A A I g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad Zee voor uwsch-Vlaanderen, Kermis te Ter Heuzen. Rationale Militie. No. 4927. Donderdag 6 December 1906. Bsnnenland. 46e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,-*-Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*. Men abonneert zicb bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. Telefoon No. 2 5. Inzending van advertentiSn v6or 3 uren op den dag der uitgav* ADVEBTENTIEN: Yan 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elken regel meer 0,10. B^j directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt tie prri* slecbts tweema&l berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. mt blatl versehijnt Maandag-, Woeaadag- en VrUdagavond, »Itge«oi»aeya_ogJFeegtaagen;_hy maken bekend 6o. door een ambtenaar aan den Minister gericht, de woorden stonden dat een Kamerlid iets ge- zegd had /tegen beter weten in". Die nota werd aan de stenograiie overgelegd en zoo kwamen die woorden in de Handelingen. De heer De Stuers ontkent, dat de toedracht der zaak aldus was. De tekst van het door den Minister gesprokene, werd niet aan de nota ontleend. Heeft de Minister dan de woorden uitgesproken //tegen beter weten in" Neen, want dat zou de voorzitter niet hebben toege- laten. Spreker hoorde dan ook van den direc- teur der stenograiie, dat de heer Viehoh in 's Ministers proeven de bedoelde woorden had aangebracht. En nu is het spreker niet moge- lijk aan iets anders dan „kwade trouw" te denken, waar dezeltde ambtenaar in een nota een Kamerlid van „leugen" heeft beschuldigd. Na re- en dupliek van de heeren De Stuers en den Minister, wordt het incident gesloten. Daarna worden de beraadslagii.gen hervat over hoofdstuk II en wel over het artikel be- zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste trekkeliik de aanvraag van 40,000 voor de •t.ikp.l pn art. 15. I P. uitgaaf van een analytisch verslag. De heer Tak brengt hulde aan de Pers en j aan de door haar gegeven verslagen. Maar in die verslagen zit een subjectief element, hierin gelegen dat de verslaggever moet beoordeelen wat belangrijk is en niet. De verslaggever voor de kieine Pers moet dit vooral doen. Naast die verslagen heeft de Kamer dus noodig een resume van het verhaudelde in objeetieven vorm, waarover de Kamer zelve waakt. Daarentegen bestrijdt de heer Yan der Zwaag de uitgaven. Men moet onderscheiden tusschen n'Deliasdirijving geschiedt in het register betreffende I de politieke Kameroverzichten en de verslagen de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zin- welke laatste in het algemeen juist zpn. De heer Yan Wassenaer van Catwijck verdedigt het voorstel, voornamelijk ook in het belang van de Kamerleden. De heer Drucker verklaart uit voile over- tuiging tegen het voorstel te zullen stemmen. Spreker adviseert, liever den prijs van de Han delingen te verlagen. De heer Goeman Borgesius acht de nadeelen veel grooter dan de voordeelen, en vindt t veel beter om de 40,000 te besteden aan ver- laging van den prijs der Handelingen en ver- gemakkelijking van het uitoefenen van de taak der journalisten. De heer Lieftinck zal bij de wet op de Midde- len voorstellen een belangrijke verlaging van den prijs der Handelingen. De Minister van Financien, handhavende 't neutrale standpunt der Regeering. deelt mee, dat plannen tot verbetering van de lokaliteit van het Kamergebouw in bewerking zijn. Het crediet van 40,000 voor het analytisch verslag wordt goedgekeurd met 31 tegen 35 stemmen. Hoofdstuk II der Staatsbegrooting wordt goedgekeurd en de beraadslaging over Hoodfstuk III (Buitenlandsche Zaken) aangevangen. De heer Van Asch van Wijck drong aan op betere behartiging der belangeu van de Neder landsehe boomkweekers tegenover de werking van het Duitsche tarief. Hij wenscht, dat op het program der tweede Vredesconferentie de TWEEOE K ft SS E R. Vergadering van Dinsdag. Mond- en klauwzeer. De Minister van Landbouw deelt de Kamer mede, dat Zaterdagmiddag een telegram is iDge- komen van den districts-veearts te Roermond, meldende dat in twee aan elkander grenzende stallen in de gemeenten Helden, mond- en klauwzeer is uitgebroken. Oumiddellijk zijn maatregelen genomen tot afsluiting van die stallen. Dadelijk vertrokken de directeur-generaal van Landbouw en Dr. Poels, directeur van 's Rijks -seruminrichting, derwaarts tot het instellen van een onderzoek. De Minister heeft een verbod uitgevaardigd van vee in- en vervoer binnen den betrokken kring en verder den Commissaris der Koningin verzocht de betrokken burgemeesters aan te I "eleiSke"'ontwapening zal worden geplaatst nnmi,16.11 nlr V.nn19 t. wnn- I de neufcraalverklaring van Neder schrpven, oumiddellijk kennis te geven, wan neer zich verschijnselen van de ziekte voordoen en alsdan maatregelen te nemen. Vervalsching der Handelingen. Tegen de beschuldiging, door den heer De Stuers Zaterdag uitgesproken aan het adres land ernstig dient overwogen. Verscbillende leden dringen eveneens aan op verzorging der belangen der boomkweekeis. De heer Pastoors behandelt de kennisgeving in de Staatscourant waarbij Nederlandsehe arbei- van den hoofdambtenaar bij het departement I ders worden gevraagd ter vervanging van Duitsche van Kolonien den heer Viehoif, in zake ver- stakers. Z. i. dienden onze consuls m Duitsch- valsching van de Handelingen, wordt door den land geen inlichtingen te verstrekken .en a e Minister van Kolonien geprotesteerd. der industrie, noch ten nadeele dei ar 11 ers. De Minister acht de beschuldiging geheel Hij bepleit wat meer spoed bij het verme en ongegrond. Elke kwade trouw was uitgesloten. van berichten, van belang vooi de ai u ers, Het betrof het gesprokene door den Minister over de expeditie naar de Possolanden. De door den heer Viehoff aangebrachte wijziging ver- anderde niets aan den zin van het door den Minister gesprokene. Ook bij een correctie in een stenogram ten vorige jare aangebracht, was bij den heer Vie hoff geen boos opzet in het spel. De vergis- sing was toen ontstaan doordat in een nota, in de Staatscourant, met het oog op de kennis geving, dat gebrek aan arbeiders heerschte te Rothe Erde, terwijl dit bericht reeds een paar maanden oud was. De heer Tak acht het ongewenscht, dat wp een eigen gezantschap in Marokko krijgen. Hij keurt af de schending der neutraliteit van onze Regeering inzake arbeids-conflicten, door in de Staatscourant mee te deelen dat er dK lrmn 1". J. ViX UK »ASBK TTer mmmmaaakOdm Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis van belangheobeuden dat bij de aanstaande kermis, die gehonden zal worden van 16 tot en met 21 September 1007, aldaar op bet Marktplein beschikbare ruimte zal zijn, voor het plaatsen van inrichtingen van groote afmetingen met inbegrip van een Stoom-Carroussel. Inschrijvingen kunnen worden ingeleverd tot 1-t Januari 11)07, 'snamiddags 3 unr, op gezegeld papier, waaruit moet blijken voor welken prijs, boven de verschnldigde belasting op standplaatsen, men over genoemd terrein wenscht te beschikken. Grootte en vorm van die inrichtingen moeten daarbij nan w ken rig worden opgegeven De inschrijvingen moeten door belanghebbenden ge- durende 30 dagen gestand worden gedaan. Wanneer eerie inschrijving wordt aangenomen moet de betaling der ingeschrevene som plaats hebben voor 1 April 1007. Ter Neuzen, 4 December 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. W. S. J. DIELEMAN, Secretaris. Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN, gelet op de Miiitiewet 1901; lo. dat het register van inschrijving voor de lichting van de Nationale Militie van 1908 -van de hier- onder bedoelde personen, die in 1888 zijn geboren, za'l gereed liggen op de gemeente-secretarie alle werkdagen, van den lsten tot en met den 31sten Januari 1907, van des voormiddags 9 tot des na- middags 6 uren 2o. vestigen de aandacht van belanghebbenden op de volgende bepalingen van bovengenoemde wet Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie verblijf houdt; 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie woon- plaats heeft 3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie woonplaats heeft; 4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander, zoo hij op den lsten Januari van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omschreven gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4o. A. de binnen het Rijk verblijf houdende minderjarige niet-Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de vooral'- gaande achttien maanden in het Rijk of de kolonien of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft; b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of haar overlijden in het hierboven onder a om schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevest gd c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die ouderloos is of in wetteiijkeu zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij een voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft; B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rijk woonplaats heeft en daar gedurende de voor afgaande achttien maanden in het Rijk of de kolonifin of bezittingen des Rijks in andere wereld deelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minderjarig is in den zin der Nederlandsehe wet. Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder B gehouden hij, die meerderjarig is in den zin van voormelde wet. Art. 14. De inschrijving geschiedt: lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo. zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elder? dan binnen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt zoo hij door zijn vader, moeder of voogd ver laten is, ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt; zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de gemeente Amsterdam zoo hij in het Koningrijk Belgie verblijf houdt, in de gemeente Rotterdam 2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o.: zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam is zij in het' Koningrijk Belgie, in de gemeente Rotterdam 3o. van hen, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente zijner woonplaats; zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche R-ijk in de gemeente Amsterdam - zoo hij woonplaats heeft in het Koningrijk Belgie, in de geraeen Rotterdam 4o. A. van hem, bedoeld in art. 43, eerste zinsnede 4o., indien hij minderjarig is zoo hij verkeen in het geval, in de tweede zinsnede van dat artikel onder A a omschreven in de gemeente, waar zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder A b omschreven, in de gemeente, waar zijn voegd woonplaats heeftis de woonplaats van dezen bniten lands, dan geschiedt de inschrijving in de gemeente waar de minderjarige verblijf hondt zoo hij verkeert in een der gevallen in eveu- bedoelde zinsnede onder A c omschreven in de gemeente waar hij verblijf houdt; J3. van hem, bedueld in art. 13, eerste zinsnede 4o.; indien hij meerderjarig is: in de gemeenie, waar hij woonplaats heeft. De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijviug aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het 18e levensjaar volbracht, lenzij het iemand geldt, wiens inschrijving^ te Amsterdam of te Rotterdam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onder- scheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie. Art. 15. Voor de militie wordt niet ingeschreven lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te be- hooren tot den Staat, waar de Nederlanders niet aan de verplichte krijgsdienst zijn onderworpen, of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van wederkeerigheid is aangenumen. 2o. hij, die bewijst in de kolonien of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen verblijf te houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats binnen het Rijk Art. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden inge schreven, is verplicht zich daartoe bij uurgemeester en Wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet geschieden, aan te geven tusschen den lsten en den 31sten Januari van het jaar, vol gende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de verplichting tot het doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd indien het een meerderjarige betreft, die onder curateele gesteid is, op zijn curator. De verplichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie woonplaats heeft. Behoudens de uitzondering bij de volgende zinsnede gemaakt rust de zorg voor het doen der aangifte uit- sluitend op den in te schrijven minderjarige indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie woonplaats heeft; indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke macht missen indien hij door zijn vader, moeder of voogd ver laten isof indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft. Hij die door de bestuurders, in art. 22 vermeld, ter inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst is bij de zeemacht, de marine-reserve en het coips mariniers hieronder begrepen, bij het leger bier te lande ot bij de koloniale troepen, is tot het doen van de aan gifte niet verplicht. Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte ver plicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd De volmacht blijft onder Burgemeester en Wethouders berusteu. De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blijken, wordt door Ons bepaald. Art. 18. Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt opnieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat waarin hij het 18de levensjaar volbracht en voor het intreden van het 21ste levensjaar zijn verblijf binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie gevestigd heeft; 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd' na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat waarin de minderjarige bet 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden van diens 21ste levensjaar zijne of hare woonptaats binnen het Rijk, in bet Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie gevestigd heeft; 3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht. en voor het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of opnieuw Nederlander is geworden zoo hij in een der hier boven onder lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder 2o. omschreven 4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat waarin hij het )8de levensjaar volbracht, en voor het intreden van het 21ste levensjaar zijne woon plaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in net Koningrijk Belgie gevestigd of er woonplaats verkregen heeft 5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4o. omschreven gevallen ver- keerd ieder mannelijk niet Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden van het 21ste levensjaar ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van dat artikel en art. 15. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrij ving of ter inschrijving op nieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw van hem, die volgens de eei*6te zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt bin nen dertig dagen na het verkrijgen of werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van het ingezetenschap, of na be vestiging van verblijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het Rijk in het Duitsche Rijk of in het Koning- snede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd behoort. Art. 166. Met boete van ten minste vijftig cents en ten hoogste /'100 wordt gestraft de overtreding van de artt. 16, 18 en 22. Ter Neuzen, den 4 December 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J A. P GEILL, Burgemeester. W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1906 | | pagina 1