"Tandbouwberichten. YBRSLAO- g. opi&vlff; van het JProefveld, behoorende bij de Landbouwcursussen Axel en Zamnslag 1906. Het doel van dit bemestingsproe/veld bij aard appels was tweeerlei lo. Na te gaan, of eene bemesting tot 600 K.G. Arnm. Superph. (Kunstguano) per gemet nog voordeelig is 2<>. Te beproeven, of er verscbil in opbrengst is, wanneer gelijke hoeveelheden van bedoelde meststof over 'tland worden gestrooiddan wel in de pootgaten worden gedaan. Ongetwijfeld was dit doel belangrijk genoeg, aangezien in de praktgk zeer verschillend ge- handeld wordt op bet stuk der aardappelbe- mesting en de uitkomsten niet altjjd behoorlyk in CLjlers kunnenworden uitgedrukt. ooral voor wat betreft de hoeveelheid kunstmest, die men gebruikt, is dit het geval. Maar ook de manier van uitstrooien wordt in hare gevolgen zeer verschillend beoordeeld. Nu geven we dadelijk toe, dat het op het stuk der bemesting niet altjjd aangaat, om tegengestelde meeningen on- VQorwaardelijk te veroordeelen. De opbrengst van een gewas is toch niet alleen afhankelijk van de bemesting, maar ook van veel andere faktoren. Vandaar, dat bij dezelfde wijze van werken niet altijd gelyke uitkomsten verkregen worden. Toch mogen we wel aaonemen, dat er in het algemeen zekere regels zijn, die men met voordeel op de meeste gronden en bij een bepaald gewas kan toepassen. We hopen, dat deze proef iets tot het beter kennen van die regels zal kunnen bijdragen. Een paar opmerkingen gaan aan het be- schrijven van de proef vooraf. ,/Hoe meer men in den grond steekt, hoe meer men er uithaalt", wordt dikwijls beweerd. Tot op zekere hoogte is dit volkomen waar. Maar dat er in dit opzicht een grens moet zyn in betrekking tot de opbrengst, is er ook een grens in betrekking totde beurs van den boer. Yoor den kleinen man zou het toch maar moeilijk gaan, om gesteld, dat dit nog voordeel gaf b.v. 1000 K. G. kunstmest per gemet bij zijne aardappels te strooien. En ook voor den man, die kontant kan betalen, zou in het algemeen de risico te groot worden. We wilden maar zeggen. dat er in betrekking tot de bemesting ook finan- cieele grenzen zijn. Wat het uitstrooien van den mest betreft kunnen we dit opmerken. Het uitstrooien over 't land gaat vlug en de verdeeling kan zeer elijkmatig zijn. Nog afgedacht van den invloed van deze wijze van werken op den oogst, is er eehter ongetwijfeld dit bezwaar aan ver- bonden, dat het onkruid er zeer gemakkelijk veel van profiteeren kan. En dat onkruid verbruikt een deel van den mest en kan door zijne welige ontwikkeling sorns den groei van den aardappel belemmeren. Bij het uit strooien in de pootgaten laat de verdeeling van den mest dikwijls veel te wenschen over en vooral het gesneden pootgoed kan door de inwerking van den kunstmest gedood worden. Nauwkeuriger werken zou deze bezwaren wel min of meer kunnen ondervangen, maar wellicht ook belangrijk duurder zijn. Het proefveld was gelegen aan de Beoosten blijscbe straat op middelmatig zware kleigroud den heer Ph. J. van Dixhoorn. Het was Oroot 240 roeden en in de lengte verdeeld in twee helften, die elk uit 4 vakken van 30 roeden bestonden. De verdeeling en de bemesting kan nader blijken uit bijgaand schetsje van het Proefveld. De voorvrucbt was tarwe. Op den 7 April werden de aardappels, Rijse- laars, gepoot. Bet weer was uitstekend en de grond in gewenschten toestaud. Vooraf was bet veld met een vorentrekker in voren gelegd. Er waren 36 voren in de lengte. dus aan beide zijden van het veld 18. (De uit- einden van het stuk land vielen buiten bet proefveld). Aan de eene zijde werd over deze 8 voren de kunstmest breedwerpig uitgestrooid. Daarna werden de poters er ingelegd. In de eerste rij van elk vak werden de poters gelegd met behulp van een verdeellat. In de andere rij en werden dan de poters zooveel mogelijk recht tegenover de poters van die eerste rij gelegd. Op deze wijze kwamen op elk vak even veel planter) te staan, wat voor de nauw- keurigheid der proef natuurlijk noodig was. De stand der aardappels was 60 X 50. Aan de andere zijde van het veld werden eerst de poters op dezelfde wijze als pas aangegeven is in de voren gelegd. Daarna werd voor elke ij Cj8 van de hoeveelheid kunstmest, voor elk vak bestemd, nauwkeurig aigewogen. Dus bij geen last meer hadden. De verdere groei van bet gewas was zeer gunstig. Den I8.)uniwerd met het aanaarden (met het houweel) begonnen, onder begunstiging van goed weder. Wat den stand van de aardappels betreft, kunnen we het volgende opmerken Vooral in het begin, maar ook gedurende den geheelen verderen groei, was de stand van de aardappels, die over 'tland bemest waren, in het oog val- lend minder, dan die op de andere helft. De bij den poter bemeste aardappels waren don- kender groen en de planten waren forscher, dan de breedwerpig bemeste. Dit verscbil was tusschen de vakken, die het sterkst bemest waren, iets minder groot. Het verscbil in stand tusschen de vakken, die tegen 30d en 400 K G. bemest waren, was beide zijden van het veld niet bijzonder van het vak van 300 E.G. meer gekost aan meer opgebracbt dus een schade per gemet 1,60. mest van 0,75 ii 0,59 0,16, dat is Het vak van 500 K.G. heeft, vergeleken met het vak van 300 K.G. meer gekos' aan mest meer opgebracht dus een voordeel van per gemet 10,50. 1,50 2,55 f 1,05, dat is het eerste vak b. v. voor een rij 1/18 van 30 K.G. Deze afgewogen hoeveelheid mest werd met de hand zoo nauwkeurig mogelijk over de reeds in de voren liggende poters verdeeld en eenvoudig naast den aardappel gelegd, dus niet er omheen gestrooid. Hoewel dit laatste wel zou zijn aan te bevelen, hebben wij ge- meend, door den kunstmest naast den poter neer te leggen, meer in overeenstemming te zijn met de meest gevolgde manier in deze streek bet planten in putten. Als plantgoed gebruikten we heele aardappels. Het dekken van de aldus in de voren gelegde en bemeste aardappels hebben we niet aan beide zijden van het proefveld op dezelfde wijze uit- gevoerd. De helft van het veld, die bij den aardappel bemest was, is met den vorentrekker gedekt. Dit dekken gnschiedde zoo nauwkeurig. dat we op de gekeele oppervlakte slechts een zestal aardappels min of meer bloot vonden. De helft, die over 't land bemest was, is met het houweel gedekt Dit achtten we noodig, om meer in overeenstemming te zijn met het gewone planten in putten. Door met den voien- trekker te dekken brengt men den uitgestrooiden mest van twee kanten meer naar den aardappel en met het houweel slechts van een kant. Groot zal dit verschil waarschijnlijk wel niet zijn, maar in verband' met bet feit, dat de vorentrekker hier nog niet algemeen gebruikt wordt, meenden we aan deze wijze van dekken de voorkeur te moeten geven. Gelijk algemeen dit voorjaar is waargenomen, kwamen de aardappels op bet proefveld niet spoedig boven. Maar ze kwamen zeer regel- matig en bet aantal achterblijvers was over het geheele veld zoo gering, dat we het niet noodig achtten hiervan aanteekening te houden. In 't begin van Juni werd den eersten keer met de houweel gewied. Het vochtige weer was oorzaak, dat veel onkruid bleef doorgroeien. Daarom werd reeds een week later voor den tweeden keer gewied. Het weer werkte nu ten goede mede, zoodat de aardappels van onkruid aan groot. Bij de vakken van 500 en 600 K G. was het verschil in stand tegenover die van 300 K. G. echter zeer duidelijk waarneembaar. Tot in het laatst van Juli bleven de planten vrij van ziekte. Na een paar vochtige, warme dagen echter vertoonden zich hier en daar de gevreesde bruine vlekken op de bladeren en na nog eene week ongeveer waren op het proef veld pleksgewijze de planten bijna geheel aan- getast. Verband tusschen de bemesting en het optreden van deze zieke plekken bestond er in 't geheel niet. In het begin van September waren alle planten geheel dood. De aardappels waren niet met het bekende middel tegen de ziekte besproeid. De aardappels zijn gerooid op 18 September en drie daarop volgende dagen. Gedurende deze dagen viel een weinig regen. Vijl de bodem zeer droog was binderde dit echter maar zeer weinig. De opbrengst van elk vak werd nauw keurig gewogen. De uitkomsten der proef zijn by het schetsje van het proefveld opgegeven. Het volgende wenschen we, in verband met die uitkomsten, op te merken. Tot onzen spijt heeft bij het uitstrooien van den kunstmest op vak IV (over 't land) eene vergissing plaats gehad. Hoewel we dit vroeger reeds hadden vermoed, bleek het ons bij het uitdoen pas met zekerheid. De vergissing komt bierop neer, dat een deel van den mest, voor dit vak bestemd, uitgestrooid is op de rest van het stuk grond, die niet meer tot het proefveld behoorde. Vak IV heeft dus minder dan 600 K.G. per gemet gekregen. Hoeveel er echter op gestrooid is, kon niet met zekerheid nagegaan worden De uitkomst van dit vak moet dus buiten beschouwing blijven. Verder meenen we de aandacht te moeten vestigen up het volgende le. Wat betreft de wijze der bemesting De vakken, die bij den aardappel bemest zijn, hebben alle een hooger opbrengst gegeven, dan de perceelen, die met even groote hoeveelheden breedwerpig waren bemest Het voordeel, aan het aardappel verbonden, was 300 K.G. kunstmest per gemet. (Bij deze en de volgende berekeningen golden de„eetaardappels a f 2,60, de kleine a y 1,17s per 100 K.G. De kunstmest kostte per 100 KG. 7,50.) Bij de bemesting met 400 K.G. was bet voordeel per gemet f 20,20 en bij 500 K.G. bedroeg het 14 per gemet. Van de met 600 K.G. bemeste vakken kan dit voordeel natuurlijk niet berekend worden. Het verschil in opbrengst is dus tamelijk groothoe sterker de bemesting is, hoe kleiner dit verschil blijkbaar wordt. 2o. Wat betreft de sterllte der bemesting. a. Bij de bemesting bij den aardappel. Het vak van 400 K.G. heeft, vergeleken met Schets van h Het vak van 600 K.G. heeft, vergeleken met het vak van 300 K.G. meer gekost aan mest 2,25 meer opgebracht 4,22 dus een voordeel van 1,97, dat is per gemet 19,70. b. Bij de bemesting over 'tland. Het vak van 400 K.G. heeft, vergeleken met het vak van 300 K.G. meer gekost aan mest meer opgebracht dus een schade van per gemet f 6,65. 0,75 n 0,08^ n 0,666 dat is uitstrooien bij den bij de vakken van gemet, 25,20 per Het vak van 500 K.G. beeft, vergeleken met het vak van 300 K.G. meer gekost aan mest f 1,50 meer opgebracht 3,46 dus een voordeel van 1,96, dat is per gemet f 19,60. Het vak van 600 K.G. moet hier buiten be schouwing bUjven. Wat bij deze uitkomsten het eerst opvalt is ongetwijfeld het feit, dat eene bemesting tegen 400 K G., vergeleken met die tegen 300 K.G. geen voordeel, maar schade heeft opgeleverd en dat bij beide raanieren van bemesting. Deze uitkomst geeft ons recht om te vermoeden, dat bi] eene bemesting tot 400 K.G. of de stikstof of het phosphorzuur of beide op dezen grond nog in het minimum waren. Een be mesting tot 400 K.G. zou dan derhalve (althans op dezen grond) niet sterk genoeg zijn om vol- doende voordeel te geven. Met zekerheid kan dit echter met gezegl worden. Daartoe had het proefveld 3 vakken meer moeten be- vatteu, ri.l. 1 vak onbemest, 1 vak met meer stikstof en 1 vak met meer phosphorzuuren dan bij 400 K.G. kunstmest is gegeven. In de praktijk rfleent men dan soms ook, dat 300 K.G. kunstmest per gemet te weinig is. Sommigen geven geregeld 400 K.G., plus nog een chili-salpeterbemesting. Gelijk uit de cijfers blijkt is eene bemesting tot 500 en 600 K.G. per gemet zeer voordeelig geweest. Tevens kunnen we hier nog opmerken dat de aardappels op de sterkst bemeste vakken niet alleen grooter, maar ook blanker waren. En wat betreft de wijze der bemesting meenen we, dat bij het gewone planten met het houweel het uitstrooien van den mest over 't land nog nadeeliger zal zijndan bij deze proef. Bij het planten in voren toch wordt de mest onge twijfeld beter met den grond vermengd Het aantal zieke aardappels was niet buitenge- woon groot en op alle vakken, zoo op het oog geschat, tamelijk wel gelijk. We meenen uit onze proef ten slotte deze conclusies te mogen trekken. le. Eene bemesting tot 600 K.G. kunstmest per gemet is zeer voordeelig gebleken. 2e. Het bemesten bij den aardappel heeft tegenover het breedwerpig bemesten een zeer belangrijk voordeel opgeleverd. at Proefveld. IV. Bemesting 600 K.G. per gemet. Opbrengst: 613 KG. groote 153 kleine. Opbrengst per gemet6130 K.G groote. IV. Bemesting 600 K.G. Opbrengst788 K.G. groote 158 u kleine. Opbrengst per gemet7880 K.G. groote III. Bemesting 500 K.G. Opbrengst: 676 K.G. groote 127 a kleine. Opbrengst per gemet6760 K.G. groote. III. Bemesting 500 K.G. Opbrengst724 K.G. groote 157 v kleine. Opbrengst per gemet7240 K.G. groote. II. Bemesting 400 K.G. Opbrengst553 K.G. groote 112 kleine. Opbrengst per gemet5530 K.G. groote. II. Bemesting 404 K.G. Opbrengst648 K.G. groote 159 a kleine. Opbrengst per gemet6480 K.G. groote. I. Bemesting 300 K.G. Opbrengst: 551 K.G. groote 109 n kleine. Opbrengst per gemet5510 K.G. groote. 1. Bemesting 300 K.G. Opbrengst627 K.G. groote 155 u kleine. Opbrengst per gemet6270 K.G. groote. o cr 5 Axel, Dec. 1906. P. LE FEBER. F. C. ZONNEVIJLLE, it, ijea^oest^tid, die 't onmiskenbaar gevaar it men te water geraakt en verdrinkt. Het 1/ als 'I kalf verdronken is wil men den 18 nrarrr aujpeei": ais t ivc*ii D putnierfnran.. Men had wel veel vroeger by de Regee ring, mpgen aankloppen. Want die toestaud heeft een yleft9Welhkken teweeggebracht, menig mensch in den dodfl! gevoerd. Wij dachten aanvankelijk, dat aan t aan- brengen van een tragel ter hoogte van 1 M. geen onover- komeliike bezwaren noch groote kosten zouden verbon- den zijn, toen een onzer leden ons opmerkzaam maakte, dat 't'voetpad dientengevolge nu en dan, in beslykten toestand zal geraken en de schoenen en klompen der voetgangers be-lijkt zouden worden. Het werd we niet gezegd, n.aar ik kon zoo uit d verwonderde bhkken mijner medeleden opmaken, dat zij dachten als onder- geteekende: »lk heb er een paar beslijkte schoenen voor over, als ik er mee mijn naast- tegen verdnnken behoeden kan Wij zullen adres steunen. Lieve kindertjes houden wij er niet op na, zoodat wij onmoeelijk konden voldoen aan t verzoek van een paar adressanten aan de Westkolkstraat, die denzelfden grond in erfpacht vroegen. Zij moeten zich eerst met elkandei over de verdeeling van dien grond verstaan, vooraleer wij hun terwille kuencn zijn, althans voor 1914. yliier twisten buren nietom muurof tusschengrond, zingt De Doodgraver van zijn begraafplaats. Hoe groot 't aantal van de feestlustigen in onze ge meente ook moge wezen, zij zullen ons wel ten goede willen houden, vertrouwen wij, dat wij, met t oog on het eventueel bezoek alhier van H.M. de Komngin, alsnog niet konden besluiten tot het aanspreken van de schrale gemeentekas, oin mee te doen aan een herinneringsleest van den 300 jaren geleden geboren Zeeuwschen zeeheld, Michiel Adr.z. de Ruijter. Daar zijn warempel menschen in onze gemeente, die denken dat haar het geld op den rug groeit. Nu wij besloten hebben, een ijzeren bak aan te scbatten voor berging van beer, komen adressanten zoo rnaar dadelij k ons^met het verzoek aan iioord, een dito aan te schaffen voor berging van puin. Daar is reeds een bergplaats voor, waarvan jammerlijk genoeg belangbebbenden >t hun voerlieden geen ordentelijk gebruik tnaken, terwijl wij, als deze eventueel geen ruimte genoeg zou bieden, een andere op 'toog hebben, waarvan wij onder ons gezegd en voor een auder verzwegeu om be- grijpelijke reden de ligging niet willen Toen een lid opmerkte, dat in ieder geval de Schelue voor berging altijd beschikbaar was, hield mijn linker- buurman een lang betoog over het voordeel, dat er vooi (le Gemeente in gelegen was, als die puin evenals <ie beer verkucht werd, in plaais van in de Schelde geworpen. Toeu liij zijn betoog aanving, was hij letterlijk on ver staan baar. (Slechts doffe klanken- kwamen over zijn lippen. Heusch ik dacht, dat hem een hoogtand mt- en onder de tong gevallen was, toen mijn overbuurman 'tgeval voor mij ophelderdc door hem toe te voegen. ,Eet eerst maar op nw gemakje; we hebben den tijd. Mijn buurman had zoo'n k'dossalen hap van zijn koek genomen, dat deze hem 'tspreken belette. Vele stadgenooten weten het misschien met, dat in onze langdurige zittingen en langdradige beraadsla- gineeri, onze magen haar rechten gelden doen. Reden waarom wij onzen hunger stillen met krentenkoeken en klein gebak, mit-gaders een kop k flie of thee met suiker naar verkiezing. Wij houden van zoetigheid en zijn zelven ook zoet. Na kennisnemiug van het rapport van den gemeente- bon wmeester over het siraat aanlegplan tusschen de Nieuwediep en D nze-Visserstraat van F. Dekker Az„ hebben wij op dezes verzoek afwijzeud beschikt. Uit moet ik er hij vermelden Wij, Ed.Achtb. leden van Ter Neuzen's Ed Achtb. Gemeemeraad, zijn bet natuur- lijk niet altijd eens. Maar roerend eenstemming waren bij deze aangelegenheid in de erkenning dat, had ons Ed.Achtb. College altijd zulke goed gedocumenteerde. nuchter zakelijke bouwknndige rapporten ter line van bericht en ad'vies gekregen, onze gemeente een beter aanzien zou hebben en 't Ed.Achtb. College zelt na genomen besluiten heel wat minder met de handen in het haar gezeten. II7 Met de vergunning aan de Firma Van Wely te Roozen daal tot 't bouwen van een woning op grond van'1 Dep. van Oorlog vermochten wij niet op te schieten. Men moge nu zeggen, dat wij de voorzicht'gheid op de spits driiven. koppig zijn als een muilezel in de eenmaal opgevatte meening, dat het te Ter Neuzen heel wat voeteu op den haard heeft, om een huis te mogen bou wen, verandereu of te verfraaien. Alles goed en wel, maar de woningwet met baar eisch van ruimte, weetje. Daar kan zelfs een man als ons medelid De Masier met al zijn kunde en kennis en Brugmansche welspre- kendheid tegen praten, 'thelpt nh-ts. Wij branden onze vingers niet gaarn* aan koud water De tirrna Van Wely heeft al zoovele maanden gewacht. Een enkele maand meer nog, wat maakt 't uit Wat drommel, Keuien en Aken zijn ook niet op ddn dag gebouwd. Wij zullen daar inmiddels eene rooilijn vaststellen. Beter laat dan nooit. Bij de omvraag kwatn 'tdenkbeeld weer op de prop pen, de straatlampen door betere te vervangen. llet onderzoek naar zulke lampen zal worden voortgezet en wij vertrouwen op een gunstig resultaat. Lieve lezeis helpt het ons wenschen. Omalle vergissingomtrent mijn persoonen kwa iteitzoo veel mogelijk te voorkomen, onderteeken ik nu en voortaan Ter Neuzen, 18 Jan. 1907. HET 14"' RAAD5LID. 98 X S3 Q (Dit vak was verkeerd bemest). CD N D" <T> 3 P GO (t a> a a

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1907 | | pagina 6