BIJVOEGSEL
Tsr Hguzsnschs Courant
Een protest, dat niet mag uitblijven
na een onedele advertentie.
M. VERBRUGGE.
Dinsdag 12 Juni 1906. No. 4851.
Eenige kiezers, die eene eerlijke
strijdwijze voorstaan.
TER NEUZEN, 11 Juni 1906.
Heden waren alhier een zestal werklieden
van de kanaalwerken te Sas van Gent vuit".
11*. fc itaif" triin Kticiuaruj in. jhaL bezneken van
dineeren en betalen. Edoch 't betalen werd
vergeten men reed door en kwam terecht in
Rietveld nabij Woerden. Daar werd de auto
wegens een defect en ook wegens gebrek aan
benzine (de heeren badden slechts 0.50 op
zak en daarvoor is weinig benzine te koop) op
stal gezet bij een landbouwer, en ,/omdat men
geen reisgeld had", besloten de heeren de auto
maar te verkoopen.
Een kooper werd spoedig gevonden te Bode-
graven en voor 125 werd de koop gesloten door
bemiddeling van iemand, die vroeger betrokken
was bij loterijzwendel. De politie te Bodegraven
was de zaak spoedig op 't spoor en nam de
a.nto_irL-hfislag. Een den heeren. A. C.. staat
Apres nous le deluge (na ons de zondvloed) schijnt het parool te zijn van een tweetal anti-
rev. kiezers. Daar komt op het laatste oogenblik eene advertentie van een soort, die herinnert aan
vroegere circulaires en ingezonden stukken van zekere zijde, niet lijdend aan overdreven kieschheid en aan
de kiezers gericht, om op het laatste oogenblik door overrompeling te krijgen, wat anders dreigt te mis-
lukken. En als na de stemming het publiek de oogen opengaan? 0, dat is minder, als de slag maar
gewonnen is.
Kiezers, eerlijke kiezers bovenal, met nadruk en ernst moeten wij tegen zulk gedoe opkomen.
Leest en herleest, denkt na over de ware toedracht der zaak en we zijn er van overtuigd, dat ge zult
meehelpen, om dit spel te doen mislukken.
Duidelijk kan uit de verklaring van den heer YERBRUGGE gebleken zijn, dat wat in deze
advertentie staat, leugen en laster is.
Hij is gesteld als candidaat, voordat de candidaat der anti-rev. bekend was. Hij heeft zijn vader
geraadpleegd, voor hij op reis ging. Hij heeft rechtschapenals een een goed jschoonzoon gehandeld. Had
zijn vader hem van eene aanneming der candidatuur de verzekering gegeven, hij hadde zich terugge-
trokken, maar dan had dit tijdig moeten geschieden, zoodat en liberale kiesvereeniging en vrije kiezers nog
gelegenheid hadden voor het stellen van een' candidaat.
De heer YERBRUGGE staat dus op zuiver standpunt. Kan dit van de andere zijde getuigd
worden? Is hier een eerlijke, open strijd?
En de heer VERBRUGGE en die hem candideerden, zij zullen of ze winnen of verliezen met
eere uit den strijd treden. Dit blijve onze eer en onze trots.
Wij hebben kieschheidshalve de candidaten zoo min mogelijk tegen elkander opgewogen.
~V\aar we er thans toe verplichl worden, zullen wij dit zoo kort mogelijk doen.
Zou werkelijk het verlangen bij hen, die het oud-lid in zijn openbaar leven hebben nage-
gaan, zoo sterk wezen naar zijne wederkomst Wij betwijfelen dit ten sterkste. Wij gelooven, dat de
Heer Verbrugge om zijn beginselom zijne persoonlijkheid en thans niet minder om de ivijze, waarop
tegen hem geageerd wordt, de aangewezen persoon is.
Ten zeerste moet het ieder verwonderen, dat thans de groote eigenschappen van den Heer Yan
der Hooft aan het licht worden gebracbt, nu de Heer Verbrugge meer algemeen de candidaat is, terwijl
het vorige jaar en dit voorjaar die uitnemende candidaat ons onthouden werd. Waarlijk, 't is vreemd
Trouwens, ieder weet, dat ook van anti-rev. zijde wel eens minder gunstig geoordeeld is.
Moeten wij weer tot vroegere toestanden terugkeeren (bouwmeestersbenoeming e. d.).
Wat het bezoeken van de kermis betreft, dit is niet de reden voor de candidaatstelling des
heeren Verbrugge. Ieder, die den candidaat kent, weet, dat hoogere motieven hem voor velen verkieslijk
maken.
De Heer Verbrugge heeft zich juist een man van beginseleen man uit een stub getoond. Daar-
om heeft hij de kiezers niet willen teleurstellen, waarop voorzeker door sommigen gespeculeerd is, maar
zijne candidatuur onder moeilijkc omstandigheden gehandhaafd. Daarom is en blijft hij onze man, de man
der liberale en der vrije kiezers.
Vrije kiezers, liberalen en gij alien, die eerlijklieid en rechtscliapenheid wilt, helpt ons met alle
kracht dit spel. waarin de vader tegen den zoon wordt opgeroepen, te doen mislukken. Komt als een
man ter stembus, brengt door uwe stem een waardig protest uit en stemt den candidaat naar ons hart
den Heer
hebben, zijn in den regel afkeerig van elke
aanraking met de overheid. Zoo ging het ook
Erdmann, doch door zijn eenzaam leven op de
heide was bij hem die afkeer nog sterker
dan bij anderen. Daarom vervoegde de oude
baanwachter zich niet bij de overheid om aan-
gifte te doen van de verdachte gebeurtenissen,
anders dan een bijl, een schoffel en een spade
en deze gereedschappen raakte hij in deze laatste
dagen volstrekt niet meer aan.
Eens zou hij gelegenheid gehad hebben zich
op de zwarte vogels te wreken. Hij liep den
spoorweg langs en klopte tegen de rails, toen
de veldwachter hem aanriep.
nu slachten bij een confrater in Diemen en
verkoopen enkel hun waar in de oude gerenom-
meerde slachterijen in de Pauwenlaan.
Misschien is het de moeite waard nog even
te vermelden, dat, toen een worstfabrikant, die
zijn koeties op het droge (d. i. in de Amster-
damsche magen) had en zijn zaak wilde over-
doen, inzage van zijn boeken gaf, daaruit bleek,
dat hij gedurende het jaar 1904 nooit meer
dan 7 cent per pond voor zijn vleeschelijke
grondstof had bepaald. Als die man nu geen
fijne vleeschwaren aflevert
Voor een vischdiner. Ons verhaal is
smakelijk.
rw. dag hoor-
isterdam
i 4 cent
abnor-
blauw-
ol/weer-
daaruit
iblik te
blij met
gebruik
aukentje
?r lengte
en krant
ging nu
•g, waar
had de
f nu bij
n vuilig-
v van de
vel eens
maakte
teren de
ezweren,
erkocht,
Hoffelt,
aaien er-
de heer
ikundige
geweest
aad aan-
geweest,
h zitten.
r, of de
af des-
positief
nee, om
meer er
elooven,
kundige
deskun-
er stank
buiten-
kanton-
n over-
ibtenaar
en naar
nde een
en hier
hij ge-
blijven
en deed
s ronde.
ade eene
•wijl hij
geweer
tst zich,
e, waar-
de villa
//En ze
I bij de
isschien
rdde de
de veld-
en zeker
istemd,"
l geweer
gekheid
het licht
p gelet."
//Dat kan wel zijn."
//Ik geloof, dat het bij dag ook brandt, maar
dan ziet men het niet. Mijn hond wou zooeven
wegloopen, hij had den staart al tusschen de
pooten."
het Ziekenhuis gebracht. Bij den doodschouw
zijn op bet ljjk geen teekenen van geweld
geconstateerd. Ook wordt het gerucht tegen-
gesproken, dat zij met een heer is weggegaan.
De landbouwer P. te Chaam had de
vorige week, W'oensdag, een bijzonder buiten-
kansje. Hij had zich voor genomen zijn woning,
'n oud en vervallen huis, te laten afbreken en
opnieuw op te bouwen.
Met dat doel was hij reeds verhuisd en omdat
er zoo moeilijk in dit seizoen aan werkvolk te
komen is, besloot hij zelf de oude woning af te
breken.
Daarmee was hij verleden Woensdag bezig.
Niet gering was zijn verbazing toen hij boven
in den hoogen schoorsteenmantel twee vrij groote
kistjes vond, welke linnen zakjes bevatten, vol
gouden en zilveren munten uit de 16e en 17e
eeuw. De zakjes waren niet toegebonden, doch
de boveneinden zoo maar wat omgewoeld. Het
linnen was bijna geheel vergaan.
De beide kistjes bevatten zoovele gouden en
zilveren munten dat hij ze niet ineens naar
zijne woning dragen kon.
Zijne dochter liet in de boterhal aan enkele
belangstellenden een van de velegevondenmunten
zien, zij was van zilver en nog iets grooter dan
een rijksdaalder.
t Meisje verkocht de munt aan 'n liefhebber
voor f 4,50. Voor hoeveel waarde P. gevon
den heeft is nog niet bekend, doch zeker is
t dat het bedrag aanzienlijk zijn zal.
Charles D. Roberts schrijft in een Engelsch
tjjdschrift //Round the Campfires", over een
zijner avonturen in Indie Met eenige bedien-
den op jacht in het wildrijke gebied van de Gan
ges, had hij tegen het vallen van den avond
zijn bedienden uitgezonden tot het in gereed-
heid brengen van de wachtvuren.
Eenzaam, en in gedachten verzonken, zoo
schrijft hij, liep ik voort, toen plotseling een
zware slag op den rug mij voorover deed storten.
Het was alsof een ijskoude douche mij over het
lichaam ging. I oen ik mijn oogen opende, keek
ik in het rond. Ik trachtte op te staan, doch een
geweldige klauw drukte mij neder en ik zag in
de groote geelgroene oogen van een tijger.
Het dier zag niet wild of begeerig uit de
oogen, hield mij dan ook slechts vast en toen
ik mij niet meer verroerde, sleep te het dier
mij naar het kreupelhout, midden in een nest,
waar twee kleine tijgers mij belikten en krab-
den, terwijl de nioeder, blijkbaar met een voile
maag, in een rustige slapende houding terne-
der lag.
Ik had nog altijd mijn geweer in de hand
en toen ik onder de liefkoozingen der kleine
beestjes wat tot bezinning kwam wist ik den
loop op de oude tijgerin gericht te krijgen.
Het moest raak zijn of ik was verloren. Een
schot knalde en een sprong in de lucht
en gedood lag het dier naast mij.
Een erfenis-kwestie is thans te Rotterdam
aan den gang. Het betreft, naar men wil of
zegt, een sommetje van milioen, dat mevr.
Maria Soetens, geboren te Delft in 1650 en
gehuwd in 1672 met den EdelAchtb. heer
Melchior Wittens, burgemeester te Dirksland,
heeft nagelaten. Donderdag was er in het Nut
te Rotterdam een vergadering van ongeveer
200 leden dezer Soetens-familie met het doel
langs rechterlijken weg in het bezit te komen
dezer erfenis, indien, wat de hoofdzaak is, de
noodige bewijstukken zijn te vinden.
4 oor juristen een zaakje om geld te verdienen.
Eidmann nam zpn hamer onder den arm en
\erliet de spoorbaan. //Als men de verantwoor-
ding draagt voor de veiligheid van zoovele
menschen, bekommert men zich niet om ander-
mans zaken. Daar om den hoek van het bosch
komt de sneltrein aan die is vol levende
menschen wat maal ik om de dooden
Biuisend en ratelend vloog de trein voor-
bij, en Lili die bij den wachtpost met de
seinvlag zwaaide, werd gedurende eenige secon-
den in zwarte rookwolken gehuld. Nu legde
zp de roode vlag uit de handen en keek scherp
uit naar de plek, waar heur grootvader met
den veldwachter sprak. Toen de politieman
langzaam heenging, loosde zij een zucht en
drukte de hand tegen het kloppende hart.
Kort daarna keerde Erdmann in zij ne woning
terug. Hij vond Lili aan het venster zitten
en naar de elzengroep bij de villa staren.
z/Dat moet je niet doen, het is niet goed,"
zeide hij knorrig. //Als een mensch nog niet
krankzinnig is, zou hij het daarvan worden.
Als dat zoo voortgaat, stuur ik je terug naar
de stad, al moest ik ook
z/Wat, Grootvader?"
//Al moest ik ook verveling hier in de een-
zaamheid sterven."
//Dat is het met, grootvader," zeide zij kalm.
1 )e eenzaamheid inaakt ons niet dood, maar
wel het andere."
at dat //andere was sprak geen van beiden
uit, maar beiden wisten het wel. En nu zaten
zij tegenover elkaar en zwegen.
(Wordt vervolgd).
mtmmm
mm*
mmm
VAN DE
VAN
jho.")
antsoen,
s Zater-
t meisje,
en om-
ris van
O
uc iiicuuiauicji neen me weer
te pakken gehad een paar weken. Maar met
dat licht is het toch niet in den haak.
uvn Ail vu