Ter Neuzensche Courant. Za.terdag 9 Juni 1906. 46e Jaargang.
Buitenland.
No. 4850.
TW0S3BX3E BLAD.
F£ 0 ILL ETON.
WERNER'S AVQNTUUR.
R U S I J4 tf D.
In Rusland blijft de toestand nog steeds troebel.
Waar het op iiit zal loopen, is bepaald niet te
voorzien. De Doenia staat lijnrecht tegenover
de regeering en deze weigert heen te gaan, of
wel weigert de Czaar haar te laten gaan. De
Doema stoort zich daaraan evenwel niet en gaat
haar gang.
De vergadering werd Dinsdag om kwart voor
twaalf geopend. De voorzitter deelde mee, dat
er een uitnoodiging was gekomen uit Londen
om deel te nemen aan een aldaar te houden
conf'erentie van afgevaardigden uit twintig volks-
vertegenwoordigingen over de kwestie van arbi
trage.
De vergadering was overigens niet veel anders
dan een nieuwe stormaanvai op het ministerie.
Het eerst sprak de afgevaardigde Onipko, die
de ministers beschouwde als lieden, die vreemd
tegenover de Doema stondenhij begreep
trouwens niet, waarom ze deelnamen aan de
handelingen van het Huis en waarom dit hen
aanhoorde, nadat het met algemeene stemmen
een votum van wantrouwen had uitgebracht.
De regeering staat vijandig tegenover de Rijks-
doema en het gansche land. Eindelijk wordt
de spreker tot de orde geroepen.
Daarna wordt de beraadslaging over de in-
stelling eener commissie tot onderzoek naar de
sedert de uitvaardiging van den oekas van 30
October 1905 door de regeering beganeonwettige
handelingen voortgezet. Talrijke telegrammen
over onwettige aanhoudingen door verschillende
leden uit de provincie ontvangen, worden voor-
gelezen en besproken en in verband daarmee
nog eens het recht der Doema om de ministers
te interpelleeren. De afg. Aladjin blijft van
meening, dat interpellaties geen zin hebben
men kan bij de tegenwoordige ministers geen
ander gevoel dan dat van wraakzucht verwachten.
Toch moet de Doema interpelleeren om de ge-
heele verantwoordelijkheid op de regeering te
leggen.
Toen kwam de agrarische kwestie weer te
berde. Stisjinski, de Minister van Landbouw,
en Ooerko, de assistent van den Minister van
Binnenlandsche Zaken, voerden het woord, maar
werden onophoudelijk in de rede gevallen met
kreten van v Weg met jeluiAftreden
De voorzitter rnoest aanhoudend zijn bel luiden.
De Minister verlaat onder nieuwe kreten van
//Aftreden Ontslag nemende tribune. De
voorzitter verklaart daarop, dat de Doema slechts
kan werken als er orde is. Petroenkewitsj
krijgt nu het woord en drijft den spot met de
politiek van een ministerie, dat niet op de hoogte
is van 's lands toestand. „Beroept, zegt hij,
u toch niet op onze vaderlandsliefde, misbruikt
dat woord niet, dat tegenwoordig iets zeer af-
schuwelijks beduidt. Want wie zijn nu patriotten?
Dat zijn zij, die de autocratie verdedigd en de
slachtingen onder de Poolsche Joden hebben
aangericht. Gij zijt zelf geen ware patriotten
als gij het waart, zaat gij niet op die banken."
(Daverende toejuichingen. Nieuwe kreten van
Aftreden
Professor Herzenstein bestrijdt de uiteenzet-
tingen van de Ministers en in 't bizonder hun
statistische berekeningen. (Levendige toe
juichingen bij de boeren).
De beide bedden der echtgenooten Gabori
waren omgewoeld. Op de hoofdkussens en de
lakens waren versche bloedsporen te zien van
veel beteekenis waren ze echter niet. Doch
aan een handdoek waren zeer duidelijk de af-
drukken van bebloede vingers te zien, en boven
dien was een der beide waschkommen half vol
met bloedrood gekleurd water.
Eindelijk stond op de waschtafel een half
opgebrande kaars, waaraan ook bloedsporen te
zien waren, terwijl op het tapijt, een groote,
natte vlek viel waar te nemen, die op het
oogenblik niet nader onderzocht kon worden.
Uit de slaapkamer ging men in een van de
drie kamers aan de straatzijde, en wel in de
eetkamer.
Het trok de aandacht, dat de tafel aangerecht
en met koude spijzen bezet was, gereed voor
een avondmaal tijd. Niemand had daarvan echter
gebruikt, alles lag en stond zooals het bij het
aanrechten was geplaatst, de servetten lagen
gevouwen op de borden, en de beide stoelen
stonden ook nog op hunne plaats bij de tafel.
Even ordelijk was alles in het salon naast
de eetkamer. In de groote ouderwetsche secre
taire stak de sleutelde beambten hielden zich
daarmee echter niet bezig, maar gingen eerst
in de derde kamer, die volgens de aanduidingen
van Resi door haar meester gebruikt werd.
Hier zag het er slecht uit.
Graaf Heyden kwam op tegen de door de
vorige sprekers tot den adel gerichte aantijgingen.
Hij was echter niet tegen het voorgestelde
agrarische plan en had niets tegen gedwongen
onteigening, maar hield het voor beter dat de
kwestie werd geregeld met inachtneming der
plaatselijke verhoudingen.
De positie van het kabinet geldt als vrij erg
verzwakt na de debatten van Dinsdag. De
redevoeringen van Stisjinski en Goerko maakten
wel indruk, maar toen Petroenkewitsj en Herzen
stein hadden gesproken, was er niets van over.
Daarbij kwam nog de rede van graaf Heyden
die ook meende, dat de Doema zich niet meer
met het ministerie moest bemoeien na haar
votum van wantrouwen deze redevoering baar-
de te meer opzien omdat graaf Heyden behoort
tot de uiterst gematigde liberale richting.
Als voorzitter trad op de vice-president prins
Dolgoroekof zijn leiding was zekerder en vaster
dan te voren. De publieke tribune en de lo-
ges waren dicht bezet.
De //Daily Graphic" verneemt uit goed in-
gelielite kringen, dat de Europecscheregeeringen,
vooral de Duitsche, zich zeer ongerust maken
over de positie van den Czaar. Particuliere be-
richten beschrijven dan ook deze positie als zeer
kritiek.
Hoewel het van het grootste belang is voor
de keizerlijke familie niet in openlijke breuk
te komen met de Doema, wendt de bureaucratische
partij, aan wier hoofd generaal Trepoff staat, al
haar invloed bij den Czaar aan, om tegenover
de Doema de meest strenge. maatregelen te nemen
en zelfs te trachten dit lichaam geheel te doen
ontbinden.
De geheele natie, behalve de bureaucratie,
staat aan de zijde van de Doema. Men weet
nog niet zeker welke zijde door het leger zal
worden gekozen, maar men meent dat behalve
St. Petersburg, het leger voor de constitutie is.
S F A N J E.
De dader van den bomiuen-aanslag te Madrid
is gevonnisd op eene wijze die het reehtsgevoel
niet geheel bevredigd. Men kan gerust zijn,
dat hij geen verdere misdaden plegen zal, want
voorzeker moet een daad als die van Mateo
Morral als een misdaad bestempeld worden.
Van een politiek vooideel kan bij zoo'n daad
geen sprake zijn, terwijl de Koning van Spanje
toch ook niet een monarch is, die den haat
zijner onderdanen op zich laadt.
Het was den dader gelukt in de eerste ver-
warring die zijn daad veroorzaakte, te ontkomen,
doch zijn signalement was bekend. Hij werd
herkend door den houder van een muilendrijvers
kroegje te Torrejon de Ardoz, een dorp aan
den spoorweg gelegen op 20 K.M. van Madrid.
De waard waarschuwde de politie en een gen
darme haalde Morral buiten het dorp in. Hij
vroeg hem zijne papieren te ve toonen, waarop
Morral zeide deze niet te hebben, maar zich
gemakkelijk te kunnen ligimiteeren. Hij moest
daarvoor naar Madrid seinen, waarvoor de gen
darme met hem naar het station zou gaan.
De gendarme had volstrekt geen kwaad ver-
moeden op den vreemdeling, die hem zoo beleefd
antwoordde en verzuimde dezen te fouilleeren.
Dit had voor hem noodlottige gevolgen, want
toen zij even op weg waren, haalde Morral
een revolver voor den dag en schoot den gen
darme door het hoofd, waarna hij zichzelf door
het hart schoot. De dorpelingen die op het
geluid der schoten kwamen toegeloopen, vonden
2 lijken. Het lijk is door verschillende personen
De meubelen stonden scheef en onordelijk,
een leuningstoel lag omgeworpen op den vloer,
alle deuren van de groote schrijftafel stonden
wijd open, de vakjes waren gedeeltelijk leeg-
geruimd, gedeeltelijk lagen de papieren daaruit
op den vloer verspreid.
Aan de meubelen waren geen sporen van
geweld te bemerken de schrijftafel scheen met
den gewonen sleutel te zijn geopend, al was
dit voorwerp niet aanwezig.
Wat nog in de vakjes en op den vloer lag,
bestond uitsluitend uit couranten, vlugschriften,
rekeningen en andere papieren van onschul-
digen aardeen oppervlakkig onderzoek ver-
schafte ten minste geen enkele inlichting omtrent
de werkzaamheden of het karakter van Gabori.
Het nu volgende verhoor van Resi was geen
gemakkelijke zaak, want het meisje was geheel
van streek en haar gebrek gaf herhaaldelijk
aanleiding tot misverstand. Toch werd met
tamelijke zekerheid hetv olgende vastgesteld
Toen Resi den vorigen avond de woning
binnentrad om haar gewone werk te doen, waren
Gabori en zijne vrouw niet thuis. Dit gebeurde
slechts zeer zelden, maar kwam toch wel eens
voor, en om in zulke gevallen te kunnen binnen-
komen, had Resi een sleutel onder hare be-
rusting gekregen.
Zij was in alle kamers geweest en had niets
verdachts opgemerktde bedden lagen in orde,
de kamer van haar meester, het salon en de
eetkamer waren alle als naar gewoonte. Resi
had toen de tafel aangerecht voor het avondmaal,
juist zooals ze daar nu nog stondverder had
ze de keuken opgeruimd, en toen ze klaar was,
als dat van den dader herkend. Dinsdagmorgen
is het begraven.
De dader is van goede familie. Tot zijn 15e
jaar leidde hij een onberispelijk leven en had
zijne ouders zeer lief. Toen werd hij naar
Duitschland gezonden en keerde van daar met
geheel veranderde denkbeelden terug. Hij leefde
toen ver van zijne familie, zag haar slechts
voor het doen van zaken, en begunstigde i/in-
tellectueelen" met anarchistische neigingen,
waarvan het in Barcelona wemelt.
De journalisten die het lijk van Morral ge-
zien hadden, gaven van 's mans uiterlijk een
voorstelling, alsof men hier te doen zou hebben
met een geboren misdadiger, en alsof zelfs een
leek aanstonds kon zien, dat deze Morral zeker
een uitermate ontaard individu moest zijn ge
weest. In het verslag van de deskundigen staat
niets van dat alles. De schedelbouw is geheel
normaal, het hersengewicht is normaal, nergens
eenige afwijking, geen enkel uiterlijk teeken van
een ontaard individu.
De familie Morral schijnt zich zeer aan te
trekken, dat de verdorven aard van Mateo niet
door een uiterlijk teeken nawijsbaar blijkt te
zijn. De redeueering is dan zeker dezewij
komen van denzelfden stam als deze slechte
Mateo. Als Mateo naar uiterlijk niet van ons
verschilt, dan zal de wereld zeker oordeelen,
dat onze aard ook met dien van Mateo over-
eenkomt.
In den ouden tijd werd de familie van
den misdadiger met den misdadiger gestraft.
De strafwet kent dit soort van verantwoorde
lijkheid der familie niet. Maar dat zich de
eerzame familie Morral deze daad van Mateo
zoo sterk aantrekt, wijst er misschien op, dat
er van de aloude opvatting, die leidde tot
de verantwoordelijkheid der geheele familie
voor de misdaden van den een, nog niet uit de
maatschappij verdwenen is. Voor droefheid
over de daad van een familielid bestaau trou
wens nog andere redeu dan vrees voor den
eigen goeden naam. Dat de vader van Mateo
Morral zielebedroefd is over het treurig bedrijf
van zijn zoon, zoo bedroefd, dat men hem met
moeite van het plegen van zelfmoord weerhoudt,
is begrijpelijk, ook zonder dat men bij den
ouden man behoeft men te veronderstellen, dat
hij bang is, zelf door de wereld verantwoorde-
lijk te worden gesteld Koning Alfonsus heeft
den vader van Mateo getroost over de ramp,
die hem heeft getroffen door uitdrukkelijk te
kennen gegeven, dat de vader niet ve rant woo rde-
lijk is voor de daden van een ontaarden zoon.
Deze edelmoedige opweliing strekt den jongen
Koning zeker tot eer.
Voor een vader is het hard, te moeten inzien
dat de dood van zijn zoon een geluk is voor de
menschheid Mateo Morral was gevaarljjk zooals
zooals er haast geen tweede denkbaar is. Twee
beriohten over hem bevestigen de meening, dat
het een geluk voor de menschheid is, van dezen
man verlost te zijn. Vooreerst heeft de politie
van Barcelona de belangrijke ontdekking ge-
daan, dat Mateo Morral de dader is van den
aanslag van de rue Rohan te Parijs, 1 Juni
1905. En verder komt men te Madrid terug
van de meening dat hij medeplichtigen heeft
gehad. De gouverneur van Madrid heeft als
zijn overtuiging uitgesproken, dat Mateo Morral
aileen heeft gehandeld. Morral kan best uit
het huis in de Calle Mayor gevlncbt zijn met
het blauwe werkpak in een papier onder den
arm. Hij zal, toen hij buiten Madrid was en
uit het gezicht van de nienschen, zijn heeren-
was zij heengegaan en had de deur achter zich
gesloten. Dezen morgen echter was alles zooals
de politiebeambten het gevonden hadden.
Het was merkwaardig, dat de voorloopig
vastgestelde feiten met elkaar in tegenspraak
waren.
Ongetwijfeld hadden Gabori en zijne vrouw
in den nalniddag van den vorigen dag hunne
woning verlaten en waren in den loop van den
avond daarin teruggekeerd. Zij moesten thuis
gekomen zijn in den tijd, toen Jurgens de
tweede maal bij den politie-chef was, want later
had hij de huisdeur geen minuut uit het oog
verloren.
Wanneer zij echter niet midden in den nacht,
doch tegen den tijd van het avondmaal terug -
gekomen waren, dan was het nogal opmerkelijk,
dat zij niets nuttigden van de gereedstaande
spijzen en onmiddellijk te bed gingen. En dit
zouden zij gedaan moeten hebben, want Jurgens
had geen licht in de woning gezien, en aan
de achterzijde was behalve de slaapkamer geen
enkel vertrek, waarin Gabori en zijne vrouw
konden vertoefd hebben.
De gevonden bloedsporen en de wanorde in
Gabon's kamer konden het vermoeden doen
ontstaan, dat in den nacht een moord was
gepleegd om ongestoord te kunnen stelen, en
wel een moord op het echtp»ar Gabori.
De bloedsporen hadden echter zoo weinig te
beduiden, dat nauwelijks aan een moord kon
gedacht wordenverder waren er ook geen
lijken gevonden, en dan leek het ook onmogelijk
de schrijftafel na te snuffelen zonder licht.
Stellig en zeker wist Jurgens echter, dat geen
kleeding uitgetrokken hebben en het katoenen
pak aangeschoten. Een arbeider heeft het
beerenpark gevonden, dat Morral op het veld
weggeworpen had. Alle opnaaisels waar de
naam van het kleerenmagazijn op staat, zijn
zorgvuldig van het pak afgescheurd.
Nu gaat men natuurlijk naar andere anar-
chisten zoeken. Medeplichtigen van Morral
bestaan er waarschijnlijk wel niet, maar natuurlijk
zullen er wel geweest zijn, die vooraf van den
aanslag wisten, en naar hen is de politie ijverig
op de jacht. Maar zij ontdekt nu bovendien
nog allerlei anarchisten en complotteu.
De Amerikaansche politie heeft nu nog een
complot ontdekt, om Koning Eduard, Czaar
Nikolaas en President Roosevelt om te brengeu
en zij heeft reeds een Russischen Pool gevangen
genomen. Nu, dat het leven van Czaar Nikolaas
elk oogenblik gevaar loopt, dat weet wel ieder-
een, men behoeft daarvoor nog geen Amerikaansch
politieagent te wezen. En dat speciaal Rus-
sisehe Polen en andere onderdanen van vader;je
Czaar het op zijn leven voorzien hebben. dat
ljjkt ook nogal waarschijnlijk. Men is in Rus
land nogal scheutig met bommen en het
barbaarsch optreden van politie en troepen bij
het onderdrukken der troebelen. waarvan we
nu weer een staaltje konden vernemen in het
terechtstellen van kinderen van 13 en II jaar
in de Oostzee-provincien, is zeker wel gesohikt
om den haat tegen den Czaar aan te wakkeren
en den lust tot bommen werpen te verineerderen.
Het volslagen negeeren van alles wat de Doema
beweert en vraagt en eischt, zal verder ook
den Czaar geen goed doen.
Maar wat een Russische Pool nu eigenlijk
tegen Koning Eduard en President Roosevelt
kan hebben is minder duidelijk, terwijl deze
twee staatshoofden den anarchisten nu juist ook
wel niet de meeste reden zullen geven tot wrokD
Koning Eduard doet weinig anders dan Europa
afreizen en, naar men zegt, tegeu Duitschland
kuipen.
En President Roosevelt maakt zich ver-
dienstelijk door een strijd tegen de Amerikaansche
trusts, die het.geheele economische ieven be-
dreigen, en bovendien dat is nu te Chicago
weer gebleken nor> sonas waren aan den man
brengen, die hoogst schadelijk zijn. Wat omtrent
den toestand in de slachterijen en vleeschpak-
huizen van de vleeschtrust te Chicago bekend
wordt, is zeker wel geschikt om den President
in dezen strijd steun te geven, en het zal tevens
den menschen in't vervolg weinig belust maken
op Amerikaansch vleesch. Het rapport, daarover
uitgebracht, zegt, dat de gebouwen van hunt
zijn en nooit worden geremigd, dat de vloeren
vuil en glibberig zijn en bedekt met vuilnis,
vet en afval, en dat daarover het vleesch wordt
heengesleept, dat dan, op smerige tafels ge-
worpen, behandeld wordt door mannen, wier
handen, voorschoten en broeken bedekt zijn met
een koek van vuil en die dikwijls over het
vleesch heenklimmen en er dan met hun vuile
schoenen op trappen. Het vleesch is bovendien
vaak bedorven en van onbekenden ouderdom
en het moet voorgekomen zijn, dat ratten, die
toevallig in de machines terecht kwamen, mee
verwerkt werden. Iemand vertelt zelfs, dat hij
in een blikje Amerikaansch vleesch een vinger
met een lapje er om heen vond. Smakelijk eten
Of het President Roosevelt geltikken zal door
beter wettelijk toezicht daaraan een eind te
maken Hij schijnt het in elk geval te willen
probeeren en heeft het verslag met een bege-
leidende boodschap al aan het congres toe-
gezonden. Maar men verwacht, dat het congres
spoedig uiteen zal gaan en dus vooreerst wel
niets zal doen. 't Wordt ook langzamerhand
tijd voor de zomervacantie, die zeker het
Amerikaansch congres zich evenmin willatenont-
gaan als iedere andere volksvertegenwoordiging/
enkel lichtstraaltje dien nacht door de vensters
had geschenen.
Deze raadselachtige gebeurtenissen in de
woning van het echtpaar Gabori hadden mis
schien plaats gegrepen in de vroege morgenuren,
als de menschen in den diepsten slaap liggen.
En wanneer meer dan een persoon de misdaad
had gepleegd, dan was het ook mogelijk geweest
de beide lijken te doen verdwijnen.
Doch al deze overwegingen rustten op een
zeer onzekeren grondslag, en aan den anderen
kant kon men toch bijna niet gelooven, dat het
aileen zuiver toeval was, dat de komst van
Jurgens samenviel met h'et raadselachtig ver
dwijnen van Gabori, die onder verdenking lag.
Met deze gedachte bezield, ging Jurgens de
woning nog eens door, terwijl de beide politie
beambten een kort proces-verbaal opmaakten.
Hij kwam ook in de kamer waar Gabori's
schrijftafel stond, zocht tevergeefs naar iets,
dat opheldering kon geven, en opcode eindelijk
zelfs het deurtje van de kachel. Wat hij daar
zag, zou voor een leek geen beteekenis gehad
hebben, doch de ervaren politie-speurder meende
onmiddellijk, dat hij een gewichtig spoor had
gevonden.
De geheele kachel was tot boven toe gevuld
met asch van verbrand papier.
(Wordt vervolgd).
21- .i -