Hoogwatergetij te Ter Neuzen. D A G E N. Voorm. Kara. Zaterdag 23 J uni 2.36 2.53 Zondag 24 3.10 3.29 Maandag 25 3.46 4.5 Dinsdag 26 n 4.24 4.43 Woensdag 27 5.4 5.25 Donderdag 28 n 5.51 6.16 Ynjdag 29 6.44 7.14 f. Er is daar nog al zwaar gerij en daarom acht hij voor die straten verharding met keien noodig. De heer Visser deelt mede dat de Commissie van Fabri- cage heeft ge'informeerd naar het vervoer op die wegen en daarbij bleek dat er de opbrengst van ongeveer 8 gemeten beetwortelen en wat aardappelen over worden vervoerd. Het is daar meer een wandelweg dan een rijweg en daarvoor is klinkerbestrating toch te verkiezen bovon keibestrating, want daarop kan men nooit zoo gemakkelijk loopen. De heer Moes acht dat laatste geen bezwaar, want de weg is breed genoeg, zoodat voetgangers, als men met het idee van den heer Visser over het loopen op keien instemt, ge- legenheid hebben om naast de keien te loopen. De heer Visser weerspreekt dat, de weg is dikwijls over de geheele breedte met voetgangers bezet. Dat is het even- wel niet alleen. De Commissie meent dat bestrating met klinkers voldoende is, en die is veel goedkooper dan met keien. Vooral wanneer goede keien zouden moeten genomen worden, zooals b. v. de provincie gebruikt, zouden de kosten veel hooger zijn. De heer Van den HoekDat zou wel f 4000 meer kosten. De heer Moes acht ook niet noodig om de Kerkhoflaan ter breedte van 3,25 te bestraten, 2,75 M. breedte is daar zeker voldoende voor de De Feijterstraat maakt het nog een ver- schil. Hij kan niet toegeven dat het wandelen daar zoo druk is en aangezien hij daar woont, weet hij er toch wel wat van. Het zou verder ook al vreemd zijn, dat een keiweg niet ge- schikt was om er over te wandelen, wanneer b. v. keien worden genomen van 10/14hij bedoelt natuurlijk niet zulke keien als die nit de Donze-Visserstraat. De heer MoggreIs een klinkerweg voldoende voor de zware vrachten die er over vervoerd moeten worden De heer Van den Hoek: Zie dan maar eens naar de Heerengracht. De Voorzitter: Een keiweg is natuurlijk sterker ei niet zoo gauw versleten als een klinkerbestrating. De heer De Masier deelt desgevraagd mede dat een klinkerweg na 15 en een keiweg na 30 jaren moet verstraat worden. De Voorzitter: De heer lloes weet misschien wel lioe het gelegen is met het onderhoud der Provinciale klinkerwegen De heer Moes meent dat met die wegen geen vergelijking kan gemaakt worden, en die worden ook geleidelijk vervangen door keibestrating, want de klinkers kunnen het niet houden. De heer Van den Hoek merkt op dat het vervoer op die wegen ook veel drukker is. De heer Versluijs wijst op de klinkerwegen in Zuid-Beve- land de heer Van den Hoek op die in Holland. De heer Moes is van gevoelen dat daarmee geen vergelijking kan gemaakt worden en acht een keiweg, wegens de geringe onderhoudskosten, op den duur voordeeliger. De heer De Masier weerspreekt dit laatste. Een keiweg kost j 4,en een klinkerweg maar f 1,90 per M2. Als men dat kapitaliseert kost een keiweg jaarlijks 16 cent en een klinkerweg 7cent per M-. aan onderhoud. Wanneer hij dus aanneemt dat een keiweg eeuwig duurt en een klinker weg maar 15 jaar, dan is de laatste toch nog goedkooper. De heer Moes betwijfelt of een klinkerweg het wel zoolang uithoudt als de heer De Masier zegt. De heer Dees deelt ook het bezwaar van den heer Moes, dat de klinkerbestrating niet bestand zal zijn voor het drukke en zware vervoer. Er zullen aanhoudend putten moeten worden gelicht, het vervoer van aardappelen uit Zaamslag is groot, en na eenige jaren zullen de klinkers vermoedelijk toch door keien moeten worden vervangen. De Voorzitter: Maar zie dan eens naar de Heerengracht Die houdt zich toch goed De heer Dees betwijfelt of de vrachten die daarover ver voerd worden wel zoo zwaar zijn als op de besproken wegen. De Voorzitter meent dat dit voorzeker het geval is, als ze zelfs niet zwaarder zijn, want de landbouwers kunnen de Heerengracht over goede wegen bereiken en allicht worden de wagens dan ook wat zwaarder geladen. De heer De Masier betoogt dat het de vraag is of de klinkers de vrachten die daar vervoerd worden kunnen trotseeren. Hij kan dat niet beoordeelen, want hij is er niet mee bekend. Is dat wel het geval, dan is het een kwestie van zuinigheid, klinkers te gcbruiken, omdat die veel goedkooper zijn en ook op den duur goedkooper uitkomen. De vraagt die dient be antwoord te worden is dus is er een druk en zwaar vervoer De heer Versluijs Zeker niet drukker en zwaarder dan op de Heerengracht. De heer De MasierDe Heerengracht kan nu niet precies als maatstaf dienen, want die iigt er nog maar 2 jaar. De heer Van den Hoek: Vroeger lag er toch ook een klinkerbestrating en er is geen last mede ondervonden. De heer MoesIk was oorspronkelijk ook voor klinkers, maar toen ik om het drukke vervoer begon te denken, achtte ik toch keien beter. De heer Dees vraagt of ook kan meegedeeld worden wat thans voor grind en macadam aan onderhond besteedt wordt. De Voorzitter kan dat niet dadelijk meedeelen, maar het is gemakkelijk te onderzoeken. De kosten zijn echter niet de reden dat het voorstel wordt gedaan, maar wel om den toestand te verbeterenries winters zijn die wegen altijd modderig. De heer Moes betoogt ook, dat straten in de kom der ge- meente op betere wijze dan met grind of macadam verhard behooren te zijn. De heer Visser is van oordeel dat men de wegen die het hier geldt, niet moet vergelijken met de provinciale- ol vele polderwegen, waaroyer het vervoer veel drukker is. Men kan hier zeer goed met klinkers volstaan, waarom dan keien te nemen die op 4 gulden per M'f. komen Dat zou een heel kapitaal verschillen. De Voorzitter meent dat het voor en tegen nu voldoende is uiteengezet en wil laten beslissen of voor de bestrating keien of klinkers zullen worden gebezigd. De heer De Jager vraagt of die werken niet over 2 of 3 jaren zouden kunnen worden verdeeld. De Voorzitter antwoordt, dat dit geen voordeel kan geven. Wanneer de Raad ook overtuigd is, en die werken dringend noodig oordeelt, is het beter alles zoo spoedig mogelijk uit te voeren, daar er toch voor geleend moet worden. lets anders ware het wanneer het door over verschillende jaren te ver- deelen, uit de gewone middelen kon gevonden worden. De heer De Jager: Maar het eene werk kan toch nog dringender nood;g zijn dan het andere. De Voorzitter: Het is ook de bedoeling aan te van "en met hetgeen het meest noodig is. De heer Visser merkt op dat er misschien geen bezwaar zou zijn om de wijze van bestrating der De Feijterstraat en de Kerkhoflaan nug eens aan te houden, dan kon iomiddels naar het vervoer over die wegen nog eens ge'informeerd worden. De heer Versluijs: Met zware vrachten kan het toch zoo druk niet zijn en de beetwortelen gaan toch allemaal langs de weegbrug De heer MoesDe beetwortelen doen het hem niet, die worden daarlangs zeer weinig vervoerd, maar wel veel aard appelen. De heer De Masier herhaalt, dat, wanneer klinkers vol doende zijn, dat per vierkanten meter jaarlijks 8 cent voor deeliger is. De heer Dees heeft nog een bezwaar tegen het voorstel en wel, dat de keien uit de Donze-Visserstraat, die zoo ellendig zijn dat men ze daar weg wil hebben, toch op een andere plaats in de gemeente zullen worden gelegd. De Voorzitter: Wat zou u er dan mee willen doen? De heer Dees Het schijnt dat ze totaal ongeschikt zijn De Voorzitter stemt toe dat de steenen erg hobbelig zijn en voor iemand met eksteroogen zeer lastig te begaan. De heer Van den HoekDan moet zoo iemand maar grootere schoenen aan doen De VoorzitterDat helpt daarvoor niet De heer Deesli noemt nu dat woord zelf maar het lag mij al op de lippen om te vragen of men dan soms denkt dat er op die andere plaatsen in de gemeente geen menschen wonen die last van eksteroogen hebben. De heer Visser zal de verdediging van de keien maar niet op zich nemen doch wil er alleen op wijzen dat het in de bedoeling ligt de keien te sorteeren ec de beste te gebruiken J daar waar het meest geloopen wordt en de meest ongelijke voor den rijweg in den weg naar Hoek, waar dat erjvoor de zware vrachten zoo niet op aankomt. De heer Van den HoekDan zullen de ongelijke kanten spoedig wat bijgewerkt zijn 1 De Voorzitter: Maar daar mogen we niet op rekenen. De heer Van den Hoek Als ze maar goed gelegd worden, dat kan ook heel wat schelen. De heer Dees: De keien zijn slecht en "niet te verdedigen, de gemeente had die straat nooit moeten overnemen. De heer Van den HoekDaar was niets meer aan te doen, de straat moest worden overgenomen want de keien waren eenmaal goedgekeurddat had deatijds niet moeten geschieden maar velen die daaraan hebben meegewerkt zijn niet meer in ons midden. De heer Moes is van meening dat voor de De Feijterstraat een straatbreedte van 3,25 M. niet voldoende is, daar voer- tuigen dan elkaar daarop niet kunnen passeeren en door op de kanten of in de goof te rijden de boel dan dadelijk zullen stuk rijden. De heer Van den Hoek: Dat bezwaar is zonder ver- hooging van kosten te ondervangen, door de straat 25 centimeter breeder en het trottoir zooveel smaller te nemen. De heer Moes begrijpt ook niet waarom het trottoir 1,"25 M. moet zijn1,M. is toch ruim voldoende De Voorzitter: Daarop kunnen ternauwernood 2 menschen elkaar passeeren en dan moeten ze nog niet te breed zijn. De heer Moes komt nog terug op de breedte der straat in de Kerkhoflaan, daarvoor acht hij 2,75 M. voldoende, omdat er genoeg ruimte aan den kant is. De lieeren De Masier en Van den Hoek betoogen dat die mindere breedte op de totale kosten van het werk niet van veel invloed zijn kan. Besloten wordt eerst over het voorstel der Commissie van Fabricage te steminen, zooals het thans luidtzij die dan een andere wijze van bestrating willen kunnen tegen stemmen. Het voorstel wordt met 9 tegen 1 stem, die van den heer Dees, aangenomen. De Voorzitter: Zoodat er nu dus, met de f 5000 voor de afkoopsom aan de gemeente Hoek, f 17,509 moet worden geleend. Dat komt straks aan de orde. o. Een adres van D. H. Littooij Az. te Ter Neuzen, welke te kennen geeft dat hij, wegens uitbreiding zijner zaak, ge- noodzaakt is zijne drukkerij, staaude in de Vlooswijkstraat in deze gemeente, te vergrooten, dat zulks alleen kan geschieden door inneming van de bestaande open ruimte, met keuken en bergp.aats, waarom hij boven de te vergrooten drukkerij eene keuken met privaat wenscht te bouwendat, hoewel zulks in strijd is met art. 28 der bouwverordening, dit naar zijne bescheiden meening eene verbetering zou zijn te noemen, omdat de thans bestaande open ruimte zeer klein is en bijna geheel ingebouwd, dat de luchtverversching van de drukkerij, door de aan de Nieuwediepstraat te plaatsen rarnen met val- bare bovenramen veel zal verbeteren, en dat de open ruimte voor de bovenwoniog (nl. het balcon) aanmerkelijk grooier is, en bovendien voor een groot gedeelte aan de zijde van de Nieuwediepstraat, open blijft en alleen door een balustrade wordt afgemaakt, en als zijnde aan de openbare straat, toch nimmer kan bebouwd worden. Redenen waarom hij den Raad verzoekl hem afwijking van art. 28 der bouwverordening toe te staan. De Voorzitter geeft lezing van een rapport van den gemeente- bouwmeester, waaruit blijkt dat de open ruimte van adressant, die volgens het plan thans geheel zal .worden ingeuomen, reeds kleiner is dan een derde van het gebouw, en dat er in deze geen sprake kan zijn van herbouw, zoodat deze ver- bouw niet kan worden toegestaan als in strijd met art. 28 der bouwverordening, doch dat de Gemeenteraad de bedoelde open ruimte kan hepalen achter het gebouw op het open terrein van het Nieuwediep. Aangezien dit adres na de vergadering van het Dag. Best. i3 ingekomen, hebben Burg, en VYeth. daaromtrent gen advies. De vraag is dus of de Raad het adres thans wenscht te behandelen. De heer Van den Hoek betoogt dat de straat geen open ruimte is in den zin der verordening, daarmee wordt natuurlijk een particulier tei'rein bedoeld De heer De Masier acht hier eene terreinomstandigheid aanwezig, die inwilliging van het verzoek, geheel in den geest der verordening, mogelijk maakt. De straat achter het gebouw is een open ruimte. De toestand zal er door verbeteren, al bouwt adressant zijn heele terrein vol, want de achterliggende straat wordt toch niet bebouwd. De Voorzitter: Het geval doet zich hier voor dat een bestaande vrij goede toestand slechter worden zal, d. w. z. dat de open ruimte geheel zal worden ingenomen. Nu kan er wellicht uit de verordening gelezen worden dat de openbare straat aan den eisch van open ruimte kan \oldoen, maar of dat de bedoeling geweest is De heer Moggre Het betreft hier uitbreiding eener zaak en dan moet men de ingezetenen toch wat tegemoetkomen en hen niet bemoeilijken De Voorzitter: II moet in het oog houden dat het hier betreft de toepassiDg eener door den Raad vastgestelde ver ordening en of in verband met de daarin gestelde eischen het verzoek kan worden mgewilligd Het gaat niet aan om de verordening zoo maar ondersteboven te gooien. De vraag is nu of de Raad de openbare straat voldoende acht om in den eisch van de open ruimte te voorzien. De heer Van den Hoek meent dat daarvan geen sprake kan zijn. In de verordening wordt daarmee een open parti culier terrein bedoeld. Kon adressant op een of andere wijze partij trekken van den naast liggenden open grond van den heer Will, dan was het wat anders, maar dat kan ook niet. De heer De Masier betoogt dat de achterliggende openbare straat geheel in den geest der verordening aan den eisch voor open ruimte kan voldoen. Wat is de bedoeling van dien eisch Immers het onbelemmerd toetreden van licht en lucht wearborgen Aan die bedoeling wordt dan ook geheel vol- daan, want de straat wordt nooit bebouwd. Spreker kan in de verordening niet lezen dat het een particulier open terrein moet zijn, maar wel leest hij er in dat in verband met terrein omstaudigheden de Raad de ruimte ook elders dan achter het gebouw kan bepalen. De heer Versluijs: Volgens die nitlegging zouden dan b. v. de bewoners der Brouwerijstraat aan de inarktzijde in het geheel geen open ruimte behoeven te houden, omdat de Markt achter hunne perceeien ligt De heer DeesDat acht ik vpor hen ook niet noodig. De heer De MasierDat ben ik geheel met u eens. De heer De Jager: Aan Dieleman werd de vorige vergade ring toch ook vergunning verleend. De Voorzitter: Dat was een ander geval, die had geen andere open ruimte dan een mestvaalt, die nu opgeruimd wordt. De heer De JagerIk acht het gewenseht dat de streng niet te hard aangeirokken wordt. De Voorzitter ik ben ook voor een breede opvatting maar de verordening moet toeh toegepast worden. De heer De MasierEr wordt bij inwilliging aan den eisch der verordening voldaan. U hebt het onlangs zelf zoo juist uitgedrukt, dat de bedoeling van de open ruimte was het troetreden van licht en lucht te waarborgen, en dat er zekerheid moest zijn dat een achterbuurman niet in de ge- legenheid zou zijn om, door onmiddellijk tegen het huis aan te bouwen, dat te belemmercn. Dat kan hier niet als wij de straat als open ruimte beschouwen. De Voorzitter stemt toe, dat er wel wat voor te zeggen is om van een perceel dat aan 2 straten uitkomt, als open ruimte de straat te beschouwen maar hij weet niet of het wel gewenseht is, nu er een open ten ein is, dat te verplaatsen naar de straat. De heer De Masier herhaalt dat naar zijne meening daarmee in geenen deele van de verordening wordt afgewekende toestand wordt er beter door en men voldoet aan den wensch van adressant. De heer Moes zou, wanneer dit bcginsel aangenomen wordt, er altijd rekening mee willen houden of de achter liggende straat breed genoeg is om aan de gestelde eischen te voldoen. De heer De Masier Natuurlijk; het Tuinpad b. v., achter de Heerengracht, zou niet breed genoeg zijn om in de behoefte aan open ruimte voor de voorliggend'e perceeien le voorzKn. Met 9 tegen 1 stem, die van den heer Van den Hoek wordt hierna het verzoek van adressant ingewilligd. 3. Benoemtng schatters vvrgunningsrecht. De Voorzitter stelt aan de orde de benoeming van schatters van het vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein, om den Raad voor te lichten in zake de reclames van Jac. J. Bliek, D. P. Solleveld, wed. D. van der Walle en B. P. de Boij. De heer Versluijs vraagt of er bezwaar is dat daarvoor leden van den Raad worden aaugewezen. De heer Dees acht het beter dat in deze geen leden van den Raad worden benoemd, aangezien de Raad later zelf be slissen moet. De Voorzitter, ofschoon 't ook beter oordeelende dat geen leden van den Raad worden benoemd, merkt op dai het meermalen voorkomt dat Commissie's uit den Raad worden benoemd ter voorlichting over zaken waaromtrent de Raad beslissen moet. De opmerking wordt gemaakt, dat het ook gewenseht is geen vergunninghouders te benoemen. De heer Versluijs had ook het oog op leden van den Raad oud-vergunninghouders, de heeren Wieland en De Jager. De heer De Jager verklaart niet voor eene benoeming in aanmerking te willen komen. Tot stemming wordt overgegaan, waarvan de uitslag is dat met 7 en 5 stemmen worden benoemd de heeren H. W. R. Kramer en K. Wieland. Op den heer J. Willemsen waren 3 en op den heer P. Bouwens 1 stem uitgebracht1 brief je was bianco. Naar aanleiding van den uitslag der stemming worden enkele opmerkingen gemaakt, omdat er een vergunninghouder be noemd is. De Voorzitter verklaart dat hij dat liever niet zou hebben gezien. De heer Versluijs merkt op dat de benoemde vergunning houder geen herbergier is, maar juist als oud-herbergier er wel wat van weten kan. De Voorzitter voert hiertegen aan dat de benoemde ook zelf aan vergunninghouders levert.en het is bekend dat de omstandigheden iemand, als hij er zijdelings bij betrokken is, wel in moeilijkheden kunnen brengen. De heer Versluijs: Dat moet de benoemde dan toA zelf weten en zelf beoordeelen of hij de benoeming zal aannemen of niet. Alsnu wordt overgegaan tot de benoeming van 2 plaats- vervangers, voor het geval dat een der benoemden zou be- danken. Benoemd worden de heeren J. A. Donze met 6 en P. Bouwens met 5 stemmende heer J Willemsen verkreeg 2, de heer A. van Herp 1 stem, terwijl 2 briefjes bianco waren. Vervolgens wordt besloten de belooning der schatters voor de tbans te geven adviezen te bepalen op f 5,perpersoon. De heer Wieland komt ter vergadering. 3. tf'ijziging gemeentebegrooting voor 1906. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, d.d. 25 Mei 11„ waarnevens vergezeld van eene memorie van opmerkingen wordt teruggezonden de gemeente-begrooting voor 1906, met de memorie van toelichting. Met betrekking tot den in die begrooting gebrachten post voor subsidie van het rijk in de kosten van het lager onder- wijs deelen Gedep. Staten mede, dat een onderzoek naar den fiancieelen toestand der gemeente hen niet van de nood- zakelijkheid van een zoodanig subsidie heeft o ertuigd. Bij vergelijking met andere gemeenten, die zelf de onderwijs- kosten dragen, is die toestand verre van ongunstig te noemen integendeel valt uit de omstandigheid, dat het belaslbaar >n- komen der belastingschuldigen in sterkere mate toeneemt dan de bevolking in haar geheel, financieele vooruitgang waar te nemen. Dat de druk der onderwijskosten niet zoo zwaar is als de Raad in zijn adres doet voorkomen, zal den Raad uit eene becijfering van hetgeen als zoodanig ten laste der gemeente blijft, kunnen blijken. Sedert 1900 is dit aandeel toegenomen met slechts 1680; neemt men hierbij in aanmerking de sedert verhoogde draagkracht der ingezetenen en den be- trekkelijk geringen schuldenlast der gemeente, dan schijnt een beroep op steun van Rijkswege weinig gemotiveerd. Daarbij meenen zij er de aandacht op te moeten vestigen, dat het belang der gemeente, welke met het oog op hare ontwikkeling zooveel mogelijk hare vrijheid van handelen behoort te bewaren, door het genieten van eene subsidie, als gevraagd is, naar de meening van Ged. Staten niet zou worden gediend, omdat daarbij zooals van zelf spreekt, die vrijheid tot op zekere hoogte zou moeten worden prijs- gegeven. Op grond van een en ander vinden Ged. Staten geen termen om op het door den Raad ingediende adres om subsidie gunstig te adviseeren en moeten zij er op aandringen, dat de desbetreffende post in de begrooting worde geschrapt. Het daardoor ontstane te kort kan, naar het Ged. Staten voorkomt, geen groote moeilijkheden opleveren, daar toch, afgescheiden van de vraag of belastingverhooging mogelijk en wenschelijk is, het hoofdstuk »Onvoorziene uitgaven" gevoegelijk kan worden verminderd, terwijl ook sommige onderhoudswerken, welke van buitengewonen aard zijn, door middel van geldleening zouden kunnen worden bekostigd. Ged. Staten verzoeken de noodige wijzigingen in de be grooting aan te brengen. In verband met dit schrijven stellen Burg, en Weth. voor de navolgende wijzigingen in de begrooting aan te brengen, waarbij ook rekening is gehouden met sommige sedert de vaststelling aan het licht gekomen omstandigheden. Onder de ontvangsten de opbrengst der schoolgelden te vcrhoogen met 353,33£ en te verminderen de opbrengst van markt- en staangelden met 287,15, begrafemsrechten met 450,50 te schrappen de als buitengewoon Rijkssubsidie in de onderwijskosten geraamde post van f 2500, zoodat de ontvangsten verminderen met f 2884,31^. Onder de uitgaven wordt voorgesteld te vcrhoogen de uitgaven voor de Gezondbeidscommissie met f 10,56^, jaar- wedden der onderwijzers met f 207,50 teruggaaf van te veel genoten Rijksbijdrage J 99,58 en te verminderen onderhoud van straten, pleinen, markten enz. met 1540, id. van wegen en voetpaden f 55 tegemoetkoming in de huishnur aan ge- huwde onderwijzers f 60 en onvoorziene uitgaven met f 1546,96. eveneens dus eeno totale vermmdering van 2884,3li. Het eindcijfer der begrooting wordt alsdan 74,412,43 met een post voor onvoorziene uitgaven van /30,74£. De heer VisserIk wil geen bezwaren inbreDgen tegen het voorstel van Burg, en Weth. We kunnen niet anders dan het aannemen. Maar toch wil ik verklaren dat het mij spijt, dat Ged. Staten 7 maanden noodig hebben gehad om tot de conclusie te koman dat de financieele toestand van Ter Neuzen zoo rooskleurig is. Ik ben daarentegen over tuigd, dat we de rijks-subsidie op den duur toch niet kunnen ontberen. De VoorzitterHet spijt me dat ik op dat punt met u van meening verschil. Ik zie nog niet in dat subsidie niet zal kunnen worden ontbeerd en ik geef Ged. Staten volkomen gelijk, waar ze zeggen, dat met het ontvangen van zoo'n subsidie het belang der gemeente niet zou worden gediend. Als men dat krijgt, wordt men op een vreeselijke wijze be- knibbeld. dit wordt geschrapt en dat kan er nog wel af, ik geloof dat u, dat ondervindende, raar zoudt staan te kijken. Ik hoop daarom dat het nooit noodig zal zijn want de administratis wordt er zeer door bemoeilijkt, daar alle uitgaven dan uitvoerig moeten worden toegelicht. De heer Visser: Ik kan niet begrijpen hoe u daar zoo over spreekt. Vroeger kreeg Ter Neuzen ook Rijkssubsidie, maar van al die moeilijkheden, die u opsomt, hebben wij nooit iets bemerkt en er e^enmin van gehoord. De Voorzitter Natuurlijk hoort de Raad daar niet van, omdat Burg, en Weth. dat alles behandelen moeten en die ondervinden het. De heer Van den Hoek kan ook niet begrijpen hoe men in Middel burg kan beweren dat de gemeente het zonder subsidie at kan. Verschillende posten zijn nu geschrapt, om als buitengewoon werk uit te voeren, die eigenlijk niets anders zijn dan gewoon onderhoud en ondanks dat schiet er maar een post voor onvoorziene uitgaven over van f 30. En dat op een begrooting van f 75000 De Provinciale begrooting zal' er percentsgewijze berekend toch ook wel anders uit zien. Er zou toch zeker wel een bedrag van f 1000 mogen 'oeschik- baar zijn. Spreker laat nu nog daar dat de voile som niet is toegestaan maar dat er niets gegeven wordt, vindt hij verschrikkelijk. Het voorstel tot wijziging der begrooting wordt hierna z. h. s. aangenomen. 4. Af- en overschrijving in de gemeentebegrooting voor 1905 Op voorstel van Burg, en Weth. wordt z. h. s. besloten in de begrooting voor 1905 van den post voor onvoorziene uitgaven af te schrijven een bedrag van f 33, ter voldoening der belooning vaa den gemeentebouwmeester, voor het geven van teekenonderwijs, en voor betaling van verhoogde polderlasten. 5. Vitgifte grond in erfpacht. De Voorzitter doet mededeeling van een adres van I. S. Standaert, logementhouder te Ter Neuzen, waarin deze ver- zoekt hem in erfpacht te willen afstaan een gedeelte grond, groot ongeveer 10 M2., van het perceel plaatselijk Achterom, kadastraal sectie C 3 546, zooals op een nevens ingezouden schetsteekening is aangegeven, en hem toe te staan, indien voren oraschreven verzoek wordt ingewilligd, bedoeld gedeelte grond te laten beklinkeren. De Voorzitter deelt mede dat is bekend gemaakt dat het voornemen bestaat dien grond aan den publieken dienst te onttrekken en dat geene bezwaren zijn ingebracht. Adressant heeft aan het Achterom een remise voor automobielen ge- bouwd en wenscht daar nu een stoep te leggen om een ge- lijkmatigen ingang van de straat naar de remise te maken. Burg, en Weth. stellen voor het verzoek in te willigen, onder voorwaarde dat de grond niet mag worden afgesloten. Z. h. s. wordt aldus besloten. (f. Onderzoek geloofsbrief enzgekozen raadslid M. Ver- brugge. Ingekomen is de geloofsbrief met bijlagen van het gekozen Raadslid M. Verbrugge. De Voorzitter stelt deze stukken in handen eener commissie waartoe hij benoemt de heeren Visser, Dees en De Koeijer, om daarover rapport uit te brengen. Gedurende het onderzoek der commissie wordt de vergadering geschorst. Na heropening der zitting rapporteert de commissie bij monde van den heer Visser dat de stukken in orde zijn be- vonden en dat mitsdien tot toelating wordt geadviseerd. Z. h. s. wordt aldus besloten. 7. Verzoekschriften onthefftng belastingen. Op voorstel van Burg, en Weth. wordt afschrijving ver leend wegens schoolgeld aan wed. V. Hoste f 0,90, J. Hus 0,32, G. W. Rooda 0,48, J. de Zeeuw 1,26, B. A. Koevoets 3, wegens hondenbelasting aan H. Anjoul f 2,en aan A. Scheele, G. van Uriel, L. Hooglander en A. Christiaansen elk 25 cent. Daar het kohier van den hoofdelijken ornslag nog niet is goedgekeurd zijn niet voor behandeling vatbaar de daarop gebaseerde adressen van J. van Damme (Baandijk), Corn. Harms en Joh. Hamelink. 8Geldleening. De Voorzitter herinnert dat voor dekking der uitgaven van de daar straks aangenomen bestratingswerken en het betalen der afkoopsom aan de gemeente Hoek f 17500 moet worden geleend. Hij wenscht thans dat de Raad zal beslissen hoe dat zal geschieden, in eens of in gedeelten. De f 5000 aan Hoek moeten spoedig worden betaald. Hij geeft in overwe- gmg een besluit te nemen en het geld op te nemen naar gelang van behoefte, bv. f 5000 terstond, met 1 Oct. a. s. f 6000 en de rest met 1 Jan. a. s., daar het toch niet het voornemen is alle werken nog dit jaar uit te voeren. De heer Van den Hoek merkt op dat de laatste termijn wel niet voor het volgende jaar Juni zal noodig zijn en denkt dat niemand zich nu reeds zal willen verbinden om 11 maan den later dat kapitaal le storten. Hij geeft daarom in over- weging de l.ening in 3 serie's uit te schrijven. De Voorziiter deelt het door den heer Van den Hoek ge- opperde bezwaar met en verklaart zich, op grond van meerde- ren administratieven omslag, tegen het uitgeven der leening in series. De heer De Masier verklaart niet in ta zien waarom de werken nog niet alle in dit jaar zouden kunnen worden uitge- voerd. Op een tijd van 3 maanden kunnen die toch alle gemaakt worden De heer Van den Hoek is van gevoelen dat te laat zal kunnen begonnen worden. Eer alle voorbeiding is ajgeloopen wordt het zeker 1 Augustus eer kan worden begonnen en dan valt men in Het slechtere jaargelijde en het drukste ver voer. Hij zou daarom met de De Feijterstraat en Kerkhoflaan willen wachten tot het volgend jaar. De heeren Moes en Wieland zijn het daarmee eens. Dan zal n en juist bezig zijn in den tijd van het vervoer der aardappelen. De heer Visser maakt bezwaar om, nu tot bestrating is besloten, de bewoners van de genoemde straten nog eens een winter in den modder le laten zitten. Hij acht het ook zeer goed mogelijk alles nog dit jaar uit te voeren. Er zijn klinkerstraatmakers genoeg. Opgemerkt wordt dat het werk duurder zal worden als de aanneumr er met voile kracht aan beginnen moet. De heer Van de» Hoek zegt toe dat hij al het mogelijke wil doen, opdat het bestek spoedig gereed zal zijn, ofschoon hij liever met een did van het werk tot het volgend jaar zou willen wachten. De heer De Masier ziet er geen bezwaar in, om dies nog dit jaar uitgevoerd te krijgeu. Een goede straatmaker legt toch 40 tot 50 M5. straat per dag In verband met deze disenssie wordt goedgevonden alle werken nog dit jaar uit te voeren en eene leening te sluiten waarvan f 50O0 te storten onmiddellijk na de toewijzing en de rest naar gelang der behoefte op door Burg, en Weth. te bepalen tijdstip. Voorgesteld wordt de leening te sluiten a pari tegen eene rente van hoogstens 4 pCt., in aandeelen van f 250, af te lossen in 30 jaren, jaarlijks minstens f 500. De heer De Masier vraagt of eene annmteitsleening niet voordeeliger zou zijn, doch daartegen wordt het bezwaar ge- opperd, dat hij vermindering van den rente-standaard deze niet geheel kan worden afgelost, wat bij eene gewone leening wel het geval isdaarmee is men dus altijd in het voordeel, want een hoogere rente dan waarvoor de leening is aange- gaan moet men toch nimmer betalen. De heer Versluijs verlaat de vergadering. Met algemeene stemmen wordt besloten de leening uit te schrijven overeenkomstig het liierboven vermelde voorstel. II. Omvraag. De heer Visser wenscht nog iets te vragen, dat echter naar hij meent beter in besloten zitting kau geschieden. De Voorzitter schorst de openbare vergadering die overgaat in eene met gesloten deuren. Nadat de zitting weder openbaar is geworden, wordt deze door den Voorzitter gesloten. h n ii ii

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1906 | | pagina 2