Ter Neuzensche Courant. Zaterdag Mei 1907. 47'- Jaargang. "bekenomaking. No. 4997. Binnenland. Be mcoU Molenaarstsr F TJIL L1T 0 N. TW"ZElIE33DiH3 UBIjAJD. TWEEDE i£ ft 1ER. Yergadering van Dinsdag. Bij de voortzetting van het debat over de interpellatie-De Klerk nopens het reddingswezen aan den Hoek van Holland, komt de heer Van Wassenaer op tegen de conclusie van versehil- lende sprekers, dat ons reddingswezen zoo slecht is Men moet niet vergeten dat bij de ramp van de Berlin" de slechtste toeStand van wind en zee bestond. Spr. acht het dus onnoodig, ons particuliere reddingswezen om te zetten in een Staatsreddingswezen. Spr. brengt hulde aan prins Hendrik. Bij repliek houdt de interpellant, de heer De Klerk, vol, dat een Rijksreddingsdienst nood- zakelijk is, al zal hij dan ook slechts bij uit- zondering reddingswerk te verrichten hebben. Tenslotte stelt spr. een motie van orde vooi, waarin de voornemens in deze van den Ministei van Landbouw worden toegejuicht. Na bestrijding van deze motie door de heeren Yan de Velde, Van Bylandt en door den Minister zelven, welke alien vinden dat de motie vooruitloopt op de zaken trekt de heer De Klerk haar in. De heer Roodhuyzen bekomt verlol, den Minister van Marine op later te bepalen dag te interpellecren over het passeeren voor loons- verhooging van den voorwerker-timmerman aan 's Rijks timmerwiukel te Enkhuizen. Zonder stemming wordt daarna aangenomen het wetsontwerp houdende bepalingen betreffende de keuring van voor uitvoer bestemd vleesch. Aan de orde is nu de interpellatie van den heer Hugenholtz, naar aanleiding van een weige- ring van den Minister van Marine om een lekest van den Alg. Mariniersbond inzake toestanden in de marinierskazerne te Willemsoord in be- handeling te nemen. De Minister meent, dat hij daardoor geeu stroobreed aan de vakorganisatie in den weg heeft gelegd. Voor het optreden van den bond als zoodanig was in het onderhavige geval geen aanleiding. De mannen mogen vereenigingen oprichten, maar deze gaan buiten het marinehestuur om. De Minister ontkent ten sterkste, dat onze voor- schriften bij de marine het onmogelijk maken. dat men langs hierarchischen weg collectiei optreedt. Reeds vroeger heeft de Minister ver- klaard, dat zij, die te klagen hebben, in hun onmiddellijken chef hun natuurlijken pleitbe- zorger hebben. De heer Hugenholtz houdt vol, dat de Mi nister stelselmatig de vakorganisatie en demarine bestrijdt. Spr. stelt de volgende motie voor z/De Kamer, constateerende dat de Minister van Marine, weigerende een rekest van het hoofd- i) Een vroolijk lied zingende, stapte een jonk- man rustig voort onder de met rijp bedekte boomen van een klein bosch, dat zich van de naaste stad een eind ver uitstrekte. Het was een heldere, koude wiuterdag. Tot zijn spijt bemerkte onze wandelaar. dat hij weldra het eind van het bosch zou bereikt hebben. De boomen stonden minder dicht- op elkaar, hij kon den open hemel reeds door het houtgewas heen zien, en de zon wierp zelfs op de onderste takken reeds eenige stralen, die de rijpkristallen in duizend kleuren deden fonkelen. Toen hij aan den uitgang van het bosch gekomen was, bleef hij verrast staan. Op een afstand van ongeveer vijf minuten gaans het dal in, lag een molen voor hem. Het dak schitterde sneeuwwit in de zon of het was van de sneeuw ot van het meel, kon hij moeilijk onderscheiden, en op de vensterruiten viel het zonlicht zoo, dat het in de verte leek of achter die ruiten alles in huis brandde. Yoor het nette huis stonden een tafe en een bank, aan de eene zijde lagen een paar groote molensteenen, aan den anderen kant stond het hondenhok, welks bewoner, een sneeuwwitte mopshond, naar der. jonkman keek, als wist hij niet ot hij zou blaffen dan wel hem stil zou laten naderen. Ook liep een troep kippen onder aanvoering van den haan op het erf rond, vlijtig de verloren graankorrels op- pikkende. hestuur van den Alg. Mariniersbond in behande- ing te nemen, daarmee in strjjd heeft gehandeld met de uitdrukkelijke verklaring der Regeering van 26 September 1905, gaat over tot de orde van den dag." De heer Marchant keurt's Ministers houding af en vraagt hem pertinent, of hij de vakorga- nisaties bi] de marine erkent of niet. De heer Talma doet-uitkomen, dat de bewuste Regeeringsverklaring hier buiten spel kan blijven. De Regeering kan een organisatie een goed hart toedragen, zonder echter officieel contact met haar wenschelijk te achten. Wil men de Kamer uitspraak laten doen over den wensch of de noodzakelpkheid, dat de Regeering met de vakvereeniging rekening houde, dan moet de motie in dien zin luiden. De heer Schaper merkt op dat men, als men inderdaad een vakorganisatie een goed hart toe- draagt, niet handelt als deze Minister. Daarom is de motie-Hugenholtz zeer juist gesteld. De heer Verhey meent, dat militaire ver eenigingen aan zekere voorwaarden moeteu vol doen, om contact met de Regeering mogelijk te maken. En voldoen zij aan die voorwaarden, dan ziet spr. geen reden, waarom een Ministei, op een gepasten voet niet zou antwoorden. Nu is de vraag welke voorwaarden stelt de Regee ring aan vereenigingen om met haar in aanraking te kunnen komen. In afwachting van een na- dere verduidelijkiug in deze door Minister De Meester, stelt spr. voor, het debat te schorsen. De heer Roodhuyzen is tegen uitstel. Spr meent overigens, dat de heer Talma hier weer een politiek spelletje speelt, en de zaak noode- loos verward maakt. Er ontstaat nu een rumoerig debat. De heer Hugenholtz ontkent beslist dat zijn motie tegen de Regeering is gericht. De heer Loliman acht nadere verklaring door den Voorzitter van - De heer Verhey trekt zijn motie van orde in, teneinde politieke verwikkelingen te voorkomen, maar de heer Lohman neemt 's heeren Verhey's motie nu dadelijk over. Ten slotte wordt het voorstel Lohman ver- worpen met 37 tegen 31 stemmen (rechts tegen links.) De Minister van Marine betoogt, dat als de bonden werkzaam zijn in de richting als door hem aangegeven. hij ze gaarne zal erkennen. Vertrouwelijke onderhandeiingen heeft de Minis ter reeds gevoerd. De heer Lohman keurt af, dat de Minister onderhaudelt met hen die hij te bevelen heeft en wenscht te weten welke onderhandeiingen bedoeld worden. De heer Roodhuyzen eischt voor den Minister 't recht op te antwoorden of niet te antwoorden, al naar gelang hij wil. De heer Marchant dient een motie van orde in, waarin de wijziging van den Minister wordt betreurd. De heer Hugenholtz handhaaft ook zijn motie. De heer Nolens wenscht de motie-Marchant in behandeling te zien gebracht in tegenwoor- digheid van de Regeering. Dit wordt ten zeeiste ondersteund door den heer lalina, die daarom het voorstel doet de discussie te verdagen tot de volgende week. De heer Marchant handhaaft toch zijn motie. Hij wil voorkomen dat de heer I alma zijn zin rrijgt om de Regeering in deze zaak te betrekken, teneinde er een politiek //slaatje uit te slaan. Naast het huis ruischte de molenbeek, die het groote waterrad in beweging bracht, waar- van de met mos begroeide borden hier en daar reeds een ijskegel verfoonden. Op zijn stok leunende. neuriede de vreemde „Wat klappert de molen klip klap, klip Nadat de heer Heemskerk er tegen op is gekomen dat men de rechterzijde verwijt de politiek in deze zaak te halen, terwijl sommigen der linkerzijde even een Minister van Maiine trachten te' wippen, maar znlks geen politiek noemen, wordt bet voorstel-Talma aangenomen met 39 tegen 26 stemmen. TER NEUZEN, 24 Mei 1907. trabjsplan&en. Men schrijft ons Blijkens een in uw nummer van Donderdag opgenomen ciculaire heeft er zich te Sas van Gent een comite gevormd, met het doel om een tramlijn te krijgen naar die gemeente. In die circulaire wordt aan de betiokken gemeente en polderbesturen verzocht geen sub- sidie te verleenen aan tramcomite's, indien niet vaststaat, dat de verbinding met Sas van Gent eerst gemaakt wordt of te gelijk gemaakt. Nu verkeert de tram Hontenisse-belzaete, na een lijdensgeschiedenis van ettelijke jaren, in zijn laatste stadium. In de couranten is althans medegedeeld, dat alles geregeld is, ook de zijtak naar Sas van Gent en dat het wetsontwerp voor het benoodigde Rijksvoorschot reeds is toegezegd. Nu komt een nieuw gevormd comite met bovengenoemd verzoek. Is dat wel verstandig Was het niet beter dat de handen werden ineengeslagen om de totstandkoming der lijn Hontenisse Selzaete met zijtak Sas van Gent te helpen bevordeien Het zou te betreuren zijn, als de betrokken streek, tengevolge van laat ons maar zeggen kibbelarij van direct belanghebbenden, nog langer van het voorrecht van het bezit eenei tramverbinding verstoken moest blijven. De betrokken b.estureo overwegen daarom wel tweemaal voor ze aan het verzoek van het nieuw comite gehoor geven. Gistereu werd alhier in het cafe //Het Schuttershof" door den bouwkundige J. Scheele, namens den heer IT. H. Kramer aanbesteed het bouwen van een kantoor met afzonderlijke bergplaats op een terrein gelegen aan den Roeiersgang te Ter Neuzen. Voor het eerste perceel (metselwerk) werd ingeschreven door de heeren W. P. Nieuwelink voor 1260, H. van der Velden voor 1250, J. van der Velden voor 1245 en Joris Kolijn voor 1174. Voor her. tweede perceel (timmerwerk) werd ingeschreven door de heeren A. C Rijnberg voor 1281, J. A. Rijnberg voor 1146, F. C. Herrebout voor 1056 en J. C. Casteleijn voor f 1040. Gegund aan de minste inscbrijvers, de heeren Kolijn en Casteleijn. Woensdag verzamelden zich op het School- plein de jongens, deelnemende aan den gymnas- tiekcursus van de afdeeling Ter Neuzen van //Volksweerbaarheid." Om 8 uur zouden zij j onder aanvoering van den leider der gymnastiek- oefeningeii eene excursie maken. Reeds voor den tijd waren de meesten present, alien ken- baar aan de initialen T. J. G. Met een trommelslager voorop werd de tocht geestdriftig aangevangen Deze had plaats langs deu Provincialen weg over Driewegen, langs de Blikstraat naar Sluiskil. Onderweg werd halt gehouden en getracht op eene hoeve klap", terwijl hij met welbehagen naar de nette staarde. //Met een flinke vrouw aan de zijde zou wel heerlijk zijn", mompelde hij. melk te verschaffen aan de dorstigen. Wegens gebruik van een melkontroomer kon men niet slagen. Ziedaar een bezwaar tegen het melk- ontroomingssysteem. Besloten werd dus op Sluiskil de dorstigen te laven. Alle gymnasten, een groote twintig, werden met hun leider, benevens een kar en paard tegelijk overgezet, zonder dat de ponton neiging tot zinken betoonde. Deze scheen dus nu niet zoo onvertrouwbaar, als vroeger wel beweerd en ook gebleken is. Op Sluiskil werden eenige verfrisschingen gebruikt. Een paar der oudsten, uitgezonden om bij de bakkers krentenkoeken in te slaan, keerden onverrichterzake terug, verrijkt met de wetenschap, dat het koeken bakken volgens overoude gewoonte alleen 's Zaterdags daar plaats heeft. De jonge snuiters offerden thans hunne centen aan chocolade e. a. bekoorlijkheden der jeugd, waarvan Sluiskil wel voorzien bleek. Onder toenemende belangstelling werd deze pleisterplaats door de jonge gymnasten verlaten, nog een aanzienlijk eind geescorteerd door de spes patria van Sluiskil, grabbelend als kippen in het zand naar de zoetigheden door de jonge wandelaars in dartelen overmoed over den weg gestrooid. Op den terugweg waren twee rusttrjden noodig. Bij het binnengaan van Ter Neuzen werden de leden weer gestrekt, de houding strammer. Nabij de rolbrug werd de troep ontbonden en alien haastten zich huiswaai ts, voldaan over den laugen en vermoeienden maar toch opwekkenden tocht. Bij Kon. besluit zijn benoemd tot burge meester van Boschkapelle de heer J. 1 my man en tot burgemeester van Stoppeldijk de heer P. de Waal. Voorts zijn bij Kon. besluit herbenoemd tot burgemeester van Zuiddorpe de heer C. van Waes en tot burgemeester van IJzendijke de heer J. Neeteson. Naar men ons meldt werd terstond na net per telegraaf medegedeelde bericht der benoe- mingen, in de gemeenten stoppeldijk en Lioscti- kapelle, alwaar nu overeenkomstig het verzoek der gemeenteraden dier gemeenten een inge- zetene tot burgemeester is benoemd, van ver- schillende woningen in de bebouwde kommen de vlag uitgestokeu. Men schrijft ons De duivensport wordt in deze streken al meer en meer beoefend. In de meeste dorpen is er bijna geen huis, waar niet een of meer ,/Uit- le'iders" zijn, terwijl al meer en meer duiven aan de prijsvluchten deelnemen. V er leden Maan- dag waren op een prijsvlucht uit Doornik, ge- geven door de duivenmaatschappij te Axel, over de 200 duiven ingeschreven. Zelfs gaan de liefhebbers uit deze streken reeds deelnemen aan de groote prijsvluchten. Zoo wordt de volgende maand te Gent een prijsvlucht gegeven uit Angouleme in het Zuid- Westen van Frankrijk. 5760 duiven zijn daar- voor ingeschreven. Deze behooren toe aan 2342 liefhebbers, waaronder ook uit Koewacht, St. Jansteen, Hulst en Clinge. Er is een bijzondere trein afgehuurd om de duiven van Gent naar Angouleme te vervoeien. Men rekent, dat op den dag, dat de duiven opo-elaten worden (23 Juni a. s.) 800 constateurs zuflen noodig zijn en circa 2000 telegram men alleen over duiven aan het telegraafkantoor te het daar -0- t En als had men in den molen slechts op deze woorden gewacht, werd de groote deur geopend en op den drempel verscheen een slanke vrouweu- gestalte in lichte japon en met een ruim, wie voorschoot. Knorrend duwde de molenaarster een jongen buiten de deur en dreigde hem met de hand, op een manier, die niet misverstaan kon worden. De jongen bukte om den slag te ontkomen, liep tot aan den hoek van het huis, keek om, en was in een wip weer bij de vrouw, die hij beschroomd de hand toestak. De vreemde zag, dat zij den knaap een ver- maning gaf en hem toen moederlijk iiefkozend over de haren streek. Dit maakte den vreemde wel een beetjejaloersch. Waarom was zij zoo feeder tegenover den jongeu, die volgens zijn ouderdom eigenlijk geen knaap meer genoemd kon worden V Gevolg gevende aan een plotseling opkomende gedachte, snelde de vreemde de helling af, sprong over de bedden van het tuintje voor het huis, op de plaats voor den molen en nam beleefd de hoed af voor de molenaarster, die, half ver rast, half boos, het oog op hem richtte. /,1s dit soms de rechte mannier om bij fat- soenlijke menschen aan te komen vroeg zij misnoegd, terwijl zij zijn groet nauw merkoaar beantwoordde. Het antwoord bestierf den vreem de op de lippen, toen hij de spreekster aanzag. Haar klassiek schoon gelaat zou hem koud ge- lateu hebben misschien, evenals haar krachtige, slanke gestalte, maar die donkerblauwe oogen en die frissche mond gaven aan haar voorkomen iets recht bekoorlijks. Haar misnoegen kwam haar ook niet uit het harthet oog der molenaarster had ge- flikkerd als van bewondering. De vreemdeling had dit opgemerkt en herkreeg hierdoor zijne zekerheid van houdiug. Hij richtte zich in zijn voile lengte op en vroeg, half snaaks, half ernstigWaarom werd die jongen zoo vriendelijk behandeld, terwijl ik met een barsch woord wordt ontvan- gen De molenaarster lachte nu werkelijk, tegelijkertijd kleurde een zacht rood hare wangen. „De knaap heeft geen ouders en gevoelt. toch zeker ook wel behoefte aan een vriendelijk woord." „Ik verkeer in hetzelf'de geval. Zij lachte luidkeels. „0 met uw vrijtnoedigheid Neen, 1 dat laat ik mij niet wijsmaken", zeide zij, nog immer lachend, en daarbij liet zij het oog met kennersblik rusten op de nette kleeding van den jonkman, welke onder den opgeslagen mantel zichtbaar werd, op zijnglimmende laarzen, zijn hagelwit linnen boord en zijn mooie blanke handen. „Ja, maar toch ben ik wees „En wat zoekt ge hier in ons stille dal in dezen tijd van het jaar V" „Kijk eens naar het bosch Hoe schittert dat, terwijl de zon er op schijnt En wat zoek ik - ik zoek het geluk, juffer". „Bij ons „Wie weetIk houd veel van hex toevai. Toen ik me dezen morgen op weg begaf, zei ik tot mij zelven Waar je dezen avond aanlandt, blijf je een vraag „Ik reis namelijk op mijn ambacht voegde hij ter verklaring er aan toe, toen hij het ver- wonderde gelaat van de molenaarster opmerkte. „Reist ge op uw ambacht V" vroeg zij. „Maar wat kunt ge met die blanke handjes uitvoeren Het bloed schoot hem naar het hoofd en van ergernis had hij wel op staanden voet kunneu heengaan. Doch het was, of hij door duizend banden aan ttie plaats werd vast- gebonden. Hij stak de handen uit, spande de spieren zoodat ze goed zichtbaar werden en zei//Met deze handen neem ih^het op tegen iedereen, wie het ook moge zijn Met een enkelen oogopslag had de mole naarster bemerkt, dat die handen, ondanks de blanke huid, toch niet aan het nietsdoen gewoon waren. z/Nu, nu", sprak zij op een toon, die hem wat tot bedaren moest brengen, het was zoo kwaad nog niet gemeend". Heeft u soms werk voor mij vroeg hp kalm. //Ik heb mijn vak goed geleerd, zooals ik uit mijn papieren kan bewijzenik „En hoe zou dat moeten wezen zeide zij. ,/Als knechtZij zag. hoe hem bij dit woord een trilling door de leden voer en daar bij vloog haar een spottende glimlach over het gelaat. (Wordt vervolgd.) 1 IK' ,1 H WDrfUl Burgemeester en Wethouders van TER K EUZEN brengen ter kennis, dat het priminef kohicr van den Hoomeliiken Omslag in deze gemeente voor 1907, in afschrift, gedurende vijf maanden op de secretane der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, 24 Mei J907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1907 | | pagina 5