Tgr Neuzensche Courant
Zaterdag 29 Juni 1907. No. 5012.
ZDZBZEdJDZH] BLAD.
Binnenland.
Candidaatsteiiingen Gemeenteraden.
Gemengde berichten.
eerste k a i e r.
Vergadering van Donderdag.
Aan de orde is het ontwerp tot wettelijke
regeling van het Arbeidscontract.
De heer Regout noemt de verbetering van
de bestaande arbeidsovereenkomst in dit ontwerp
onvoldoende. Met voorbeelden nit de praktijk
der Maastrichtsche industvie, bestrijdt spreker
voorts de regeling in details. Hij zou willen
beweren, dat de aanneming van dit voorstel
zou leiden tot den ondergang van menige industrie.
Spreker zal voor het ontwerp stemmen, doch
hoopt dat men in de toekomst bewaard zal
blijven voor dergelijke staaltjes van onpractische
sociale wetgeving (bravo's).
De heer Van dar Biesen, na een bulde aan
de commissie van rapporteurs, meende, dat de
toon van 's Ministers antwoord niet welwillend
stemt. Zijn hoofdbezwaar tegen dit ontwerp
is, dat de bedienaren van den godsdienst er
onder vielen. Spreker heeft voorts bezwaar
tegen de regeling van het verbod van Zondags-
arbeid in deze wet.
De heer Van Houten noemt die bezwaren te
talrijk om ze in bijzonderheden te ontwikkelen.
Het gaat niet aan, als de heer Regout deed,
allerlei bezwaren te opperen, en dan voor te
stemmen.
Verdediging van het ontwerp is in de afdee-
lingen bijna niet gehoord. Er moet z. i. dus
een ongunstig votum volgen, want de beden-
kingen zijn niet bevestigd. Dit ontwerp noemt
hij een eerste schrede in de richting van socia-
listische dwangwetgeving.
De heer Van Houten zal morgen te 11 uur
zijn rede voortzetten.
TWEEOE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
Na eenige discussie wordt met 59 tegen 3
stemmen goedgekeurd een voorstel Lohman,
om de vernieuwing der secties nog voor het
reces te doen plaats hebben.
Daarna werden de algemeene beraadslagingen
over de oorlogsbegrooting hervat. Bij repliek
betreurt de heer Van Karnebeek, dat de Minister
zijn voorstellen omtrent de bevelvoering en de
soldijverhooging niet wenscht terug te nemen,
zoodat spreker hiertoe voorstellen zal moeten
doen.
De heer Van Vlijmen sluit zich hierbij aan.
Den kommandant van bet veldleger reeds nu
benoemen, zou van dezen een bureauman maken.
De Kamer moest vriiheid liebben om ;s Ministers
denkbeelden inzake de hoogere bevelvoering te
bestudeeren. Ook de kwestie der kaderscholen
was nog niet rijp voor beslissing.
De heer Lohman verdedigt het denkbeeld-
Talma tot het instellen van een commissie van
onderzoek naar den ganschen omvang onzer
legerorganisatie, ter beantwoording van de vraag
of een nieuwe richting moet worden ingeslagen.
Zulk een onderzoek kan de Minister zelf niet
doen.
Feitelijk moeten wij hebben een permanente
commissie van defensie, zegt spreker wat de
Minister echter niet schynt te wenschen. Steunen
op eigen hervormingskracht wil de Minister,
maar hij vergeet dat de natie het program
maakt. Wil de Minister iets doen voor het
land, dan moet hij zulk een permanente com
missie instellen.
De heer Ter Laan wil daarentegen den
Minister in staat stelleu zijn eigen denkbeelden
te verwezenlijken. De ervaring leert, dat com-
missies als een rem werken.
De heer Yan de Velde keurt af, om de
kosten vooral, het bezetten van terreinen waar
veeziekten beerschen, door rekruten.
De heer Pierson vraagt van den Minister een
bereidverklaring om de kwestie eener Staats-
commissie bij de volgende begrooting aanhangig
te maken.
De heer Marchant acht dit onnoodig ieder-
een heeft reeds nu zyn opinie. Een defensie -
commissie zou bovendien een adviseerend
lichaam worden, dat de positie van den Minister
onhoudbaar zou maken.
De heer Tydeman acht in elk geval een on
derzoek naar het bestaande noodig.
De heer Lohman blijft zich tegen een enquete-
commissie verzetten.
De heer Verhey steunt het deukbeeld Pierson.
De Minister van Oorlog herhaalt, dat een
Staatscommissie hem in de uitvoering zijner
plannen belemmeren zou. Hij zou meer voelen
voor een parlementaire enquete-commissie, om-
dat die vanzelf het vertrouwen des volks zou
hebben. Maar alvorens de Minister* iets kon
doen, moest de Kamer zich met beslistheid
uitspreken.
Omstandig betoogt de Minister, dat de defensie
moet blijven buiten de politiek.
In de zaak-Baan zou de Minister al het
mogelijke doen in het belang van dezen man,
Tenslotte zet de Minister nogmaals zijn denk
beelden over de bevelvoering uiteen.
De algemeene beraadslagingen worden ge-
sloten.
Besloten wordt morgenochtend voort te gaan
met de beraadslaging van de reorganisatie der
mariniers.
De heer Eland stelt bij amendement voor,
3200 uit trekken voor de onmiddellijke be-
noeming van een kommandant van het veldleger.
Na de pauze rapporteert de heer Thomson
over het adres der Nederlandsche architecten,
die de Kamer verzochten de Garnegie-stichting
te bewegen terug te komen op de keuze van
het terrein voor het Vredespaleis.(De com
missie cloncludeerde dat, waar de Kamer met
groote meerderheid gelden voor dit terrein had
toegestaan en de uitspraak der jury, waar mede
verzet tegen rees, aan den rechter is onder-
worpen, het adres kon worden neergelegd ter
inzage van de leden.
De heer Yan Karnebeek deelt mee, dat de
jury en de heer Carnegie zeer gestemd waren
voor Zorgvliet, en tegen het terrein op den
Musschenbergook de teekeningen van het
paleis bevielen den heer Carnegie zeer goed.
De conclusie wordt goedgekeurd.
Bij de voortgezette behandeling der Oorlogs
begrooting, stellen de heeren Van Vlijmen c.s.
bij amendement voor, om de beslissing over de
kwestie der hoogere bevelvoering uit te stellen.
De heer Van Karnebeek spreekt voor het
het amendement-Eland.
De Minister neefnt het amendement-Eland
over en is bereid dat ook te doen met het
amendement-Van Vlijmen c.s., maar beschouwde
dit als van comptabelen aard. Hij zou daar-
door geenszir.s zijn plannen laten varen.
z/Wat heerlijke viooltjes Ge verwendt mij
Mahler Tot nog toe heeft niemand aan
zoo iets gedacht," stamelde zij met neergeslagen
oogen.
,/Laat mij dan de eerste zijn, die
Ernst bleef steken. Mocht hij haar nu reeds
zeggen, welke gevoelens hem bezielden, en
wat hem hier aan deze plek bond Neen, neen,
het was nog te vroeg, de vrucht was nog niet
rijp hij moest zich bedwinger. en zijne wen
schen in zijn hart besloten bouden tot gelegener
tijd.
Terwijl Christa Maria haar gloeiend gelaat
in de koele, geurige bloemen bijna geheel
verborg, verhaalde Ernst, wat de uitslag van
zijn zending was.
w Geen uitstel, dat had ik wel gedacht," klaagde
zij, //en dus moet de Enz-molen
z/Spreek niet uit, wat dank zij uw buur-
man Knoop in de stad de musschen van
de daken elkaar toeroepen," sprak Ernst toor-
nig. //Zoo lang ik hier ben en ge mij uw
vertrouwen schenkt, zal dat nooit gebeuren."
„Maar de boete Hebt ge die dan vergeten
klaagde zij, terwijl zij moedeloos op een stoel
ging zitten en den arm onder het hoofd legde.
z/Ik vergeet niets, juffrouw en allerminst
hetgeen men u heeft aangedaan. Knoop, die
schoft, was bij Valentijn in //De Zwaan". Die
twee brave zielen zullen wel weer mooie plan-
De heeren Ter Laan en Van Karnebeek be-
strijden deze houding, doch de Minister zegt,
dat hij die van den aanvang af had aangenomen
en de heer Van Idsinga acht dit volkomen juist.
Bij de uitlegging, die de Minister aan zijn
amendement geeft, meent de heer Van AJijmen,
het niet te moeten handhaven. Maar dat gaat
niet, meent de Voorzitter, want de Minister
heeft het amendement reeds overgenomen. De
heer Van Vlijmen kon dan een motie voorstellen.
Onder groote hilariteit stelt nu de heer Duymaer
van Twist een motie voor, uitsprekende, dat
alleen gelden behooren te worden gevoteerd voor
de aanstelling van een kommandant van het
veldleger.
Na eenig debat wordt de motie-Van Twist
ingetrokken en het artikel in kwestie goedge
keurd zonder hoofdelijke stemming (hilariteit).
Bij art. 22 verdedigt de heer Ter Laan een
amendement om den post met 11.392 te
verminderen, ten einde de miliciens der lichting
1903 vry te stellen van de derde herhalings-
oefening.
De Minister moet dit amendement beslist
ontraden de herhalingsoefening was bepaald
noodig.
Na repliek van den heer Ter Laan, verdedigt
de lieer Passtoors het amendement; de heer
Thomson stelt voor 5626 te schrappen, ten
einde den duur der opkomst te beperken.
De heer Eland (C. v. R.) bestrijdt het
amendement Ter Laan, dat verworpen wordt
met 55 tegen 24 stemmen, evenals het amende
ment Thomson met 42 tegen 37 stemmen,
waarna art. 22 wordt goedgekeurd.
By art. 54 verklaart de Minister, na een
opmerking van den heer Van Twist, dat, gingen
de iufanteri^-autoriteiten daarin mee, hij bereid
was de opleiding van soldaat tot korporaal bij
de bataljons der regimenten, zonder overplaatsing
te laten blijven. Voor de sergeant-opleiding
handhaaft hij den maatregel.
Bij art. 120 vraagt de heer Thomson meer
openbaarheid over de wijze van 't besteden van
geld voor geschut. Van een monopolie der
firma Krupp mocht geen sprake zijn. De
Minister deelt mee, dat van een monopolie geen
sprake is.
Overigens was een voorstel gereed om een
tapitein aan te wijzen voor het bestudeeren
van geschut in andere landen.
Bij re- en dupliek handhaven de heer Thom
son en de Minister het in eersten aanleg ge-
sprokene, waarbij laatstgenoeinde het laakt, dat
de heer Thomson het hoofd der lVe afdeeling
van het departement van oorlog eenigszins
verdacht had gemaakt door te wijzen op diens
bijzondere voorliefde voor Kruppsch geschut.
nen gemaakt hebben. Maar den eigenaar van
den Thal-molen schuiven wij ons morgen van
halstot den laatsten penning zal hij het geld
terugkrijgen
vGe zijt niet wel bij het hoofd Mahler
Waar zou ik het geld vandaan halen
Ernst glimlachte.
,/Waar vandaan ook een knecht heeft
wel eens goede verbindingen. Morgen kan ik
het geld uit de stad halen en daarmee Knoop
den mond stoppen. Het andere zal zich wel
schikken. Maar kom, ik denk, dat het nu tijd
is om naar bed te gaan, juffrouw. Ge hadt-
niet moeten wachten op mijn terugkomst,
voornamelijk, omdat daarvan niets vooruit was
bepaald."
z/Alsof ik dan rust zou gevonden hebben,
zeide zij openhartig. //Ge hadt Valentijn bij u,
en die haat u, geloof ik."
z/En waart ge daarom bezorgd over mij
Ernst was dichter bij haar getreden en zag
haar diep in de oogen, zoodat zij schuw ter zijde
keek. Nog verzette hij zich tegen de bekoring,
die hij in haar nabijheid gevoelde zij ergerde
zich over de willoosheid, die haar overmeesterde
en over het verlangen, dat haar vervulde om
hem onbeperkte macht te geven over haar
zelven en over alles, wat zij bezat.
Om dit alles te verbergen wierp zij het hoofd
trotsch in den nek en zei op geveinsd onverschil
ligen toon //De plicht der naastenliefde, anders
niets." Doch hare blikken logenstraften hare
woordeu. Al ompantserde zij haar hart nog zoo
sterk, haar oogen had zij niet meer in haar macht
,/Natuurlijk dacht ik ook aan niets anders''
antwoordde Ernst luchtig. //Goeden nacht
ciinge. Bij de verkiezing van 4 leden van
den gemeenteraad zijn benoemd verklaard
A. Cammaert, -P. F. Hageman, J. Lockefeer en
Th. E. Praet, aftr. leden.
Ossenisse. Bij de verkiezing van 2 leden
van den gemeenteraad zijn candidaat gesteld
P. J. Adriaansens (aftr.), P. J. Boogaart (aftr.)
en A. M. van. Hijfte.
Stemming 2, eventueele kerstemming 9 Juli.
Overslag. In deze gemeente zijn dit jaar
geen aftredende leden.
Stoppeldijk. Bij de verkiezing van 2 leden
van den gemeenteraad zijn candidaat gesteld
P. Buijsrogge (aftr.), J. F. de Maat (aftr.) en
S. E. de Munck.
Stemming 4, eventueele herstemming 18 Juli.
Breskens. Bij de verkiezing van 2 leden
van den gemeenteraad zijn benoemd ver
klaard Joz. de Hulster en H. Weijkman,
aftr. leden.
Cadzand. Bij de verkiezing van 2 leden van
den gemeenteraad zijn benoemd verklaard:
A. Brevet Az. en J. Erasmus Az., aftr. leden.
Eede. Bij de verkiezing van 2 leden van
den gemeenteraad zijn benoemd verklaard:
W. van Rie en J. F. Standaert, aftr. leden.
Groede. Bij de verkiezing van 2 leden van
den gemeenteraad zijn benoemd verklaard:
C. Fremouw en en A. Salome, aftr. leden.
Hoofdplaat. Bij de verkiezing van 2 leden
van den gemeenteraad zijn benoemd ver-
daard M. J. Dhont en J. G. van Haelst,
aftr. leden.
Nieuwvliet. Bij de verkiezing van 2 leden
van den gemeenteraad zijn benoemd ver
klaard A. Luteijn Pz. en P. Naye, aftr. leden.
Oostburg. Bij de verkiezing van 2 leden van
den gemeenteraad zijn benoemd verklaard:
C. I. Kense en J. H. van Peenen, aftr. leden.
Retranchement. Bij de verkiezing van 2
eden van den gemeenteraad zijn benoemd
verklaard W. J. Almekinders en P. Kouwe,
aftr. leden.
Sluis. Bij de verkiezing van 2 leden van
den gemeenteraad zijn candidaat gesteld H. C.
Bakker, E. J. de Meijer (aftr.) en P. Noest (aftr.)
Stemming 4 Juli.
juffrouw, wel te rusten. Slaap gerust, ik waak.
En als God wil, zal het Kerstfeest eens recht
vroolijk zijn."
Ernst drukte Christa Maria de hand en
ging
Den volgenderi dag, een poosje voor twaal-
ven, toen Ernst nog niet uit de stad terugge
keerd was, reed het wagentje van Knoop het
erf van den Enz-molen op.
Christa Maria, die aan haar naaitafeltje zat
en in gedachten verdiept was, terwijl het naai-
werk in haar schoot rustte, zag Knoop en
sprong op.
,Mijn God, daar is Knoop en Ernst is niet
hier," zeide zij ontsteld en vloog naar den
uitersten hoek der kamer, als kon zij zich daar
verbergen. Maar bijna onmiddellijk daarna
dacht zij //Ik kan hem toch niet ontwijken,"
en langzaam trad zij weer naar voren.
Er werd op de deur geklopt en Knoop trad
binnen.
Toen de jonge molenaarster den man tegen-
over zich zag, die haar ondergang zocht, her-
kreeg zij haar kalmte en overleg.
/Goeden morgen, juffrouw," sprak hij, haar
met spottenden blik aanziende. //Sedert wanneer
zijt gij bang voor mij, zoodat ge u in een hoek
verschuilt
z/Denkt ge, dat ik bang voor u zou zijn,
omdat ge mij in de stad aan de bespotting hebt
overgegeven Dat zal juist omgekeerd het ge
val zijn, denk ik. Ge hebt stellig vergeten,
welke straf er is bepaald voor kwaadwillige
lasteraarsanders had ge u wel tweemaal be-
dacht".
Zij ging weer op haar gewone plaats zitten
Van je vrienden moet je 't hebben
Bij de candidaatstelling voor leden van den
raad van Gouda kwam men Dinsdag met de
lijst ter aanbeveling van het aftredende katho-
lieke lid Dessing eerst kwartier over 4 uur
aan. De burgemeester weigerde, die lijst als-
nog aan te nemen, daar de wettelijke tijd voor
de inlevering was verstreken.
De heer Dessing komt dus bij de stemming
niet in aanmerking.
Een auto, waarin twee heeren' en twee
dames uit Zutfen zaten, moest aan het Lex-
kesveer den Rijn over.
Aan het veer werd even uitgestapt.
Terwijl een der heeren naar de pont liep
om te zien hoe de auto er het best op te
krijgen zou zijn, ging deze door de helling
van den weg uit zichzelf aan het loopen en
kwam in weerwil van de pogingen om haar
terug te houden, in den Rijn terecht.
De reizigers moesten nu per spoortrein naar
huis terugkeeren. De auto werd later door
middel van een kaapstander op den oever
gehaald.
Woensdag werd te Utrecht een rijwiel
gestolen, terwijl de eigenaar even in een win-
kel was. In den nacht van Vrijdag op Zater
dag heeft de dief het rijwiel neergezet bij een
politiepost, met een briefje er bij //gestolen
bij den heer
Zoo is de eigenaar weer in het bezit geko-
men van zijn rijwiel.
Of de dief berouw heeft gevoeld of wel,
dat hij het rijwiel niet kwijt kon, zal misschien
wel een raadsel blijven.
- Te Schoten, even boven Haarlem, staat
een gemeubeld huis, waarvan de bewoners af-
wezig zijn,
Ovei'dag wordt het bewaakt, doch 's nachts
gaat de bewaakster bij familie logeeren.
en hervatte haar naaiwerk, zonder eenige notitie
te nemen van den molenaar, wiens gelaat door
woede bijna onkenbaar was.
z/Wat is de reden van uw komst vroeg zij,
toen hij na een lange poos nog maar steeds
bleef zwijgen.
z/Bij zulk een ontvangst vergeet men over
zijn vriendschap te spreken, juffrouw. Sedert
die melkbaard hier in den Enz-molen is, lijkt
de duivel wel losgebroken."
Christa Maria glimlachte.
z/De duivel is niet losgebroken, maar er
wordt toezicht gehouden verraad en ontrouw
komen aan het licht en worden naar verdienste
beloond. Ge hebt mij schandelijk misleid en be-
drogen. Ge hebt mij het geld opgedrongen om
het graan te kunnen koopen voor de leverantie,
die ge mij ook hebt opgedrongen, en ge hebt
mij uw hulp toegezegd voor het geval, dat de
leveringstermijn te kort was. Maar dat alles
deed ge met de geheime bedoeling, mij in het
nauw te brengen, en den strop, die ge mij om
den hals had gedaan, dicht te trekken wanneer
ge daartoe lust hadt. En ten slotte hebt gij
in de stad het gerucht verspreid, dat ik den
molen moest verkoopen. Het was uw bedoeling
den molen in uw bezit te krijgen en den mo
lenaarster op den koop toe. Dat ik alles te
weten ben gekomen en dat mij de oogen ge-
opend zijn, vervult u met woede. Ik geloof
gaarue dat het niet aangenaam is, te zien, dat
de vogel u onder de handen wegvliegt."
(Wordt vervolgd).
VAN