A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 4747.
Donderdag 5 October 1905.
Loting voor de Nationale Militie.
SIJIBil ea 5ILWI.
45e Jaargang.
Buitenland
FEUILLETON.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
De Mapokkaansche conferentie.
Yrij bewerkt door A MO.
De Fransch-Duitsche Marokko-
overeenkomst.
De Noorsche crisis.
TER NEUZEN, 4 October 1905.
SECZEJSCHE (OIRIVT.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Eranco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,82^.
Men abonneert zich b(j alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADVEBTENTIlN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer ,/O,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prp
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Oit bl»«l veraeliijnt Kaandag-, H'«en»il»i{- en Vrijdaaavond, nltgezondleril op Feesfdageo, by de Firma P. J. ViV IIK H.SDK te Me
aaea,
3".
5".
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER
NEUZEN, brengen ter kennis van belanghebbenden
K dat de lotine der voor 1 September van dit jaar
in deze gemeente voor de licbting van 1906 voor
de militie ingeschrevenen zal plaats hebben te
TER NEUZEN in het raadhuis op Vrijdatr, den
20 October te beginnen des voormiddags
te 9 uur (Amsterdamsche tijd)
2°. dat, om vrijstelling wegens eigen militairen dienst
of die van broeders te verkrijgea, men moet over-
leggen een paspoort of ander bewijs van ontslag,
of een uittreksel uit het stamboek of een bewijs
van werkelijken diensten dat, ter bekoming van
vrijstelling wegens broederdienst, men bovendien
moet overleggen een getuigschrift van den Bur-
gemeester, waaruit het getal zonen, tot het gezin
behoorende, blijkt (art. 51 der Militiewet 1901);
dat, om vrijstelling te bekomen op grond van te
behooren tot twee of meer in hetzelfde jaargeboren
broeders, men moet overleggen een getuigschrift
van den Burgemeester (art. 40 van het Koninklijk
besluit van 2 December 1901, Staatsblad n". 230);
dat op %'rijdasj den il November lilOS. des
voormiddags van 9 tot 12 uur in bet gemeentehuis
door of vanwege de lotelingen bij den Burgemeester
aanvraag kan geschieden voor het opmaken van de
bovengenoemde getuigschriften
dat zij, die op zoodanige vrijstelling aanspraak
maken, op laatstgemelden dag in het gemeentehuis
raoeten verschijnen, vergezeld van twee bij den Burge
meester bekende meerderjarige personen a!s getnigen
dat het bewijsstuk, hierboven onder 2" vermeld,
zoo het niet reeds bij den Burgemeester berust,
tenminste tien dagen voor den dag, waarop de zitting
van den Militieraad wordt geopend, kan worden
iugeleveid bij den Burgemeester der gemeente, in
welke de loteling, die vrijstelling verlangt wegens
eigen militairen dienst of wegens broederdienst,
voor de militie is ingescbreven (art. 42 voormeld
Koninklijk besluit);
dat de opgave van eene reden van vrijstelling bij
de loting hem, die vrijgesteld wenscht te worden,
niet ontslaat van de verplichting om bij den Militie
raad de reden van vrijstelling in te brengen, het-
geen in elk geval bij dit college moet worden
gedaan op den later bekend te maken dag in
December a. s.
dat lotelingen, die vrijstelling verlangen wegens
ziekelijke gesteldheid of gebrekeri, of wegens gemis
van de gevorderde lengte voor den Militieraad
moeten verschijnenzij, die daarin verhinderd
worden wegens ziekte of gebreken en binnen bet
Rijk wonen, worden onderzocht op de plaats waar
zij zich bevinden, indien, uiterlijk op den dag voor
dien, waarep omtrent ben uitspraak moet worden
gedaan, bij den Voorzitter van den Militieraad eene
ongezegelde geneeskundige verklaring omtrentbunne
ziekte of gebreken is ontvangeu
dat zij, die buiten het Rijk zich bevinden en wegens
ziekte of gebreken niet in staat zijn voor den Mili
tieraad te verschijnen, tenminste tien dagen voor
den dag, waarop de Militieraad wordt geopend,
bij den Burgemeester moeten overleggen eene ge-
geneeskundige verklaring, als bedoeld bij art. 8 van
het Koninklijk besluit van 2 December 1901
(Staatsblad n». 230.)
Ter Neuzen, den 4 October 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
7".
8°.
9«.
Een telegram nit Madrid aan de .Temps" publiceert
den tekst van het program voor de Marokkaanscbe
Linning moest Elverdaal weer eens tot bezinuing
brengen door kloppen op den schouder en vroeg
toeu //Genadige heer, wilt ge mij vergunuen bij
deze gelegenheid een kleioe aangelegenheid te
besprekeu P Vergunt ge tnij
oor den dag er mee, Linning", sprak Elver
daal. »Wat is de zaak Ik hoop, dat onze
vriend, de markies, zich daarbij niet al te erg
zal vervelen."
z/Het is een z«sk, waarin u, heer markies, even
veei belang zult stellen als wij. Ge kent toch
wel den kleinen Tom Green, den vroegeren kamer-
dienaar van wijleu den heer Simuel Scheppers
tfOui," zei de markies. en daar Elverdaal dit
toevallig verstond (het was trouwens het eenige
Fransche woord, dat hij kende), zeide hij ook
*Oui
z/Weluu, die Tom Green was zoo vriendelijk
eene rekeuiug in te dieneu voor verletnde diensteu
conferentie, door Frankrijk aan de mogendheden, die
de eonventie van Madrid geteekend hebben, toegezondem.
Dit stuk luidt al* volgt
De twee regeeringen zijn overeengekomen, den Sultan
het volgend program voor te leggen organisatie, bij
internationaal overleg, van de politie, buiten de grens-
districten algemeene bepaling*n op het toezicbt op en
de onderdrukking van smokkelarij in wapens in de
grensstrookde toeppassing van deze regeling wordt
aan Frankrijk overgelatenfinancieele steun aan de
Marokkaansche regeering tot stichting van een staais-
bank, die den geldelijken toestand zal regelen. De
kredieten, aan de regeering te openen, zullen gebruikt
worden tot uitrusting en bezoldiging van politie en
voor publieke werken.
Sprekende over het nieuw gesloten traktaat tusschen
Frankrijk en Duitschland, betreffende de Marokkaanscbe
aangelegenheden, zegt de Parijsche correspondent van
de //N, R. Ct." o. a. bet volgende
Het is zeker moeiiijk, een ander land te bedenken
waar zoo verward en individueel aan politiek en dat
nog wel aan buitenlandscbe politiek gedaan wordt.
Als men daarbij vergelijkt boe in Duitschland de pu
blieke opinie in buitenlandscbe zaken onder zulk een
zorgvuldige contrdle gehouden wordt, dat het zelfs iets
ongeboords zou zijn als oppositie-bladen (behalve dan
de socialistische) op eigen houtje richtingen zouden
voorstaan in strijd met en dus tot verzwakking van
het regeeringsstandpunt, voelt men al een eerste voordesl
dat Duitschland bij een gespannen verhouding tot
Frankrijk moet hebben. Dat dit voordeel niet is ver-
waarloosd, is in de iaatste maanden wel gebleken. Van
het eerste oogenblik af heeft het Duitscbe optreden
een diepe kennis van den Franschen binnenlandschen
toestand verraden en een meesterschap in bet zich
bedienen van de zwakheden er van.
Ook nu, bij de jongite onderhandelingen, is dat weer
dnidelijk gebleken. Ilet vergelijk van 8 Juli was onge-
twijfeld een succes voor de Duitsche diplomaticbij de
nader aan te gane onderhandelingen kwam het er op
aan de veroverde positie onaangetast te bewaren. Om
dat te bereiken is men veel te veel gaan vragen, is
men de door de overeenkomst gestelde grenzen te
buiten gegaan. Zelfs werd de kwestie van den over-
wegenden Franschen invloed op de Algerijnsch-
Marokkaansche grens, die ook door Duitschland erkend
was, in den loop dier onderhandelingen betwist. De
everdreven druk, dien Duitschland in dat tweede stadium
weer wilde uitoefenen, heeft in de Fransche publieke
opinie meer eenbeid en een gezamenlijke groepeering
tot verzet gebracht. Duitschland is niet doorgegaan
het heeft met gebaar van groote edelmoedigheid toe-
gegeven op een punt waarvan men steeds eenstemmig
geacht had dat het zelfs niet betwist kon worden.
En als men de officieuse voor Frankrijk bestemde
Duitsabe uitingen leest, ziet men ook dat die er niet
rer van af zijn bijna dankbaarheid der Franschen te
verlangen. In de .Kolnische Zeitung" kan men zelfs
lezen dat de regeling, die de kwestie van het haven-
hoofd en zelfs die van de na de overeenkomst van 8
Juli aangegane leening, in het huidige vergelijk krijgen,
tegemoetkomingen van Duitsche zijde zijn. En als
slotoordeel zegt bet Duitsche blad //Wij bopen dat de
verzoenende geest, betoond door de Duitsche diplomatic,
die er van afgezien heeft baar rechten te doen gelden,
op de publielre opinie in Frankrijk den indruk zal
maken dien bij verdient." Deze uitlating is inderdaad
gelukkig ironisch. De leidende personen in Duitschland
zullen er zelf wel om geglimlacht hebben met een
klein beetje vriendelijke minachting. Welk een handig-
heid ook. Over de eigenlijke punten is het programma
nog niet bekend; het schijnt heel globaal te zijn en de
conferentie zal nog veel te beslissen hebben.
De Rijksdag is Maandag door den Minister-president
geopend met een troonrede, waarin gezegd wordt dat
bet doel der bijeenroeping is, beraadslaging over de
ernstige toestanden. De Minister-president sprekende
en voorschotten, ten behoeve van mijn genadigen
bescherraer, den heer Van Elverdaal. Hij vraagt
drie dnizend pond sterling Wat zegt ge daarvan
heeren Drie duizend pond, dat is vijf en zeventig
duizend francsEen mooie onkostenrekening,
nietwaar
z/Wat een schurk riep Elverdaal.
z/Wat een schooier zei de markies.
En de drie heeren hadden het toch alleen aan
de bemoeiingen van dienzelfden Tom Green te
danken, dat zij met elkaar in aanraking waren
gekomen. Oudank is 's werelds loon. Linning
had zijne reden om den vroegeren kamerdienaar
af te schudden, de advocaat achtte hem gevaarlijk
voor zijn eigen invloed. Elverdaal voud de
rekening onbeschaamd, en dat was zij inderdaad
en de markies had nog een zeer bijzondere reden
om Green in de rol van ontevredene en uitge-
worpene te dringen. Slechts op die manier zou
die man zijn bondgenoot kunnen worden.
z/We uioesten een nul van zijn rekening weg-
schrappen," begon Linning weder.
z/Schrap er twee weg, Linning, Bcbrap er twee
weg," riep Elverdaal.
z/Schrap er drie weg," zei de markies lachend.
*Ik neem het op miju verantwoording. Hij heeft
fret aan zijn vroegeren meester verdiend. Dien
over de overeenkomst van Karlstad, eindigde met de
woorden .Het is mijn oprechte wenscb dat indien de
Rijksdag en het Storting het voorstel aannemen, hier-
door de gevaren en moeilijkheden zullen verminderen
die mochten ontstaan door de ontbinding der unie."
Wij verwijzen onze lezers naar de rubriek
yMiddelen van vervoer", waaruit blijkt de be-
langrijke wijziging in den loop der treinen van
de lijn GentTer Neuzen. De late trein oit
Gent loopt alleen 's Zondags en Vrijdags door
tot Ter Neuzen en de vroege trein uit Ter Neuzen
rijdt alleen 's Maandags en 's Zaterdags.
Wij vestigen de aandacht van belangstel-
lenden op de aankondiging van de dagvoorstel-
lingen van den Grooten Schouwburg en die van
het Nederlandsch tooneel, te Gent, die a. s. Zon-
dag weder aanvangen.
Het horloge, door de Zondag te Hulst ge-
arr steerde orgeldraaister gedureDde de kermis alhier
in een bierbuis gestolen is te Temsche, waar
het reeds verkocht was, terechlgekomeu. Het is
aan den inspecteur van politie alhier ter hand
gesteld en gedeponeerd op het parket van den
officier van justitie te Middelburg.
In de j.l. Vrijdagavond gehouden vergadering
van de liberale kiesvereeniging //De Vrijheid"
kwam in behandeling het destijds door ons ver-
melde antwoord der antirevolutionaire kiesver
eeniging //Nederland en Oranje" omtrent de
mededeeling van het voornemen van den heer
Mr. F. C. van Deinse om zijn ontslag te nemen
als lid van den gemeenteraad, mits de vacant
komende zetel door een Roomsch-Katholiek
zoude kunnen worden bezet en het verzoek
daaraan medewerking te verleenen.
Zooals men zich zal herinneren verklaarde
de antirev. kiesvereeniging zich bereid aan
de verkiezing van een R. Kath. te willen mede-
werken, mits, ter verkrijging van evenredige
vertegenwoordiging, nog 2 liberale leden ten
behoeve der antirev. hunne zetels zouden be-
schikbaar stellen en wanneer voor de toekomst
overeenstemming kan worden verkregen omtrent
de verdeeling der zetels tusschen de verschil-
lende partijen.
Als resultaat der besprekingen is door het
Bestuur het volgende schrijven verzonden
Ter Neuzen, 2 October 1905.
Aan het Bestuur der
Anti-revolutionaire Kiesvereeniging
Nederland en Oranje" te Ter Neuzen.
M. H.l
De vergadering van de Liberale Kiesvereeniging .De
Vrijheid", gehouden Vrijdag 29 Sept. 1.1. heeft met be-
langstelling kennis genomen van Uw schrijvend d.28Aug.
1905, in antwoord op onze mededeeling betreffende bet
voornemen van den beer Mr. F. C. van Deinse om zijn
ontslag te nemen als lid tan onzen gemeenteraad.
Na bespreking van Uw schrijven is besloten het
volgende te antwoorden
Dat blijkbaar door U aan onze mededeeling en daarin
heeft hij bestolen als de raven. Schrap gerust
alle drie nullen weg."
Elverdaal vond dat een prachtig idee, sloeg
met de handen luid klappeud op zijn knieen en
lacbte uitbundig. Natuurlijk lachte nu Linning
ook en de markies lachte ook mee. Allen maakten
zich vroolijk over dien geestigen iuval, die wel
verdiende dat er nog eens op gedronken werd.
Onmiddellijk werd aangekondigd, dat de middag-
tafel gereed stond. De markies wilde vertrekken,
omdat hij geen gunstige gedachteu had omtrent
het dineeren bij die kleermakersfamilie. Doch
Elverdaal wilde van geen heengaan hooren.
z/Ge moet mijn vrouw en dochter leeren kennen,
heer markies," sprak hij met warmte. //Anny
spreekt tamelijk goed Fransch. Zij heeft eene
voortreffelijke leermeesteres. Juffrouw Baisley is
een voorbeeldige gouvernante. Kom mee, ge moet
ecus kennis maken met Anny Dat zal haar
pleizier doen I"
z/Hebt je ook niet een zoon, mijnheer Van
Elverdaal Een zoon p" vroeg de markies tweemaal,
vreezende dat hij niet begrepen werd.
Elverdaal begreep hem toch niet en keek Linning
vragend aan.
ffNeen, heer markies," antwoordde Linning,
mijnheer Van Elverdaal heeft geen zoon meer.
vervat verzoek eene veel ruimere strekking wordt toege-
dacht dan in onze bedoeling ligt. Wij stelden alleen
gerneemchappelijk overleg voor om te verzekeren de
keuze van een Roomsch-Katholiek, ten behoeve waar
van de heer Mr. Van Deinse zijn zetel wil disponibel
stellen.
Uit de gescbiedenis der verkiezingen voor den gemeen
teraad in de Iaatste jaren is bet voorstel voortgesproten.
De Katholieken, met ons gekant tegen de houding,
door de anti-revolutionaire meerderheid in den ge
meenteraad in rerschillende speciale gevallen aange-
nomen, eene houding, die wij acbten te zijn in strijd
met de belangen der gemeente, hebben met ons geijverd
om de meerderheid in onzen en hunnen geest em te
zetter,.
Niets was meer natuurlijk, dan dat getracht werd
ook iemand, tot die partij behoorende, een zetel te be-
zorgen niet alleen waren wij van de billijkheid van
dat pogen doordrongen, maar daartegen kon onzerzijds
ook geen bezwaar bestaan, omdat wij bij de belangen
waar het om ging, in de Roomsch-Katbolieken onze
medestanders zagen.
Wel werd de meerderheid in den gemeenteraad in
onzen geest omgezet, doch niet werd bereikt het doel
de verkiezing van een Roomsch-Katholiek ingezetene.
Het zal wel overbodig zijn de reden dier mislukking
hier in het licht te stellen die is zoowel bij U als bij
ons bekend en het is trouwens een verschijnsel, dat
niet alleen in Ter Neuzen te constateeren valt.
Niettemin blijven wij, zoolang de thans beslaande
meeningen blijven domineeren, bet als een plicbt onzer
zijds beschouwen de keuze van een Roomsch-Katholiek
als lid van den gemeenteraad te bevorderen op elke
geoorloofde wijze.
Die meening was ook oorzaak van onze houding bij
de Iaatste verkiezing. Zonder aarzelen werd toen de
strijd aangebonden, in de eerste plaats om voldoening
te verschaffen aan het verlangen der Roomsch-Katho-
lieken. Op welke wijze die strijd moest worden ge-
voerd en welke tactiek daarbij moest worden gevolgd,
is iets, wat wij zelve natuurlijk hadden te beoordeelen.
't Spreekt van zelve, dat bet ons niet kon spijten, dat
een onzer candidaten werd gekozen in de plaats van
een tegenstander, maar wel deed het ons leed, dat het
hoofddoel wederom niet was bereikt.
Nu dient nog in T licht te worden gesteld, dat van
terzijde, vergissen wij ons niet, ook wel zijdelings in
de Anti-revolutionaire pers, pogingen werden aangewend
om de goede trouw der iiberalen ten opzichte van de
Roomsch-Katbolieken verdacht te maken, om begrijpe-
lijke tactische redenen.
Alleen met feiten zijn verdachtmakingen in de meeste
gevallen te logenstraffen.
Een zetel, ruim 30 jaren door een liberaal bezet,
kwam door overlijden vacant. Bij onderling overleg
werd onzerzijds geen candidaat gesteld, maar die zetel
ter bescbikking der Roomsch-Katbolieken gelaten. Bij
de bedoelde verkiezing werd even wel de Uwerzijds
gestelde tegencandidaat gekozen.
Die uitsiag werd door ons betreurd, omdat nu nog
onopgelost hleef een kwestie, die aanleiding moet geven
tot strijd.
In officieuse gesprekken kwam dit ter sprake en daar
bij werd door aanhangers Uwer ricbting betoogd, dat
de opengevallen zetel door de Anti-revolutionairen niet
zonder strijd kon worden overgelaten, maar dat, wanneer
de Liberalen zoo gaarne een Roomsch-Katholiek zitting
zagen nemen, dan een der zitting hebbende Liberalen
ontslag moest nemen en zijn zetel daarvoor disponibel
stellen.
Deze wetenschap heeft vermoedelijk den beer Mr. Van
Deinse geleid tot het door hem ter onzer kennis gebrachte
voornemen, ook U medegedeeld. Waarom juist hij zijn
zetel beschikkaar etelt, is eene vraag, die wij niet kunnen
beantwoordeu. Voor zoover ons bekend, is omtrent die
bandeling geen voorafgaand overleg gepleegd en heeft
de heer Mr. Van Deinse zelfstandig gehandeld.
Wij willen niet ontveinzen, dat de kennisneming van
bet voornemen van den beer Van Deinse ons eener-
zijds leed deed. Al was hij tot ons leedwezen wegens
gezondheidsredenen geruimen tijd genoodzaakt de raads-
zittingen te verzuimen, zoo zijn wij overtuigd dat,
Vroeger had hij een zoon, maar hij was een
ouwaardige, die zijue familie veel verdriet aan
deed en niet begreep, wat hij verschuldigd was
aan den maatschappelijken rang en de waardig-
heid zijuer ouders."
//Bij clke kudde is wel een schurftig schaap,"
merkte Elverdaal op, toen hij eiudelijk begreep,
waarover gesproken werd.
z/Maar wij hopen, dat de jonge John van
Elverdaal zich nog zal bekeereD, dat hij zal leeren
inzieu, dat een Van Elverdaal geen fabrieks-
arbeider mag zijn. En wanneer John dit zal
hebben begrepen, dan zal mijn genadige beschermer
weder een zoon hebben."
Linning zeide deze Iaatste woorden met een
blik, die den markies te denken gaf. Wat is er
aan de band met dien zoon, die geen zoon is
dscht hij bij zich zelveu. Verzon de advocaat
dit slechts, of volgde hij een lastgeviug Of
was beide het geval Onder de tegenwoordige
omstandigheden konden er wel menschen zijn, die
er belang bij hadden de vervreemdiog tusschen
vader en zoon tot een ondempbare klove te
maken.
Doch men ging aan tafel. De markies had
geen tijd om daar verder over na te denken.
(Wordt vervolgd).