeven drie proeven drie proeven
Sodanitraat (chilisalp.) 100 100 100
Zwavelz. ammoniak 90,9 95 96,5
De aanwending van 150 a 175 Kg. chilisalpeter per
H.A. zal dan ook in zeer veel gevallen ten hoogste
voordeelig blijken te wezen, terwijl men niet te vreezen
heeft, dat de kwaliteit van het hooi daardoor zal worden
geschaad, mits men slechts zorge, ook vo'doende te
bemesten met phosphorzuur en kaliboudende mest
stoffen.
Boyen zeiden we reeds, waarom men met de aan
wending van genoemde meststoffen niet zuinig mag
wezen en dan vooral zeker niet met de kalihoudende,
omdat de hoeveelheid kali, door een flinken hooioogst(en
deze tracht men toch te winnen) aan den grond ont-
trokkeu, zoo aanzienlijk is.
Een gift ran 600—800 Kg. superphosphaat van 14 pCt.
in de lente uit te strooien of, op zure gronden, van een
even groote hoeveelheid thomasmeel (van ongeveer
16 pCt.) in den herfst aan te wenden, is daarom niet
te groot, doch ook niet te klein, aangezien het reeds
vrij wel regel geworden is, jaar op jaar het hooiland
met phosphorzuurhoudende meststoffen te bemesten.
Datzelfde kan niet gezegd worden ten opzichte der
kalihoudende. Menigeen heeft nimmer op zijn hooi
land een dezer aangewend. Dat er in vele gevallen
daardoor niet het grootst mogelijke voordeel van het
hooiland getrokken is, valt niet te betwijfelen. Wie
er dus een begin mede maken wil, zijn hooiland te
bemesten met een kali houdende meststof, zij er het
eerste jaar niet zuinig mede. De kainiet is hier, als
zijnde het goedkoopst, het meest aan te bevelen. Men
wende hem, evenals het thomasmeel in October of
November aan, anders ziet men er het volgende jaar
weinig of geen effect van. Op veenachtige gronden en
op zandgronden geve men, als eerste gift 1000—1200 Kg.
per H.A., op zavelgrond 600800 Kg., welke giften de
volgende jaren respectievelijk kunnen verminderd worden
tot 600 a 800 en 400 a 500 Kg.
Op kleigronden, zelfs op zware, neme men proeven,
of een bemesting van het hooiland met kai'niet voordeel
oplevert. We zijn er van overtuigd, dat dit vaak het
geval zal blijken te zijn.
Het schijnt dat de heer Van Hoeve mij niet goed begrijpt.
Hij meent toch dat ik de splitsing van het personeel in
,/beambten" en ./manschappen" afkeur. Dit nu is volstrekt
niet Het geval. Ik wilde slechts doen zien dat uit deze uit-
drukkelijke en opzettelijke splitsing van art. 3, een derinlei-
dende bepalingen, noodzakelijk volgen moet, voor den uit-
leggev der verordening, dat die splitsing voor de heele
verordening, voor alle bepalingen dus, beteekenis heeft en
derhalve ook voor art. 17.
//Ik beweer dat de beambten nog steeds manschappen zijn
zegt de heer Van Hoeve.