Ter Neuzensche Courant. Zaterdag 2 Jum
INSPECTlFvan" VERLQFG ANGERS.
""it "is xj i l"l"e
Bionenlaod
1906. 46e Jaargang.
Nq. 4048.
NATION ALE M I L I T B E.
WERNER S AVONTUUR.
TWBBDB ±3 Hi A. ID.
En hier was toch de Graben -misschien
zat hij hier in dit koffiehuis wel op weinige
meters afstand van den gezochte.
Jurgens was zoo verrast, dat hij een oogen-
blik zijn koelbloedig over]eg kwijtraakte. Hij
sprong op van zijn stoel, verliet het koffiehuis
zonder betalen, kwam bijna terecht onder een
voorbijrijdende vigelante en werd op het voed-
pad aan de overzijde der straat bij den kraag
gegrepen door den koffiehuisbediende, die betaling
eischte.
Hij bood zijne verontschuldiging aan, betaalde
en werd bijna nog in hechtenis genomen als
oplichterhij ontliep dit lot eehter door zijn
papieren als ambtenaar van de Duitsche geheime
politie te vertoonen.
Intusschen hat dit voorval eenig opzien ge-
baard de menschen verzamelden zich om hem
heen, en zoo werd de kleine, beweeglijke man
gedurende eenige minuten het voorwerp der
algemeene aandacht.
Toen men hem eindelijk liet gaan, kwam zijn
speurhondennatuur te voorschijn. Hij zou ver-
Woensdag bezocht de heer Mr. Dijckmees-
ter, Commissaris der Koningin. Oud A'ossemeer.
Per automobiel van den heer Hombach, lid van
de provinciale Staten, kwam hij, vergezeld door
Jhr. Mr. De Casembroot, lid van Gedeputeerden,
en Mr. Van Bronkhorst Sandberg, chef der derde
afdeeling ter griffie, hier aan. Eerst werden
bezocht de vroeger overstroomde polders en ook
de scheidingsdijk tusschen Leguit en Kijkuit,
waarvoor Gedeputeerden geen toestemming tot
afgraving gaven. Het bestunr van het water-
schap was hier aanwezig. Onder geleide van
burgemeester De Graaff werd de gemeente bezocht
en vervolgens vertrok het gezelschap naar den
verdronken Suzannapolder te St. Annaland.
T W E E~D~E k" AM E R.
Vergadering van Donderdag.
De algemeene beschouwingen over de arti-
kelen betreffend staangeld en opzeggingster-
mijnen werden voortgezet.
De heer Z. van den Bergh (Helder) betoogde,
dat bij geen overeenkomst een der contractanten
een zoo eenzijdigen invloed op den loop der
verhouding tusschen partijen kan uitoefenen
als de patroon bij de arbeidsovereenkomst.
Een staking kan gerechtvaardigd zijn en daar-
mee heeft men rekening te houden.
Daarom behoorde men b.v. als regels aan
te nemen, dat indien de patroon zijn arbeiders,
die staken, niet deswege onmiddellijk ontslaat,
de tijd, dat de staking duurt, in mindering
wordt gebracht van den opzeggingstermijn.
De Minister van Justutie wees er op, dat het
staangeld in ons land sedert lang bekend is.
Het wordt hier behoorlijk aan banden gelegd.
Het feit, dat een der partijen zijn overeen
komst niet naleeft, geeft den ander nog geen
recht de overeenkomst als ontbonden te be-
schouwen.
Persoonlijke verhoudingen tusschen partijen
komen bv. ook bij maatschap en vennootschap
voor toch mag de eene vennoot het contract nog
niet verbreken, omdat de andere het overtreedt.
Wie echter onregelmatig de dienstbetrekking
doet eindigen, is schadevergoeding schuldig.
Maar slechts na rechterlijk vonnis. Die schade
vergoeding is verhaalbaar op het staangeld.
Niet elke inbreuk op de overeenkomst geeft
de bedoeling weer om die te verbreken. W erk-
staking is niet eenzijdige verbreking der dienst
betrekking door den arbeider. Maar de patroon
kan, wegens inbreuk op het contract door de
stakers, de dienstbetrekking doen eindigen.
Dit wetsontwerp heeft korte opzeggmgster-
mijnen en nog kan men bij overeenkomst-die
termijnen op zij zetten. Niets had spreker
zoo zeer verbaasd als de strijd van den heer
Troelstra tegen opzeggingstermijnen.
Spreker achtte de publieke opinie een mach-
tige factor in deze verhoudingen.
In een uitvoerige repliek verdedigt de heer
Troelstra de houding en goede trouw zijner
partij tegenover het eerlijkheids- en braafheids-
vertoon der burgeriijke partijen. Spreker valt
daarbij vooral den heer Drucker aan, en acht
het onverantwoordelijk, dat een man als Drucker,
die zulk een hoogen toon aanslaat, en den ernst
en de goede trouw van de sociaal-demokraten
in twijfel durf't trekken, hier schrijvers citeert
op een wijze, zoo onvolledig, dat de waarheid
niet op den voorgrond treedt. Ook komt spreker
met nadruk op tegen het betoog van de heeren
Van Nispen en Talmaterwijl hij ten slotte
de bepalingen blijft bestrijden van moreel,
praktisch en juridisch standpunt.
Spreker ziet in bedoelde bepalingen een aan-
randing van de economische kracht van den
arbeider.
De heer Loef oppert juridische bezwaren
tegen art. 163Qp.
standiger gehandeld hebben, als hij zacht en
zonder opzien was heengegaan, want die oploop
had juist plaats voor het huis, waar Gabori
volgens het adresboek woonde, maar Jurgens
had zijn buit nu eenmaal tusschen de tanden
en liet dezen niet los. Hij ging het huis binnen
en naar boven het leek wel of er geen einde
kwam aan die trap. Toen hij eindelijk boven
was en het bordje naast de deur zag, waarop
de naam Paul Gabori te lezen stond, haalde hij
eens flink adem en bedacht, van welk voorwendsel
hij gebruik zou maken om binnen te komen.
Zou het misschien beter zijn eerst inliehtingen
omtrent den man in te winnen en daarna de
noodige maatregelen te nemen
Jurgens had de hand reeds op den knop der
electrische schel gelegdnu trok hij de hand
terug en beschouwde de zware eikenhouten
deur, waarin geen kijkvenstertje was te bespeuren.
Op hem maakte die deur den indruk, dat ergens
een kleine opening moest zijn, waardoor men
onbemerkt de personen kon bespieden, die
wenschten binnengelaten te worden.
Daarop legde hij het oor tegen de. deur
en luisterde. Het was daar binnen doodstil,
al te stil, wanneer zich achter die deur men
schen mochten bevinden. limners, allicht wordt
dan een stoel geplaatst of een woord halfluid
TER NEUZEN, 1 Juni 1906.
Bij de heden alhier gehouden verkiezing voor
een lid van den gemeenteraad werd bij den
burgemeester ingeleverd, eene lijst ter candidaat-
stelling van den heer C. van der Hooft, onder-
teekend door 42 kiezers en twee lijsten ter
candidaatstelling van den heer M. Verbrugge,
onderteekend door 39 en 36 kiezers.
Twee candidaten in een huis
In de gisteravond gehouden vergadering, van
de anti-revolutionaire kiesvereeniging ,/N'eder-
land en Oranje" werd voor de verkiezing voor
een lid van den gemeenteraad candidaat gesteld
de heer C. van der Hooft, oud-lid, die de can-
didatuur heeft aanvaard
Hier doet zich nu het wel zeer zeldzame geval
voor dat de twee candidaten van verschillende
richting, die elkaar den zetel zullen betwisten,
in 't zeifde huis wonen. Voor onze lezers die
daarvan niet op de hoogte zijn, zij aangestipt
dat de liberale candidaat,de heer M. Verbrugge als
schoonzoon verwant is aan den antirevolutionai-
ren candidaat en bij dezen inwoont
//Men weet nooit hoe een dnbbeltje rollen
kan" zegt't spreekwoord. In deze kwestie
zijn de dubbeltjes zeker wel curieus gerold,
ofschoon h^t er naar lijkt dat ze bepaald in de
richting die ze namen, zijn gestuurd.
Gisteren werd te Kapelle door het bestuur
der waterkeering van den calamiteuzen Willem
Anna polder aanbesteed het herstel, de ver-
nieuwing en het onderhoud tot 30 April 1907,
van de aarde-, kram-, rijs- en steenglooiing-
werken aan de waterkeering van den bovenge-
noemde polder,
Minste inschrijver was de heer Adriaansens
Polfliet te Walsoorden voor f 3962.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 Juni
1°. de betrekking van inspecteur-generaal van
het loodswezen, de betonning, bebakening en
verlichting en tevens die van N ederlandsch per
manent commissaris voor het gemeenschappelijk
toezicht over de betonning, bebakening en het
loodswezen op de Schelde, opgedragen aan den
kapitein ter zee J. W. A. E. van Maren Bentz
van den Berg, thans inspecteur van het loods
wezen enz. in het 6de district te Vlissingen en
Nederlandsch permanent commissaris voor ge-
meld gemeenschappelijk toezicht2°. opgedragen
aan den kapitein-luitenent ter zee C. A. Domini-
cus, de betrekking van inspecteur van het loods
wezen, de betonning, bebakening en verlichting
in het 6de district te Vlissingen en is deze tevens
benoemd tot Nederlandsch parmanent commis
saris voor meergemeld gemeenschappelijk toe
zicht.
Hoek, 31 Mei. In den voormiddag had hier
een treurig ongeval plaats, dat algemeene deel-
neming verwekte. Nadat het ruim vijfjarig
dochtertje van den landbouwer C. D. met de
knechts medegereden was om klaver te halen,
viel het, hoe weet men niet, in eene zeis, die
men had medegenomen om te scherpen. Ver-
moedelijk wilde het meisje gaan zien naar een
nest jonge katjes, dat in een hoop klaverhooi
daar lag. Een der knechts hoorde een luiden
sehreemw, schoot toe en vond haar liggen. Op
de vraag, of hij haar recht wilde zetten, gaf
ze ten antwoord //Neen, laat mij maar liggen
Haar evenwel opnemende bemerkte hij, dat ze
gewond was in het onderlijf. Een andere knecht,
ziende, dat de ingewanden uitpuilden, kon van
schrik niet helpen. Ondertusschen waren anderen
toegesneld, doch onder het in huis dragen gaf
de kleine den geest. Men kan zich den toestand
van ouders en betrekkingen voorstellen.
Axel, 30 Mei. In de heden gehouden ver
gadering van stembevoegde ingelanden van den
polder vBeoosten en Bewestenblij" werd besloten
te protesteeren tegen het bekende voorstel in
zake oprichting van een waterschap.
gesproken. Doch neen, niets van dit alles.
Eens meende Jurgens eene onderdrukte adern-
haling te onderscheiden, alsof iemand naast
hem stond, slechts van hem gescheiden door een
dunne houten wand. Toen hij echter zelf den
adem inhield, hoorde hij niets meer, dus moest
hij zich vergist hebben.
Eindelijk verveelde hem dat luisteren en ging
hij bijna onhoorbaar de trap af, zonder eene
poging te hebben gedaan om de bewoners dezer
doodstille kamers uit bun rustige rust op te
schrikken.
De poging moest op een andere manier onder-
nomen worden.
Op het politie-bureau werd Jurgens zeer vrien-
delijk ontvangen. De chef der speurpolitie
hoorde zijn verhaal hoofdschuddend aan. vroeg
in een aangrenzende kamer eenige inliehtingen
en keerde na een poos terug.
ffDe rentenier Paul Gabori heeft behoorlijk
aangifte gedaan, toen hij zijn woning aan den
Graben betrok", zeide hij. Aangezien hij nog
nooit met ons in aanraking geweest, hebben
wij ook geen aanteekeningen omtrent hem
maar ik heb den hoofdagent der wijk ontboden
misschien kan die ons iets mededeelen. Volgens
uw verhaal is hij blijkbaar een rijk man zijn
woning is daarmee echter niet in overstemming.
Het verzoekschrift van den heer H. Dieleman
e. a. tot verb reeding van den keiweg (station
Kijkuit) werd in handen gesteld van t Bestuur,
dat een nauwkeurig onderzoek zal instellen en
't volgend jaar daaromtrent verslag uitbrengen.
Eveneens werd besloten omtrent het verzoek
schrift van den polder Beoostenblij benoorden,
om eene subsidie van 1000 te verleenen tot
het begrinden en verharden met keien van een
gedeelte van den armendijk.
Axel, 31 Mei. Heden werd alhier door den
Notaris Dregmans, ten verzoeke van het Bestuur
der Burgeriijke Godshuizen van Gent, voor den
tijd van 9 jaren verpacht
1. 11 h. 46 a. 10 c.a. bouwland te Koewacht
en Overslag aan Vital Poppe te Overslag,
voor f 900.
2. 48 a. 80 c.a. bouwland te Westdorpe
aan R. van Overloop en Bern. Herman te
Zuiddorpe, voor 30.
3. 11 h. 70 a. 75 c.a. bonw- en weiland te
Zuiddorpe aan Fr. van Cadsand te Axel, voor
1000.
4. 8 h. 28 a. 25 c.a. bouw- en weiland te
Zuiddorpe aan Petr. Dieleman Pz. te Axel,
voor f 810.
5. 4 h. 47 a. 95 c.a. bouw- en weiland te
Axel aan Corn, van Hermon te Axel, voor
460.
6. 9 h. 89 a. 40 c.a. bouw- en weiland te
Axel aan L. Wiemes te Axel, voor 450.
7. 4 h. 28 a. 60 c.a. bouw- en weiland te
Axel aan P. Dees te Axel, voor 460.
8. 3 h. 34 a. 50 c.a. wei- en bouwland te
Axel aan Dom. van de Vijver te Koewacht,
voor 185.
9. 1 h. 86 a. 50 c.a. bouwland te Bosch-
kapelle aan wed. D. Ferket, voor J 220.
10. 2 h. 5 a. 90 c.a. weg, watergang, berrn
en sloot aan Alf. van Damme te Bosehkapelle,
voor 250.
11. 2 h. 54 a. 20 c.a. bouwland aan V.
Boeding te Stoppeldijk, voor 265.
12. 2 h. 74 a. 50 c.a. bouwland aan Andr.
Dieleman en C. Herrebout te Zaamslag, voor
f 300.
13. 2 h. 52 a. 40 c.a. bouwland aan P.
Dhont te Bosehkapelle, voor f 210.
14. 2 h. 72 a. 50 c.a. bouwland aan P.
B. Mel te Bosehkapelle, voor 240.
15. 2 h. 64 a. 70 c.a. bouwland aan B.
van Laer te Bosehkapelle, voor J 255.
16. 2 h. 77 a. bouwland aan Jos. de Rijck
te Bosehkapelle, voor 250.
17. 2 h. 54'a. 90 c.a. bouwland aan P. A.
van Eerdenburg te Bosehkapelle, voor 190.
18. Het gras groeiende op de niet verpachte
deelen van den weg tusschen Zaamslag- Veer
en Stoppeldijk-Veer en van den weg die den
eersten van Zuid naar Noord doorsnijdt, aan
L de Putter te Zaamslag, voor 5.
De pereeelen 918 zijn gelegen in de ge
meente Bosehkapelle.
De pachtsommen zijn berekend per den hoop
en per jaar.
Koewacht, 31 Mei. Van nacht zijn bij den
landbouwer E. van Gijsel op de Duivenkeet,
7 minuten van de kom van het dorp 22 kippen
ontvreemd. Daders^pnbekend.
RECHTSZAKEN.
Arrondissenients-rechtbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 1 Juni
de volgende vonnissen uitgesproken
L. d. G, oud 31 j., arbeider te Hoek, is
wegens diefstal veroordeeld tot 3 maanden
gevangenisstraf.
M. A. v. d. V., oud 15 j., landbouwer te
Zuiddorpe, is wegens mishandeling veroordeeld
tot 10 boete of 10 dagen hechtenis.
P. F. H., oud 35 j., jager en herbergier te
Zuiddorpe, thans te Middelburg in hechtenis,
Dit geeft ons evenwel nog geen recht daar binnen
te treden.
Kort daarna verscheen de hoofdagent der wijk.
Toen hem naar Paul Gabori geyraagd werd,
vloog er een sluw lachje over zijn gelaat, en
antwoordde hij voorzichtig //Ik weet niet veel,
mijnheer. Hij heeft een mooie vrouw, maakt
groote reizen en ontvangt dikwijls aangeteekende
brieven. Ziedaar alles
z/Hoe weet ge zoo, dat hij veel aangeteekende
brieven ontvangt?"
z/De brievenbesteller van de wijk heeft me dat
medegedeeld."
,/Dus hebt ge methem over Gabori gesproken
z/Ja mijnheer."
,/En wat denkt ge van hem
z/Hm, dat is een rare zaak", antwoordde de
hoofdagent aarzelend. Wanneer men iets zegt,
moet men het ook bewijzen maar wanneer ik
niets zeg, is het toch ook niet goed. Mijn oordeel
legt geen gewicht in de* schaal, maar volgens
mijn gedachten kan die Gabori best een staat-
kundige verspieder, misschien wel een nihilist
wezen. Als wij een kijkje mochten nemen in
zijn schrijftafel, zouden wij waarschijnlijk gewich-
tige papieren vinden, maar dit kunnen wij niet
(Wordt vervolgd).
Burgemeester en Wethouders van de Gemeente TER
NEUZEN i-oepen bij deze op al de in deze gemeente
zich bevindende verlofgangers der militie te land, met
uitzondering van de hieronder genoemden, om op Vrij-
S® «S»»ni des voormiddags te 10 uien,
Amsterdamschen tijd, voor het gemeentehuis te Ter
Neuzen tegenwoordig te zijn ten einde overeenkomstig
art. 125 der Militiewet 1901 door den Militie-commissaris
te worden onderzocht
maken bekend dat aan de inspectie niet wordt deel-
genomen door hen die
le. dit jaar om andere redenen dan voor straf onder
de wapens zijn geweest;
2e. dit jaar voor kerkalingsoefeningen moeten op-
komen
3®. van den werkelijken dienst ontheven of in het
genot zijn van uitstel van eerste oefening
4». van de lichting van 1898 in dit jaar naar de Landweer
overgaan de plaatsvervangers en nummerverwisse-
laars, en de verlofgangers van de huzaren, de be-
reden artillerie en het korps torpedisten gaan niet
over tot de Landweer, zoodat alle deze wel aan het
onderzoek moet deelnemen
5e. een verbintenis hebhen aangegaan als adspirant-
militie-officier of bij de spoorwegafdeeling van de
genietroepen
6e. met tijdelijk verlof gezonden zijn zonder zakboekje
en dus niet in de registers van verlofgangers zijn
ingeschreven
en herinneren hen aan de volgendfe bepalingen der
Militiewet
1". de verlofganger meldt zich binnen dertig dagen na
den dag, waarop hem de verlofpas is uitgereikt,
bij den Burgemeester zijner woonplaats aan, ten einde
deze zijn verlofpas vooi gezien teekene (Art. 120);
2e. de verlofganger, die zich in eene andere gemeente
gaat vestigen, geelt daarvan kennis aan den Burge
meester zijner woonplaats. Binnen dertig dagen
na den dag, waarop hij komt in de gemeente,
waarin hij zich vestigt, meldt hij zich aan bij den
burgemeester dier gemeente, ten einde deze zijn
verlofpas voor gezien teekene (Art. 121);
3e. de verlofganger mag zich, zonder toestemming van
den Minister van oorlog, nietlanger dan gedurende
drie aclilereenvolsende intandeo buiten
'stands begeven (Art. 123);
4'. de verlofganger, die de artt. 120, 121 of 123 niet
naleeft, wordt in werkelijken dienst geroepen en
daarin gedurende ten hoogste twee maanden ge-
houden.
De duur van dezen dienst wordt bepaald door
den Minister van Oorlog (Art. 124);
5«. de verlofganger, die bij openbare kennisgeving
is opgeroepen om door den Militie-commissaris te
worden onderzocht, verschijnt bij het onderzoek
in uniform gekleed en voorzien van de kleeding-
en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met
verlof medegegeven, van zakboekje en van zijn
verlofpas (Artt. 125, 126 en 127);
6e. de verlofganger is aan de militaire rechtspleging en
tucht onderworpen, onder anderen gedurende den
tijd, welken het onderzoek voor den Militie-
commissaris duurt en in het algemeen, wanneer
hij in uniform gekleed is (Ait. 117);
7e. behoudins het bepaalde bij art. 117, kan een arrest
van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij
gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van
bewaring door den Militie-commissaris worden
opgelegd aan den verlofganger
a. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek
verschijnt
b. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
reden niet voorzien is van de bij art. 127 ver-
melde voorwerpen
c. wiens kleeding- en uilrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
d. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander
behoorende, als de zijne vertoont (Art. 128);
8«. onverminderd de straf, in art. 128 vermeld, is de
verlofganger verplicht, op den daartoe door den
Militie-commissaris te bepalen tijd ea plaats, en
op de in art. 127 voorgeschreven wijze, voor hem
te verschijnen om te worden onderzocht (Art. 130)
9". de verlofganger die zich bij herhaling schuldig
maakt aan het feit, sub 4° van art. 128, bedoeld,
of niet overeenkomstig art. 130 voor de Militie-
commissaris verschijnt, of aldaar verschenen zijnde
in het geval verkeert sub 2e en 3e van art. 128
vermeld, wordt in werkelijken dienst geroepen
en daarin gedurende ten hoogste drie maanden ge-
houden.
De duur van dezen dienst wordt door den Minister
van Oorlog bepaald (Art. 131).
Ter Meuzen, 1 Juni 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris
O