A g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaandere
""rFnTLsToT"
No. 4768
Onder wij zer,
NATION ALE M1LITI E~
Donderdag; 23 November 1905.
45e Jaargang.
Rinnenland.
e n w u
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien vbor 3 uren op den dag der uitgavts
TWEEOE K M E R.
Yrij bewerkt door A MO.
TER NEUZEN, 22 November 1905.
ElIZKSSCHE COMAS
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,38*.
Men abonneert zich big alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
ushouders.
ADVERTENTllN:
Yan 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elken regel meer f 0,16.
Bij directe opga&f van driemaal plaatsing derzelfde adverteutie wordt de prijf,
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Ui, i>i»iS ve/Kchijut fflaandar, en Vrijdagavond. ■Uae.onderd op Feeatdageo, l»tj de Vlrm» f. J. ¥AI l»K »*BPK «e Ter le^ea.
Bij het Openbaar Lager Onderwijs
in de gemeente TER NEUZEN wordt
gevraagd een
in het bezit der akte j.
De jaarwedde bedraagt f 525,met 4 vier-
jaarlijksche verhoogingen van /SO,
Stukken in te zen.len aan den Burgemeester
voor 11 December 1005.
Ter Neuzen, 20 Nov. 1905.
Burgemeester en Wethouders van ler Neuken,
J. A. P. GE1LL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
Ziitting- v:tri den Miilitiernad.
Burgemeester eu Wethouders der gemeente TER
NEUZEN,
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de
Militieraad in Zeeland voor de lichting van het jaar
I90t5, op WOENSDAG den 20 DECEMBER 1905, des
voormiddags te 9 uur, te Hulst in het gemeentehuis
aldaar zitting zal houaen om uitspraak te doen omtrent
alle lotelingen dezer gemeente
dat voor den Militieraad ni«»et verschijnen de lote-
ling, die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid
of cjebreken of gemis van de gevorderde lengte
<iat zij die wegens ziekte of gebreken met in staat zijn
om voor den Militieraad te verschijnen, daarvan door
tusschenkomst van den Burgemeester banner woonpiaats
■nooivn UtMiiitxgevfn aan den Militieraad, onder
overlegging van een ongezegclde geneeskundige ver-
klaring vermeldende den aard van de ziekte of van
het gebrek
vestigm uitdrukJxlgk de aandachi op van hen, die
vrijstelling verlangen wegens broederdienst of op grond
van te behooren tot twee of meer in hetzelfde jaar
geboren broeders, dat de opgaaf van de vrijstelling bij
ile loting of hetinleveren van de bewijsstukken hen niet
ontsiaat van de verplichting om bij den Militieraad de
reden van vrijstelling in te brengen op bovenver-
meiden dag
en wijzen de lotelingen, die gebreken hebben of meenen
te hebben, op hunne verplichting, voor zooveel zij
daartoe in staat zijn, en onverschiUig welk nummer
zij hebben getrokken, om voor den Militieraad te
verschijnen, teneinde geneeskundig te worden ondeizocht_
Ter Neuzen, 22 November 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
Vergadering van Dinsdag.
Bij de voortgezette behandeling van de Indische
Begrooting, verklaart ook de. heer Bos toe te
juichen de behandeling eu voorbereiding van de
begrooting in Indie. Tegeuover de pessinaistische
beschouwingen van den heer Van Kol stelt spreker
de dwingelandij van de iulandsche vorsteD, die de
economische welvaart van Indie, tegenhouden.
De sociaal-democratische politiek tegeuover Indie
kenschetst spreker als een politiek van verlegen-
heid, die niet weet waar vandsan de ook in
de oogen der Nederlandsche arbeidersklasse ge-
scbikt iijkende middelen te halen, om aan de
nooden van Indie tegemoet te komen.
In de talrijke expedities ziet spreker de be-
doeling om voor goed een beteren toestand te
scheppen.
Ten slotte dringt h(j aan op de bevordering
van productieve werkeuop uitbreiding van de
Staatsexploitatie en op vesliging van het belasting-
steJsel op betere basis. Yoorts op bezuinigiug
op onze kostbare bestuursorganisatie, vooral de
militaire.
Na een opmerking van den heer Van Bylandt
dringt de heer Verhey aan op bevordering van
het volks-, het teehnisch en het zeevaartkuudig
onderwijs. Ook spreker verdedigd de expedities
tegen iulsndsche vorsten.
De heer De Stners verklaart na de lezing
van het rapport van kolonel Van Dalen en het
daaraan verbonden medisch rapport over den tocht
naar de Gajoe- en Alaslanden dat die expeditie
niets anders is geweest dan een zuivere veroverings-
tocht en dat onze geneeskundige dienst toeu te
kort is geschoteu in de verplegiug van gewonde
vijandeu. Scherp kritiseert spreker nog eens
bet optredeu onzer troepen bij die gelegeuheid,
waarbij de vijanden als konijnen werden opgejaagd
en doodgescboten. Na zulke moordgeschiedeuissen
behoorden geen lauweren over het N.-l. leger te
worden uitgestort.
Ten slotte meende spreker, dat genoemde
expedities onno.idig waren voor de haDdhaving
van rust en orde, en dat zij lichtvaardig waren
oudernomen tengevolge van militairen overmoed
eu van lust iu goudexploratie, niet door kapita-
listen, rnaar door 't gouvernement. Spreker
concludeerde, dat wij ous stelsel van militair
geweld moeten plaats laten maken voor een van
geduld, ingetogenheid en zelfbeheersching.
De heer Troelstra verdedigt de pe.ssimistische
beschouwingen van den heer Van Kol, en bestrijdt
de meeuing van deu heer Bos, dat de socialistische
politiek ten aanzien van Indie een verlegeuheids-
politiek zou zijn. Als de heer Bos de sociaal-
demokratie verwijt geen middelen aan te geven
„Hm, hm, dat is een iugewikkelde geschiedenis",
zei Perkins. „Maar vertel me nu iets van die
schuldbekentenis, mijnheer Brockers. Waarom
hebt ge dat bewija niet aangebodeo om betalng
te ontvangen Waarom hebt ge daar vrel tieu
jaar mee gewacht
#Ik heb Scheppers niet vroeger kunucn vinden.
Ge wert we] waarom. Toen hij te Sydney scheep
giug naar Europa, zei hij me, dat hij naar Londen
ging en me daar betalen zou, maar hij kwam
niet 1e Louden".
„En eindelijk hebt ge hem toch gevonden
Vele jaren later, trof ik te Boeroeloela
toevallig Jerez aan. Hij vertelde mij, dat Scheppers
te Parijs leefde onder den naarn van markies d'Aigre.
Met het eerst, vertrekkende schip giug ik natuur-
lijk naar Europa, naar Parijs om betaling le
vragen."
Welti u En Scheppers? Ge hebt hem toch
nog aangelroffen, niet waar?"
„Ja, ik herkende hem op het eerste gezicht,
■en hij herkende mij ook, ofochoon wij ailebei
zeer veranderd waren. Hij was ziekelijk, vrees-
achtig en menschenschuw geworden, hij leek ge-
wetenswroegiug te hebben. Hij ontstelde vreeselijk
toen hij me zsg
Waarom betaalde hij dau zij a schull niet?
Het kwam bij hem toch met op vijfhouderd pond
aan
„Natuurlijk niet, maar hij was hang voor me.
Hij bedacht zeker wel, dat ik die geschiedenis
uif Sydney ter sprake kon brengen daarmee bad
ik hem trouwens bedreigd om aan mijn geld te
komen. Hij vreesde stellig, dat ik hem aanhoudeud
geld zou afpersen kort en goed, daags voor
dat hij me betalen zou was hij dood."
,/Maar waarom hebt ge u dan niet tot zijne
erfgenamen geweud om aan uw geld te korneu
„Dat heb ik gedaan Zoodra ik wist, hoe de
zaken stonden, ben ik regelrecht naar den advo-
Linning gegaan
„Welnu, wat zei mijn ambtgenoot?"
Hij lachtte me uit en zei, dat iedereen wel
met zoo'n papier kon komen. Hij zei, dat het
bewijs vervalscht was."
Vervahcht Ha, ha! Waarschijnlijk hebt ge
dan mijn ambtgenoot gesproken, toen hij van de
middagtafel kwam. Dan ziet hij alles dubbel."
,/Na de middagtafel was het, dat is zoo,
maar
/yGoed, maar vertel me nu eindelijk eens, hoe
gij op de dwaze gedachte zijt gekomen, dat
Scheppers nog leeft. Een man, die in zijn eigen
huis sterft, van wiens dood een amhtelijke act'
van overlijden is opgemaakt, en die op het kerk
hof Pere Lachaise te Parijs begraven is, moet toch
dood zijn
vAls ge mij rustig wilt aanhooren, zult ge op
staanden voet vernemen, hoe ik kennis kreeg van
het bedrog, mijnheer
r/IIet bedrog
om de nooden van Indie te lenigen, dan wijst
sp.-Vnr op het plan-Van Kol, om onze buiten-
bezittingen te verkoopen. Spreker vergelijkt de
thans verleende hulp van Nederland bij de hulp-
verleening van een vereeniging als ,/Armenzorg."
Het plan-Van Deventer, emigratie naar de buiten-
bezittingeD, acht hij onuitvoerbsar, maar boveudien
doelloos ten-opzichte van Java. Spreker beveelt
aan de Javanen te steunen in hun cooperatieve
organisaties. De tusschenpersonen, die de winst
opstrijken, moeten verdwijnen.
De heer Thomson erkent het recht van optreden
tegen vorsten, die dwingelanden zijn voor hun
volk. Maar noodeloos hloedvergieten als in
de Gajoe- en Alaslanden moet men voor-
komen.
De Regeering heeft toegegeven aan den
algemeenen wensch om de som, voor de paarden-
stallen op »Het Loo" gevraagd, voorloopig terug
te nemen.
„Hoewel," zegt zij, ffde stallen op #Het Loo"
zeer gebrekkig zijn en de huisvesting van het
stalpersoneel dringend verbetering eischt, bestaat
tegen eenig uitstel der bouwplannen geen over-
wegend bezwaar. Dat nitstel zal aan de Regeering
de gelegenheid geven, het reeds vroeger opge-
maakte plan te ouderwerpen aan een nader onder-
zoek, hetwelk door haar te meer wenschelijk
wordt geoordeeld nu in de Kamer betwqfeld
wordt, of het wel noodig is voor dit doel het
geraamde bedrag uit te geven."
Bij de gisteren gehouden verkiezing van
drie notabelen der Ned. Herv. kerk werden her-
kozen de drie aftredende heeren J. de Bruijne
Jacz., Jan de Feijfcer Aarnoutsz. en H. J. v. d.
Ouden.
Naar men ons meedeelt is een onzer inge-
zetenen, die in den nacht van Zondag op Maaudag
in een hotel te Amsterdam logeerde, aan een
groot gevaar ontsnapt.
Een loge, die verbleef in een kamer nevens die
van onzen stadgenoot, werd opmerkzaam op de
zonderlinge klagende geluiden die deze uitstiet,
en waarschnwde den portier. Daarop werd in de
kamer van OBzen stadgenoot een onderzoek in-
gesteld en vond men dezen bewusteloos, bedwelmd
door gas, van de gaskraan die hij had opengelaten
of wel een lek in de leiding, dit wist men ons
niet te verzekeren. Aan de met behulp van een
geneesheer aangewende pogingen rnocht het ge-
lukken den logii na eenige uren weer bij te
Kalm, mijnheer! Ik heb u reeds gezegd, dat
ik Scheppers weervond als een ziekelijk man, die
gepijuigd werd door gewetenswroeging. Het was
dus uatuurliik, dat hij van mij schiikte als van
een spook. God weet, welke gedachten zijn brein
doorkruisten, toen hij mij plotseling terugzag,
eischende eu dreigende met onthulliugen, die hem
te gronde moesten richten. Als Samuel Scheppers
was hij vroeger verdwenen om te voorschijn te
komen als markies d'Aigre. Het ligt dus voor
de hand, dat hij dit spelletje nogmaals wilde
spelen. Toen ik nu te Londeu kwam, bezocht ik
eeu kroegje in de Binsburystrxat, waar de erfge-
genaarn van den markies d'Aigre vroeger woonde
daar leerde ik een man kennen, die kauaerdieuaar
bij den markies d'Aigre was geweest j die man
heette Thomas Green. Wij werden spoedig ver-
rouwelijk en vertelden elkaar onzen leveusloop.
Oader het prateu vernam ik, dat in plaats van
markies d'Aigre twee zakken met zand op het
kerkhof Pere Lachaise begraven zijn, dat het be
wijs van overlijdeu niet voorzieu is van eene
onderteekening en anders eene onleesbare hand
teekening draagt, eu dat Thomas Green heweert,
den ouden Samuel Scheppers kort geleden te
Londeu te hebben gezien."
,/Maar dat zou toch
#In hoeverre Thomas Green zelf heeft meege-
holpen aan het bedrog, heeft hij me natuurlijk
niet verteld. Zoo dom is hij niet, maar het is
zeer waarschijnlijk, dat hij er meer van weet dan
hjj aan najj gezegd heeft. Zie zoo, mijnheer
de advocaat, nu weet ge alles help me nu aan
mijn geld, aan mijn eerlijk verdiende vijfhouderd
brengen en was hij bniten gevaar. Alihahs, het
schijnt dat hem, behoudens de minder aangename
herinnering, geen andere nadeslige gevolgen zijn
Dijgebleven.
Wij lezen in ,/TEtoile Beige" van
9 Nov. 1.1. onder de industrieele en handels-
berichten het volgende
De heer Gustave Boel heeft een breed uit-
gewerkt plan voor de vervaardiging van ijzeren
assen en banden.
Deze groote industrieel bestudeert met den
op dat gebied gunstig bekenden specialiteit, de
heer Alphonse Thomas, de maatregelen te nemen
voor het inwerking brengen der staalfabriek te
Ter Neuzen, opdat deze bij de opening zal zijn
ingericht voor het fabriceeren van nieuwe voort-
brengselen, in verband met de plaatselijk bron-
nen en de moderne aanvragen.
Door den heer J. Lugtenburg, onder wij zer
aan de Chr. School te Zaamslag-dorp is tegen
1 December a. s. ontslag aangevraagd uit zijne
betrekking, wegens benoeming als onderwijzer
in Transvaal. (District Middelburg ten Oosten
van Pretoria).
Den derden Mei van dit jaar werd uit Lier
(Belgie) een aanzichtkaart van de teutoonstelling
te Luik gezonden aan den heer G. V. te Philippine.
Die kaart is toen niet naar daar, maar naar de
Philippijnsche eilanden gezonden. Den26enJuni
is ze te Manilla aangekomen. Daar heeft ze
eenigen tijd rondgedwaald, vanwaar ze den 26en
Augustus is teruggezonden naar Brussel.
Den 18en November is ze aan het adres te
Philippine besteld, nadat ze omslreeks 20 maal
ges temp eld was.
Het schrjnt dat de Belgische post-administratie
geen maatregelen weet te treffen tegen dit zoo bij
herhaling voorkomend euvel, dat Philippine met
de Philippijnsche eilanden wordt verward.
Hontenisse. Mej. H. J. Neeteson alhier is door
den gemeeuteraad van Elst (Gelderland) benoemd
tot vroedvrouw in de buurtschap Elden onder die
gemeente.
Nieuw-Namen, 21 Nov. Heden is door
burgemeester eu wethouders dezer gemeente de
nieuwgebouwde marechaussee kazerne opgenomen
en goedgekeurd.
Het naar de eischen des tijds ingericht
gebouw is een sieraad der gemeente, waarvoor een
wel verdiend woord van lof in deze niet onthouden
mag worden aan den opzichter Wisse te Zaamslag
en de aannemers Schopman en Van der Walle te
Hulst en Everaert te St. Jansteen, voor de zeer
neite en solide afwerking van dit prachtig gebouw.
pond. Ik sta daarvan gaarue eeu deel aan n af
ter beloouing een voorschot voor onkosten
kan ik u met, geven. Tk ben een arme duivel,
dat ziet ge zelf wel."
Geen voorschotPerkins krabde zich achter
het oor, en dacht na. Hij was geen vriend van
processen zonder voorschot. Bij alle processen
beschouwde hij het voorschot als de olie om de
machine te smeren. Doch in deze zaak lag meer
dan de oude stuurmau wellicht zelf wist. Als
de oude Scheppers niet dood was, kon dit feit
door toeltreffende onderzoekingen te Parijs worden
vastgesteld en dan was er natuurlijk geen
erfgenaam. Als er geen erfgenaam was, dau was
Linuing er iu geloopen, en als Liuuing er in
geloopen was, dan kreeg Perkuis een gewichtig
proces te voeren. Ook zonder voorschot lokte
deze zaak hem dus aan, want Linning was voor
hem een gevaarlijke mededinger. Misschien was
Perkins ook wel uieuwsgierig, hoe deze avontuur-
lijke geschiedenis ten slotte zou afloopen kortom,
na zich een poos te hebben bedacht zeide hij op
zalvenden toon „Goed, mijnheer Brockers Ik
belast mij met uwe zaak, uit christelijk plicht-
gevoel. Ge moet niet gelooven, dat wij advo-
caten geen hart in het lijf hebben. Gaarne nemen
wij zonder voorschot de zaak van de;i verdrukte
in handen, uit liefde tot de gerechtigheid. Ge
sckrijft mij een bewijs van bonderd pond sterling,
te betalen als gij uw vijfhonderd pond ontvangt.
Daarmee uit Zijt ge nu tevreden
Natuurlijk, mijnheer! Datourlijk
(Wordt vervolgd).