fP
A
I g e m e e
n Advertentieblad
c h - V
y
No. 4868.
Zalerdag 21 Juli 1906.
5e Jaargang.
Binneniaiid
iseuiensrde berichteo.
Per drie maanden
ABONNEMINT:
binnen Ter Neuzen 1,Franco per postToor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,32$.
Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirectenren en Brieven-
bushouders.
Intending van advertentien v6or
AD VEBTENTllU:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemnsd plaatsing derzelfde adverte.ntie wordt de pr$8
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend.
uren op den dag der uitgavw
EBRSTB BLAD.
11 et boofdbestuur van den Bond voor Staats-
pensionneering heelt zich tot een groot aantal
vereenigingen gewend met verzoek, een aan de
Tweede Kamer te zenden motie in stemming
te brengen, waarin de meening wordt uitge-
sproken, dat de geldelijke last eener wettelijk
geregelde ouderdomsverzorging niet gelegd be
hoort te worden op den arbeid, dus niet op
werkgevers en werknemers, doch naar draag-
kracht behoort verdeeld te worden, over alien,
en het recht op pensioen niet alleen moet ten
goede komen aan loontrekkenden, maar ook aan
nlet-loontrekkenden, zoowel vrouwen als mannen.
TER NEUZEN, 20 Juli 1906.
van 30 Juli
en telegrafie
a. s. is de klerk
le klasse G. de
Zierikzee naar Ter
Met ingang
der posterijen
Kidder, verplaatst van
Neuzen.
Bij het eindexamen der H. B. S. in Zeeland
zijn geslaagd J. M. Baan, J, W. A. G. baron
Collot d'Escury, J. P. Groin, J. W. de Jonge,
W. J. Pelle en M. J. Verhulst, alien van de
R. H. B. S. te MiddelburgJ. M. Steketee,
van de R. H. B. S. te Goes, en mej. M. A. de
Bruijne, Z. G. Hoogerheide en G. Huisman van
de H. B. S. te Zierikzee.
Mej. A. Muller, onderwijzeres te Hengst-
dijk, heef't tegen 1 Aug. a. s. eervol ontslag uit
hare betrekking aangevraagd.
-Woensdagavond viel te St. Jansteen het
tweejarig zoontje van den arbeider A. v. H. in
een z. g. n. rootput. Ofschoon spoedig op 't
droge gehaald, is 't kind tocb overieden.
In den nacht van Woensdag op Donderdag,
is te Biervliet de schuur van den heer J. F.
Calon, landbouwer, afgebrand. Ook een huis,
als bergplaats gebezigd, van denzelfden land
bouwer, ging in vlammen op. Belendende ge-
bouwen liepen groot gevaar, zoodat de hulp
van de IJzendijksche brandspuit werd inge-
roepen, doch weer afgezegd. Gelukkig bleef
de brand tot beide panden beperkt.
Een voorraad graan, tuig der paarden en
een vet kalf zijn verbrand.
In de provincie Zeeland kwamen in de
week van Woensdag 11 tot en met Dinsdag
17 Juli 4 gevallen van besmettelijke ziekten
voor, nl. te Dreischor en te Middelburg 1 geval
van diphtheritis, te Kattendijke 1 geval van
typhus en febris typhoiaea en te Nisse 1 van
roodvonk.
HECHTSZAKEN.
Arroiidissenienls-rechtbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 20
Juli, de volgende vonnissen uitgesproken
L. d. K., oud 35 j., arbeider te Axel, is wegens
mishandeling veroordeeld tot .10,boete
subsidiair 8 dagen hechtenis.
P. E. W., oud 35 j;, huisvrouw van J. J.
d. N., bierhuishoudster te Ter Neuzen, is wegens
wederspannigheid veroordeeld tot 8 dagen ge-
vangenisstraf.
Woensdagmiddag oin half vier gingen drie
jongelui van Middelburg naar Viissingen, om
een bezoek te brengen aan de kermis aldaar.
Eerst begaven zij zich naar het strand, waar
twee hunner te water gingen om te baden terwijl
de under zich vergenoegde met het zgn. voetjes-
wasschen.
Een der eerstbedoelde jongens P. M. H. H.,
oud 14 jaar, liep, ofschoon hij niet goed zwemmen
grond en dreef door
kon, te ver, verloor den
een sterken stroom zeewaarts.
Hij wenkte om hem hulp te bieden, maar
de andere zwemmer, ook geen meester in de
kunst, kon dit niet doen. Andere hulp was
niet in de buurc.
De jongens zagen hun kameraad voor bun oogen
verdrinken en gingen daarna met zijn kleeren
naar het politiebureau.
Kort na het ongeluk poogde een voorbijganger,
door herhaaldelijk duiken, den drenkeling te
vinden, doch hij slaagde daarin niet.
Verder is nog in de nabijheid van de plaats,
waar't onheil voorviel, gedregd, maar ook zonder
resultaat. (M. Ot.)
Jl. Zaterdagnacht overleed te Helmond
het kind van M., onder verdachte omstandigheden
vermoedelijk door vergiftiging tengevolge van
het eten van gekleurd suikergoed.
Dinsdag werd het lijkje gerechtelijk geschouwd.
Het was Woensdag te Londen de heetste
dag van 'tjaar. In de schaduw rees de thermo
meter tot
83 graden F.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
mmammemmmmmmmmmm
Bit blad vt»arMflfciJat Waandagf-, Woensrt»W- en Vrijd»a»v«nd, »t«Ses»nidefrt ot> ^eestdngen, Mj «ie ^irn.tt
f, jr. VAST B9S ®AWES15 its Tec HeBKBB.
i ihi ii mi mm mi mini ii mi mi i 11 i ii in iin iii iii minimi i iii i ill iii mi iii in~
«MroaaMKKBis «5<wv'ii«*fflsww«e3MSHa
Vergadering van Donderdag 19 Juli 1906.
Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgemeester.
Aanwezig de heereu Moes, Van den Hoek, Wieland,
Visser, Dees, Van de Velde, Moggre, De Masier, De Koeijer
en De Jager.
Alwezig de heeren Veraluijs en Van Dale.
Na opening der vergadering worden gelezen de notdlen
der voorgaande, die worden goedgekeurd.
Daarna stelt de Voorziiler aan de orde
1. Installatie benoemd lid van den Raad it. Verbrugge.
Op verzoek van den Voorzitter wordt de heer Verbrugge
door den Secretins de raadzaal binnengeleid en legt in handen
van den Voorzitter de vereischte eeden af.
De Voorzitter wenscht deri heer Verbrugge geluk met zijne
benoeming, drukt de hoop uit dat hij in de geiegenheid moge
zijn nuttig voor de gemeente te werken en dat moge blijken
dat den door hem verkregen zetel waardig moge worden bezet.
De heer Verbrugge dankt den Voorzitter voor de gesproken
woorden hij zegt te hopen, zijne beate kraehten aan de ge-
meente te knnnen wijden en neemt zitting.
S. Ingekomen stukken.
ii. Bricven van H. W. R. Kramer, K. Wieland, P.
Bauwens en J. A. Donze, dat zij bedanken voor de benoeming
van schatter en waarnemend schattcr van het verguunings-
recht.
De Voorzitter merkt op, dat naar aanleiding van deze be-
richten zal moeten worden getracht op andere wijze daarin
te voorzien, waarop tot stemming voor 2 schatters wordt
overgegaan.
De eerste stemming heeft tot uitslag dat verkrijgenJ.
Willemsen 5, A. H. Donze 5, C. van der Hooft 2, L. van
der Hooft, A. Tazelaar, P. .VI. C. van Sprang en D. J. Dees,
ieder I stem.
Bij de nu volgende tweede stemming wordt verkozen met
10 stemmen de heer J. Willemsen, terwijl herstemming moet
plaats hebben tusschen de heeren A. H. Donze en P. M.
C. van Sprang, die elk 5 stemmen verkrijgen.
De herstemming heeft tot uitslag dat met 5 stemmen wordt
verkozen de heer Van Sprang; de heer Donze verkrijgt
4 stemmen Bij deze stemming bleef de heer Van de Velde,
als aanverwant aan den heer Donze, buiten stemming.
Op voorstel van deu Voorzitter wordt hierop overgegaan
tot de benoeming van twee plaatsvervangers, waartoe worden
benoemd de heeren A. J. Tazelaar met 10 en A. H. Donze
met 8 stemmen. De heeren C. van der Hooft en M. de
Jonge verkrijgen elk 1 stem.
Bij bovengenoemde steramingen was telkens 1 stem bianco.
b. Door den Voorzitter wordt overgelegd bet procesver-
baal van de op 27 Juli 11. door Burg, en Welh. gehouden
kasopname bij den geineente-ontvahger. Daarbij is gebleken
dat over de jaren 1905 en 19t 6 is ontvangen eene som van
f 112 855,02^ en biijkens voorhanden zijnde bewijzen van
uitgaaf, uitgegeven een bedrag van 108,862,94}, zoodat
meer ontvangen dan uitgegeven is eene som van 3992,08.
Het goed slot der rekening van 1904, dat op de loopende
begrooting in ontvang is gebracht, bedraagt 547,17. Er
moest dus in kas zijn f 4539,25, juist overeeukomende met
de vertoonde bewijzen.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland, dd. 29 Juni
1906, waarnevens van het bewijs hunner goedkeuring voor-
zien wordt teruggezonden het primitief kohier van den
hoofdelijken omslag, voor het jaar 1906.
Aangenomen voor kennisgeving.
<t. Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland, dd. 29 Juni
1906, waarnevens van het bewijs hunner goedkeuring voor-
zien wordt teruggezonden het kohier der schoolgelden voor
het tweede kwartaal 1906.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland, dd. 29
Juni 1906, waarbij de goedkeuring wordt bericht van het
raadsbesluit van 21 Juni 11. no. 150 betreffende uitgifte vau
grond in erfpacht.
Aangenomen voor kennisgeving.
I". Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland. dd. 29
Juni 19 6, waarnevens van het bewijs hunner goedkeuring
voorzien wordt teruggezonden een exemplaar der gemeente-
begrooting voor 1906.
Aangenomen voor kennisgeving.
jjj. Een sthrijven van Ged. Staten van Zeeland. dd. 29
Juni 1906, waarbij de goedkeuring wordt bericht van het
raadsbesluit van 21 juni 1.1. no. 8, betreffende hetaangaan eener
geldleening, groot 1750.9, voor verbetering van wegen en
straten en voor de betaling van een uitkeering aan de gemeente
Hoek.
Aangenomen voor kennisgeving.
De Voorzitter vraagt of een der leden in verband met de
to slniten geldleeniug een voorstel wenscht te doen, wat niet
het geval blijkt.
Ii. Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland d d. 29
Juni 1906, waarnevens wordt terruggezonden een exemplaar
van het goedgekeurd raadsbesluit van 21 Juui 1.1., tot at-en
overschrijving in de begrooting voor 1905.
Aangenomen voor kennisgeving.
i De begrooting van de Kamer van Koophandel en Fa-
brieken voor het jaar 1907, conform aan de goedgekeurde
begrooting voor 1906, op een eindeijfer van 180.5.
Deze zai later met de gemeentebegrooting worden behandela.
j. De rekening en verantwoording van de Commissie van
beiieer over den grindweg Ter Neuzen— Hoek over het jaar
1905, bedrageude in ontvangsten f 1500 en in uitgaven
1569,29, sluiteude alzoo met een kwaad slot van f 69,29.
Voorts is met het oog op de ontbinding van het contract
tusschen de gemeenten Ter Neuzen en Hoek ook reeds inge-
zonden de rekening over het jaar 1906. Deze bedraagt in
ontvangsten en uitgaven 222.59.
De Voorzitter, enkele cijfers uit de l-ekeningen noemende,
consiateerd dat thans het gezamenlijk ondtrhouden van den
weg sedert 1 Juli gelukkig lot het verledene behoort.
Deze rekeningen zullen later met de gemeenterekening
worden behandeld.
It. Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland, d. d. 22 Juni
1906 waarbij aan Burg, en Weth. wordt bericht, dat de
Minister van Binnenlandsche Zaken hun in kennis stelde,
met de bezwaren welke gerezen zijn tegen de dienstplichtig-
heid bij de brandweer van ambtenaren bij den actieven dienst
der belastingen. Het komt Z. Exc. voor, dat onder de be-
paliDgen vau art. 37 der verordenmg op de brandweer, ten
onrechte niet is opgenomen de bepaliug, dat de waarneming
van ambtsplichten op het tijdstip waarop aan oefeningen zoude
moeten worden deelgenomen of zoude moeten worden mede-
gewerkt tot het blusseheu van brand, een geldige reden van
onthouding oplevert.
Naar aanleiding daarvan verzoeken Ged. Staten te willen
bevorderen, dat de gerezen moeilijkheden uit den weg worden
geruimd, door aanvuUing vau de bewuste verordening in
bovenvermelden zin.
Van den uitslag zicn Gei. Staten gaarne zoo spoedig
mogelijk bericht tegemoet.
Naar aanleiding van dat schrijven hebben Burg, en Weth.
beleefd verzocht wel in kennis le mogen worden gesteld met
het geval dat aanleiding heeft gegeven tot het inroepen van
de tusscheukomst van Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche
zaken ten opziehte van dienstpliehtigheid bij de brandweer
alhier.
Zij wezen er op dat tot na toe omtrent deze dienstpliehtig
heid bij hen geen klachten werden ingediend en ook personen,
die werkelijk andere diensten of ambtsplichten te vervullen
hadden, op het tijdstip waarop aan oefeningen zoude moeten
worden deelgenomen of zoude moeten worden medegewerkt
tot het blussehen ran brand, bij afwezigheid nimmer werden
vervolgd, of verhinderd die diensten of ambtsplichten waar
te nemen, zoodat de urgentie tot wijziging der verordening
op de brandweer in den door den Minister aangegeven zin nog
met is gebleken.
Hierop is, d.d 12 Juni 1906, van Ged. Staten een schrijven
outvangen, waarbij wordt berichi, dat de tusschenkomst van
den Minister van Binnenlandsche Zaken is ingeroepeu door
zijn ambtgenoot van Einancien, op grond dat de ambtenaren
der belastiugeu te Ter Nenzen in hun gewonen dienst worden
belemmerd, door hun van gemeentewege upgdegde brand-
weerdiensten, zooala o. a. blijkt uit de veroordceling van 2
ambtenaren in Maart j. 1.
In verband met de door den Raad gedeelde opvatting van
Burg, en Weth., dat de diensten vau de ambtenaren der
belastingen niet behuoren tot //de andere plichten in het
openbaar belang te vervullen", waatvan sprake is in art. 11
litt. a, der braudweerverordening, biedt de door den Minister
van Binnenlandsche Zaken aaubevolen aanvuliing van art. 37
de gewenschte oplossing.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten deze stukken
te stellen in handen van Burg, en Weth. om daarover nader
te adviseeren.
I. De Voorzitter doet mededeeling van een bij het Dag.
Best, ingekomen schrijven van het Bestuur der Brandweer
waarbij wordt verzocht eenige in het spuithuis geborgm, niet
meer gebruikt wordende materiulen op te ruimen, daar deze
ook een deel innemen van de in het spuithuis toch a] zoo
bepeflcte ruimte. Voor opruiming zouden naar het oordeel
van het Besluur der Brandweer in aunmerking komen3
oude slangen, 2 brandkarren de z.g. zakpomp en 25 oude
petten.
De Voorzitter deelt mede dat het Bestuur omtrent de
slangen nog tot een andere meening is gekomen en deze
voor mogelijke eventualiteiten wenscht te bewaren. De karren
waarvau de vtrkoop wordt voorgesteld, hebben de bestemming
om daarop de spuiten te laden, wanneer die over grooteu
afstand moeten worden vervoerd, doch zijn ondorlmatig, daar
alleen de spuiten er op kunnen geladen worden, inaar niet het
personeel. Met de spuiten alleen is men niet vooruitde spuit-
gasten moeten er ook zijn. is het dus eens noodig dat de
spuiten ver buiten de kom vau de gemeente moeten worden
gebruikt, dan is het beter een kamion te huren, daarmede het
personeel te vervoeren en de spuit er aehter vast te maken
dan arriveeren spuit en personeel tegelijk.
Namens het Bag. Best, vraagt spreker dus voor dat college
maehtiging om de karren, de zakpomp en de oude petten
op de rneist geschikt voorkomende manier te verkoopen.
Z. h. s. wordt de gevraagde maehtiging verleend.
m. Een verzoek van den gemeente-secretaris, om hem
tot het volbrengen eener voorgenomen reis verlof te verleenen
van SO Juli tot 8 Aug. a. s.
De Voorzilter deelt mede dat maatregelen zijn genomen
om in de waarneming der betrekking te voorzien en geeft
in overweging om het verzoek in te. willigen.
Z. h. s. wordt aid us besloten.
ii. Een verzoek van P. de Bakker en 21 andere bewoners
der Nieuwediepstraat, aan de zijde wanr de huizen met even
nummers zijn gemerkt, om voor het ruimen van beerputten
gebruik te mogen maken van den gemeentegang, die achter
hunne woningen ligt, daar zij geen achteruitgang hebben en
het weghalen der faecalien dus thans door den gang hunner
woningen moet gesehieden, wat een ongewenschte toestand is.
Dit adres i9 in de vorige vergadering gerenvoyeerd naar
Burg, en Weth. om advies.
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. j. 1. Maan-
dag den toestand plaatselijk hebben opgenomen en dat het
hun ongewenseht voorkomt de gevraagde vergunning te ver
leenen.
Bij die geiegenheid is evenwel ter sprake gekomen de
mogelijkheid om het ruimen der beerputten op een? andere
wijze te doen plaats hebben, n. 1. met een pomp, zooals dat
op andere plaatsen geschiedt, wat dan niet den minsten last
van stank veroorzaakt.
Die wijze van werken heeft ook het voordeel dat het over-
dag kan gesehieden, wat nu niet het geval is. Thans moet
men des nachts zitten wachten tot de menschen voor dat
werk komen, want een vasten tijd kunnen zij niet bepalen,
daar het van omstandigheden aihangt, of zij soms op een
andere plaats langer moeten werken, dan eerst geaacht werd.
Het gevolg zou dus zijn dat zoowel de ingezeienen als de
menschen die het werk doen, hunne nachtrust niet zouden
behoeven te missen, Spreker heeft het in eene andere plaats
wel eens gezien. De slangen moeten zoo lang zijn, dat zij
toereikend zijn om van af de sti'aat de meest verwijderde
patten te kunnen bereiken. Deze worden in de putten gelegd,
de motor staat op straat te werken en als het werk is afge-
loopen, wordt alles afgesloten. Men heeft dan niet den
minsten last van stank.
Spreker is van meening dat deze methode ook voor Ter
Neuzen van groot nut zou zijn. Hij heeft het niet ter sprake
gebracht om daarover aanstonds te beslissen, maar opdat de
leden er ook eens hunne gedachten over zouden kunnen lateu
gaan.
De heer Visse* deelt mede dat een 15, 16 jaar geleden
ook reeds dat plan ter sprake is gekomen en dat toen eene
commissie is benoemd om deze zaak te onderzoeken. Hij
had ook de eer tot die commissie te behooren en in Gent
werd een onderzoek ingesteld. Ilet onderaoek had tot resul
taat dat die wijze van werken zeer uitnemend werd geacht,
maar dat men afstnitte op de kosten. Toen waren echter
de motoren nog niet bekend en het is daarom zeer goed
mogelijk dat men tegenwoordig beter zou kunnen slagen.
De Voorzitter is van meening dat de kosten geen over-
wegend bezwaar zouden kunnen zijn, want hij gelooft dat
het bedrag, dat de gemeente bij het aan-chaffen van zoo n
instrument zou moeten bestcden aan rente en aflossing, best
zou te vinden zijn door het heffen eener retribute van hen,
waar het privaat zou moeten worden geledigd. Nu er hier
electriciteit is, zou een motor, die op een eenvoudige wijze
aan het net kon worden aangesloten voldoende zijn voor
drijfkracht.
De heer Van den Hoek meent dat dit laatste niet zou
kunnen, maar dat men dan de motor aan de centrale telkens
zou moeten laten vullen.
De Voorzitter antwoovdt dat dit veel te lastig is, en meent
dat het op de door hem aangegeven wijze wel kan worden
bewerkstelligd. Echter dat is een kwestie van later datum,
eerst dient te worden beslist, of het idee uitvoerbaar wordt
geacht.
De heer Van den Hoek is het daarmede eens. Hij zou
ook gaarne zien, dat er veranderiDg in kwum. Hij heelt ook
geen bezwaar tegen het heffen eener vergoeding voor het
ledigen van beerputten. Hij meent dat dit nog buitendien
het voordeel zou hebben, dat er goed voor werd gezorgd,
dat de putten dicht zijn, wat nu nog al eens te wenscben
overlaat Dit heeft tengevolge dat bij veel regen het grond-
water in de putten dringt, waardoor deze natuurlijk telkens
vol zijn en waarvan de aannemer der straatreiniging den last
heeft, dat men hem ieder oogenblik konit vragen, den put
leeg te willen maken.
Wanneer tot die wijze van werken werd overgegaan, zou
de gemeente echter in de geiegenheid moeten zijn den mest
te verkoopen en dat gaat niet zoo gemakkelijk. Een parti-
culier kan ten deze gemakkelijker werken dan de gemeente.
De Voorzitter herinnert dat hij vroeger het idee al eens
heeft geopperd, om de geheele straatreiniging in eigen beheer
te nemen en dan van de straat- en beermest compost te
maken.
De heer Van den Hoek acht dat plan minder uitvoerbaar,
omdat er te veel kapitaal mee gemoeid zal zijn.
De Voorzitter merkt op dat het in andere plaatsen met
succes gedaan wordt.
De heer Van den HoekMaar men zal niet vertellen
wat er in gestoken wordt.
De Voorzitter: Maar hier wordt toch voor de straatrJini-
ging ook f 1500 betaald.
De heer Van den Hoek herhralt er niet tegen te zijn dat
er een andere methode wordt ingevoerd en ook niet tegen het
heffen eener retributie; het beste zou wellicht zijn. dat er
eene commissie werd benoemd, die de zaak onderzocht en
naar aanleiding van dat resultaat een voorstel deed.
Hij is sterk voor verandering, want zooals het nn gaat, is
het in het algerneen maar zwakjes.
De heer Moes is ook voor het benoemen eener commissie.
De Voorzitter gelooft dat niemand eveuineel bezwaar zal
maken tegen het betalen eener vergoeding. Hij stemt ook
in met het denkbeeld eene commissie te benoemen en ver-
zoekt den Raad tot de benoeming over le gaan.
De heer Dees zou het onderzoek in deze maar aan Burg,
en Weth. willen overlaten.
De heer Van den Hoek zou in dit geval liever eene Raads-
commissie benoemd zien.
De heer De Jagev geeft in overweging de Commissie van
Fabricage daarvoor aan te wijzen, omdat het een zaak betreft
die eenigszins op haar terrein ligt.
Verschillende leden verklaren het hiermee eens te zijn.
De heer Van den Hoek veTklaart daartegen ook geen be
zwaar te hebben.
Ten slotte wordt goedgevonden dat Burg, en Welh. eeu
onderzoek zullen instelten, die dan het advies der Commissie
van Fabricage kunnen inwinnen.
De Voorzitter stelt alsnu voor het verzoek der ingezetenen
van het Nieuwediep af te wijzen.
De heer De Jager vraagt welk bezwaar er tegen inwilli-
ging bestaat.
De Voorzitter: In de eersts plaats knnnen de karren in
dien gang niet draaien en dan is deze ook niet verhard,
zoodat door die als rijweg te gebruiken er een zeer onge
wenschte toestand zou ontstaau. Ook is al van terzijde gezegd,