Tsr NeuzGnsche Courant Dinsdag 25 December 1906. No. 4935. T WjE3J±iID-Ej BIjAD. Binnenland. Gemengde berichten. Tw~e eoe St a hi e r. Avondzitting van Vrijdag. Oorlogsbeg rooting. De heer Troelstra oordeelt, dat de Minister door zijn rede sterker is komen te staan tegen- over zijn tegenstanders van het biijvend ge- deelte, maar dat niet hetzelfde kan gezegd worden met betrekking tot zijn toekomstplan- nen. Niet tredende in een beoordeeling van die plannen, merkt spr. reeds nu op, dat met vergrooting van het contingent gepaard moet gaan een belangiijke verkorting van den oefe- ningstjjd. In scherpe bewoordingen kritiseert spr. de houding der heeren Talma en Van lwist- Om voor de toekom3t een beslissing te krijgen inzake het biijvend gedeelte, stelt spr. nam ens zijn partijgenooten de volgende motie voor „De Kamer,de door den Minister verde- digde vermindering van het biijvend gedeelte goedkeurende, gaat over tot de orde van den dag". De heer Heemskerk betoogt, dat de heer Marchant de politiek in het debat bracht. 'tWas thans niet de tijd om het defensie- program der anti-revolutioaairen te ontwikkelen, zei spr. de plannen van het Kabinet zal men te zjjner tijd beoordeelen. Nu echter gaat het over het biijvend gedeelte, dat de Militiewet z. i. onderstelt en dat in den gedachtengang van den wetgever 7500 man moet bedragen. Nu niet was aangetoond, dat de vermindering zal zijn in het belang der weerkracht van het het volk, wilde spr. geen oude schoenen weg- werpen voor hij nieuwe heeft. Aan politiek doet de antirev. partij in deze nietzij wil het Kabinet bij deze gelegenheid niet ten val brengen. Als zij dat had gewild, had zij bij de Marinebegrooting een bres in het Kabinet kunnen schieten. (De socialistenHad het toen maar gedaan Men heeft niet het recht, de antirev. partij van politieke bijbedoelingen te beschuldigen, roept spr. En evenmin is haar te verwijten, dat zij de militaire uitgaven niet wil vermin- deren. Lees ons program (Dat is papier roept de heer Marchant.) Daii is uw program ook papier. Na te hebben gezegd, dat z. i. de brief van generaal Smeding aan de korpskommandanten niet geluklsig was gesteld, betoogt spr. nog, dat noodig is een vaste commissie van deskun- digen in defensiezaken. Nu een Minister zonder vast stelsel ons een maatregei oplegt, dan vragen de antirevolutionairen daarvan verschoond te blijven. De heer Kolkman noemt de motie-Troelstra een onmogelijke, omdat men de kwestie van het biijvend gedeelte slechfs kan beschouwen in verband met 's ministers plannen. Waar spr. die plannen niet kon goedkeuren, zou hij tegen de motie stemmen. Hij verklaart tegen- stander te zijn van het biijvend gedeelte, maar dit slechts te willen afschaffen als de maat- regelen daartoe genomen zijn. Op dit oogen- blik is de zaak onberaden en onvoorbereid voorgesteld en uitgevoerd. Bij dit betoog sluit de heer Passtoors zich aan. De Minister van Oorlog verklaart, dat bij oproeping van de landweer tot dekking van de mobilisatie bij K. B. zal worden bepaaid, welk deel zal achterblijven ter handhaving van de rust in de gemeenten. Met genoegen hoorde de Minister, dat ook de antirev. partij het biijvend gedeelte niet wil handhaven. Maar waarom dan niet van de wil een daad gemaakt Want de Minister houdt vol, te hebben aangetoond, dat de werkkracht niet zal verminderen. En wat de bezuiniging aangaat, bij de cavalerie alleen geeft de af- schaffing van het biijvend gedeelte reeds een besparing van 3 ton. Het biijvend gedeelte, betoogt de Minister, staat geheel buiten de kwestie der Militiewet. En wat de vergrooting van het contingent aangaat, het maximum van 21,500 behoeft niet dadelijk te worden bereikt. De Minister volgt dezen gedachtengang zijn er slechts 8a/2 maanders, dan zijn er 17,500 zijn het alle 61/2 maanders, dan komt men tot 21,500. De Minister gaat uit van het denkbeeld, dat het getal „man-maanden" niet mag stijgen, en in dat stelsel wordt de druk op het volk niet verhoogd. Wat generaal Smeding aangaat, hij schreef over de opleiding van ruiters in vier maanden aldus Wordt zoo gewerkt, dan zal er op kunnen worden gerekend, dat het gros der ruiters vol- doende geoefend zal zijn om desnoods mee te velde te trekken." De generaal beriep zich op art. 1 zijner instructie, niet op art. 6. De Minister heeft toen gezegd Ge zijt verantwoordelijk aan mij als ik moest doen wat gij wilt, dan was er geen Minister van Oorlog noodig. Voor de forten in den Helder is voldoende bezetting. De burgemeester van Amsterdam meende inderdaad, dat de geweren der landweer niet goed zouden worden onderhouden. Blijkt dit, dan zal de Minister ze in de groote steden opslaan in magazijnen maar dat zou ontzaglijk veel kosten. Als er onverhoopt iets gebeurt dat zijn be- rekeningen te schande maakt, zal de Minister onverwijld de noodige maatregelen nemen om daarin te voorzien en ware het noodig, wat hij niet aanneemt, dan zou hij niet aarzelen, op zijn maatregelel betreffende het biijvend gedeelte terug te komen. In een //groote commissie" zou de Minister alleen dan berusten, als hem blijkt dat zij noodzakelijk is. De Minister steunt op geen enkele partij buigt noch naar links, nog naar rechts. Hij zal rechtop staan, gelijk een Minister betaamt. Mocht hij vallen, dan zal het zijn voor de eer van zijn wapen, met behoud van zijn vlag. en die vlag zal zijn een onbevlekte witte vaan. (Bravo's, applaus op de tribunes.) De Voorzitter dreigt bij herhaling met ont- ruiming. De heer Talma bestrijdt de motie-Troelstra, die men z. i. ook ter linkerzijde niet kan goed keuren en diende de volgende motie in „De Kamer, van oordeel dat tot herstel van het vertrouwen van het volk in 's lands weer- baarheid en tot het verkrijgen der overtuiging omtrent de noodzakelijkheid van de geldelijke en persoonlyke lasten, voor de verdediging op het volk gelega, een opzettelijk onderzoek dringend noodzakelijk is, en dat dit onderzoek dient te geschieden door een Staatscommissie, gaat over tot de orde van den dag"- Deze motie wordt later behandeld. Nu de rechterzijde zijn motie niet bleek te aanvaarden, verklaart de heer Troelstra, ge- dwongen te zijn, haar in te trekken. Maar spr. was dientengevolge gedwongen, bij de eindstemming over de begrooting van Oorlog tegelijk een votum uit te brengen over het biijvend gedeelte. Dat was voor hem onmoge- lijk. Spr. kon dus met de zijnen aan de eindstemming over deze begrooting niet deel- nemen en zou dan de zaal veriaten. (Beweging). Daarna worden de algemeene beschouwingen gesloten en de artikelen afgedaan. Bij de //beweegredenen" zegt de heer Loh- man, dat zijn hoofdbezwaar om voor de be grooting te stemmen is, dat hij niet genoeg is ingelicht over de maatregelen, welke de Mi nister wenscht te nemen. Zoolang dit niet is geschiedt moeten spr. en zijn partijgenooten tegenstemmen, tenzij de Minister de Kamer in de gelegenheid stelt, rustig van zijn maatre- regelen kennis te nemen. De heer Tydeman, zich hierbij aausluitende vraagt 1 is de Minister bereid. de maatregelen tot wegzending van het biijvend gedeelte bij de bereden wapens met 1 April alleen dan tot uitvoering te brengen, indien gebleken is dat zijn voorzieningen in alien deele kunnen worden uitgevoerd 2U. is de Minister bereid, voor I April tijdig mededeeling aan de Kamer te doen van de ge nomen maatregelen, die hij geschetst heeft, en van de voornemens van de Regeering met het oog daarop Een bevestigende beantwoording van deze twee vragen zou de bezwaren van vele leden verminderen, zoo niet wegnemen. De Minister antwooritHet eerste gedeelte der vraag houdt niet anders in dan ik ver- klaard heb. Wat de tweede vraag betreft, moet ik daaruit verstaan dat zij wantrouwen inhoudt De Voorzitter vraagt, of de Minister wenscht dat de vergadering een kwartier worde geschorst om zich te beraden. De Minister antwoordt bevestigend. Na heropening verklaart de Minister, wat de tweede vraag betreft, ten voile bereid te zijn, voor 1 April mededeeling te doen van de door hem genomen maatregelen. De heer Lohman verklaart nu, ten voile be reid te zijn, voor de begrooting te stemmen. De heer Kolkman verklaart, dat thans sommige zijner partijgenooten bereid zijn, hun oordeel op te schorten. Daarna wordt de begrooting aangenomen met 60 tegen 38 stemmen. Voor: alle vrijzinnigen, behalve de heer Van Karnebeek, en 18 christ.-historischen, katho- lieken en de heer Talma, die onder luide kreten van verbazing en protest van een deel der aanwezigen zijn stem uitbrengt. Tegen de 7 sociaal-democraten, de heer Van Karnebeek en 30 leden van de rechterzijde, nl. de heeren Bolsius, Van Sasse van Ysselt, De Waal Malefijt, Lucasse, Van Heemstra, Van den Borch van Verwolde, Van Asch van Wijck, Van ldsinga, Nolens, Van den Berch van Heem- stede, Van Veen, Van Alphen, Brants, Van de Velde, Heemskerk, Brummelkamp, De Ridder, Arts, Van Vliet, Regout, De Stuers, Bogaardt, Van den Heuvel, Ruys van Beerenbrouck, Van Wijnbergen, Duynstee, Van Vlijmen, Van Twist, Aalberse en Beckers. Van rechts stemden voor de katholieken Loeff, Koolen, Van Nispen, Janssen, Van Wichen, Passtoors, Fruytier, Van Vuuren, De Ram en Kolkman, de christ.-historischen Lohman, Van Bylandt, De Visser, Van Wassenaer, Van Dedem en Schokking en de anti-revolutionairen Okma eh Talma. (Afwezig waren de heeren van Limburg Stirum en Hennequin.) De Minister van Oorlog wordt van alle kanten gelukgewenscht. Uit de Kamer en van de tribunes en de loge wordt daverend geapplau- disseerd. 'tWas bij half 2. Uit Den Haag meldt men: De Minister van Oorlog ontving Zaterdag uit verschillende deelen des lands telegrammen van gelukwenschen met de aanneming zijner be grooting na zoo hevigen strijd. Ook kwamen verschillende militaire en bur- gerlijke personen generaal Staal in zijn kabinet op het Plein deswege complimenteeren. Een der eerste bezoeken aan den Minister was dat van den onlangs opgetredeu inspecteur dpr cavalerie, gen.-maj. Braams. TERNEUZEN, 24 December 1906. In het raadsverslag van den gemeenteraad te Philippine komt voor, dat het verzoek ran den heer A. F. Arbros'heer om vermindering van hoofdelijken omslag door H.H. Ged. Staten is van de hand gewezen. Dit moet zijn P. Sabo. Doordien Arbroscheer nog al dikwijls naar zijn stiefvader wordt genoemd, heeft de berichtgever zich vergist. Axel. De Nieuwjaarscollecte heeft opge- bracht eene som van f 384,37. Het vorige jaar was de opbrengst f 393, Zaamslag. In de j.l. Vrijdag gehouden raadsvergadering, waarin afwezig was de heer Geelhoedt werd aaugehouden een adres van F. C. en J. Wisse, verzoekende rioleering van een gedeelte sloot, langs hunne erven, zijnde eene uitwatering van de gemeente. Op voorstel van Burg, en Weth. werd afwijzend beschikt op het adres van W. van Tatenhove om te voorzien in eene bet ere afwatering van een hem in eigendom behoorend perceel. De Voorzitter deelde mede dat hij pogingen heeft aangewend om voor dat perceel een betere af- voer te verkrijgen over de gronden van zijn buurman D. P. Butler, de eenige uitweg, maar deze was er niet voor te vinden. Een verzoek der geneesheeren, de heeren Van der Brug en Meinema, om verhooging hunner jaarwedde, thans J 200 'sjaars, werd uitgesteld tot bij de begrooting voor 1908. In verband met de tram HontenisseSelzaete bracht de Voorzitter in herinnering dat in 1902 is besloten voor 20 jaar eene subsidie te ver- leenen ad 275 'sjaars, terwijl later is besloten f 350 toe te staan, onder voorwaarde dat eene zjjlrjn naar Sas van Gent zou worden aangelegd. Dit laatste besluit was geldig tot 1 Jan. 1907. Deze tijd is bijna om, de tram is er nog niet, zoodat het eerste besluit weer van kracht wordt, daar dit niet is ingetrokken. Na eenige discussie wordt met 1 stem tegen, die van den heer De Kraker, aangenomen een voorstel van den heer De Ruijter, om den Mi nister van Waterstaat te verzoeken een renteloos voorschot te willen bevorderen voor de lijn HontenisseSelzaete, zonder de zijlijn, wanneer er geen uitzicht bestaat dat de voor de zijlijn noodige fondsen zullen worden verkregen. Sas van Gent, 22 Dec. Voor het ballasten der nieuwe brug. wat deze week geschiedde, waren daarop aangebracht 100,000 steenen, wegende ieder 2. K.G. zoodat zij een draagver- mogen weerstondvan200,000K.G., waarbij slechts een zeer kleine doorgang werd waargenomen. Na te zijn goedgekeurd werd de brug heden namiddag voor bet publiek verkeer in gebruik gesteld. Een waar genot voor alien, die van de steeds in slechten toestand verkeerenden hulpweg moesten gebruik maken. De breede brug, die aan de eischen des tijds voldoet maakt een schoon effect op de verlenging van de zoo- genaamde Polderstraat, vooral des avonds met de talrijke lantaarns, die daarop zijn aangebracht. Koewacllt. Zaterdagnamiddag had de zoon van den berbergier L. de Winne, die met een kar geladen met sparren door het dorp reed, het ongeluk door het vooruitschieten van zijn paard, te vallen. Het wiel ging over zijn been. Met gebroken been werd de jongeling naar zijne woning gevoerd, waar het been door Dr. Verscheure uit Stekene gezet werd. Even voor het station Koog-Zaandijk is Donderdagavond omstreeks kwart na zes een schot gelost op den trem van Helder naar Amsterdam. De kogel ging dwars door den coupe heen en vernielde twee ruiten. De reizigers bekwamen geen letsel. Bij de politie is aangif'te gedaan. De meubelmaker S: L., die Maandagavond in de Kromboomsloot, te Amsterdam, te water was geraakt, doch gered en naar het Binnengast- huis overgebracht werd, is Donderdagmiddag daaruit ontslagen. Doch sedert dien heeft men, volgens de Tel., niets meer van hem vernomen, zoodat vermoed wordt dat hem weer een ongeluk is overkomen. Gemeenteraad van Ter Neuzen. VAN Vergadering van Donderdag 20 December 1906. (V e e v o i g). <1, Reukelooze beerruiming. De Voorzitter doet mededeeling van een sehrijven van J. Meijer's Scheepsbouw-maatschappij te Zalt-Bommel, waarbij deze berichten met belangstelling nota te hebben genomen van de opdracht voor het leveren van een ijzeren vaartnig groot 80 ton, ingevolge correspondence met den heer M. van den Hoek, Voorzitter der Commissie van Fabricage. Zij danken voor deze bestelling en zullen voor prompte uitvoering zorg dragen. Teekening en bestek worden dadelijk onderhanden genomen en zullen vervolgens ter goedkeuring worden aan- geboden. Voorts deelt de Voorzitter mede dat bij Burg, en Weth. van den heer De Masier is ontvangen eene ontwerp-verorde- ning met bijlagen voor de regeling der reukelooze wijze van beerruiming. Deze stukken hebben bij het Dag. Bestuur gecirculeerd, maar zijn nog niet verder behandeld. Spreker kan mededeelen dat de voorgestelde regeling over het alge- meen de goedkeuring van Burg, en Weth. wegdraagt, maar er zijn toch eenige wijzigingen noodig. Wanneer dus wordt goedgevonden deze stukken naar Burg, en Weth. te renvoyeeren om ad vies, is het college voor nemens met den heer De Masier over die wijzigingen tecon- fereeren. Spreker moet ten slotte verklaren dat de heer De Masier met het ingezondene magnifiek werk heeft geleverd. De heer Verbrugge vraagt of deze verordening ook aan de leden ter circulatie zal worden rondgezonden. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer De Jager zou gaarne eenige inlichtingen wenscben omtrent den afnemer, n.l. of men met dezen voor een aantal jarer, een contract denkt te sluiten en of deze in de naaste toekomst, als het door omstandigheden minder marcheert, niet zeggen kan, ik laat de zaak los. Dit is wel overweging waard, want het is de kwestie van de 3000, als opbrengst ge- raarad. De Voorzitter deelt mede dat de berichten omtrent dien aannemer gunstig zijn. Deze heeft putten waarin de mest- stoff'en worden bewaard, op een tijd dat deze niet terstond naar het land kunnen worden vervoerd en hij bezit ook drie paarden waarmee hij dat vervoer bewerkstelligd. Hij moet natuurlijk een contract teekenen, en op het houden en ver- breken van een contract bestaan wettelijke voorschriften. In het voorstel van den heer De Masier wordt voorgesteld het contract te sluiten voor niet langer dan 5 jaar, maar de Raad kan natuurlijk anders beslissen. Spreker gaat met dat denkbeeld mede. De zaken zou den zoo kunnen loopen dat men spijt zou kunnen hebben een contract voor zeer langen termijn te hebben gesloten, ofschoon ook het omgekeerde het geval zou kunnen zijn en men wel zou willen dat het nog wat langer duurde. De heer De Jager: Men zou misschien van den ontvanger der faecalien een borgtocht kunnen vorderen, natuurlijk tegen vergoediog van rente. Het is in elk geval maar een denk beeld, dat ik in overweging geef. lie Voorzitter: Ik geloof dat Burg, en Weth. daarmee wel rekening zullen houden. De heer Verbrugge: Er zouden ook 2 Nederlandsche borgen kunnen gevraagd worden. De heer Scheele Als hij alles op het land moet brengen, moet hij nog al wat laud hebben. De heer Wieland Hij verkoopt het ook. l)e heer De Masier: De mogelijkheid dat wij moeilijk- heden met het verkoopen van de faecalien kunnen onder- vinden, is niet uit het oog verloren. We moeten ons natuurlijk wederzijdsch verbinden, maar het geval kan zich ook voordoen, dat in gevallen van besmettelijke ziekte, cholera b.v.. de meststof niet in Belgie mag ingevoerd worden. Dat is na tuurlijk force majeure. Er kuinen omstandigheden zijn, bijv. bij zeer natte jaargetijden, dat de alnemer de meststofien niet kan accepteeren, dat ze niet te gebrufken zijn. Dan storten wij ze ook in de Schelde. De Voorzitter: We moeten waarborgen hebben, maar ook buitengewone omstandigheden onder de oogen zien. De heer Van den Hoek Als Burg, en Weth. eens werden gemachtigd om met den man onderhandelingen aan te knoopen en een voorloopig contract te sluiten He Voorzitter zou daarmede liever nog wat wachten. De heer Van den Hoek: Waarom? Dat moet toch ge- gebeuren. Er kan geen bezwaar tegen bestaan om onder nadere goedkeuring van den Raad een voorloopig contract te sluiten, voor den tijd van 5 jaar, maar dan ook alles. De burgemeester moet de vergadering veriaten. De heer Moes neemt de leiding over. De heer Van den Hoek vervolgtDan weet de man ook dat hij er op kan rekenen, terwijl hij anders misschien op andere plaatsen zou trachten klaar te komen. Het is niet onbillijk, dat hij ook eenige zekerheid wenscht. De heer Verbrugge acht een voorloopig contract niet aanbevelingswaardigdan heeft de afnemer zoo lang tijd om er over te denken en zal later met zooveel bezwaren komen, dat hij er misschien nog van af ziet. De heer De Masier deelt dat bezwaar nietde man stelt er prijs op de faecalien van hier te ontvangen, daar die beter zijn dan b. v. in Antwerpen en Gent, alwaar de meststof door de groote hotels en het watergebruik bij de water-closets meer met water vermengd is. De Voorzitter Er is nog zooveel in die zaak te voorzien, dat ik de discussie hierover nu vrijwel overbodig acht, daar ze toch niet tot eene beslissing kan leiden; maar ik ben omtrent heel die zaak nog zoo gerust niet De heer De Masier Men kan zich door sommige over- wegingen en beweringen wel eens op een dwaalspoor laten leiden. In de Ter Neuzensehe Courant werd in een inge- zonden stuk het plan van reukelooze ruiming, nadat dit in den Raad was geopperd ten zeerste toegejuicht Deschrijver opperde zelfs het vermoeden, dat er misschien door de ge meente nog wel winst mee zou te behalen zijn. Maar daarvoor zou de beer wel meer dan f 4(100 moeten opbrengen. En nn de opbrengst op f 3o00 wordt geraamd noemt diezelfde schrijver weder in een ingezonden stuk die schatting der op brengst te hoog, en pleit voprts voor wegwerping. Dat klopt toch heelemaal niet. De heer Moes Dat is zoo, en dat zijn dan ook meeningen van niet vernoemden, waarop men niet rekenen kan. De heer Yau den Hoek De door den heer De Masier bedoelden schrijver is er verder voor om het maar in de Schelde weg te werpen Ik zou daarop maar niet verder willen ingaan. De heer MoesEr valt in deze nog heel wat te regelen en in denk dat, wanneer de heffing eens bekend wordt, vele ingezetenen op eene eigenaardige manier den neus zullen optrekken. De Burgemeester komt weder ter vergadering en neemt de leiding der vergadering over. Over het door den heer Van den Hoek geopperde denk beeld worut niet verder gesproken. De Y oorzitterDe beslissing omtrent de machine die zou worden aangeschaft is in de vorige zitting uitgesteld, omdat de leden eerst van de stukken wilden kennis nemen. De siukken hebben nu bij de leden gecirculeerd. Wenscht de Raad thans te beslissen of eene inrichting met stoom.dan wel eene pneumatische machine overeenkomstig het voorstel der commissie van Fabricage zal worden aangeschaft? De heer Moes meent dat er toch zoo geen haast noodig is, om daarover te beslissen, waarmede de heer Wieland instemt. De heer Van den HoekMaar zoo'n machine moet toch ook vooraf besteld wordendie staan zoo maar niet gereed. De heer De Jager: Het zal toeh ook niets geven al ge schiedt dat eens een maand later.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1906 | | pagina 5