A I g e m e e n ieuws- en Advertentieblad r e n. No. 4863 Dinsdag 10 Juli 1906. Belasting op bedrijfs- en andere inkomsten. Kamer van Koophandel en Fabrieken 46e Jaargang. Openbare Vergadering Buitenland. FEUILLE'fO WERNER'S AVONTUUR. Voor ABONNBMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonueert zicb bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. Intending van advertentien voor Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor clken regel meer f 0,10. B\j directe opgaaf van driemsal plaatsing derzelfde adrertentie wordt de pr$» slechts tveemnl berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. d ureu. op den dag der uitgave te Ter* Neuzen. op Dinsdag den 10 Juli 1906, 's nam. 7]/2 uur. De Voorzitter, J. A. VAN ROMPU. De Secretaris, H. J. VOOREN. XIII. Lili was slechts weinige seconden aan het venster blijven staan toen was er een gevoel n ontzetting over haar gekomen, en zij liep lard weg, niet in de richting naar huis, maar ter zijde daarvan, waar het kreupelhout een echte wildernis vormde. Eindelijk raakten hare voeten v-erward in heidekruid zij viel en bleef stil liggen. de eenzaamheid op de heide en in den igelijkschen omgang met haar zwaarmoedigen grootvader was Lili peinzend en zwaarmoedig geworden. Haar verstand was niet gekrenkt, maar kon het worden. Het plotseling, geheim- zinnig verdwijnen van den man, die haar in weinige dagen zoo dierbaar geworden was, had haar op het vermoeden van ecu misdaad ge- brachtmaar zij had geen bewijzen, of het moest die omgegraven plek in den tuin zijn, doch daar had zij zelf den grond omgewerkt. En daarom leefde op den bodem van haar hart nog altijd de stille hoop, dat Reinhold Werner den een of anderen dag weer mocht komen opdagen. En nu had ze met eigen oogen, in hetzelfde huis waaruit Reinhold Werner verdwenen was den man gezien, die hem indertijd bij denaankoop der villa vergezelde, en die in haar fijiigevoelig gemoed een gevoel van afschuw had gewekt In die Vluchtige seconden kwarn het overprik- kelde meisje tot de overtuiging, dat zij den moordenaar gezien had, en wel op of nabij het graf van den vermoorde, en deze overtuiging greep haar vreeselijk aan. Lili lag onbeweeglijk in het heidekruid. Naast haar verhief zich een heuvel, die alge meen gehouden werd voor een soort van hunnebed en waarover vele vertellingen in omloop waren. Op den top er van lagen groote steenen, en een doornenboschje spreidde zijne wortels diep in den grond uit, waar het gebeente rustte van een verslagen Germaanschen krijgsman. Maar men had toch de plaats kenbaar gemaakt en de doode was gevallen in een eerlijk gevecht, bij het licht der zon. Tegenwoordig worden de menschen bij don- keren nacht vermoord, en ais de moordenaar het lijk onder de aarde stopt, dan maakt hij geen heuvel en stapelt geen steenen op elkaar. Men kan slechts vermoedens koesteren, ais men bij de versch omgegraven plek staat dat is alles. Maar de verraders zijn er toch ze zitten op de boomen in het rond en krassen. Lili had hunne vleugels hooren klappen, toen zij uit den tuin vluchtte, en nu hoorde zij weer het fladderen der zwarte vogels, die naar het westen vluchtten voor den opgang der zon. Het werd langzamerhand lichter. Het meisje richtte zich op en hurkte aan den voet van den heuvel neder. Zij dacht na en eigenlijk dacht zij toch niet na, het draaide en woelde in haar hoofd, nu eens nam zij een besluit, dan was zij dit weer vergeten. TER NEUZEN, 9 Juli 1906. Gisteren werd alhier in u De Buiten- feocieteit een concert gegeven door de fanfare Zij moest den moordenaar vatten van het concert was er nog een //Vlijt en Volharding" van Hulst, directeur de beer Aug. Eeckhout. Te constateeren viel eene aanraerkelijke vooruitgang van het gezelschap, sedejt het zich alhier voor enkele jaren deed hooren, maar toch was het programma voor een niet sterker bezet korps wel wat zwaar en was dan ook op het eind een toenemende af- matting der nitvoerenden waar te nemen. Het concert werd door bijzonder fraai weer begunstigd, doch ondanks dit was de opkomst der leden niet bijster druk. Na afloop uurtje gelegenheid tot dansen, waarvan door de jongelui druk gebruik werd gemaakt. De tijd der Gentsche feesten is weer daar en zooals gewoonlijk worden dan reizen naar Ter Neuzen georganiseerd. Heden middag arriveerden alhier de stoombooten ,/Luctor et Emergo" en Sumatra" met tal van pleizier- reizigers, voor wie de Scheldeboorden steeds zoo groote aantrekkelijkheid bezitten. Of neen, de moordenaar moest gevat worden daar waren de mannen voor, die uniform dragen. Voor die mannen was Lili altijd bang geweest. Ln ais zij naar die mannen ging om een moordenaar aan te wijzen, dan zouden zij vragen. wie de vermoorde was, en voordat men dan de heide had omgegraven, zou de moordenaar ont- snapt zijn. En ais zij met eigen hand de juiste plek aanwees, dan viel de verdenking op haar zeiven en op haar grootvaderwant devreemde- ling had veel geld bezeten, veel geld. Neen, zij zou aan niemand iets zeggen zelfs niet aan haar grootvader Zelf handelen ge- heel alleen, dat was hier aan de aangewezen weg Maar hoe V Het werd voortdurend lichter. en Lili verzonk al dieper in gepeins. Nooit had zij ai het gewicht van hare ver- latenheid hier op de eenzame heide zoo gevoeld ais op dien ochtend, bij het aanbreken van den dag, welke leven en licht terugbracht. Lili verlangde vurig naar een vrouwelijk wezen, voor wie zij haar hart zou kunnen nitstorten. En toen herinnerde zij zich plotseling, dat die zwart gebaarde man niet alleen was geweest. Zijn welbekend gelaat, beshenen door het licht der kaars, stond haar zoo helder voor oogen dat zij die vrouw aan de schrijftafel bijna vergeten was- Maar die vrouw was van vleesch en bloed, dat was niet de geest van het slachtoffer, die, volgens het oude verhaal, overai den moordenaar vervolgt. En misschien toch een slachtoffer Steeds duidelijker kwamen nu de trekken van J.l. Zaterdag werd alhier door den heer A. Rouw in het cafe //De vier Emmers" aan- besteed het bouwen van een woonhuis aau den Baandijk te Ter Neuzen. "Voor het timmerwerk was minste inschrijver de heer Oh. de Maree voor 448, aan wien het werk is gegund. Voor het metselwefk was niet ingeschreven. Bij het hoofdbestuur der Schippersver- eeniging //Schuttevaer" zijn o. m. de volgende beschikkingen van den Minister van YVaterstaat ingekomen In zake het verzoek omtrent remmingwerk aan de sluis te Ylissiugen, dat het verlangde remmingwerk niet is te beschouwen ais een urgent werk en daarvoor geen gelden op de staatsbegrooting kunnen worden uitgetrokken, alvorens meer noodzakelijke werken zijn tot stand gebracht. Ten opzichte van het naast elkaar varen van sleeptreinen op de Waal, dat op de door //Schut tevaer" aangegeven overtredingen der betrokken politiebepalingen voldoende de aandacht is ge- vestigd en dat getracht wordt deze zooveel mogelijk tegen te gaan. De heer L. Pieterse, onderwijzer te Hulst, is door ZExc. den Minister van Kolonie'n gesteid ter beschikking van de Gouverneur-Generaal van Ned. Oost-Indie, om daar te lande te worden benoemd bij het lager onderwijs. Ais leden van den Raad zijn Donderdag te Waterlandkerkje herkozen de aftredende heeren J. B. Dossche met 50, F. van Prooie met 39 en M. Verbrugge met 37 van de 73 geldig uitgebrachte stemmen. De eerste is katholiek, de tweede liberaal en de derde anti- revolutionnair. Yerder waren uitgebracht op de heeren C. van Dixhoorn (lib.) 26, A. H. de Milliauo (kath.) 9 en H. P. L. Weemaer (kath.) 6 stemmen. HoeL. De geldleening groot f 13,600 ten laste dezer gemeente is toegewezen aan de heeren Jan Blijdesteijn Zoon bankiers te Utrecht. Ziiamslag, 7 Juli. Heden werd alhier aan den Margarethapolder door den notaris Yan der Moer, ten verzoeke van Pieter Faas en de erven zijner vrouw in het openbaar geveild een huis met schuurtje en verdere toebehooren bij de haven aan den Margarethapolder, groot 50 centiaren. Hiervan werd kooper de heer Corn, de Yos Jacz., te Zaamslag, voor f 180. die jonge vrouw Lili voor oogen. Zij had een schoon gelaat, met' een droevige uitdrukking. Het jonge meisje achtte het onrnogelijk, dat een vrouw de helpster van een misdadiger kon zijnzij had hem misschien lief misschien be- hoorde zij hem toe voor het leven, maar zij kon geen kennis dragen van zijn karakter en van zijne misdaden. Die gedachte versterkte zich bij Lili hoe langer hoe meer, en ten slotte nam zij het besluit. met die vrouw in verbinding te treden. Dat moest dan natuurlijk gebeuren buiten weten van den man, wiens aanblik haar reeds met afschuw vervulde dus bij avond, of nog liever bij nacht. Thans was het daarvoor te laat, want de opgaande zon kleurde reeds den oostelijken hemel. Toen Lili in de baanwachterswoning terugkeer- de, lag haar grootvader nog in diepen slaap. Hij liet den dienst in den laatsten tijd hoe langer hoe meer aan zijne kleindochter over en dronk voortdurend meer brandewijn. Dit laatste was ook een reden, waarom Lili besloot zelf- standig te handelen ze bedacht, dat haar groot vader niet was opgewassen tegen de slimheid van een misdadiger. Gedurende den ganschen dag bemerkte de baanwachter niets bijzonders aan zijn kleinkind. De eenzaamheid pn zijn eentonig beroep hadden hem tot een weinig spraakzaam mensch gemaaktook met zijne eeuige huisgenoote wis- selde hij of niet veel woorden. Op de korte vragen die hij nu en dan, in den loop van den dag, deed, kreeg hij autwoorden, die bij hem geenerlei argwaan wekten. (Wordt vervolgd.) «*it blunt vejsehtjnl """"''"K-. WoeBNilag. en VriJ.;»|{»vi»n 1atige».»in<e.i^ np ^eestrtasen, 1»IJ de ft'ifma 8". Jf. VAK UN 1AIDK te Ve>Xe«ea, Dfe Hnrgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter kennig van de daarbij belanghebbenden, dat het door den Directeur der Directe Belastingen e n z. te Middelburg, den 6 Juli 1906 invorderbaar vei'klaard kohier der belasting op bedrijfs- en andeie inkomsten dezer gemeente, over het jaar 1905/6 No. 10, op heden aan den Ontvangei der Directe Belastingen. ter in vorderirig is ter hand gesteid en dat ieder verpiicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Ter Neuzen, den 9 Juli 1906. De Burgemeest6r voornoemd, P. MOES, LB. De vertoogen van de Porte en de mogendheden bij de Grieksche regeering scbijnen toch geholpen te hebben. De regeering heeft aan de grens krachtige maatregelen genomen om te verhinderen, dat Grieksche benden Macedonia binnentrekken en heeft zelfs 4 offieieren van de grenspolitie, die de in'structies niet goed opvolgden, naar huis gestuurd. Buvendien is ze van plan, offieieren van het leger, die, terwijl ze op non-acliviteit gesteid zijn, nieedoen aan de Macedonische croebeleri, stieng te Bt'raffen. Op deze wijze kan ze dus met Turkije en de mogendheden goede vrienden blijven en het misschien weer eens woruen met Roemenie. Datzedaar wel naar zal verlangen is zeker. De Grieksche belangen worden door dezen twist te zeer geschaad dan dat de aardig- heid, om eens tegen de Roemeniers te kunnen uitvaren, er niet gauw af zou. gaan. En deze Roemeniers lijden daarbij zoo goed ais geen schade, orndat ze in Grieken- iand weinig belangen hebben en daar bijna niet vertegen- woordigd zijn. Om een dergelijke reden zal zeker de ruzie met O.i denrijkServie ook ganw gaan vervelen. let land voert bijna uitsluitend uit over de Oosten- rijksch-Horigaarsche grens en het is dus doodelijk voor dien uitvoer en voor het economisch welzijn vaii Servie wanneer die grens door hooge tarieven zoo goed ais gesloten wordt. Men houdt zicb nu te Belgrade wel bezig met het zoeken van een anderen weg voor den uitvoer bv. naar den kant van Roemenie en van daar over zee verder. Maar deze weg zou langer en kost- baarder zijn en dus den Serviers in deri zak komen tei wiji het ook nog niet zoo gemakkelijk gaan zou. De Donau-monarchie kan inmiddels deze popingeh van Servie rustig aanzien en afwachten wat er van komen zai. Zij heeft bij een gemakkelijken handei met Servie bijna geen belang. Toch is men ook daar en vooral in Hongarije, niet algemeen tevredeu met de gevolgde politick tegenover het kleirie koninkrijk. Het Hongaarsche gedeelte heeft aitijd nog het meeste belang bij den handei en een goede verstandhouding met Servie en met de kleine Balkanstaten en waar blijkbaar Hongarije ai bezig is te tornen aan het economisch verurag met Oostenrijk kan het ook voor Oostenrijk gevaarlijk worden, een handeispoiitiek door te zetten, die niet naar den zin van Hongarije is. Zoo zou toch Servie nog rustig den loop van den strijd kunnen af wachten en in ae oneeuigheid tusschen Oostenrijk en Hongarije een welkomen bondgenoot krijgen. En die oneenigheid de laatste daden der Hongaarsche re geering, waarover de Oostenrijksche minister-president zicb beklaagde, bewijzen het weer wordt er werke- lijk niet minder op. Men zou zeggen, dat moet op een spoedigen openlijken twist uitloopen en verwondert zicb, dat het nog zoo lang houdt Maar er is meer, waarover men zich in den loop der wereidgebeurtenissen van den laatsten tijd verbazen moet. En men begrijpt niet wat verwonderlijker is: de taaie kracht van lieltegenwoordige Rnssische bewind, of bet geduld, waannee iiet Rnssische volk (lit bestuur en zijn daden hlijl't vefdragen. 'tis waar, het volk komt overai in veizet. In den Kaukasus staakt het en vecht met de kozakken, wanneer soldaten wegens rnui- terij terechtsiaan in Warschau zegt het de politie aan, dat het alle poiitie-heamhteri, tot den laatste toe, zal doodschieten, zuolang de staat van beleg niet is opge- heven, en het is druk bezig die bedreiging uit te voeren over bijua het geheeie land zijn de boeren in beweging en met kozakken aan't veehten, en bijna alle garnizoenen hehnen lets van den revolutionnairen geest te pakken en wanneer Maria Spiridonuwna naar Siberie gezondeu wordt, roept het volk haar ua »Tot weerziens. Houd maar moed." Waar tot een algemeen en volgehouden verzet schijnt het maar niet te komen., Of zou nu mis schien het hoereiicocgres, dat te Helstngfors gehouden is, en waar de boeren, de arbeidersgroepen, de revo- lulionair-socialisten en de Finewhe revolutionairen ver- tegenwoordigd waren daartoe de voorbereiding zijn Men besloot er tot een algemeenen opstand. in geval de Doema onthonden werd, waartoe, naar men zegt, de Czaar thans weer overhelt, en vormde een comite ora te zorgen, dat de revolutie niet voor het goede oogen- blik uithreekt. Het zijn teekenen althans, dat men zicb voorbereidt, evenals ook die ontdekking door de politie te Moskou van een koopcominissie der reveluti- onnairen, die ijverig wapenen bijeenbracht. Wie weet hoe weinig er maar meer noodig is om de groote vlam der levolutie over Rnsland te doen uitslaan Over de gruweleii te Hjelostok is door den afgevaar- digde Arakantsef aan de Doema een rapport uitgeliracht waarin o. m. gezegd wordt De commissie is in bet bezit van de namen en adressen van alle getnigen, maar verscheiden van die namen kunnen, om voor de hand iiggende redenen, niet open haar gemaakt worden, zoolang de tegenwoordige overheids- personen te Bjelostok zijn, en de stad nog in staat van beleg verkeert. Eerst later zal het de regeering mogelijk zijn, door een ambtelijk onderzoek de waarheid vast te stellen Uit een telegram van de geneesheeren te Bjelostok blijkt, dat een kogel verwijderd is uit het lichaam van een vrouw, van wie beweerd werd dat zij door een bommenaanslag gedood was. Dat doet reeds de beschul- diging in het officieele rapport te niet, dat een bom naar de processie geworpen zou zijn. Er is maar een bom geworpen, in de Soeraskaja-struat, door kwaadwilligen (tie de onlusten Niemand werd ais een broeinest van de er geen soldaten nocb wilden laten voortducen. toen gekwetst. Deze straat stond bekend terrorlsten, en toch durfden politieagenlen binnengaan. Ais "de revolutionairen zeggen dat er slechts weerwraak gepleegd is, hoe komt het dan dat in de Soeraskaja-straat geen toezicht werd gehouden, lerwijl in audere straten plunder ng en moord aan den gang was Het ambtelijke rapport zegt dat de joden voortdurend op de troepen bleven schieten, uit de vensters van hun huizen. Maar, zoo vraagt Arakantsef, welke verliezen werden er door die troepen geleden Drie gewonden. En een officier getuigt, dat deze drie mannen bij ongeluk door hun kameraden gekwetst zijn. Het rapport van de overheid zegt nog, dat joodsche revolutionairen het hoofdeomrnissariaat bestookten uit een huis, dat in brand geatoken werd en waar men acht of negen doode revolutionairen vond. Maar uit het bedoelde huis kan men onrnogelijk het poiitiebureau raken. In het rapport aan de Doema zijn echter de ware redenen tot dezen moord onthuld. En waarom, zoo vraagt Arakantsef, werden de moordtooneelen niet gestaakt op den tweeden dag, ais Stolypin zegt dat hij daartoe bevelen gegeven heeft De moordtooneelen van Bjelostok zijn slechts de ttanvuiling van de schandelijke poiitiek, die rassenhaat opwekt om daardoor het be3taan van de oude instel- lingen te verleugen. Finland. Rolen en Kaukazie zijn andere voorbeeiden daarvan. De drijvers van de poiitiek sc.hamen zich niet soldaten eerinoze opdrachten te geven hen te maken tot menschenslacbters en den vereerden naara van deri Keizer te liezoedeien. De heele wereld moet weten dat deze moorden niet het werk zijn van het Rnssische volk, maar van de zoogenaamde Rnssische regeering. i ja

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1906 | | pagina 1