Gemengde berichten. En bet vuur breidde zicb maar steeds tneer uit bet scheen, alsof de vele slangen op de waterleiding en ook de stoomspuit die, zoo werd mij gezegd, eerst anderbalf uur na het uitbre- ken van den brand water gaf, totaal niets ver- mochten tegen het vernielend element. Toen dan ook de rechtervleugel met donderend ge- laas ineenstortte en bet middengedeelte in rossen gloed stond, brandde ook reeds de liukervleu- gel. Het stond nu vast, dat de geheele ver- zameling van bet mnseum voor natuurlijke historie vernield was. Weemoedig was bet prof, an Ankum te zien staren naar de vuurzee, die zijn arbeid van 34 jaren verslond. De waarde van dit verlies is uiet te schatten. Er was in deze verzameling onder meer bet mebryo van een witsnuitdolfijn, een unicum in de geheele wereld er was het skelet van zulk een dolfijn, zooals er alleen te Hamburg en New-Iork zijn en er waren vele andere merk- waardige zaken. Dat alles is verloren, onherstelbaar verloren. Bovendien zijn het chemisch laboratorium van proSessor van Wisselingh en het pharmaceutiscb laboratorium van den lector, Dr. Boseken, welke in bet gebouw gevestigd waren, geheel verwoest. Slechts enkele instrumenten zijn daaruit gered. Over de oorzaak van den brand verneemt men, dat hij zeer waarschijnlijk moet worden toegeschreven aan den arbeid van ververs, die bezig waren met benzine- of spirituslampen. Opmerkelijk is, dat geen der werklieden niet eerder een brandlucht geroken heeft. Buiten het niet te schatten verlies vanhetmuseum van natuurlijke historie, wordt de schade op een millioen gulden geraamd. De brandweer zal wel den geheelen nacht moeten doorwerken. Het was den geheelen avond windstil, indien er wind ware geweest, zou de ramp niet te overzien zijn geweest. Ik zal dan het bericht toelichten in de geest j straat en naar hunne woningen te volgen, met oals u me gezegd bebt. hen in contact te komen, leert het volgende ter toch ~l~~L 3--L - J -1- 1 1 5 Huizerknaapje. Men Naar aanleiding van het bericht omtrent den geleerden telegrambesteller te Breda, schrijft de Bred. Ct. Om over dezen lingu'istischen besteller wat naders te hooren, hebben we ons van ochtend tot den merkwaardigen man vervoegd en hem het bericht uit de N. Ct. voorgelegd. Is dat bericht waar vroegen we. Hij glimlachte eens en zei bescheiden 't Is wel wat overdreven, 't is wat marktschreeuwerig. Welke van de bier genoemde talen kent dan niet Oeh, alle talen die hierin staan heb ik wel bestudeerd. Kunt u in die talen lezen en het gelezene begrijpen Ja, dat wel. En schrijven ook Als t zijn moest zou dat wel gaan denk ik. Dus dan is het bericht niet overdreven of schuilt de overdrijving in de andere weiensehap- pen hierin genoemd Boog keek nog eens in 't uitgeknipte bericht glimlachte nog eens en zei cosmographie, sterrenkunde, kunstgeschiedenis och ja, ik weet daar wel 't een en ander van dat is zoo. En de professorale bibliotheek Professoraal is een deftig woord. Ik heb natuurlijk veel boeken, een goede duizend denk ik, maar of de bibliotheek nu professoraal is, durf ik niet zeggen. En 't Grieksche vers Dat is onjuist. Ik heb toen meneer Leur bier weg ging, een toepasselijk citaat van een Grieksch prozaschrijver achter op een foto ge- schreven. Geen vers. Wat was het doel van uw talenstudie Om de buitenlandsche schrijvers in hun eigen talen te lezen dat heb ik ook wel beieikt, maar u begrijpt dat ik al die talen niet volkomen meester ben, ik ken ze niet zooals de Holland- sche. Ik begrijp niet wie me dat gelapt heeft, om 'tin de krant te zetten. Een paar jaar ge- leden hebben ze mij van het Dagblad van N. Brabant gevraagd om de redactie wat te ver- tellen van mijn studien, maar ik heb 'tnooit willen doen. ,/Waarom zou ik niet bij u plaats nemen had zij gevraagd, en onder den vriendelijken blik harer oogen was het den ouden man warm om het hart geworden. ,/Wij kunnen zoo toch beter met elkaar praten, en ik heb veel te vragen. En ik heb wel zooveel kennis van rijden, dat ik weet, dat de voerman rechts moet zitten. Dus blijft deze plaats voor mij over als gij mij die weigert, moet ik weer terug naar Silezie." De vossen draafden tamelijk langzaam op den breeden. zandigen weg voortlinks en rechts had men den eenen akker bouwland na den anderen. Vruchtbaar was het land niet; de rogge schoot maar dunnetjes op. z/I)at is enkel geestgrond", verklaarde de oudede vruchtbare aarde ligt er maar dun op, niet meer dan een voet, daaronder is alles zand". z/Wat is de wind hier frisch", zeide Gertrude, //het is, of hij een hartigen smaak heeft. En zij haalde eens diep adem, terwijl haar blik over de uitgestrekte akkers vloog. zooals Ja, nu 't er toch in staat, doet u dat dan maar. De menschen die eenig talen kennen, zullen wel begrijpen hoe 't is. Men schrijft uit Sittard, 28 Aug. Hedenmorgen heb ik gemeld, dat teng evolge van dronkenschap in 't naburige Munstergeleen een groote vechtpartij heeft plaats gehad, waar bij zekere S. doodelijk verwond werd. Een tweede drama, ook tengevolge van dronken schap, heeft zich afgespeeld in 't naburige ge- hucht Yeerbeek onder Geleen. Toen de kin- deren aldaar hedenmorgen ter school gingen, vonden zij in eene weide een man bewusteloos liggen. Bij nader onderzoek bleek deze man te zijn zekere B. (Baltus) uit Spaubeek, oud 28 jaar, die den avond te voren door een aan- tal personen zoodanig werd toegetakeld dat hij bewusteloos bleef liggen en van den weg in de weide door de belhamels werd neergelegd. Heden morgen door de kinderen gevonden, werd hij op een hondenkar geladen en daarop naar huis getransporteerd, doch vooraleer zijn ouderlijk huis bereikt werd, was hij reeds overleden. Hij had de hersenpan verbrijzeld en meerdere woo den. Een drietal personen zijn in deze zaak reeds aangehouden, doch men zegt ons, dat wel een tiental aan deze vechtpartij betrokken zijn. (N. R. C.) Het verdwaalde schrijtt aan De Stand. In den nacht van Donderdag op Vrijdag ging de heer C. de 0., groentehandelaar te Huizen, met zijn beide zoontjes en een neefje naar de markt in Amersfoort. Terwijl de man zijn zaken deed, keken de jongens eens rond. Een er van, een nette, be- leelde en kalme jongen, geraakte van de anderen af, kon de markt niet terugvinden en ging al dwalende de stad uit. Denkende op huis aan te gaan, liep hij er hoe langer hoe verder af. Hij vroeg verscheidenen den weg naar Huizen, doch kreeg ten antwoord, dat daar geen weg naar Huizen was. Toen 't begon te regenen, vroeg hij ergens te mogen schuilen. Dit mocht, De vrouw sneed boterhammen. Ons hongerig knaapje kreeg niets en toen 't weer droog was, kon hij opstappen. Een andere vrouw stond voor haar huis. Hij vroeg weer naar den weg, zeggende, dat hij vader kwijt en dwalende was. //Zoo", was't antwoord. De vrouw ging achter 't huis en liet zich niet meer zien. Op soortgelijke manier ging het daar overal. Een melkboer liet hem melk drinken en liet hem alleen staan. 's Nachts heeft hij onder een boom geslapen, 's morgens ging het weer verder. Den volgenden dag nam eindelijk een bakker uit Putten, de heer K., hem liefd'erijk op, en stelde den burgemeester van alles in kennis, herbergde hem en 's Zondags ontmoette de knaap zijn vader op het station te Hilversum, waar hij onder geleide van een politiedienaar in burgerkleeren was aangekomen. Groote blijdschap in 't geheele dorp Huizen. De vader van den knaap was onvermoeid bezig geweest. Direct was de politie in Amers foort aan 't zoeken gegaan. Onder hen was 't zij tot hunne eer gezegd, algemeene deelneming. Vijftien telegrammen gingen in alle richtingen, Mannen uit Huizen zijn op de fiets Amersfoort gegaan, om te zoeken. Zondagsmorgens ging de vader weer naar Amersloort om alles te laten afdreggen en ont moette den knaap in Hilversum. De blijdschap der ouders is niet te beschrijven. Onbegrjjpelijk is de handelwijze van de men schen buiten Amersfoort, die uiet schenen te begrijpen, dat een dwalende knaap, zoo ver van huis, hulp noodig heeft. en naar hen geval Een werkgever had een gezel uit Arnhem aan- genomen. die al druk werkte en voor wien een kosthuis was gezocht. Een volgenden dag komt een ander een Amsterdammer zich aan- melden en wordt ook na eenige onderhandelingen aangenomen. Hij kwam natuurlijk te staan bij den Arnhemmer. Toen hij met dezen alleen was, bracht hij hem het onverantwoordelijke van zijn handelwijze onder het oog en ontpopte zich als een vriend der stakers. Hij werd gewaar waar de Arnhemmer inwoonde, zoodat deze zoo noodig nog verder kon bewerkt worden. Toen de baas hem 's ochtends een politieagent tot geleide wilde geven, zeide hij niet bang voor de stakers te zijn. Hij vroeg zijn loon en ge- reedschap, omdat hij niet weer zou komen. Hij kwam ook niet weer en had bovendien bewerkt, dat de Arnhemmer den volgenden ochtend ook niet weer terugkwam. Men meldt uit den Haag G. V., de derde verdachte van den doodslag in de van Ostadestraat, die zich Woensdag bij zijn overbrengen van Rotterdam naar hier uiterlijk kalm gedroeg, was tijdens de confrontatie met het lijk van den verslagene in het ziekenhuis zeer ontsteld. Bij het zien van het lijk deinsde hij terug. Van het ziekenhuis af werd V. per rijtuig naar de plaats in de V. Ostadestraat gebracht, waar Maandagavond het drama werd afgespeeld. Daar bekende hij den commisasris van politie, den heer Olivier, het mes, waarmede de wonden zijn toegebracht, in een put te hebben geworpen. En inderdaad is dan ook het mes uit dien put gehaald. Bij het doen van zijn aanwijzingen liet de commissaris V. in het rijtuig zitten, om hem zoodoende beter tegen de woede van het publiek te beschermen, dat zich in de v. Osta destraat had opgehoopt. Verschillende personen wisten, ondanks de talrijke aanwezige politie- macht, toch nog het rijtuig te naderen en voegden V. bedreigingen toe. De orde werd echter, ook later, bij de overbrenging naar het huis van bewaring niet verstoord. V. was vroeger marinier en verleden jaar met een weduwe met twee kinderen. Hij had te Rotterdam, waar hij gearresteerd werd, zijn bruinkleurige pantoffels zwart ge- maakt. Morgen wordt het lijk van den ver slagene naar de woning in de Van Bassenstraat overgebracht, om van daar uit denzelfden dag te worden begraven. Te Stabroeck heeft een klompenmaker, die meestal een goed werkman was, maar die geheel anders werd als hij een borrel te veel op had, Dinsdag zijn vrouw aangevallen en vermoord. Een melkvrouw die op het hulpgeroep toe kwam, hoorde een luiden angstkreet, toen een verdoofd gegorgel en op hetzelfde oogenhlik kwam de man naar de voo'rdeur, zeggende //dat hij vandaag geen melk noodig had." Zijn gelaat, borst en handen waren vol bloed. Hij sloot de voordeur, verliet het huis door de achterdeur en verdween het veld in. Toen de inmiddels geroepen gendarmes het huis in kwamen, vonden zij in den kelder het lijk der vrouw te midden van een bloedplas. Aan het voorhoofd was een groote wond, reeds geheel bedekt met geronnen bloedde haren hingen los en aan den hals waren sporen van verwurging duidelijk zichtbaar. Kort daarna bevond men dat de man zelfmoord had gepleegd door zich in den waterput te verdrinken. gehuwd Men meldt uit Leiden De 40 Geldersche gezellen, die volgens de mededeeling der stakingsleiders in Leiden zouden komen, zijn er nog niet. De bouwondernemer, die met den onderbaas zou hebben gecontracteerd, verklaarde het verhaal voor verzonnen. Op welke slimme wijze de stakers trachten. nu de-j'Diide Kennissteeg no. politie belet de zoogenaamde onderkruipers op Maar heel die affaire en Inval in een speelhol, 24 man gearresteerd. De Amsterdamsche politie, die tegenwoordig van kordaat optreden weet, heeft Dinsdag- avond met schitterend succes een inval gedaan in een der beruchtste en gevaarlijkste speelholen van de hoofdstad. z/Jopie Koppie," een der gevaarlijkste typen uit donker Amsterdam, die voor een half jaar reeds door de politie van de Gelderschekade is verjaagd, opende 4 maanden geleden in de 5 een sigarenwinkel. al die leege kistjes z/Dat is zeewind, juffrouw Gertrude", onder- richtte de oude. „Wat ge proeft, is zeezout". Rechts van hen werden de heuvels nu lager, en nu zagen zij in de stralen der ondergaande zou een streek vruchtbaar vlak land. Ziet ge daar ginds Juist als't schaakspel van mijnheer Zoo effen en zoo afgedeeld in vakken door slooten, die recht en dwars er doorheen loopen. Dat is de marsch, die onze voorvaderen aan de Noordzee ontwoekei'd heb ben. Daar groeit de tarwe zoo hoog, dat een man er zich staande in kan vei'schuilen, en de ossen, die daar grazen, worden geroemd in het land tot zelfs in Silezie". De oude geraakte in vuur. z/En ziet ge daar ginds in de verte aan den horizon dien h oogen aarden wal Dat is de dijk. Onmiddelijk daai-achter is de woeste zee. Daar zult ge nog eens van staan kijken, juf frouw Gertrude (Wordt vervolgd). voor de ramen moesten alleen dienen tot dek- mantel voor wat zich in de achtervertrekken afspeelde. In wei-kelijkheid diende het huis van //Jopie Koppie" tot pied a terre van de meest bei-uchte kwartjesvinders van Amsterdam daar kwamen ze des daags en vooral des avonds samen, brachten ze hun slachtoffers vreemdelingen en buitenlui bij voorkeur om ongestoord te kunnen spelen en ze uit te schudden. En wee de lui die slentei-end in dezen vunzigen uit- hoek van oud-Amsterdam, op no. 5 //sigaren" gingen koopen, of welbewust hun geld waagden met k'aart- of dobbelspel Gewoonlijk duurde het tumult in het speelhol tot laat in den nacht voort en als de harts- tochten voor het spel onder. invloed van den alcohol zich ontketenden, kwam het meermalen tot heftige tooneelen, waarbij de geheele buurt op stelten werd gezet. Hoe de politie tot den inval kwam In de Oude Kennissteeg //smoesden" ze van verraad van een vroegere //lneid" van //Jopie buren de schuld het Koppie" anderen gaven hoi verraden te hebben. Hoe dit zij, de politie had er sinds eenigeU tijd de lucht van en in stilte bereidde zij den inval voor. Wetende, dat het speelhol door een groot getal der beruchtsten werd bezocht en dat deze //heeren" voor geen klein geruchtje zijn vervaard, werd een stevige politiemaclit voor den aanval gemobiliseerd. En zoo verlieten Dinsdagavond tegen 10 uur, terwijl niemand iets vermoedde, de inspecteurs Reyenga en Haarman met een twintigtal agenten het bureau in de Warmoesstraat, via het Oude Kerksplein naar de Oude Kennissteeg. Om te voorkomen, dat de bende werd ge- waarschuwd, werd het slop, zoodra de politie in zicht was, aan weerszijden door rechercheurs afgezet. En de inval gelukte. Heel de taliijbe bende, waaronder b.v. de zoo dikwerf gesigna- leerde gebroeders Vet, werd in drinkgelag al spelende en dobbelende aangetroffen. Verschil- lend speeltuig werd in beslag genomen en alle aanwezigen, 24 mani gearresteerd. Bij een vergeefsche poging tot ontvluchten door een raam, viel een hunner op de binnenplaats, waardoor hij zich bezeerde. In drie groepen werd het berucht gezelschap, waarbij er waren, die ook van ander misdrijf worden verdacht, geboeid en tusschen een sterk politie-escorte naar het bureau in de Warmoesstraat over gebracht, onder leiding van den inspecteur Haarman. De inspecteur Reyenga bleef toen met voldoende politiemacht ter bewaking der anderen in het hoi achter. Begi-ijpelijkerwijs veroorzaakte deze inval overbrenging een enorme herrie in deze donkere buurten van ontucht en misdrijf. De vrienden en bekenden van //Jopie Koppie" en de andere kwartjesvinders, drongen steeds onder veel ge- schreeuw geweldig op, maar met den gummi- stok wist de rechei-che den weg toch vrij te houden. Intusschen vielen er rake klappen, en kwam ook op het plein en in de Warmoesstraat steeds meer volk op de been, dat van deze massa-ai-restatie niets begreep. Het huis in de Oude Kennissteeg bleef onder politietoezicht. Op het bureau werd alien een verhoor afgenomen, terwij de //heeren" ook z/en passant" gefouilleerd werden. //Jopie Koppie" en enkele der meest beruchte kwartjes vinders bleven in arrestde overigen konden na het verhoor gaan. Tot middernacht toe bleef de opschudding, die deze kranige inval had veroorzaakt, aan- houden. Het resultaat van dezen inval zal allicht zijn dat een der gevaarlijkste holen van Amsterdam, onder de firma //Jopie Koppie", is opgeruimd. Want voortdurende politiebewaking noodzaakt de firma natuurlijk tot liquidatie harer onder- neming. (Tel.) Het Legaat. Voor we de gesehiedenis naar waarheid gaan verhalen, moeten we eenigen tijd terug, toen de zaken nog hdel anders stonden. Nog heel anders, dat verzeker ik u. Toen was de 23jai-ige schoone Jansje nog verloofd met den 23jarigen jongen Piet. Doch toen ze geen //idee" meer in den //persoon" had, toen gaf ze 't'm op 'n zoelen zomeravond te verstaan, dat-ie op kon marcheeren. Piet was over het verloop der historie gan- schelijk ontevreden. En toen Jansje in Morpheus arrnen lag toen kletterden de ruiten van haar woning, want Piet had daar z.'n vuisten tegen gebeukt. Au," riep Piet. z/Tinkedex-ink-kinkink", rinkelden de ruiten. Piet had z'n hand ernstig gewond. De tante van Jansje, Gonda, tante Gonda, ontfermde zich over Piet, beter gezegd over de hand van Piet. Tante Gonda, twee-en-yeertig jaren oud, streek zachtkens over z'n wonden, over zijn lichaamswonden, en Piet zag haar aan, en zietook z'n hartewonden waren genezen. Nu had Piet 'n betrekking aangenomen naar Indie. En hij zag tante Gonda aan, en z'n besluit stond vast. En al wezen z'n vrienden hem op de vele bezwaren, die 'n toekomstig huwelijk in den weg zouden staan, en al merkten ze op, dat de 42jarige tante Gonda met haar drie kinderen voor hem geen passende partij was, Piet beminde en kuste tante Gonda. z/Wil je op me wachte, schat", vroeg hij. z/Ja", zei tante Gonda, die o charme weinig meer te wachten had, //als je me 'n legaat geeft". z/'n Legaat?" vroeg Piet, die volgens de boeken eener levensverzekeringmaatschappij lan ger te leveu had dan z'n beminde Gonda, tante Gonda. z/Ja", zei tante Gonda. //Als je me iedere week wat stuui-t." Dit vond Piet weinig-bezwaarlijk en hij be- loofde haar 'n legaat van acht gulden per week. Zoo vertrok hij, onder de tranen van tante Gonda en 'n blauweri hemel. Gei-egeld ontving tante Gonda haar legaat, en zij behoefde geen zorgen te koesteren, want de postwissel kwam geregeld met de groeten van Pieten zij wachtte Voor eenige dagen is't gebeurd. Toen kreeg ze 'n brief van Piet, als volgt luideud

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1906 | | pagina 6