Ter Neuzensche Courant. Zaterdag 5 Mei 1906. 46- Jaargang.
Buitenland.
Gemengde berichten.
No. 4836.
TWBEDB BLAD.
Binnenland.
Met de onfereldheden te Parijs is 't op 1 Mei nogal
losaeloopen. Ja, er hebben wat oploopjes en opstootjes
nlaats gehad. B.j een charge van de cavalene op de
Place de la Republique die voor de paarden met zand
bestrooid was werden zelfs vrij veel gewonden onder
acrenten en gepeupel gemaaktmaar nergens vrnl lets
voor dat een bepaald-revolutionair karakter droeg. Kwa-
iongena speelden bij de opstootjes de hoofdrol.
Ook in de provincie kwam 't nergens tot speciiiek-
i-evolntionaire betoogingen, wel bier en daar tot ernstige
stakings-ongeregeldheden. .t17ii
Zoo hebben een 1000 stakende mijnwerkers uit Ville-
runt op de Fransch-Duitsche grens, een dynamietaanslag
tegen de ijzersmelterii van Richeville beproefd. De aan-
slacr lukte niet, en 'teenig resultaat is, dat nu en meer
Fransche en meer Duitsche troepen naar de grensplaats
ziin gezonden.
'Te Marseille zijn bij twee Bonapartisten en in bet
kasteel »Valmirande", van den Bonapartistischen baron
Lassus, bniszoekingen gehouden.
Onder de papieren ran den Napoleontischen graat de
Beauregard heeft men o.a. aangetroffen een lijst van
het Kabinet, dat deze beer zicb voorgesteld had na den
val van de tegenwoordige regeering te laten optreden.
Te Londen ging de 1 Mei-dag uiterst kalm voorby.
Men nam motiee aan, waarbij de wenschelijkheid werd
bepleit van ouderdomspensioenen, achturigen werkdag
en wereldvrede.
Vele Fransche, Duitsche en Russischq, socialisten^
voerden er 'twoord.
Ook te Berlijn en Hamburg en in andere groote
Duitsche steden had de viering van het Meifeest een
geregeld verloop. Te Hamburg trok een optocht van
So,000 arbeiders door de straten.
Witte gaat heen.Rusland dankt zijn besten staats-
rnan al.^. zegt bet officieuse »Telegraaf-Agent-
schap". Witte is ziek. Daarom gaat hij vrijwilllg
heen. En hij zal, evenals vroeger, het vertrouwen van
den Czaar bliiven houden.
Maar wie gelooft dat'r 't Wai al lang bekend, dat
Witte een middenman, noch demokraat, noch reactio-
nair 'door den democratischen uitslag van de verkiezin-
gen'in een lastig parket was gekomen. Aan 't conser-
vatieve hof was men voor al die demokraten in de
Doema bevreesd geraakt. en de demokraten van hun
kant wilden ook van den halfslachtigen Witte mets
weten.
Toen viel 'taan de hofkliek niet moeilijk den eersten
Minister beentje te lichten. En de man die te Ports
mouth, bij <ie vredesonderhandelingen tusschen Rusland
en Japan, 't nog zoo voordeelig voor Rusland wist te
leiden dat in Tokio zelfs opstootjes van ontevredenhied
bij den uitslag der vredesonderhandelingen uitbraken
de man, die later het Czarenrijk voor directen ondergang
wist te behoeden, door te rechter tijd, 30 October van
'tvorig jaar, een manifest te doen uitvaardigen, waarbij
Rusland een grondwet werd beloofd, is door den wankel-
moedigen Czaar op zij gezet.
Als politicus en als particular is Witte nooit best
vertrouwd. Welk politicus wordt dat ovengens wel
Er ligt welhaast een tegenspraak in 't woord En
van den particulier Witte wordt verteld, dat bij al wat
hij deed, hij z'n brandkast niet vergat.
Maar dat neemt niet weg dat hij Rusland tot twee
malen toe ontzaglijke diensten beweesen terecht be-
twiifelt men dan nu ook reeds, of men op den duur
wei buiten dezen staatsman van ongemeene bekwaam-
heid zal kunnen.
Witte verdwijnt voor 'toogenblik van't staatstooneei,
maar men verwacht hem terug.
TWEEDE KAMER.
Vergaderiug van Donderdag.
Ingekotnen was bericht van het overlijden van
Mr. J. G. Gleichman. Besloten werd, namens
de Kamer een brief van rouwbekiag aan de familie
te zenden.
De heer Borgesins stelde voor, Yrijdagochtend
met het oog op de begrafenis niet te vergaderen.
Besloten werd, de vergadering Vrijdag eerst te
half 2 te doen aanvangen.
Aan de orde was daarua de voortzetting van de
behandeling van het Arbeidscontract (en wel over
het artikel betreffende de sanctie op het verbod
van gedwougen winkelnering), zooals dit een dezer
dagen door de Regeering is gewijzigd.
D« heer Van den Bergh (Den Helder), van
oordeel dat het Regeeringsartikel zooals het thans
luidt een verbetering is, trok een door hem
ingediend amendement in.
De beer Troelstra verdedigde een amendement,
slrekkende om met slechts den arbeider een
vordering wegens geleden schade op den werkgever
te geven, maar ook op een derde, n. 1. den
winkelier, tenzij deze aan de gedwougen winkel
nering onschuldig is. Voorts wil het amendement,
dat de arbeider niet slechts het recht zal hebben
op de geleden schade, maar ook op het bedrag
dat hij reeds aan waren heeft genoten.
De heerLohman achtte dit laatste ourechtvaardig.
De Minister van Justitie verdedigt het Regeerings
artikel, dat de rechter de bevoegdheid geeft de
schade naar om3tandigheden te bepalen. Hij is
daarbii gebonden aan een minimum-grens, dat is
het bedrag der werkelijk geleden schade en aan
een maximum-grens, dat is het bedrag dat voor
winkelwaren is besteed.
Tegen dat gedeelte van het amendement-Troelstra,
dat die minimum-grens wil doeu vervallen, heeft
de Minister dan ook bezwaar, gelijk ook de heer
Heemskerk. Maar deze gevoelde veel voor dat
gedeelte van het amendement-Troelstra, waarbij
de arbeider ook een vorderingsrecbt wordt gegeven
op een derde, d. i. op den winkelier. Hij geeft
daarom den heer Troelstra in overwegiug zijn
amendement te splitsen, waaraan deze voldoet.
Het eerste amendement-Troelstra (vorderings-
Techt ook tegen derde dat is winkelier) werd
verworpen met 47 tegen 17 stemmen.
Het tweede amendement-Troelstra (vervallen
van minimumgrens) wordt mede verworpen. Het
Regeeringsartikel wordt daarop aangenomen met
59 tegen 5 stemmen.
Aan de orde is daarna de afdeeling betreffende
de verplichtingen van den werkgever. Gelijktijdig
worden behandeld de artikelen 1688a en y.
Artikel 16S8y bepaalt de verplichting van den
werkgever, om de inwonende zieke arbeiders te
verplegen, zonder de kosten op de eerste vier
weken loon te kunnen verhalen.
Tegen dit laatste artikel ontwikkelt de heer
Van Dedem bezwaren. Deze regeling behoort
in de Ziekteverzekeringswet thuis.
Ook de heer Tydeman oppert dit bezwaar.
De beer De Klerk ziet er daarentegen geen
bezwaar in voorshands goede bepalingen omtrent
ziekteverzekering in het arbeidscontract op te
nemen.
De Landweerwet is aangevuld met een nieuw
artikel, luidende
Indien blijkt, dat tengevolge van het verblijf
onder de wapenen of in werkelijken dienst van
een dienstplichtige bij de landweer deor het gezin
waartoe doze behoort of waarin hij is opgenomen
of door den persoon of de personen, in wiens of
in wier levensouderhoud hij voorzag of hielp
voorzien, zonder zjjne aanwezigheid niet of niet
voldoende in eigen onderhoud kan worden voorzien
dan wordt aan dat gezin, aan dien persoon of
aan die personen, naar door Ons te stellen regelen,
voor elkeu dag, diea de dienstplichtige onder de
wapenen of in werkelijken dienst is, op han
verzoek uit 's Rijkskas eene vergoeding toegekend
van ten hoogste een gulden en vijftig cent, teDzij
door Onzen Minister van Oorlog aan Ons wordt
voorgesteld, den dienstplichtige van den werke
lijken dienst te onthtffen en deze ontheffiug door
Ons wordt verleend.
De nitbetaling der vergoeding geschiedt naar
voorschriften van Onzen Minister van Oorlog.
Vergoeding, als in het eerste lid bedoeld wordt
niet toegekend voor den tijd dien de dienstplichtige
vrijwillig krachtens artikel 13 onder de wapenen is.
Bij art. 1 van het Kon. besluit van 14
April 1906 (Stbl. no. 64), dat 1 Mei in werking
treedt, is voor het toezicht op de uitvoering
der arbeids- en veiligheidswet het rijk verdeeld
in 9 arbeidsinspectien.
Tot het tweede district behoort de provincie
Zeeland.
Aangewezen als bevoegd in die arbeidsinspectie,
ter standplaats Breda, zpn de inspecteur van
den arbeid M. Raven, de adjunct-inspecteur
H. J. Scholte en de opzichter van den arbeid
J. Wervers, benevens de adjunct-inspectrice
mej. A. A. Nuijsink.
TER NEUZEN, 4 Mei 1906.
Bij de werkzaambeden aan den nieuwen kanaal-
arm alhier kon hedennamiddag de ongehuwde work
man Petrus Kwikkelbergen, van Wachtebeke, niet
tijdig uitwijken voor een uitgestort wordende
kipkar. Hij geraakte er onder beklemd en brak
het rechterbeen onder de knie.
Hoek, 3 Mei. Hedei werd alhier door het
bestunr der vereeniging //Doelmatige Samen-
werking" aanbesteed de levering van chilisalpeter,
als 45,400 Kg. te Mauritsfort en 12,200 Kg. te
Ter Neuzen.
Hiervoor werd ingeschreven als volgtMaat-
schappij tot verkoop van Hulpmeststoffen te Dor
drecht, voor 13,88, Glerum Co. te Vlake,
voor 13,34, P. J. Scheele te Ter Neuzen, voor
13,34, D. Scheele te Ter Neuzen, voor f 18,32,
J. C. Meijer te Zaamslag, voor 18,30 en A.
Wieland te Ter Neuzen, voor f 18,26, alles per
100 Kg.
Geguud aan den beer Wieland.
Zaamslag, 3 Mei. Heden werd alhier aanbe
steed de levering van ougeveer 16000 Kg.
mais, voor de vereeniging //In 't belang der land-
bouwers". Daarvoor werd ingeschreven door de
heeren J. C. Meijer voor no. 1 f 7,27, no. 2
7,20 en no. 8 f 7,12, M. Dees voor 7,
beiden te Zaamslag, door J. van de, Ree voor no.
1 7,11 en no. 2 f 6,75, door P. de Bruijue
voor 6,94 en door A. Wieland, alien te Ter
Neuzen, voor 6,73, alles per 100 Kg.
Aan den laagsten inschrijver werd de levering
geguud.
St. Jansteen. In den nacht tusschen Dinsdag
en Woensdag is zekere Peersmau van Stoppeldijk,
die met zijn broer aan het Groot Eiland vischte,
te water geraakt en ver.lronken.
In de Ellestraat brandt het tegeuwoardig alle
weken. De vorige week hebben wij er geen melding
van gemaakt, doch nu willen wij niet nalaten te
berichten, dat het hoefje van C. L. Boets afge-
brand is. Alleen het paard, waarmee de man
zelf weg was is ongedeerd gebleven. Een belen-
dend huisje van een buurman is mede eene prooi
der vlammen geworden.
Dinsdagmorgen te ongevser 4,45, terwijl de
Vlissingsche loodsschoener No. 1, schipper C. A.
J. A. Sutherland, kruisende was in het Engelsche
Kanaal, op de hoogte van Beachy Head, N. t. O.
pi. m. 6 zeemijlen afstand, zag men det een aan-
varing tusschen een zeil- en een stoomschip on-
vermijdelijk was. Onmiddellijk werd overal ge-
waakt, de booten uitgezet en naar de plaats des
onheils geroeid, doch vddr de booten daar kwamen,
was het stoomschip reeds gezonken. Elf personen
waren op het zeilschip, dat op een waterdicht
sshot bleef drijvea, overgesprongende overigen
lagen in 't water. Door de sloepen werden 10
man benevens een jongen, die van bet zeilschip
op het stoomschip was overgesprongen, uit het
water gered. De Vlissingsche loodsschoener No. 10,
schipper P. Verheul, die eveneens daar kruisende
was, doch op verderen afstand, had mede het
genoegen, door het onmiddellijk zenden van een
sloep, ook drie personen te redden, zoodat het
aantal geredden bedraagt 24 van het stoomschip,
en een van het zeilschip. Volgene bericht zoaden
er alzoo 5 menschen van het stoomschip zijn
verdronken. Het zeilschip was het Engelsche
viermastschip *Kate Thomas," komende van
Antwerpen, het stoomschip het Engelsche stoom
schip fBlonfield." Aan de groote voortvarendheid
van de bemanning van beide Vlissingsche loods-
schoeuers is 't voorzeker te danken, dat betrekke-
1'jk zoo weiuig personen het leven hebben verloren.
De geredden, waaronder ook de gezagvoerder,
zijn door de loodsschoeners te Newhaven, in
't Engelsch Kanaal, aan wal gebracht. Het zeil
schip verlaugde geen assistentie en zeilde Oost uit.
Tegen een boterhandelaar op de Neude te
Utrecht is proces-verbaal opgemaakt. De man
was gewoon op ieder pondje boter een half pondje
rcadeau" te doen en een dergelijke »royaliteit"
lacht de altijd zuinige Hollandsche huismoeders
wel toe. Wat de oolijkerd echter met de eene
hand gaf nam hij voor een gedeelte met de andere
weer terug.
Dit geschiedde heel eenvoudig door den evenaar
ten eigen bate iets om te buigen en voorts door
de schasl aan de eene zijde van een onzichtbare
veer te voorzien, die vastgezet kon worden zoo
gaaw dit noodig geacht werd. Het publiek werd
das op dubbele wijze bedrogen en wie weet
voor hoelang reeds.
De schaal is natunrlijk in beslag genomen,
evenals een afgeleverde en te weinig wegende
klomp boter.
Men heeft zich in de gemeente Ooststelling-
werf ontfermd over de door haar man verlaten
vrouw, wier inboedeltje te Nijeberkoop onder den
blooten hemel stond. Men heeft haar tijdel(jkte
Oosterwolde onder dak gebracht. 't Plan is
de gelegenheid biedt zich daarvoor in dat dorp
aan daar voor haar en hare kinderen eene
woning te huren, waarvoor de kosten kunnen
worden besireden uit de voer haar nit Holland
ingekomen giften. Zij hoopt dan in haar under-
hond en dat van haar kroost te kunnen voorzien.
Bij gelegenheid der markt is Dinsdag te
Someren duchtig gevochten. Een zoon van H.
van D. onmoette in een herberg P. v. Doom
laatstgenoemde werd .zonder twist noch weorden
gehad te hebben, on verwacht een mes in zijn
buik gestoken, zoodat vier groote wooden zicht-
baar waren. De dokter vreest voor het leven
van den getroffene.
Een landbouwer te Aarle-Rixtel werd door
een rat in de pink gebeten. Aanvankelijk werd
er weinig acht op geslagen maar na eenigen tijd
swollen de pink en de heele hand op en werd
door den geneeskundige bloedvergiftiging gecon-
stateerd. Door de pink af te zetten hoopt men
erger te voorkomen.
Boffen
In eeD kist met oude boeken, te Nijmegen voor
f 10 gekocht op de verkooping van den inboedel
van wijlen mej. Warren, heeft de nienwe eigenaar
een certificaat N. W. S. groot 1000, gevonden.
Aangezien de kist werd verkocht //met hetgeen
er in is," is het geldswaardige stuk thans eigen-
dom van den kooper. Zoo luidde ook het inge-
wonnen rechtskundig advies.
Rudolf Henuig, de man van de sensationeele
vlucht over de daken te Berlijn en die geruimen
tijd in Duitschland dezelfde rol gespeeld heeft als
Haarlemsche Frans hier, is door het hof van
gezworenen te Potsdam ter dood veroordeeld.
Maandag kwain het proces voor en, ofschoon
er 35 getuigen gehoord moesten worden en de
aauklacht over verscheidene punten liep moord
op den kellner Giernoth, diefstal, valschheid in
geschriften, bet toebrengen van lichamelijk letssl
euz., werd het nog denzelfden dag afgehaudeld.
Hennig was te Berliju in voorarrest, omdat men
meeude het gevaarlijk heerschap te Potsdam niet
voldoende te kunnen bewaken en Maandagmorgsu
werd hij per spoor van Berlijn naar Potsdam
vervoerd. Hoewel men zorgvuldig geheimgehouden
had met welken trein hij komen zou, was er tocb
een groote meuigte aan het station aanwezig, maar
nog voller was het in het gerechtsgebouw. Alle
beschikbare plaatsen waren bezet en men verdrong
zich in de gangen en op de trappen. Hennig
werd geboeid binnengeleid en alvorens de president
last gaf hem de boeien af te nemen, richtte hij
het woord tot hem om hem te waarschuwen dat
de politiebeambten die aan zijn beide zijden en
achter hem plaats genomen hadden hem bij de
eerste poging tot verzet of vluchten de zaal uit
zouden voeren, waardoor hij niet verder in staat
zou zijn gebruik te maken van de middelen ter
verdediging die de wet hem toekent.
Diep medelijden wekte het verschijnen van den
vader van Hennig, een oud en achtenswaardig
man, die, geleund op den arm van een anderen
zoon, de zaal binnentrad, waar hij tegen zijn zoon
Rudolf zqu naoeten getuigen. HenDig verzocht,
dat zijn vader, na verhoord te zijn, de zaal zou
mogen verlaten, omdat diens bij zij u gednrende het
geheele proces hem te diep zou treffen. De pre
sident vreeade echter hierin een list van den
misdadiger, om vrijer te zijn in zjjn beweringen
als een der getuigen werd verwijderd en bepaalde
daarom dat de oude Hennig niet de zaal zou ver
laten, maar zoo geplaatst zou worden, na verhoord
te zijn, dat de beklaagde hem niet zieu kon. Het
verhoor van beklaagde en getnigen toonde daidelijk
aan, welk een misdadigersverleden deze Rudolf
Hennig reeds op zijn 32e jaar achter zich heeft.
Zoowel zij a ouders als zjjn broeders en zusters
zijn gezeten burgers van onbesproken gedrag, hij
alleen heeft nooit willen oppassen en ia van kwaad
tot erger vervallen. Op 16jarigen leeftijd werd hij
reeds tot een geldboete veroordeeld wegens mis-
handeling, en verder onderging hij gevangenis-
straffen wegens diefstal, gewelddadige berooving
en het maken van valsch geld, bij elkaar 1 ljaren
en 7 maanden. Zijn moeder is van verdnei over
hem gestomn en eeamaal heeft bij getracht zijn
vader, onder bedreiging met moord, geld af te
persen, welke bedreiging hij niet ten uitvoer kon
brengen, doordat de oude man hulp kreeg.
Van hetgeen hem na ten laste wordt gelegd
ontkeut hij het vooraamste punt den moord op
den kelnner Giernoth. Daarvan beticht hii een
man, dien hij slechts bij zijn voornaam keut, Frans.
Dit heeft hij reeds in de instructie gedaan en bij
de voorwerpen, die van hem in beslag genomen
zijn, wees hij een portret als dat van den gebeiin-
zinnigen Frans aan. Nasporingen deden dezen
man vinden in den persoon van een kermisreiziger
die juist te Berlijn was en de rechter van instructie
nam een slim bedachte proef met Hennig en
arFrana." Hij liet laatstgenoemde aanhonden en in
een gevangenispakje steken. Zoo bracht hij on-
verwacht een ontmoeting tusschen de beide mannen
in de gang van de gevangenis teweegmaar
Hennig herkende zijn voorgewende medeplichtige
niet, zoodat de kermisreiziger onmiddellijk weer
in vrijheid werd gesteld.
Toch hield Henning ook hier het bestaan
van den onbekenden #Frans" vol. Met hem en
nog een derden, dien hij in het geheel niet kende,
had hij Giernoth van Berlijn naar Potsdam gelokt,
doch het voornemen was eokel hem te beroovsn.
Zij hadden Giernoth, die werkloos was, een he-
trekking te Potsdam aangeboden, waarvoor deze
600 mark als borg moest storten. De kellner
had een spaarhankboekje met dit bedrag. Volgens
Hennig waren aij met hem naar Potsdam gegaan,
maar daar had Giernoth argwaan gekregeu, wat
ten gevolge had, dat #Frans" hem op den weg
had doodgeschoten. Hennig was bjj den moord
niet eens tegenwoordig geweest, hij had aan het
station gewacht, terwijl „Frans" en deonbekende
Giernoth meenamen naar een eenzamen weg buiten
Potsdam. Eerst later had //Frans" aan Hennig
verteld, dat hij Giernoth had doodgeschoten en
hem vervolgens het spaarhankboekje gegeven, dat
hij voor 500 mark had beleend en waarvoor hij
de handteekening van Giernoth had vervalscht.
Dit wss het verhaal waarmee Hennig den moord
van zich af trachtte te schuiven, maar het getuigen-
verhoor was zoo bezwarend tegen hem en maakte
het bestaan van die twee andere mannen zoo on-
waarschijnlijk, dat de jury met algemeene stemmen
schuldig uitsprak eu het gerechbshof het doodvonnis
over hem veide.
Sedert jaren berokkent de rattenplaag op
Samoa aan het bestuur en de planters in de ko-
lonie veel zorg. De daar in ontelbare menigte
voorkomende ratten klauteren tegen de cacaoboomen
<>p, knabbelen aan de loten en vernietigen den
ogst. Herhaaldelijk zqn pogingen gedaan, om
de ratten uit te roeien, zonder merkbare uitkom-
sten echter. Men heeft nu besloten een Berlijnsch
kamerjager, Rittershofer genaamd tot bestrijding
van de plaag naar de kolonie te zenden. Hij hoopt
de ratten deels met behulp van vergift, deels door
middel van lijm, waarmee de boomen bestreken
zullen worden, uit te roeien. Er zijn proefne-
rningen met die lijm in den Berlijnichen dieren-
tuin genomen, die goed geslaagd moeten zijn. Ook
prof. Robert Koch heeft de meeniDg uitgesproken
dat het middel van den kamerjager het eem'g
afdoende is, daar van het inenten van de ratten
met een smetstof op den duur geen heil te ver-
wach'eu is. De kamerjager zal vijf tot tien maanden
op het eiland blijveu om de ratten te beoorlogen.
Uit het stadje Hermosillo (Amer. staat
Mexico) meldt men dat Indianen van den stam
der Yaquis een Amerikaan, dhr. Samuel Williams,
en diens metgezellen aangevallen en vermoord
hebben. De heer W. vertoefde in de wilderuissen
om den rijkdom der mijnen te exploiteeren. De
roodhuideu schijnen met groote overmacht. aauge-
rukt te zijn en slechts het lijk van dhr. W. werd
op de plaats achtergelateu. Een bloedig spoor
wees den weg, dien de /rroode duivels" met hun
gevangeneu gevolgd zijn.
De bieroorlog in Bonn
De burgerij heeft een eervolle overwinning
behaald in haar oorlog tegen de prijsopjagers van
het bier. Een groot bierhuis heeft bekend ge
maakt dat het den opslag iutrekt. Men verwacht
<iat het verbond van de bierhuishouders nu zal
niteenspatten.