A I g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 4973. Bekendmaking. Dinsdag 26 Maart 1907 47e Jaargang. FKOILLKTON. Het geheim van het Bosch. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,-. Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,32 /2. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. ADVERTENTIEN: 1 A rpo-els f 0.40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van drietnaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecbts t w e e m a a 1 berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Telefoon No. 2 5. Inzending van advertentienvoor 3 uren op den dag^der jaitgave^ BEiBSTB] BLAD, TER NEUZEN, 25 Maart 1907. Hedenmiddag kwam alhier op de haven, ge- sleept door de sleepboot //Snelvaart sghipper D. Elzinga, van Amsterdam, met zijn houten tjalk- schip ,/TweeGebroeders", van Franeker.metaard- appelen voor Gent bestemd. Het tjalkschip voer vast op den Oostelijken haven dam. Nadat het door de sleepboot was afgesleept, bleek bet aanraerkelijk lek te zijn geworden, daar het veel water maakte. Men is daarop onmiddellijk begonnen met krachtig te pompen en het leek dat dit een zoo goed resultaat zou hebben; dat het v.aartuig voor zinken zou worden behoed. Voorts is ook aangevangen met het overladen der lading in een ledig vaartuig, dat ook in de haven lag. Men schrijft ons uit Vlissingen We zijn hier aan waterfeesten gewoon, en daarom werd j.l. Vrijdag met bezorgdheid het steeds zwaarder worden der wolken aanschouwd. De natuur is ons ditmaal eens ter wille ge- weest en het bleef bij het feest ter eere van onzen grooten zeevaarder droog. We hebben zoo af en toe een en ander ge- meld van hetgeen zou plaats hebben, zoodat de lezers reeds weten. dat er een uitgebreid pro- gramma werd geboden, wat dan ook niet nage- laten heeft de belangstelling te trekken, getuige de groote massa's vreemdelingen, die ouze stad bezocbten. Van 10 tot 12 ure was er gelegenheid om kransen neer te leggen aan den voet van bet standbeeld. Opgeluisterd door muziek van de scheepsjongens-kapel der marine uit Hellevoet- sluis, werden kransen neergelegd door het Vrg bewerkt door AMO. 16) Johannes merkte den strijd in het binnenste van zijn vriend wel op. maar dat bleeke gelaat en het zenuwachtige trillen dier lippen die nu en dan op elkaar werden geperst, schreef hij toe aan de ondervonden teleurstelling. Meer dan eens lag hem een troostend woord op de lippen, maar telkens sprak hij dat woord niet uithij begreep dat Lutz den strijd in zijn binnenste wilde uitvechten, en hij eerbiedigde dat besluit. Nadat er echter al meer dan een uur ver- loopen was en Lutz maar steeds bleef zwijgen, stond Johannes op, naderde zijn vriend en legde hem vertrouwelijk de hand op den schouder. Wollin verdroeg die vertrouwelpkheid, ofschoon zijn hart er door gepijnigd werd. Toen Johannes echter zeide #Gooi je zelven niet weg mijn jongen. Er zijn nog andere en betere meisjes dan dat eene dat je waarde miskenttoen keek hij den candidaat met bliksemende oogen aan. Blijkbaar lag hem een driftig antwoord op de lippen, maar bij was zich zelven zoover meester, dat bij een beetje misnoegd vroeg ffHoe zou je bet vinden, ais ik je bij een dergelijke gelegenheid ook zoo iets zeide?" z/lk meende het toch goed." Met die eenvoudige woorden ging Johannes weer op zijn oude plaats zitten. Kort voordat zij in een anderen trein moesten Dag. Best, van Vlissingen, den directeur der Zeevaartschool, de Royal Yaehtdub de Belgique, eene deputatie der Marine, het Belgisch Loods- wezen, het Nederlandsch Loodswezen e. a. Op den bepaalden tijd arriveerde de ext.ra- trein met Z. K. H. den Prins, die door ver- schillende autoriteiten in het station werd verwelkomd. Nadat hij met zijn gevolg in rijtuigen had plaats genomen, reed men naar het stadhuis. De Prins werd op verschillende plaatsen door het volk luide toegejuicht, de bemanning van de in het kanaal liggende oorlogschepen para deerde. De Prins reed terstond naar den Boulevard- De Ruijter, waar hij eigenhandig een krans aan den voet van het standbeeld nederlegde. waarbij hij eene korae toespraak hield tot de Nutscommissie, die het standbeeld beheert. Toen werd in het Kaadhuis geluncht, waar verschillende toespraken werden gehouden. Te 1,40 ure vertrok de Prins met gevolg naar den Boulevard Bankert. voor de eerste steenlegging van de De Rujter-school. Aldaar was een feesthal opgericht, die eenvoudig ver- sierd was en waarin een 300tal genoodigden aanwezig waren. Allereerst werd daar het woord gevoerd door den beer Scbeurleer, namens het Nationale Comite, welke onder dankbetuiging aan de hooge be8cberming van H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins, met voldoening wees op hetgeen het Comite hadkunm n tot stand brengen, waaronder ook eene bi drage verleenen tot den bouw eener zeevaartschool, eene voor ons volk zoo nuttige instelling. Vervolgens werd eene rede uitgesproken door Dr. F. J. L. Kramer, directeur van het konink- lijk huisarchief, welke de levensgeschiedenis van M. A. de Ruyter memoreerde. Hierna werd door den Prins de pleehtige eerste steenlegging verricht, waarnahp devolgen de rede hield I ffMet ingenomenheid hebben de Koningin en ik bet voornemen tot viering van dezen dag begroet en ik acht het dan ook een voorrecht hier ter plaatse mede te werken aan de huldiging van de nagedachtenis van onzen zoo hoog ge- eerden zeebeld door o. m. den eersten steen te leggen van het gebouw van de zeevaartschool welke den naam zal dragen van Vlissing s grooten zoon. Het Nederlandsche volk waaraan dank zij de van verschillende comite s ae'legenheid werd gegeven op velerlei wijze uiting te geven aan de gevoelens van vereenug welke het koestert voor zijn heldhaftigen admiraal. zal met voldoening deze blijvende hulde zien verrijzen. Meer dan eenig andei gedenkteeken toch zal deze school denagedachtems van Bestevaer bij ons volk doen voortleven. Zij zal onder den bezielenden invloed van haar naam een kweekplaats zijn van kordaat- heid. Zij zal de roemvolle traditien onzer zeev'aarders hoog houdende al die hoedanigheden aankweekende bij de aan haar toevertrouwde wakkere zonen des volks, waarin van oudshei onze stoere zeehelden uitblonken. De geestdrift voor den dag dien wij heden herdenken heeft in de eerste plaats aan de scheepvaart gewijd als een duurzame hulde o-ewrocht. een hulde den man die nagenoeg een menschenleven de zee bevoer waardig en het meest overeenstemmende met de opvattingen en gevoelens die hem bezielden. Ik houd mij verzekerd dat hiermede veel is bijgedragen tot verlevendiging van het besef dat het behoort tot de hoogere plichten van het Ned. volk blijk te geven van gehechtheid aan zijn roemrijk verleden door ten alien tpde liefde en leveiidige belangsteling aan de vloot te toonen." Door het stafmuziekkorps van het de reg. inf. werd na de rede van den Prins, die door levendige hoera's werd begroet, het oude W u- helmus gespeeld. Nadat Z. K. H. den eersten steen had gelegd, volgde als slot een toespraak van den heer Mr. J. °Smit Azn., voorzitter der vereeniging Zee vaartschool. Onmiddellijk na afloop der plechtigheid van de eerste steenlegging werd naar de Groote kerk gereden, waar Z. K. H. werd ontvangen door den heer Winkelman, voorzitter der cantata commissie. Nadat de Prins met zijn gevolg had plaats genomen, ving de uitvoeriag der cantate aan, die werd uitgevoerd door de leden van verschillende zangvereenigingen, een 350tal dames en heeren, een kinderkoor van pl.m. loU kinderen en het harmoniegezelschap ffOns Ge- noegen", alles onder leiding van den heer Van 'tKruys, van Den Haag. De uitvoering dezer feest-cantate slaagde over het a'gemeen uitmuntend en werd door een talrijk publiek bijgewoond. Na afloop werden, alvorens de Prins vertrok, de dichter der cantate en de solisten aan hem voorgesteld. Nu was de tocbt naar het stadhuis, om van— daar den boottocht in oogenschouw te nemen. Het hoofdnummer van het feest was zeker de intocht van De Ruyter en den daarop gevolgden optocht. Ter toeliehting van de inriohting dezer landing het volgende Na den beroemden vierdaagschen zeeslag van 11, 12, 13 en 14 Juni 1666 ging De Ruyter begin Juli van dat jaar weer met een vloot uit, di^ na eenige dagen 75 schepen sterk was. Op 4 en 5 Augustus werd slag geleverd, nadat op den len Augustus de Engelsche vloot onder Monk in bet gezicht gekomen was. De Ruyter verdeelde zijn vloot aldusde voortocht onder luitenant admiraal Jan Everts- zoon en Tjerk Hiddes de Vries de middeltocht onder luit.-admiraal gen. De Ruyter de achter- tocht onder luit.-adm. Irorup; tot den achter- tocht beboorde ook luit.-admiraal Meppel. Zijn middeltocht verdeelde De Ruyter in drie esquades het voorste onder bevel van luit.radin. Aart van Nes, waarbij o. a. de kapiteins Laurens Davids, Hendrik Volienhove en Elandt du Bois Jet tweede onder De Ruyter zelf, waarbjj o.a. de Sehout bij Nacht Jan van Nes, Kornel Willern Joseph van' Gent, kapt. Evert van Gelder, De Ruyter's -zwager, en het derde gedeelte ender den vice-admiraal De Liefde, waarbij o. a. de kapitein David Vlug. Doch de Hollandsche vloot bleef ongelukkig niet intact en De Ruyter kwam met zijn middel tocht van ongeveer 24 schepen in het n&uw. Toen heeft De Ruyter weer getoond welk een bekwaam strateeg en tacticus hij was; hij moest den terugtocht aanvaarden, maar wist het zoo te doen, dat hij er eer rnee inlegde en men spreken kon van een roemrucbten terug tocht. Gedurende dien terugtocht wisten de weinige schepen van De Ruyter's eskader den vijand niet alleen van zich at te houden en de aanvallen van branders af te weren, maar de Engelschen zelfs belangrijke schade toe te brengen. Vermeldenswaard is het getuigems van vier Fransche ridders, die aan boord van //de Zeven Provincien", het adiniraalschip van De Ruyter, den zeeslag bijwoonden. Zij verklaarden aan het hof van Lodewijk XVI teruggekeerd, om- trent De Ruyter, „dat hij dingen gedaan had, die toonden dat hij hart had en hersenen die de menschelijke krachten te boven gingen, overstappen, stak Lutz bem met de oude vriende- lijkheid de band toe en zeide //Jt moet maar niet boos op mij wezen, Johannes ik moet me eerst een beetje over den eersten indruk heenzetten." „Natuurlijk. mijn jongen, dat spreekt van zelf Zij scbenen nu weder op dreef te komen en wisselden geen woord meer over die zaak. Doch ieder hield zich met zijn eigen gedacbten bezig en daardoor werd er niet veel gesproken. Eerst laat in den namiddag kwamen zij na velerlei oponthoud te Coldewitz aan. Lutz nam zijn vriend mee naar zijn woning, en nadat zij zich wat hadden verfrischt, bracht hij hem bij den burgemeester, een welgestelden boer, wiens dikke gouden horlogeketting bewijs leverde van zijn rijkdom. De man lachte ietwat spottend toen Vliebig hem vroeg naar de nalatenschap van Miele's tante. De candidaat kon den naam der overleden vrouw niet opgeven, dat maakte het onderzoek minder gemakkelijk. Er waren echter in Coldewitz sedert de laatste driejaren slechts weinig menschen gestorven die lachende erfgenamen hadden achtergelaten, zoodat men het spoedig eens was, wie de bedoelde tante moest geweest zijn. En het was zooals Johan nes Vliebig reeds had vermoed: de nalatenschap dier tante, de beroemde druk besproken erfenis had na verkoop van alle meubeltjes en kleeres der overledene, slechts weinig meer dan twee- honderd mark bedragen. Dat bedrag was nog veel geringer dan V liebig had gedachtdoch de burgemeester gaf hem inzage van de akten, welke daaromtrent zekerheid verschaften. Tweehonderd mark! Het was hij na drie jaar geleden dat de houtvester zich doodschoot. Wanneer Miele werkelijk onschuldig was aan het verdwijnen van het geld, hoe was het dan mogeljjk dat die kleine erfenis bij zulk een verkwistende levenswijze zoo langen tijd toe- reikend kon wezen Vliebig las de akten aandachtig. Daar viel zijn oog op het laatste gedeelte„De erfenis werd heden uitbetaald aan den eenigen wettigen erfgenaam, Albin Miele, boschwachtei te X en nu volgden d« datum benevens de handtee- keningen. „Zei Miele, dat hij uit X was /;ja l Wij vroegen daar niet verder naar, omdat zijn familiepapieren in orde waren". z/Kwam de man hier met den tiein aan ,/Den spoorweg hebben wij hier pas een jaar", antwoordde de burgemeester lachend. tfNeen, de gelukkige erfgenaam reisde per extra-post. Hij zag er ook volstrekt niet uit, of hij om die tweehonderd mark verlegen was. Hij liet 6611 liedje op d.6n hoorn blaz6n 6n hi6l(l de postiljon den geheelen dag vrij. Hij kwam dan ook fijn voor den dag in een heel mooi, nieuw pak met een wandelstok en een jageis- hoed met haneveer. Hij had dan ook het ge- noegen, dat de straatjongens hem naliepen en alle meisjes het betreurden, dat hij al getrouwd was. Er komt niet dikwijls op die mamer wat alwisseling in de eentonigheid van ons dorpje. En daarbij had die oude tante zich zelve het noodige onthouden om maar te sparen zij leefde als een bedelaarster en werkte zoolang haar krachten het toelieten, alles voor haar jongen, zooals zij het noemde. Zij had hem ten doop gehouden." Ter wij I de goede man zoo aan de praat was, had Vliebig tijd om de zaak te overleggen. Het kwam alles zoo precies uit, dat het hem bijna speet, dat hij zonder strijd tot zijn doel was geraakt. Hij behoefde nu slechts naar huis terug te keeren en den boschwachter van zijn misdaad te overtuigen. Naar huisIn zijn gedacbten ziet hij bet lieve huisje van Miele staan, met die bleeke. afgetobde vrouw er voor zittende, zooals hij haar het laatst had gezien. Hij voelde weer dien eigenaardigen blik op zich rustenvol angst en toch vol vertrouwen, smeekend en afwerend tegelijk. En toen schoot hem deze gedachte te binnen ,/Ginds wilt gij vrede brengen, en hier verstoort hij een huisgezin, maakt onschuldigen ongelukkig en brankmerkt hen met het Kainsteken, dat hun levenslang zal bijblijven Maar leed zijn geliefde Dora dan niet Was zij dan ook met onschuldig Zij lag hem het naast aan het hartzij leed onschuldig, omdat ook haar vadei zonder schuld geweest was Het angstzweet kwam den candidaat op net voorhoofd. Zijn streven om Dora tegenover de geheele wereld weder in eere te herstellen. had hem alle andere gedachten ter zijde laten zetten Doch nu stond hij tusschen tweevuren. Hp wist wel, dat hij op het beslissende oogenblik niet zou twijfelen maar die vreemde blik van de vrouw des boschwachters kon bp maar met uit zijn gedachten bannen. (Wordt vervolgd.) COIIRMT. Bureemeester en Wethouders van TER NEUZEN breneen ter openbare kennis, dat het voornemen bestaat een Itrook grond groot 8 M= gelegen in der. P»Wjeken weg genaamd Molenzicht en grenzende tegen bet kada- strale perceel sectie C no. 3638, aan den publieken dienst te or.ttrekken. Bezwaren biertegen kunnen bij ben worden ingediend voor 3 April 1907. Ter Neuzen, 22 Maart 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GE1LL, Bureemeester. W. S. J. D1ELEMAN, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1907 | | pagina 1