Wordt vervolgd).
Gemeenteraad van Axel.
ZEET IJ
Van 17 tot
en
D I N Gr E N.
met 18 Juni.
Van 17 tot en met 18 Juni werden langs de Oost-
sluizen alhier 34 binnenvaartuigen op- eu 26 af-
geschutdoor de Westsl. 9 op- en 7
afgesckut.
Positie der stoomscJiepen.
Minister van Binnenlandsche Zaken gevraagde inlichtingen.
Aangenomen voor kennisgeving.
Een schrijven vaii Gedep. Staten van Zeeland, dd. 7 Juni
1907, waarnevens wordt toegezonden eene nota van beden-
kingen tegen de verordening op het ruimen vac privaatputten
en tonnen en het vervoer ran beer, vastgesteld 30 Mei 11.
Gedep. Staten geven te kennen dat in art. 6 dier verorde
ning de Raad zijn bevoegdheid tegenover het eigendomsrecht
te buiten gaat. De beer is eigendom der bewoners, door het
feit der ruiming van gemeentewege wordt zij geen gemeente-
eigendom, en bij politiebepaling kan de gemeenteraad evenmin
overgang van eigendom bewerken.
Nu blijkt wel nit nrtikel 2, dat in ruime mate den inwoners
de mogelijkheid is gelaten, hun beer zelf voor bemesting aan
te wenden, doch die gelegenheid ontbreekt voor hen, die
binnen de vestingwallen wonen, ten aanzien van door hen
gebruikte gronden, welke niet aan hun woning grenzen.
Om hieraan tegemoet te komen, zoude het eenvoudigste zijn,
in artikel 2 na ,/hoofdkom" de woorden, „wonende buiten de
vestingwallen" alsmede de slotwoorden „evenzoo grond
te doen vervallen.
In verband met het bepaalde in art. 15 komt het Gedep.
Staten wenschelijk voor duidelijkheidshalve den inhoud van
art. 7 der verordening op de orde en veiligheid op openbare
wegen en wateren, voor zooveel dat artikel betrekking heeft
op het ruimen van secreten en het vervoer van beer, in deze
verordening op te nemen, artikel 7 vorengenoemd te wijzigen,
en artikel 41 der verordening van algemeene plaatselijke politie
in te trekken. Die wijziging van artikel 7 en intrekking van
artikel 41 zullen elk bij afzonderlijke verordening plants
hebben.
De Voorzitter stelt in verband met dit schrijven namens
Burg, en Weth. voor art. 2 te wijzigen als volgt
Bewoners van de hoofdkom, kunnen den inhoud hunner
beerputten tot bemesting van den bij hen in gebruik zijnden
grond gebruiken.
De werkzaamheden moeten alsdan geschieden ten hunnen
koste en volgens de voorschriften sub b., artikel I bepaald
en plaats hebben in de uren aangegeven in art. 3 van deze
verordening."
De heer Wieland merkt op, dat door deze wijziging, dat
ook de bewoners uit de kom hun beer mogen gebruiken op
hun land, al is dat niet onmiddellijk bij hun huis gelegen,
wel iets vervalt van de verplichting, die onlangs werd be-
sproken.
De Voorzitter: Ze mogen het voor hun eigen land ge
bruiken, maar niet verkoopen.
De heer De JagerWaar dat land ook gelegen is
De heer Wieland Mits ze het des nachts laten weghalen.
De Voorzitter: Ja, alleen de beerruiming vanwege de
gemeente kan overdag geschieden. Wil u het echter zelf
laten weghalen om op eigen land te gebruiken, dan moet
dat geschieden in de daarvoor vastgestelde uren, welke reeds
in de politieverordening waren bepaald.
De heer WielandDus Scheele, die elders grond heeft
liggen kan er mee doeu wat hij wil.
De Voorzitter: Ja, Gedep. Staten zeggen, dat we dezulken
die zelf hun beer op hun land willen gebruiken bet eigen-
ook
domsrecht op huD beer niet mogen ontnemen
De heer WielandDus, wie geen land heeft is ook geen
eigenaar van zijn beer
De VoorzitterDie kunnen het niet zelf gebruiken.
De heer MoesHet is in elk geval een heele schrede
vooruit. Ik heb de vorige vergadering reeds opgemerkt dat
het bedenkelijk was, om hen, die hun meststof elders op hun
grond gebruiken wilden, dat recht te ontzeggen.
De heer De Koeijer ziet in de voorgestelde wijziging der
verordening nog niet veel verandering. Hoeveel zullen er in
de kom zijn die een stukje grond bezitten Misschien maar
1 op de 100.
De heer Wieland Er zijn er wellicht geen 25. Ik had
liever vrijheid gelaten aan ieder, om er mee te doen wat hij
wil, mits, wanneer hij er zelf voor zorgt, dit geschiedt onder
goe'de voorwaarden en op de daarvoor gestelde uren. Wil
hij er niet zelf voor zorgen, dan komen wij met onze machine.
Ik denk dat ze alien gauw genoeg naar ons zullen komen.
De heer De Jager: Het is een moeilijke geschiedenis.
De Voorzitter Waar zult u eene verordening vinden
welker uitvoering geen moeilijkheden oplevert De volmaakt-
heid is in deze niet tebereiken. Daarbij is het altijd mogelijk
om aanmerkingen te maken, daar eene regeling die men
wenscht, ook dikwijls van eene persoonlijke opinie afhangt.
De heer De JagerIk zou er een tak van algemeenen
dienst van willen maken.
De VoorzitterDaar zijn we juist mee bezig.
De heer MoesHet is, zooals ik zeide, veel vooruit, dat
de beer ook elders, dan op aan de woningen grenzende tuinen
mag worden gebruikt en of dat nu een voordeel is voor een
of voor honderd ptrsonen is hetzelfde, er wordt daarmee
toch aan geopperde bezwaren tegemoet gekomen.
De heer De JagerIk zou het maar willen laten zooals
het geweest is. De beerruiming is nu een onderdeel van de
stadsreiniging, op het oogenblik betaald elk er voor wat hij
wil. Verbetering in het syBteem acht ik goed, maar overi-
gens zou ik het op dezelfde wijze willen regelen.
De heer Moes kan daarmee niet instemmen, want toen
het besluit tot invoering genomen is, is op den voorgrond
gesteld, dat het nieuwe systeem zou worden bekostigd door
hen die er van profiteerden.
De heer Wieland Juist, en daarom wil ik er geen cent
af doen.
De heer Van den HoekEr wordt ook voorgesteld om
er voor te laten betalen.
De heer WielandJa, maar er wordt nu toch weer aan
de verordening gepeuterd.
De Voorzitter: Omdat we moeten, daar Ged. Staten
zeggen dat onze verordening te ver gaat.
De heer Wieland De wijziging zal de verordening veel
verzwakken. Spoedig zullen nu misschien velen een stukje
land hebben. Het is zoo moeilijk niet om een stukje land
te pachten. Het is toch al lastig om verordeningen vast
te stellen waarin geen mazen zijn, waar men doorheen kan,
maar het verdient zeker geen aanbeveling om mazen te
maken waar wel een kabeljauw door kan springen.
De VoorzitterJa, als u dan liever een stukje grond
gaat koopen of pachten om er uw beer heen te laten ver-
vervoeren, liever dan van den gemeentelijken reinigingsdienst
gebruik te maken kunnen wij er niets aan doen.
De heer VerbruggeEr is al herhaaldelijk betoogd, dat
besloten is, dat de beerruiming zou worden betaald door de
gebruikers. Er is wel is waar in dien geest gesproken en
het heeft ook wel eenigszins in de bedoeling gelegen, maar
een bepaald besluit is het toch niet geweest. Ik zou my
daarom zeer goed kunnen neerleggeu bij het denkbeeld van
den heer De Jager, om geen loon te vorderen.
De VoorzitterDe heffing is op het oogenblik met aan
de orde dus komt die opmerking hierbjj niet in aanmerking.
De heer Verbrugge wist dit ook, maar wjjst er op, dat de
heer De Jager zjjn denkbeeld opperde, in verband met de
discussie over het aan de orde zijnde onderwerp. Hij steunt
dat denkbeeld. Het is niet besloten dat de kombewoners
de kosten zouden dragen.
De heer MoesDat kan men nu wel zeggen.
De heer Verbrugge: Het is geen bepaald besluit.
De heer MoesEn de heer Wieland heeft toen nog
gezegd dat hij er wel 5 voor over had 1
De heer WielandZeker, we moeten zoo sterk staan, dat
we vertrouwen dat de bewoners uit zich zelf naar ons toe
zullen komen. We moeten geen dwang opleggen. Als het
door anderen niet mag gedaan worden dan na 11 en voor
5 uur, zal er van onze machine wel gebruik gemaakt worden
want niemand blijft er graag des nachts op zitten wachten
of laat graag de deur open. De verplichting zou er echter
af moeten. A
De VoorzitterDie is noodig in het belang van de g°ede
orde en reinheid. Door de nieuwe bepaling wordt ook het
eigendomsrecht niet belemmerd.
De heer Moes acht het, zooals het thans wordt voorgestmd,
De le alinea van het gewijzigd voorgestelde art. 2 wordt
hierna aangenomen met 5 tegen 4 stemmen. Voor stemmen
de heeren Moes, Van den Hoek, Visser, De Masier en
Verbrugge; tegen stemmen de heeren Wieland, De Koeijer,
De Jager en Scheele.
Daarna wordt met 7 tegen 2 stemmen goedgekeurd de
2* alinea van art. 2.
Voor stemmen de heeren Moes, Van den Hoek, Visser,
De Masier, De Koeijer, Verbrugge en Scheele tegen stemmen
de heeren Wieland en De Jager.
Vervolgens wordt voorgesteld aan het thans vastgestelde
art. 2 als slotalinea toe te voegen
Wanneer beer binnen de kommen der gemeente voor
bemesting wordt aangewend, moet deze binnen zes uren met
een minstens 5 c. M. dikke laag grond worden overdekt.
De Voorzitter: Deze bepaling wordt voorgesteld om de
buren van overlast te vrijwaren.
De heer De MasierZou dat veel helpen
De Voorzitter Om tegemoet te komen aan bezwaren tegen
de regeling die was voorgesteld, die ziju geopperd, wordt
eene bepaling voorgesteld om overlast te voorkomen.
De heer De Masier Ik ben van meening dat die bezwaren
sterk overdreven zijn. Men moet toch ook niet aannemen
dat er menschen zouden zijn die uit aardigheid of voor
plagerij der buren beer op hun tuin zouden brengen.
De VoorzitterDan hebben ze er tenminste zelf
last van.
De heer Van den Hoek lk zou anders gevallen kunnen
noemen waar men aan plagerij zou denken en er in elk
geval veel last van had. Ik zou de namen kunnen noemen
De Voorzitter acht het een nuttige bepaling. Hij zal met
beweren dat er gevallen van moedwil tot het veroorzakeu
van overlast bestaan, maar men moet voorzien dat het toch
zou kunnen gebeuren.
De heer De Masier Is het wel eene bepaling, die wc gens
het belang van den landbonw uitvoerbaar is Niemand zal er
toch, nadat hij er voor bemesting beer op gebracht heeft een
zandlaag van 5 c.M. op willen uitstorten.
De Voorzitter betoogt dat dit ook met bedoeld wordt. Jvr
wordt meer bedoeld dat de beer in den grond zelve verwerkt
wordt, dat er kuilijes worden gegraven, die dan later weer
worden dicht geworpen met de uitgegraven grond.
De heer De JagerBij zoodanige bepaling kau er van
het recht om beer op een eigen tuin te brengen toch geen
gebruik gemaakt worden. Waarom moet dat nu worden
ineelascht
De Voorzitter: Omdat het gebruik bemoeilijkt moet worden.
De heer Moes: Ik heb gisteren in de vergadering van
Burg, en Weth. al bedenkingen gemaakt. Er zijn omstan-
digheden, b.r. wanneer men gras wil bemesten, dat het met
mogelijk is om den grond te keeren. In meerdere gevallen
kan men zijn planten er mee bederven, als de grond moet
worden gekeerd.
De heer Wieland herhaalt dat hij voile vrijheid zou willen
laten om de beer zelf te gebruiken of ook om die te verkoopen,
maar hij zou zeggen wil je ze aan ons geven, dan zijn wij
er dankbaar voor.
De heer De Koeijer verklaart het geen bezwaar te achten,
dat de beer bij bemesting terstond in den grond verwerkt
W°De heer Moes is het daarmede niet eens, voor alle gevallen
bijv. daar waar boven den grond staande planten er mede
bemest worden. Bovendien, hoe meer men er in roert
De heer Wieland verhaalt een geval dat door voermuns
op het plein aan de Oostsluis beer was gebracht. Dit ver
oorzaakte geruimen tijd een ondraaglijke
dat willen beletten.
De heer De Koeijer Ik zie er geen bezwaar in, als het
in den nacht op het land wordt gebracht en toegedekt. Dan
zal men er geen last van hebben.
De heer Moes vindt de bepaling onnoodig.
Met 5 tegen 4 stemmen wordt de voorgestelde slotalinea
aan art. 2 verworpen. Voor stemmen de heeren Van den
Hoek Visser, De Masier eu De Koeijer tegen stemmen de
heeren Moes, Wieland, De Jager, Verbrugge en Scheele.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor art. i van
de verordening op de orde en veiligheid op openbare wegen
en wateren, eenigszins gewijzigd, als nieuw art. 3 in te lasschen,
luidende als volgt
„Het is verboden binnen de hootdkom zonder vergunning
van Burg, en Weth. op andere uren dan tusschen elf unr
des namiddags en vijf uur des voormiddags, privaatputten of
-tonHen te ruimen, te doen ruimen of den inhoud te vervoeren
of te doen vervoeren, een en ander voor zoover dit met van
gemeentewege geschiedt."
Er wordt thans voor het aanvangsaur onderscheid gemaakt
tusschen zomer- en wintermaanden, doch Burg, en Weth.
achten hot beter daarvoor het geheele jaar door een vast
unr te bepalen.
Dit voorstel wordt met 7 tegen 1 stem aangenomen. iegen
stemt de heer Wieland, voor de overige leden.
Goedgekeurd wordt de door deze inlassching noodige nieuwe
nummering der verdere artikels, terwijl eenige kleine wijzi-
stank. Hij zou
gingen worden aangebracht in de artt.4 (oud 3), 5 en lo welke
alien met 7 tegen 2 stemmen, die der heeren Wieland en
De Jager, worden aangenomen.
Eveneens wordt daarna de geheele verordening met i teg®"1
2 stemmen, die der heeren Wieland en De Jager vastgesteld.
Op voorstel van den Voorzitter wordt goedgevonden dat
aan Gedep. Staten zal worden bericht dat de intrekking van
art. 7 der verordening op openbare wegen en wateren en
art. 41 der algemeene politieverordening later zal gescnieden.
f. Brief van Gedep. Staten van Zeeland, d.d. 7 Juni 1907,
waarnevens wordt teruggezonden een exemplaar van het goed-
gekeurde raadsbesluit van 31 Mei 1.1., tot at- en overschrijving
fn de begrooting voor het jaar 1906.
Aangenomen voor kennisgeving.
sr. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 7
Juni 1907 waarin wordt bericht, dat de in afschrift bijge-
voegde adviezen van den Districts-schoolopziener en den Inspec-
teur van het lager onderwijs betreffende het rnadsbesluit tot
opbeffing der betrekking van den onderwijzer C. Roldanus
aan school A, Gedep. Staten tot de overtuiging hebben ge
bracht dat de opheffing dier betrekking en het daarmede
gepaar'd gaande ontslag van genoemden onderwijzer in stryd
zijn met de belangen van het onderwijs <f«
in de gemeente
Ter Neuzen, zooahTdit thans is georganiseerd eu dat dit be
sluit ook een nadeeligen invloed zal uitoefenen op de ver-
vulliug van toekomstige vacatures.
Het college heeft daarom aan dit raadsbesluit hare goed-
keuring onthouden.
Het bijgevoegd rapport van den districtsschoolopziener, den
heer Jansen te Middelburg, luidt als volgt
Alvorens tot het stellen van dit rapport over te gaan, heb
ik het hoewel de onderwijstoestanden in de gemeente Neuzen
vriiwe! kennende, noodig geoordeeld, betreffende de onder-
werpelijke aangelegenheid het rapport in te winnen van den
arrondissements-schoolopziener van Neuzen en, onaf hankelijk
van bedoeld rapport, een persoonlijk nauwkeurig onderzoek
in te stellen aangaaude den toestand aan school A, en tevens
ook aangaande dien aan de scholen B en C aldaar. V oorts
heb ik nog gelegenheid gehad, de zaak mondelmg te bespre
ken met den arrondissements-schoolopziener voornoemd, ter-
wiil ik ten slotte eene samenspreking heb uitgelokt met
Burgemeester en Wethouders van Neuzen, waarblj ook de
arrondissements-schoolopziener tegenwoordig was
Ten einde den toestand aan school A goed te begrypen,
dient men een overzicht te hebben van de school bevolking
aldaar en van de verdeeling dier bevolking over de zes even
sroote lokalen, die in het betreffende schoolgebouw worden
aangetroffen. Tijdens den beslissenden datum, zijnde de
15e Januari 1907, bedroeg het aantal aldaar geplaatste leer-
lingen inderdaad 303 op den datum, waarop ik mijn onder
zoek instelde, bedroeg het aantal slechts 293 en was derhalve
nog met een tieutal verminderd. Zich houdende aan de letter
der wet, kon dus het gemeentebestuur van Neuzen besluiten
tot opheffing eener onderwijzersbetrekkmg aan school A,
zonder dat daardoor aan wettelijke voorschriften werd te kort
gedaan. Eene andere vraagevenwel is het, den toestand van het
onderwijs te Neuzen in zijn geheelen omvang in aanmerking
nemende, of het billijk mag geacht worden, dat het gemeente
bestuur tot zulk een maatregel overging, en of men, de
gevolgen overwegende, zich niet driemaal had behooren te
bedenken, alvorens een dergelijk besluit te nemen.
Eertijds werd het onderwijs aan school A gegeven door
het hoofd en zes onderwijzers, terwijl de leerlingen waren
verdeeld over zes leerjaren en elk leerjaar in een afzonderlijk
lokaal was geplaatst. De reorganisatie van school B in eene
school met uitgebreid leerplan had weldra ten gevolge, dat
de normale toestand aan school A ophield te bestaan. Die
leerlingen van school B, voor wie geen uitgebreid lager
onderwijs werd verlangd, moesten naar de beide andere scholen
A en C worden overgeplaatst. Het gevolg was een overmatige
schoolbevolking van school C, waarin door de inrichting van
parallelklassen voor het 4e en 5e leerjaar in het verlaten
gebouw der militaire lnfirmerie op zeer gebrekkige wijze tijdelijk
werd voorzien, en een even abnormale overbevolking van het
fie leerjaar aan school A, gede.eltelijk veroorzaakt door den
toevloed van leerlingen, die de parallelklasse, 5e leerjaar,
hebben doorgemaakt, en nu, hetzij in de zesde klasse van
school C zelve, hetzij in de 6e klasse aan school A, zoo goed
het gaat, worden onderdak gebracht. De klassen van school
A, van het le tot het 6e leerjaar opklimmende, bevatten op
den 16e Mei 1.1. den datum, waarop ik mijn onderzoek in
stelde, respectievelijk de navolgende aantallen leerlingen 52,
42, 35, 39, 50 en 75. Het laatstgenoemde aantal leerlingen,
zijnde dat van het 6e leerjaar, is te groot om in een lokaal
te worden geplaatst, laat staan om door een onderwijzer te
worden onderwezeu. De inrichting was tot nog toe zoo, dat
een gedeelte van dit leerjaar, een 48 tal, in een afzonderiijk
lokaal aan de leiding van een onderwijzer was toevertrouwd,
terwijl de overigen, zoo goed als het ging, geplaatst waren
in het lokaal van het 8e leerjaar, en door het hoofd
zelf werden onderwezen. Wordt nu eene onderwijzers-
betrekking aan school A opgeheven, dan zal het derde
leerjaar, 35 leerlingen bevattende, en een in hetzelfde lokaal
geplaatst aantal van 27 leerlingen, tot het 6e leerjaar be-
hoorende, aan een onderwijzer moeten worden toevertrouwd,
In aanmerking genomen, dat de plaatsing dezer beide
klsssen in een lokaal, bij gebreke aan de noodige ruirnte
geschieden moet en dan ook thans geschiede, op een wijze
die een bespotting mag heeten van alle voorschriften van het
desbetreffend Kouinklijk Besluit, valt het niet moeilijk in te
zien, dat, onder zulke omstandigheden, van geregeld en doel-
treffend onderwijs, door slechts een persoon te geven, in de
verste verte geen sprake kan zijn. Bovendien valt het wel
in de hoogste mate te betreuren en ten scherpste af te keuren
dat het bestuur eener zoo aanzienlijke gemeente als Neuzen
de toevallige omstandigheid, dat 7 leerlingen aan het
minimum ontbreken, aanleiding vindt tot het nemen van een
maatregel, die het onderwijs aan eene zoo aanzienlijke en
talrijk bevolkte school, als school A, voor een geheel jaar
ondermijnt en bederft. Daarbij komt nog, dat school C, op
denzelfden datum van 16 Mei, volgens zijn onderzoek bleek,
de parallelklassen buiten rekening gelaten, niet minder dan
338 leerlingen te tellen, een aantal, dat met 28 het minimum
van 310 leerlingen overtreft, en dat ook te groot is, om aan
de voorschriften, betreffende oppervlakte en afstand van de
achterste bank tot den werkmuur te voldoen. Voor en na
heeft er in den loop der laatste jaren, op last van Burgemeester
en Wethouders in Neuzen, overbrenging van leerlingen van
de eene naar de ar.dere school plaats gehad, om versehillende
l-edenen. Hoewel ik deze overplaatsing allerminst in het
belang acht van de betrokken leerlingen bestaat er voor mij
toch aanleiding om de vraag te stellen, waarom in het onder-
havige geval eene dergelijke overplaatsing niet is gescliied,
ten einde school C eenigermate te ontlasten en school A boven
het minimum van 310 te houden. Dat ware, in dit geval,
in het belang geweest van het onderwijsde thans opgeheven
leerkracht ware voor school A behouden gebleven, en dat
zonder schade voor de gemeentelijke finantien.
Uit het boven vermelde onderhoud met Burgemeester en
Wethouders van Neuzen is mij gebleken, dat dit laatste thans,
hoewel wat laat, ook wel door hen wordt ingezien, en dat zij
overtuigd zijn van de pernicieuze strekking van het genomen
besluit. Ook verheugt het my, te kunnen mededeelen, dat
genoemd College voornemens is een voorstel aan den Raad
te doen tot het oprichten eener nieuwe school, ten gevolge
waarvan de thans heerschende zeer abnormale toestand van
het onderwijs in de gemeente Neuzen voor een meer normalen
zal plaats maken.
Het boven aangevoerde noopt mij met nadruk te adviseeren,
dat Heeren Gedeputeerde Staten van Zeeland aan het ondei-
werpelijke besluit van den Raad van Neuzen hunne goed-
keuring mogen onthouden.
De lnspecteur van het lager onderwijs in de 2e inspectie,
de heer J. C. Fabius te 's Gravenhage, schrijft, dat hij aan
dit rapport inderdaad niets weet toe te voegen. Het is wel
wat heel zonderling, dat eene gemeente, waar tekort aan
schoolruimte is, en dus feitelijk ook aan onderwijzend perso-
neel is, een onderwijzer ontslaat, omdat toevallig op 15 Januari
aan eene school het wettelijk minimum met eene leerkracht
wordt overschreden.
Mitsdien moet hij adviseeren tot het onthouden van goed-
keuriug aan het daartoe strekkend raadsbesluit.
De Voorzitter stelt namens het Dag. Best, voor het besluit
waarbij is besloten tot opheffing der onderwijzersbetrekking
van den heer Roldanus aan school A in te trekken.
De heer Moes vindt de beschouwingen van den school-
opziener nog al scherp. De Raad heeft gehandeld overeen-
komstig hetgeen volgens de wet kon geschieden. Het blijkt
thans echter, dat de toestanden op school A wel eenigszins
abnormaal zijn. Het hoofd der school had daarvoor echter
kunnen waarschuwen, dan zou dit niet tot gevolg hebben
gehad, dat de gemeente nu on de kosten een bedrag kan
bijpassen, dan hadden Burg, en Weth. maatregelen kunnen
nemen.
De Voorzitter breogt het voorstel tot intrekken van het
besluit in stemming.
De heer Moes Ik zal voor stemmen, ofschoon ik toch
den loop dien de zaak genomen heeft betreur.
De VoorzitterDe leden moeten stemmen met voor of
tegen, zonder nadere motiveering hunner stem.
De heer Moes stemt voor, eveneens de heeren Van den
Hoek, Visser, De Masier, Verbrugge en Scheele. Tegen
stemmen de heeren Wieland, De Koeijer en De Jager, zoodat
het met 6 tegen 3 stemmen is aangenomen.
li. Brief van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 24 Mei
1907, waarnevens wordt teruggezonden een exemplaar van
het goedgekeurde raadsbesluit van 16 Mei 1.1, tot wijziging
der begrooting voor het jaar 1906.
Aangenomen voor kennisgeving.
tramverbinding met Sas van Gent tot stand te brengen
met verzoek te bevorderen, dat door de vergadering
geen besluit wordt genomen om aan een der comitd's
subsidie te verleenen, indien het niet vaststaat, dat de
verbinding met Sas van Gent of gelijktijdig met dien
naar Selzaete bf in de eerste plaats zal geschieden.
Als voren van het Bestuur van de Naamlooze
Vennootschap Stoomtram HulstWalsoorden met ver
zoek te bevorderen dat de vergadering in zake het ver-
leenen van subsidie aan tram-comites geen besluiten
neemt voor dat hen de gelegenheid geschonken wordt,
hunne subsidie-aanvraag te kunnen toelichten.
g. Brief van den heer M. L. van Vessem lioudentJe
dankbetuiging, voor het aan hem tot herstel van gezond-
heid verleende verlof.
h. Brief van den heer C. Stoffels te Zaamslag, houdende
kennisgeving dat hij zijne benoeming tot tijdelijk onder
wijzer aanneemt.
Proces-verbaal van kasopneming van den gemeente-
ontvanger d.d. 23 Mei j. 1. waaruit blijkt dat alles in
orde was en in kas bevonden f 96,84.
Allen worden voor kennisgeving aangenomen.
j. Brief van den heer C. van den Broeke te Axel
d.d. 1 Juni j.l. houdende dankbetuiging voor de ver-
hooging zijner jaarwedde als gemeente-opzichter tevens
verzoekende die verhooging in plaats van 1 Januari e. k.
te doen ingaan op 1 Juli e. k.
Aangenomen voor kennisgeving, met gunstige beschik-
king op het verzoek om de verhooging met 1 Juli e. k.
te doen ingaan.
Hiertegen stemde de heer Smies.
k. Brief van het Bestuur der Ambachtsschool te
Hnlst d.d. 10 Juni j.l. waarbij zij onder onzeaandacht
brengen, dat het onderwijs ook door leerlingen uit deze
gemeente zeer op prijs gesteld wordt en de school door
niet minder dan 6 leerlingen bezocht wordt;
dat het aatal leerlingen ongetwijfeld nog zal toenemen,
zoodat door hen reeds in overleg met den heer lnspec
teur van het Middelbaar Onderwijs, eene begrooting
voor 1908 is ontworpen, waarbij gerekend is dat het
aantal leeraren zal moeten worden vermeerderd, met
een leeraar in het timmeren.
Verder geven zij ons in overweging te willen besluiten,
zoo mogelijk nog voor dit jaar, doch zeker voor de
volgende jaren de subsidie als volgt te bepalen
Voor 66n leeriing 25.
twee leerlingen /40.
c eiken leeriing meer dan twee 10,
en de maximum jaartoelage te bepalen op/ 100 a/150.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Circulaire van het Zierikzeesche comite tot het be
vorderen van de aansluiting bij den Midden-Europeeschen
tijd, met verzoek het volgende ad res aan de 2e Kamer
der Staten Generaal in te zenden
Aan
de Tweede Kamer der Staten Generaal
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
Het bestuur der gemeente Axel, provincie Zeeland,
dat het met instemming beeft kennis genomen van
het thans aanhangig wetsontwerp op de tijdregeling in
Nederland
dat de gronden waarop reeds voor vijftien jaren de
voordeelen van den Midden-Europeeschentijd boven die
van den Greenwichtijd openlijk bepleit werden, naar
zijne meening belangrijk in kracht hebben gewonnen
dat zijns inziens terechc door de regeering is ingezien,
dat, bij uniflcatie van tijdregeling, die aansluiting be-
koort verkozen te worden, waaraan onmogelijk verlies
van daglicht kan verbonden zijn
Redenen, waarom het aan Uwe Hooge vergadering
verzoekt, het aanhangig wetsontwerp wel te willen aan
nemen en daarmede een belangrijke stap te doen in de
richting die aan het Nederlandsche volk tegen 1 Mei
1908, naast het algemeen voordeel van tijdseenheid, ook
de bijzondere voordeelen (voortvloeiende uit onze geo-
grafische ligging met de Noordzee in het Westen) van
het Midden-Europeesche uur verschaft,
't Welk doende enz.
Z. h. s. wordt besloten bovenstaand adres in te zenden.
2. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten tot
af- en overschrijving van posten in de begrooting voor
1907 tengevolge van begrafeniskosten van krankzinnigen.
3. Tot leden van het Alg Burg. Armb. worden met
algemeene stemmen herbenoemd de heeren L. Jansen
van Rosendaal, P. van Fraaijenhove en C. van den
Broeke.
In de plaats van den heer Van Fraaijenhove die ver-
klaarde de benoeming niet aan te nemen werd gekozen
de heer M. Wolfert die de benoeming aannam.
4. Z. h. s. wordt goedgekeurd de raming der Ont-
vangsten en uitgaven voor bet kalenderjaar 1908 van
de Gezondheidscommissie gezeteld te Neuzen.
Het aandeel dezer gemeente bedraagt 190,20.
5. Alvorens eenige gewijzigde artikels van de bouw-
verordening definitief vast te stellen wordt besloten het
concept daarvan om ad vies aan de Gezondheidscommissie
gezeteld te Neuzen in te zenden.
Bij omvraag keurt de beer De Feijter bet af dat
Burgemeester en Wethouders buiten den Raad om hebben
besloten tot het aanbesteden van het kerstellen van den
toren aangezien in een vorige geheime zitting besloten
was dit punt heden te behandelen.
Het college is van oordeel dat het heeft gehandeld
in den geest van den Raad die zich had uitgesproken
voor een spoedige herstelling.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Zitting van 18 Juni 1907.
Tegenwoordig de heeren P. van Fraaijenhove, P. Dek-
ker Fz., L. Lamaitre, M. Wolfert, Johs. Smies, J. J. de
Feijter, W. Dieleman Pz. en D. J. Oggel leden enJ.A.
van Vessem, secretaris.
Een vacature.
Afwezig met mondelinge kennisgeving de heer 1
Dregmans, zonder kennisgeving de heer F. Dekker Fz.
De notulen van de vorige vergadering worden gelezen
en onveranderd goedgekeurd.
1. Wordt mededeeling gedaan van de volgende mge-
komen stukken
a. Missive van Ged. Staten dezer provincie dd. 3 Mei
jl., no. 42, le afd. houdende terugzending van een exem
plaar van het door hen goedgekeurde raadsbesluit tot
af- en overschrijving van posten in de begrooting voor
1906.
i. Alsvoren houdende terugzending van het door hen
goedgekeurd kohier van het sckoolgeld voor het 2e kwar-
taal.
c. Alsvoren dd. 10 Mei, van het goedgekeurd kohier
van den hoofdelijken omslag voor het jaar 1907.
d. Alsvoren dd. 17 Mei, houdende terugzending van
een exemplaar van het door hen goedgekeurde raadsbe
sluit, betreffende het aangaan van eene geldleening van
2500 ter voorziening in de behoefte van kasgeld.
e. Brief van het Comitd dat zich gevormd heeft om
alle pogingen te steunen, die worden verricht om eene
17
17
VLAG.
Eng. sch.
Eng. s.s.
Deen. s.s.
Eng.
Eng. s.s.
idem
Deen. s.s.
Russ. s.s.
Deen. s s.
NAAM. MS. Vanennaar.
Voor Ter Xeusen i
465 Pentowan
2310 New-Castle
Julia
Prudhoe Castle
Svendborg 4123 iRiga
l'nii Ter Slenzeii
Baron Selborne - 2495 iNew-Castle
Voor (Sent i
3619 Manchester
2894 Goole
Pandion
Humber
Austa
Graf Schuwalow
E. M. Dalgas
Villi
3167
4995
4160
I Windau
Riga
idem
Geut i
Hall
Londen
Portsmouth
idem
Lading
pijpaarde
kolen
hout
ledig
stukg.
idem
hout
h. vl.
hout
stukg.
phosph.
idem
cement
Eng. s.s. Sultan 2945
Eng. sch. Touchmenot 428
idem Silvia 464
idem |Mary Elisabeth 280
s.s. HARALD in lading te Hull voor Kroonstadt.
s.s. JENNY vertrok 19 dezer van Tormo naar Ter Nenzen.
s.s! RICHARD van St. Petersburg naar Ter Neuzen, passeerde
9 dezer 's morgens Krooiistadt.
s.s. ELISABETH in los3ing te Ter Neuzen.