9 bedoelde woning, maar de bewoner bleef weiger- achtig om vrouw en dochter binnen te laten. De dochter wist echter raad, zij nam een bij 1 en sloeg daarmede een paneel van de straatdenr in. Dit was voor den verdediger van de bedreigde vesting het sein om meer offensief op te treden. Hij kwam aan de straatdeur en opende een bom- bardement. Als eerste projectiel wierp hij een braDdende petroleuinlamp naar de agenten en de beide vrouwen. De poiitiemannen bleven toen ook niet werkeloos. Zij trokkeu de sabel en verwondden den man, die zich daarop in zijne stelling terugtrok, om nit het venster, meer gedekt het bombardement voort te zetteu, door met bloempotten en andere voorwerpen te gooien. De agenten trokken af aan de vrouwen werd nachtverblijf verleenden de man bleef overwinnaar, maar zal zijn systeem van verdediging toch met een proces-verbaal moeten boeten. In verband met een bericht, aan De Tijd ontleend, over het misbruik van drank bij feeste- lijke gelegenheden wordt vermeld, dat in Noord- Brabant een der gezondbeidscommissies gemeeud heeft aan de ouders van schoolgaande kinderen de volgende circulaire te richten #Overtuigd, dat het gebruik van alcoholische dranken door kinderen van zeer nadeeligeu luvloed is op hunne lichamelijke en verstandelijke ont- wikkeling alsook op hunne zedelijke vorming z/overtuigd verder, dat niets den ouders meer ter barte moet gaan, dan alles te vermijden wat schadelijk kan werken op de gezondheid, de ver standelijke vermogeus en het zedelijk gevoel hunner kinderen *van meening echter, dat vele ouders niet ge- noeg zijn doordrongen van het besef, dat het gebruik van alcoholische dranken meestal slechte gevolgen zal hebben voor hunne kinderen //dat bij sommige ouders zelfs het gebruik bestaat, aan hunne kinderen in de eerste levens- jaren kleiue hoeveelheden sterken draoK te geven om hen rustig te houden, of om andere redenen z/waarschuwt de ouders aan hunne kinderen geen alcoholische dranken (dus ook geen bier of wijn) te geven en allerminst aterke dranken (jene- ver, bitter, coguac, brandewijn, anisette enz.) zelfs niet in de kleinste hoeveelheden, tenzij op voor schrifl van den geneesheer." Drama op zee Omtreut het reeds in ons vorig nummer onder de telegrammen opgenomen scheepsongeval, wordt d.d. 8 Oct. uit IJmuiden gemeld Hedenmorgen werden door den stoomtrawler i/Gerbrig-IJmuiden 101", toebehoorende aan de N. V. stoomvisscherij yPriesland", kapitein J. Rechsteiner, aangebracht twee Noorsche schip- breukelingeu, die door bemiddeliug van den direc- teur der stoomvisscherij C. Planteydt een onder- komen kregen en van kleeren werden voorzien* Het waren de tweede stuurman, een man op jaren, en een jonge matroos van het Noorsche barkschip h Dea", kapitein H. Andersen, geladen met cokes, herkomslig van Londen, met bestemmiug naar Frederikstad. Uit een onderhoud met de schipbrenkeliugen en den kapitein van den trawler vernameu we het volgende Op ongeveer 85 mijl N. 0. tot N. van het eiland Terschelling dreef in hulpeloozeu toestaud borengenoemd barkschip. De woeste storm van Donderdag op Vrijdag- nacht had het vaartuig tot een zijner slachtoffers gekozen, en geholpen door de woedende, huizenhoog opgezweepte golven binneu korten tijd tot speelbal hunner vereende machten gemaakt. Zeilen hadden ze aan Harden gescheurd, masten hadden ze als riethalmen gekuakt, donderend, met angstwekkeud gekraak, de raas naar beneden op dek en ver- schan8ing. Zeeen slaan over boord, indriugend met woest geweld binnen oude en versch geslagen gaten eu scheuren. Het schip is reddeloos, de bemauning radeloos, de kapitein, door drank bt- neveld, redeloos. Noodseinen worden geheschen. Daar nadert een stoomer. Hoop op behoud herleeft. 'tis een Engelsche stoomtrawler, h<r- komstig van Hull, vermoedelijk 116. Alsof daar niet twaalf menschenlevens op het punt staan door de woeste elementen te worden verslouden stoomt de trawler, bedacht op //struggle for live", door, zonder zelfs een pogiug tot hulpbieden te doen. Nog is men niet van de teleurstelling bekomen of opnieuw daagt mogelijke redding. De Hollandsche trawler #Gerbrig" bovengeuoemd nadert. Oogenblikkelijk was de kapitein bereid alle pogiugen in het werk te stellen hulp te verleenen. Een boot uitzetten zon roekeloos geweest zijn met zoo'n noodweer. Een lijn, waaraan een reddiugsboei gebouden, wordt in zee geworpen, en drijft in de richting van het wrak, wordt door de bemanning opgepikt. Een steviger tros wordt met bovenmensche' lijke inspanning binnengehaald en een der man- schappeu, de tweede stuurman, verlaat noodgedron- gen, met de boei het wrak. Daar slingert hij door het water golf op, golf af, beieikt in doodsangst den trawler en wordt door rappe handea binnen boord gebracht. Een tweede matroos staat met een lijn om het vtrkleumde lichaam gereed zich in zee te storten. Daar nadert, drankbeneveld, de kapitein, dreigt deu op punt van heengaaD staanden matroos met pistool te zullen neervellen als hij het scbip wil verlaten. Een sprong, een greep van den matroos, een kort gevecht volgt, de kapitein wordt op het dek gesmakt, de matroos werpt zich met het ver overd pistool in zee en klarnpt langs den tros naar den trawler. Daar verheffen zich weer de verbolgen elemen ten, die zich hun prooi zien ontworstelen als een draad knapt de reddiugslijn af. De storm loeit, de golven dreunen, de schipbreukeliagen kermen. Perergeefs poogt de trawler opnieuw een lijn aan boord te krijgen, de elementen spotten met zijn pogen. Het schip zinkt hoe lang zoo meer. Vier-en-twintig uur blijft de trawler in de nabij- heid van het reddelooze scbip, om alsnog te trachten redding te bieden. Nog tweemaal daarna slaagde men er met veel moeite in een sleeptros over te krijgentweemaal knapten ze als broze draden af. De woede der natuurkrachteu neemt af. Daar daagt, begunstigd door den wind, een tweede trawler, de Hullboot //PI 445". Aan deze gelukt het de boot uit te zetten en bij het schip te brengen. Als razenden werpen zich acht man overboord in de boot, wier bemanning het gelukt ze behouden over te brengen. Nog bevinden zich aan boord de kapitein en eerste stuurman. Het gelukt der Hulsche boot een tros aan boord van het wrak te brengen en haar droeven, zinkenden last tracht ze op te sleepen in de richting van de Engelsche kust. De plaats des onheils wordt verlateu. De jGerbrig" bracht zijn geredden in het Koning Willemshuis, waar ze liefderijk werden opgenomen. Te Wolphaartsdijk werd van Woensdag tot Vrijdagmiddag een lOjarig knaapje vermist dat gewoon was de koeien te hoeden bij een landbouwster aldaar. Vader noch moeder had zoo schrijft men bij de politie aangifte gedaan dat hij ver mist werd en eenvoudig maar een ouder broer tje uitgezonden om hem te zoeken. De politie, wie de zaak verdacht voorkwam, informeerde bij de ouders of ze zoo maar dat kind aan zijn lot overlieten, waarop't den vader eindelijk behaagde, geholpen door de politie, naar zijn zoontje te gaan zoeken. Men vond het arme kind, dat 50 uren zonder eten en driuken was geweest en zich verstopt had in stroo boven in de schuur van zijn bazin. De stumper was in de meening geweest dat hjj als koewachter ontslagen was en durfde bij zijn //Iiefhebbende" ouders niet meer terug komen uit vrees voor slaag. Overigens hield het kind zich zeer schuw en was geen woord haast uit hem te krijgen op al de door de politie gestelde vragen. De //teedere" ouders het kind heeft een stiefmoeder toonden in deze zaak droefheid noch aandoening. Merkwaardig, maar diep aandoenlijk, is wql deze voor zulk een klein kind, vreeselijke ver- klaringdat als ze hem niet gevonden hadden, hij niet meer naar huis was gegaan en zich dus waarschijnlijk had laten doodhongeren Gevaarlijk //Vermaak". Te Hengelo wierpen een drietal jongens een aldaar passeerende automobiel met kastanjes na, met het onge- lukkig gevolg, dat de chauffeur in het oog werd getroflen. Hoewel het oog zwaar beleedigd is, hopen deskundigen het nog te kunnen be houden. gevallen. Zoo diep, dat ze eerst tegen halftwee wakker werdeu, toen alle toescbouwers vertrokken en alle deuren gesloten waren. Zij badden vol- doende bescheiden bij zich en geenerlei bedenkelijke voorwerpen, zoodat de commissaris hun gelegenheid gaf nog een deel van den nacht in hun hotel door te brengen. Tegen de vleeschnood. In Duitschland heeft men gebrek aan vleesch en is dit dienten- gevolge tamelijk duur. Een dienstbode uit een herberg te Straatsburg, Anne Schreiuer genaamd en haar moeder, die toch een hartigen brok slechts noode konden missen, verzonuen er wat anders op. Zij lokten met suiker of een andere lekkernij de honden tot zich die goed in hun vleesch zaten en namen ze mee naar haar woning, waar de arme dieren geslacht en opgepeuzeld werdeu. Dat was al geruimen tijd goedgegaan, tot eindelijk de eigenasr van een dikken puck zijn huisv/iend miste. Men had het beestje met Anne Schreiner zien meegaan en de eigenaar trad haar woning binnen om navraag te doen. Hij vond in letterlijken zin den hond in den pot, maar het vel hing aan den wand en dat herkende hij, waarop hij een aanklacht deed bij de politie, hetgeen tengevolge had dat Anne Schreiner voor de correctioueele rechtbank tot negen maanden gevaugenisstraf werd veroordeeld. Den postbode Albert Girndt te Berljjn was het bekend, dat in het hoofdpostkantoor in de Albrechtstrasse ongeveer 96,000 mark aan goud en een nog grootere som papieren geld aanwezig was. Met zijn broeder, den smidsgezel Arthur Girndt en een derden medeplichtige, beraamde hij een inbraak om het geld meester te worden. Op het laatste oogenblik begon den derden mede plichtige den moed te ontzinkenhij verklapte de zaak aan de politie en deze ging in het ge- bouw op den loer liggen. In 't holle vaa den nacht het was grauw, donker weer kwam de postbode Grindt, met een valschen baard vermomd, zacht aansluipen, opende met een breekijzer de voordeur, drong in het kantoor en zou juist aan het forceeren van de brandkast be- ginnen, toen de politiebeambten hem in den weg traden en de hand op den booswicht legden. Zij hadden echter Hiet op zijn herculische kracht gerekend. Als waanzinm'g sloeg hij om zich heen en in het donker ontstond een woedend gevecht, waarbij de inbreker den beambte Grunwald de keel bjjna dichtkneep en hem de kleeren van het Ijjf scheurde. Zijn tegenstander niet meester kunnende worden, greep Grunwald zijn revolver en zond den door de gang wegvluchtende een kogel na. Deze trof eerst den commissaris van politie Hoff mann aan de hand en vervolgens den inbreker in den nek. Tegelijk greep Hoffman hem en hield hem zoolang vast tot er hulp kwam en de kerel geboeid kon worden. Ook zijn broer, die buiten op de loer had gelegen, werd 's morgens gepakt. Beiden zitten nu in de gevangenis te Moabit. - Een ontsnapte leeuwin. Te Selby, in Enge- land, werden eenige voorstellingen gegeven door Cippei fields menagerie, die daartoe een tent had opgeslagen. Een der nos. van het program ma was, dat een dame van het gezelschap, miss Mercella, een dans zou uitvoeren iu de kooi van een leeuwin, die door den temmer Lowdtarno in bedwang gehouden werd. Toen de temmer de deur der kooi opende, om er met de danseres binnen te treden, sprong de leeuwin eensklaps op de deur toe, gaf den temmer een slag met haar klauw in het been en beet de danseres ge- weldig in den arm, waarna het dier de kooi verliet. De toeschouwers vluchtten in panischen schrik, maar het personeel der menagerie snelde toe om de leeuwin weer op te vangen. Twaalf mannen hadden haar ten slotte na veel moeite ingesloten en trachtten haar een strik over den kop te werpen, maar eensklaps sprong zij op een hunnner, Wesley genaamd, toe en beet hem vreeselijk in het hoofd. Zij zou hem verslonden hebben, wanneer men haar niet met een geweer had neergeschoten. De drie gewonden zijn naar het hospitaal vervoerd. Men wanhoopt aan het leven van Wesley, de arm der danseres zal afge- zet moeten worden, terwijl de temmer er nog het best van de drie is afgekomeD, hoewel ook zijn wond ernstig is. Liat in den schouwburg. Zondagnacht tegen 2 uur hoorden twee pohtieageuten die voor het Theatre Fraeqais te Parijs de wacht hadden, verdachte geluideu uit het gebouw komen. Zij naderden en hoorden roepen en stooten, zoodat zij den concierge uit zijn bed haalden en een der deuren lieteu openen. Daar stonden in de voor- hal twee heeren in reiscostuum, die geenerlei tegenstand boden en onverstaanbare woorden spra- ken. De agenten voerden hen daarom naar den naasten politiepost en waarschuwden den com missaris. Toen deze verschenen was, werd het geval opgehelderd. De heeren bleken Amerikanen te zijn uit Canada, die den vorigen dag pas waren aangekomen en na Parijs bekekeu en goed gedi- neerd te hebben, 's avonds naar den eersten schouw burg der stad waren getogen en in slaap waren Een leeuwengevecht. Onlangs heeft een bloedig gevecht plaats gehad tusschen drie leeuwen in een Parijsche menagerie. In een kooi had men een Abessynischen leeuw en twee leeuwen uit Kaapland ouder dak gebracht. In plaats van vriendschappelijk en gezellig met elkaar om te gaan, konden deze drie heeren der dierenschepping het volstrekt niet met elkaar vinden. Meu hoopte echter, dat zij mettertijd wel aan elkaars gezel schap gewend zouden raken en elkaar zouden leeren verdragen, te meer daar zij te samen ge- dresseerd moes'en worden. Om hun gedachten van elkaar af te leiden en hen wat zachtzinniger te stemmen bracht men ook nog een leeuwin iu de kooi. Maar het middel bleek erger te zijn dan de kwaal. Bij de andere wederzijdsche grieven der leeuwen kwam zich nu ook nog jaloezie voegen. Verleden week weerklonk op zekeren nacht plot- seling een ontzettend gebrul door de menagerie. De oppassers vlogen toe en zagen dat een der leeuwen door de beide anderen tegen de ijzeren staven der kooi als 't ware te pletter werd ge- drukt, terwijl hij uit tallooze wonden hevig bloedde, Na verscheidene vergeefsche pogingen slaagde het personeel er in de woedende dieren te scheiden. Maar de zwaar verwonde woudkoning, die eene waarde van 6000 gulden vertegenwoordigde en een geschenk van Koning Meneiik aan den direc- teur der menagerie was, had reeds den laatsten adem uitgeblazen. Ook zijn beide aanvallers hadden in het gevecht zulke zware wonden be komen, dat zij moesten worden afgemaakt. De leeuwin was gedurende den bloedigen strijd in een hoek gekropen en had aangezien hoe haar drie minnaars zich doodvochten om de gunst hunner dame. Een Amerikaansche egyptoloog, de predikant Zimmerman, keerde dezer dagen uit Egypte terug en nam zijn intrek in een hotel in de Chaussee d Antin te Parijs. Hij had twee koffers bij zich, gevuld met kostbare oudheden, uit de pyramiden afkomstig en bestemd voor een museum te New- York. Na eenige dagen te Parijs vertoefd te hebben, bemerkte hij met schrik, dat de koffers opeugebroken waren en zijn verzameling verdweueu was. De politie, die dadelijk een onderzoek in- stelde, vond op de kamtr van den bestolene een stuk van een horlogeketting, dat haar op het spoor van deu dief bracht, een Eugelschmau, Edward Hays genaamd, 45 jaar oud, die in het- zelfde hotel gelogeerd had. Hays had evenwel een woning te Parijs, in de rue Lafayette en bij eeh huiszoeking daar vond men verscheidene voorwerDen die aan den egyptoloog Zimmerman ontvreemd wareu, zoodat Hays in hechtenis werd genomen Het schijnt even wel dat hij een medeplichtige had, die zich met de kostbaarste stukkeu uit de voeteu heeft gemaakt, want deze zijn nog zoek Ook nam men aan een der koffers bloedsporen waar, vermoedelijk doordat de dief zich bij het openbreken de hand verwond heeft en op Hays is geen kwetsuur gevonden. Een drama op zee. Drie zeelieden, John Kitchen, Sam Hockings en Aibert Dallimore scheepten zich 8 dagen geleden op een sloep te Cowes op het Engelsche eiland Wight in, om een roeitochtje op zee te maken. Toen zij terug- keerden waren zij slechts met hun tweeen Kitchen ontbrak. Dat bemerkte men eerst den volgenden dag. Hockings en Dallimore vertelden, dat Kitchen met hen was teruggekomeD, maar dat zij niet wisten waar hij was heengegaan. Eenige dagen later evenwel kwam het lijk van den ougelnkkige uit zee aanspoeleu en de lijkschouwing loonde aan, dat hij was doodgeslagen en overbcord ge worpen. Hockings werd gevangen genomen. Men spoorde Dallimore op, maar vond hem dood aan boord van het jacht ,/Solontta" tot welks be manning hij hoorde. Hij had zich aan de ra opgt-hangeu, waarschijnlijk uit wroeging over de misdaad, waarvoor Hockings nu alleen zal terecht- staan. In het museum te Hamburg hebben onbe- kenden met hoedenspeldeD van een aantal por- tretten de oogen uitgestoken. Men verdenkt, schynt het, eene aanzienlijke dame. - Met zijn eigen vrouw hertrouwd. Een zonderlinge geschiedenis van een dubbel huwelijk wordt volgens het Nws. uit Canada bericht. Een ingenieur, James Hurlblutt genaamd, trouwde te Quebec met een 18jarige onder- wijzeres, mej. Ruth Emery, een wees. Kort na het huwelijk ging Hurlblutt naar het verre AVesten, om zijn geluk te beproeven, en zijne jonge vrouw bleef voorloopig te Quebec, als onderwijzeres. Zy hielden briefwisselingmaar al corres- pondeerende kregen zij ruzie over een kleinig- beid en het zeer prikkelbare vrouwtje schreef ten slotte aan haren man dat zy niets meer van hem wilde weten. Een paar weken later kreeg zij berouw en zij schieef hem, om vergiffenis te vragen. Maar dat was een brief die hem nooit bereikte. De ingenieur was intusschen naar elders ver trokken en hjj besehouwde zich als voor goed gescheiden van zijn vrouw. Er verliepen verscheidene jaren en Ruth, die toen zij al dien tijd niets meer van haren man hoorde, vermeende dat hjj was overleden, trouwde met een rijken ouden heer Ruper Beresford, die haar, toen hij twee jaren later stierf, zijn geheele vermogen eu rijke kopermijnen in Montana naliet. Het was te Montana, dat, nu twee jaren geleden, de weduwe Beresford, met gemeugde gevoelens van wroeging en blijdschap haren eeisten man ontmoette. Zij herkende hem terstond. Maar hij had geen flauw vermoeden wie zjj was en zij maakte zich niet bekend. Zy wilde voor de tweede maal zijn liefde winnen. Zij droeg hem op een mijn voor haar te onderzoeken. Zij zagen elkander dikwijls en Hurlblutt, die meende, dat zij weduwe was, vroeg haar eindelijk het jawoord. Zij nam zijn aanzoek aan, doch maakte zich nog niet bekend. Eerst toen zij als weduwe Beresford met hem was getrouwd men neemt het in het Verre Westen niet zeer nauw met huwelijks- papieren vernam James Hurlblutt, dat hij opnieuw met zijne Ruth was vereenigd. INGEZON DE N STDKKE N. Geathte Redactie Wat Luctor et Em., in tegenspraak met mij, te lezen geeft over de besprekingeu tusschen eenige Katholieken eu 't Bestnur derAntir. Kies- vereeuigiug in 1903 is historisck niet juist. Dat bestuur heeft tosn zoo stellig mogelijk verzekerd, dat de Antir. Kiesvereeniging noch kou, noch mocht, noch zou een Katholiek kau- dida&t stellen, omdat een te groot aantal antirev. mannec-broeders haar dit teu kwade zouden duideu. En aangezien nu eene politieke partij in normaleu toestand vertegeuwoordigd wordt door hare eenige kiesvereeniging, mag die verzekering aan de antir.- partij als een weigeriug als een onwilligheid worden aangerekend. Ja, verbeeld u, de heeren bestuursleden beloof- den onderhands den Katholieken kandidaat te steunen, alsof zij hunne kiesvereeniging tot ont- houdiug dwingen, of zich aan haar eveotueel besluit, om met een geestverwant op te treden, ontirekken konden De Katholiekeu zijn zoo dom niet, om in zoo een zichtbaren val te loopeu. De Vrijz. Liberale Kiesvereeniging was verdraag- zaam eu eerlijk. Zij stelde een Katholiek kaudi- daat bij eene enkele vacature, waagde er een Liberaieu zetel aan en verloor dien. EEN KATHOLIEK. Ter Neuzeu, 11 Oct. 1905.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1905 | | pagina 2