Tsr Neuzensche Courant
Donderdag 6 Juni 1907. No." 0002.
Binnenland.
TWEEDB BLAD.
E UILLKXON.
TWEEDE K A HI E R.
Vergadering van Dinsdag.
Bij het voorfcgezet debat over het wetsontwerp
betreffende oprichting van een departement van
Gouvernements-bedrijven ill Indie wordt dat ont-
werp kraehtig verdedigd door den heer Bos, die
eveneens bepleit een flinke bezoldiging van de
leiders der verschillende bedrijven. Ook wijst
spreker op de wenschelijkheid van het instellen
van commissies van toezicht of bijstand. De
leiders moeten zelfstandig zijn, en niet gesteld
worden onder een directeur-generaal.
De Minister van Kolonien verdedigt het ont-
werp als noo'dzakelijk, wil men een einde maken
aan de huidige, gedes-organiseerde regeling.
De Minister bestrijdt den bij het debat geuiten
wensch naar een Regeeringscommissaris voor de
bedrijven, in plaats van een departement. Der-
gelijk ambt zou in strijd zijn met het Indische
Regeeringsreglement.
Men meent een geschikt man voor hoofd van
het nieuwe departement te zullen vinden. Met
verschillende wenken, gegeven door de heeren
Van Kol en Bos, zal de Minister trachten rekening
te houden, o. a. het toekennen van een winst-
aandeel aan de ambtenaren. Ook zal te over-
wegen zijn het denkbeeld, om het nieuwe depar
tement dienstbaar te maken aan de belangen
van de industrie der inlandsche bevolking, b.v.
door inriehting van een atelier voor inlandsche
nijverheid.
Na eenige replieken wordt het wetsontwerp
zonder stemming goedgekeurd.
Voortgezet wordt hierop de beraadslaging
over het ontwerp betreffende het onderzoek
naar het vaderschap, en wel over art. 2 van
het ontwerp, bedoelende om art. 343 B. W.
zoodanig te wijzigen, dat voortaan zal zijn
toegelaten de rechtsvordering tot inroeping van
staat op grond van beweerd moederschap (m.
a. w. verplichte erkenning van een natuurlijk
kind door de moeder).
Een door den heer Limburg op dit artikel
voorgesteld amendement wordt door den voor-
steller ingetrokken. Over het artikel zelf spre-
kende, ontwikkelt de heer Limburg daartegen
enkele bezwaren, voornamelijk tegen het uitsluiten
in het algemeen van den beslissenden eed, waar-
door de Regeering zichzelf den pas afsnijdt
om dien eed te doen toepassen daar, waar ze
moet strekken tot afwijzing van de actie.
Op dit en andere bezwaren antwoordt de
Minister van J ustitie, dat de eed is een vorm
van transactie, en dat over den staat van een
kind geen transactie kan worden toegelaten.
Maar in speciale omstandigheden, in den loop der
procedure ontstaan, en niet betrekking hebbende
op den staat van het kind, zal de dicisoire eed
wel toegelaten kunnen worden.
Art. 2 wordt goedgekeurd. De behandeling
van art. 3 Wordt tot nader aangehouden, aan-
5)
//Juffrouw, alien zijn bij elkander aan tafel."
Misnoegd keek Christa Maria om.
vBen jij het, Valentijn Kom eens hier,
dan zal ik je den nieuwen meesterknecht voor-
stellen. Dat is Valentijn, de eerste knecht.
Aan hem behoeft ge slechts te vragen, als ge
iets weten wilt."
Ernst Mahler kreeg een onaangename ge-
waarwording bij het zien van dien man met
zijn leelijk gelaat, die hem met boosaardigen
blik aankeek en daarbij spotachtig de onderlip
krulde.
Meesterknecht Ge hebt al zoo lang het
bestuur hier in handen gehad, juffrouw zei
de knecht haastig, en voegde er nijdig aau toe
//Die daar staat zal u zeker het werk niet lichter
maken
z/Maar hij zal zorgen, dat jelui den eerbied
niet vergeet, dien je aan je meesteres verschul-
digd bentriep Mahler met fonkelende oogen,
terwijl hij zich hoog oprichtte. //Wat het besluit
van je meesteres betreft, je hebt geen recht
daarop iets aan te merken, al was je hier ook
tot nu toe de voornaamste knecht."
Hoe kalmer Ernst Mahler voor Valentijn
stond, hoe kwaadaardiger deze werd. Hij
trachtte volstrekt niet zijn toorn en haat te
verbergen, en maakte spoedig, dat hij wegkwam,
terwijl hij een verwensching tusschen de tanden
prevelde.
z/Ik vrees, dat gij hem tot vijand hebt ge-
maakt," zei de molenaarster onder het voortgaan.
Zij wilde hem niet laten blijken, hoe gevleid
gezien de Minister hierin een wijziging aanbrengt,
waarover de commissie van rapporteurs zich
op dit oogenblik nog niet kon uitspreken.
Daarom komt thans in behandeling artikel
4 met een groot aantal daarop voorgestelde
amendenjenten. Dit artikel bedoelt invoeging
in het B. W. van verschillende nieuwe be
palingen ter zake van het vaderschap.
De Minister licht de bedoeling van dit artikel
toe. De beweerde gemeenschap tusschen de
6e en lOe maand voor de bevalling berust op
een vermoeden natuurlijk. De verweerder kan
zich daartegen verzetten. Slaagt de verweerder
niet in het bewijs, of kan hij niet aantoonen
dat gedurende de 6e en lOe maand ook andere
personen gemeenschap met de vrouw hebben
gehad, dan nog kan de actie worden afgewezen,
indien de rechter niet overtuigd is van de
waarde van de beweerde afstamming. Boven-
dien geeft het artikel nog een anderen waarborg
tegen chantage, nl. deze dat de rechter, die niet
precies overtuigd is van de afstamming, de
vordering kan toewijzen tot een lager bedrag
dan in andere gevallen wordt toegekend.
De heer Van Limburg heeft bezwaar er tegen
dat, indien uit verschillende omstandigheden
(brieven, inwoning, verstrekking van geld, enz.)
op voldoende wijze kan worden aangetoond dat
een bepaald persoon de vader is van een natuur
lijk kind, de actie van de moeder desniettemin
kan worden ontzegd, indien de van het vader
schap verdachte persoon slechts kan bewijzen
dat de vrouw binnen den gestelden termijn
gemeenschap heeft gehad met een ander. Om
dit te voorkomen heeft spreker met de heeren
Van Deventer en Smidt een amendement voor
gesteld om voor den rechter de mogelijkheid
te openen ook in dit geval de alimentatie-actie
toe te staan.
De heer Van Styrum licht een amendement
toe strekkende om te bepaler. dat iemand tegen
wie een alimentatie-actie wordt ingesteld, zich
zal kunnen beroepen op een vonnis, waarbij de
actie tegen een ander is toegewezen. Voorts
strekt het amendement om te voorkomen dat
over een reeds erkend kind nog een ander tot
vader kan worden aangewezen.
De heer Van Veen, er op wijzende dat in
normale omstandigheden het kind in den regel
op 18jarigen leeftijd tot eigen onderhoud be-
kwaam is, licht een amendement toe om het
bij de alimentatie-actie bedoelde onderhoud tot
den 18jarigen leeftijd te doen duren.
De heer Van Idsinga licht een amendement
toe, waardoor ten opzichte van de alimentatie-
actie niet gesproken wordt van den vader, die
verplicht is tot onderhoud, maar bepaald zal
worden Ieder is verplicht te voorzien in de
kosten van onderhoud en opvoeding, gedurende
de minderjarigheid van zijn kind, al is dat
buiten huweUjk verwekt en niet gewettigd of
wettiglijk erkend.
De heer Blooker wijst er op, dat in het ont
werp een langere termijn voor mogelijkezwanger-
schap wordt aangenomen als in verschillende
andere artikelen van het B. W. Daar het
moeilijk is een bepaalden termijn voor de
zwangerschap aan te geven, gaf hij in overwe-
ging den geheelen termijn weg te laten.
De heer Van Vuuren bestrijdt het amende
ment Van Veen. De rechter, die het bedrag
der uitkeering bepaalt, kan den duur der uit
keering vaststellen. Spreker verdedigt daaren
tegen het amendement-Limburg.
De heer Van Doorn acht 't onbillijk, dat
slechts aan het kind een actie wordt gegeveii
tegen den vader, maar niet tegen de moeder,
en ook onbillijk is het, dat 't kind, geboren
uit een prostituee, geen actie zal hebben. De
consequentie brengt mee, dat alle personen,
die gemeenschap met de vrouw hadden, als
verwekkers van 't kind worden aangewezen en
aansprakelijk gesteld voor het onderhoud.
De heer Schokking verdedigt het amende
ment-kan Veen, omdat het een bevoorrechting
van het onecbte kind zou zijn den onderhouds-
plicht tot den 21jarigen leeftijd op te leggen.
Spreker bestrijdt voorts het Regeerings-
artikel zelf, omdat de gedwongen erkenning blijft
uitgesloten.
De heer Van Karnebeek bestrijdt het amen
dement-Limburg. De actie is gegrond op een
vermoeden dat een bepaald persoon de ver-
wekker is en nu zou 't een juridisch monstrum
zijn, wanneer men, wetende dat de vrouw met
andere personen gemeenschap had, toch slechts
een persoon als verwekker aan te wijzen.
De heer Hugenholtz verdedigt het amendement-
Limburg. strekkende om misbruik te voor
komen bij het bewijzen, dat de vrouw met
meerderen gemeenschap had. Voorts bestrijdt
hij den heer van Idsinga in diens vrees voor
het woord vader in dit ontwerp. De heiligheid
van het huwelijk wordt door dat woord, in
verband met de materie die het hier geldt, niet
aangetast.
De heer Van Idsinga verdedigt zijn amende
ment nader."
zij was door zijn optreaen voor haar gezag.
Het leek haar toch wel mooi, zoo'n flink man
naast zich te hebben, die haar de lasten hielp
dragen. Daarbij kwam het volstrekt niet bij
haar op, dat haar alleenheerschappij daardoor
in gevaar werd gebracht.
//Bang ben ik niet, juffrouw, en over het
andere spreken wij nog wel."
Weinige minuten later voerde Christa Maria
den nieuweling in de groote kamer, waar de
tafel was gereed gemaakt. De knechts, de
leerjongens, de huishoudster en de dienstmeiden,
alien stonden achter hun stoel en wachtten op
de juffrouw, naast wier plaats voor Ernst Mahler
was gedekt Op de tafel lag een helder wit
kleed. Voor ieder persoon stond een glas bier,
daarnaast een bord met een flink stuk worst,
terwijl het midden van de tafel werd ingenomen
door groote schotels met goed besmeerde boter-
hammen.
Voordat het gebed gedaan werd, zei de
juffrouw
z/Aan alien heb ik te zeggen, dat de man
hier naast mij van dit oogenblik af mijn meester
knecht is. Gij alien hebt zijn bevelen op te
volgen, alsof ze de mijne waren hij vertegen-
woordigt mij."
Verwonderd keken de meeste lieden hem
aanalleen Valentijn grinnikte boosaardig in
zich zelf.
De jongste leerling sprak een kort gebed
uit, ieder zei//smakelijk eten en men begon.
Onder het eten werd zelden gesproken zelfs
de juffrouw gaf slechts een wenk met de oogen,
wanneer zij de huishoudster iets te beduiden
had. Over het weidc in den molen sprak zij
nooit aan tafel, en nog minder met iemand van
haar ondergeschikten. Volgens haar inzicht
moest men bij het aan tafel gaan alle zorgen
TER NEUZEN, 5 Juni 1907.
Door B. en W. is bepaald dat de candi-
daatstelling voor de verkiezing van Gemeenfe-
raadsleden wegens de periodieke aftreding zal
plaats hebben op 25 dezer.
Te Hontenisse, buurt Noordstraat, brand-
den Maandagmiddag het schuurtje en woonhuis
van den landbouwer J. F. Neve af. Vee en
huisraad werden tijdig gered. Alles was ver-
zekerd, terwijl de oorzaak onbekend is.
In een uitvoerig rapport wordt door het
bestuur der visscherijen op de Schelde en de
Zeeuwsche stroomen de besmetting der oesters
geweten aan de vervuiling van de haven en de
daaraan grenzende oesterputten.
Daar de oorzaken der besmetting in de naaste
toekomst wel niet zullen kunnen worden wegge-
nomen acht het bestuur het wenschelijk, dat°de
putten te Bergen op Zoom zullen worden gesloten
om clandestieoe verzending te voorkomen.
St. Jansteen. Zekere Koster, een timmerman
uit Axel die aan de schuur van den heer P. Vael
werkzaam was, viel Zaterdag van het hooge
gebouw op den kant van een regenbak. Hij
werd voor dood opgenomen en is nog in gevaar.
Koewacllt. Vrijdagavond omstreeks 9 uur
ontlastte zich boven deze gemeente een zwaar
onweder vergezeld van een hevigen stortregen.
Twee Belgische ambtenaren, die in de nabij-
heid dezer gemeente, op dienst waren, zagen
een bliksemstraal voor zich heen schieten. Een
der beambten werd getroffen en moest door
zijn ruakker huiswaarts geleid worden, daar hij
niet zien kon. Men vreesde, dat hij blind zou zijn
doch den volgenden morgeu was hij zoo goed
als hersteld. Twee boomen waren mede in
op zijde zettenzelfs in dringende gevallen
week zij van dien regel niet af.
hrista Maria zat aan een der smalle zijden
van de tafel, rechts naast haar zat de huis
houdster en aan haar linkerhand Ernst.
Heden maakte zij een uitzondering op den
regel, en daarover waren alien zoo verwonderd,
dat zij haar met open mond aanstaarden en
vergaten het gekauwde brood door te slikken.
z/Ge zult het wel anders gewoon zijn," sprak
zij tot Ernst Mahler. Zoodra die woorden haar
over de lippen waren ergerde het haar dat zij
ze gezegd had, omdat er uit bleek, dat zij hem
hooger stelde dan zichzelve en de anderen". Er
lag iets in zijn optreden, dat haar bijna dwong
de opmerking uit te spreken.
z,Nu ik hier ben, schik ik mij natuurlijk
-naar de orde van dit huis, die ik nog niet ken,"
antwoordde Ernst bedaard. Hij at zijn stuk
worst en dronk zijn bier met hetzelfde genoegen,
alsof hij in een der beste restauratie's iets zat
te gebruiken. Hij was gewoon zijn plicht streng
te scheiden van zijn genoegen.
//Die zal ik u later wel mededeelen," zeide zij,
terwijl zij een boterham van den schotel op
haar bord legde.
loen de maaltijd geeindigd was, stonden de
ondergeschikten op en zeiden //Goeden nacht,"
terwijl Christa Maria aan de huishoudster last
gaf om Mahler zijn kamer aan te wijzen.
z/lk verwacht u daarna nog hier terug", zeide
zij, en ging toen naar de keuken.
Ernst Mahler sloot de deur achter de oude
dienstmeid en bleef peinzend midden in de
kamer staan. //Is het goed gehandeld de rust
van deze jonge vrouw te verstoren vroeo-
hij zich zelven af.
En toch gebeurde dit zonder zijn toedoen.
I ot de bekoorlijke molenaarster had hij zich
hunne onmiddellijke nabijheid getroffen, zonder
dat zij het gemerkt hadden.
Koewacht. Maandagmorgen had hier op het
gemeentehuis eene openbare vergadering van
den gemeenteraad plaats, waarbij alle leden
tegenw oordig waren.
Na lezing der notulen werden door den secre-
taris den heer Alph. de Blieck, voorgelezen
a. Schrijven van Ged. Staten om namens
den Minister van Binnenlandsche Zaken bijzon-
der de aandacht te vestigen op den aanlegvan
kunstwegen voor internationaal verkeer, wijl
de legeling daarvan soms met groote bezwaren
gepaard gaat.
b. Kennisgeving van Ged. Staten, dat de
kosten van verpleging van krankzinnigen ten
laste dezer gemeente bedraagt 308,75.
c. Mededeeling van idem, dat storting 1906
renteloos voorschot ontvangen is.
d. Mededeeling dat de bijdrage van het Rijk
/To2 9 if herhalingsonderwiis 1906 bedraagt
y erder worden voorgelezen de volgende
brieven van de Gezondheidscommissie van Hulst
1 e. Dat uit een bezoek van de commissie
gebleken is, dat de woning bewoond geworden
door S. Rombout door en door slecht is, waar-
om de commissie voorstelt ze onbewoonbaar te
verklaren.
De voorzitter deelt mede, dat S. Rombout
deze woning heeft verlaten en het huisje op
het oogenblik onbewoond is. Enkele leden
meenen, dat het niet aangaat eene woning
onbewoonbaar te verklaren, die onbewoond is.
Daaromtrent zal advies van gezondheidscommissie
worden ingewonnen.
2e. Dat uit een bezoek van de commissie
gebleken is, dat de woning van de wed. Kerf
wijk no. 74 in zulk een desolaten toestand
is, dat ze onbewoonbaar dient verklaard te
worden. Commissie stelt voor dit te doen
onder toepassing van art. 29 en 33 der Woning-
wet, wijl aan de bewoners een onderkomen
moet bezorgd worden. Daaromtrent zullen
eerst nadere inlichtingen ingewonnen worden
voor antwoord te verstrekken.
3e. Dat aan de school St. Andries eenige
herstellingen moeten verricht worden. Burge-
meester en ethouders zullen daaromtrent een
onderzoek instellen.
In behandeling komt thans een schrijven
van Ged. Staten, waarin zij mededeelen, dat zij
hare goedkeuring moet onthouden aan het
raadsbesluit van 17 Mei 1.1. omtrent de geld-
leening. Een aflossing van 40 jaar vinden zij
veel te lang, hoogstens mag dit zijn 25 jaar.
Met algemeene stemmen wordt besloten de
leening in 25 jaar af te lossen, ieder jaar f 280.
De voorzitter deelt aan den Raad mede, dat
a. s. Zaterdag om 4 uur de aanwijs zal plaats
hebben van het te bouwen gemeentehuis en dat
de aanbesteding zal geschieden op Woensdag
12 Juni a. s. om 3 uur.
Bij de rondvraag bespreekt de heer C. de
Blieck den slechten toestand van den steenweg
naai Axel en vraagt, wanneer men zal beginnen
met de verbetering van den weg. De voorzitter
zegt, dat reeds eenigen tijd de wegwerkers ge-
i aagd zijn, doch wegens drukke werkzaam-
heden elders nog niet gekomen zijn. Hij zal
op spoed aandringen.
De heer E. L. Plasschaert vraagt hoe het
staat met de verloskundige hulp, waaromtrent
in eene vorige vergadering reeds gesproken is.
dadelijk aangetrokken gevoeldmaar hij was
veel te eerlijk om gebruik te maken van den
goeden indruk, dien hij op haar had gemaakt.
De verhouding tusschen haar en haar afwezigen
man mocht wezen zooals die was, hij moest in
haar de vrouw van een ander eerbiedigen, en
haar bewijzen geven van zijn achting en aan-
hankelijkheid.
Zoo heen en weer stappende, liet hij zijn
gedachten gaan over den toestand van den molen.
Vijttienhonderd zakken graan moesten in zulk
een korten tijd vermalen worden, anders werd
een zware boete toegepast.
Maar was het wel mogelijk zooveel werk
in zoo weinig tijd te verrichten Kon al het
vooibereidende werk wel met menschenhanden
gedaan worden Hij keurde het in de molenaar-
stei af, dat zij uit praalzucht wilde wedijveren
met b uur man Ktioop, die zeker betere werktuigen
ter beschikking had. Nu, hij zou zijn best
doen, en hij zou ook een bezoek brengen aan
dien buurman om zijn werkkracht te kunnen
nagaan. Hij blies het licht uit en ging terug
om aan het verlangen van Christa Maria te
voldoen. Voor dat hij de deur bereikt had,
bled hij weder staan om een opkomende gedachte
verder uit te spinnen.
A oetstappen op de krakende trap riepen hem
tot de werkelijkheid terug. Hij moest zich
eerst bezinnen, hoe hij hier gekomen was, en
keek tamelijk nuchter naar buiten, waar het
vriendelijke maantje met haar stralen den tuin
en het bosch bescheen.
Daarbij draaide het molenrad met licht ge-
druisch, het water plaste zoo zacht, als wist
het, dat de vlijtige bewoners van dit huis rust
noodig hadden, klip klap, klip klap.
Een der dienstmeisjes kwam hem roepen om bij
de juffrouw te komen. (Wordt vervolgd.)
VAN