i
&o£ een isoeeial dSiezers.
I
8
••n w ®g
w
•®©®©<s
ernst ware geweest, uit kieschheid en uit respect voor zijn schoonvader zijn meerdere
in jar en, in kennis en in ervaring zeer gemakkelijk een weg had kunnen vinden
OIIl voor de kandidatuur tijdig te bedanken, doch wij houden staande, dat van iemand, die naar
een raadszetel dmgt, geeischt mag worden, dat hij zij een man met vastheid van beginsel, een
man uit een stuk.
m
Het Volksblad van Zaterdag j. 1. dient den heer VERBRUGGE aan als een liberaal man, dat
blijkt uit zijn heelen levenswandel, zooals b. v. het bezoeken van kermis enz. Een schoone
aanbeveling inderdaad, een reclame zonder weerga
Waarom heeft. de redactie, die, tot ons leedwezen moeten we het zeggen, meer ervaren is in het schelden
dan in het leveren van frissche betoogen, waarom heeft de Redactie er niet eens bij aangeteekend, dat de heer
VERBRUGGE een man is, die erg vlug zijne principes wijzigt
Ja, men kan wel, hoog van toon, beweren de heer VERBRUGGE is met dezelfde fierheid een vrij
man gebleven, doch, wie een beetje korter bij de aarde staat dan de verheven Redactie, noemt dit doodgewoon
„apekool" en „onzin".
De heer VERBRUGGE heeft zich de kandidatuur van de liberale kiesvereeniging „De Vrijheid" laten
welgevallen en daardoor zijne eigen vrijheid aan banden gelegd.
Tot voor korten tijd nog lustig wapperend met het vaandel, onder de leuze„de kandidaat der
vrije kiezers, door geen kiesvereeniging zich latend<3 binden" en t'nans tuk op een raadszetel, de vrije
kiezers een slag in t gelaat gevend, onder de liberale banier kruipend op hoop van zegen.
Kan die man onze kandidaat zijn
Wij meenen, neen Wij laten buiten bespreking het feit, dat de heer VERBRUGGE, als het hem
En die eigenschappen kunnen we in den heer VERBRUGGE niet ontdekken.
De reclame, dat hij de kermis bezoekt, vindt bij ons niets aantrekkelijks. Welk een verdienste steekt
daarin Welk bewijs levert dit voor zijne bekwaamheid
We wenden ons tot zijn tegencandidaat, de heer
x' '4 -
en begroeten in dezen den man, dien we een raadszetel waardig achten.
Practisch aaegelegd, kalm, met juisten- blik de zaken beziend, zal hij toonen in het college op zijn
plaats te zijn.
Niet met overdrevenheid van het eene uiterste naar het andere zwevend, zal hij weten te spreken,
waar dit noodig is, zijn advies te kennen geven, wanneer dit wordt gevraagd.
We hebben bij de uitbreiding onzer gemeente zulke mannen noodig.
De taak van een raadslid is, goed opgevat, geen kinderspel.
Noodig wordt, meer en meer te letten op de steeds stijgende uitgaven.
Daaiom kiezers, noodigen we U uit, met ons, Uwe stem uit te brengen op den heer
'Meson 1000 W fi.'u:
i
i
I
8
i
Gemeenteraadsverkiezing.
C. VAN DEB HOOFT