A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 4737.
Dinsdag 12 September 1905.
Belasting op Bedrijfs- en andere inkomsten.
BIJKDQM en SELUK.
45e *!aargan<*
PEBSONEELE BELASTING.
FEUILLETON.
Binneniand.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentiSn v6or 3 uren op den dag der uitgavo.
BUITENLAND.
Yrij bewerkt door AJIO.
TER NEUZEN, 11 September 1905.
SEIIZEKSCHE (01 RUT.
Per drie ma&nden binaen Ter Neuzen f 1,Eranco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zieh bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
u s h ouders.
<3 Xr_
ADVEETENTliN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Vocr dken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemsal plaatsing derzelfde adverteiitie wordt de pry's
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Hit b)ad verscbijnt Kaandag-, Woensdag. en VrijdagaTond, BltjfewiDderd op Feeatdasen, l»ij de Flriua P. J. VAM BB I1MDK «e Ttsr Measen,
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter
kennis van de daarbij belanghebbenden, dat bet door den
Directeur der Directe Belastingen enz. te M i d d e 1 b u r g,
den 7 September 1905 invorderbaar verklaard kohier van
de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten dezer
gemeente, over het jaar 1905/6 no. 2, op heden aan den
Ontvanger der Directe Belastingen, ter invordering, is
ter band gesteld en dat ieder verplicht is zijnen aanslag,
op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen.
Ter Neuzen, den 9 September 1905.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze
ter kennis van de daarbij belanghebbenden, dat de door
den Directeur der Directe Belastingen enz. te Middel-
burg, den 7 September 1905 invorderbaar verklaarde
kohieren der personeele belasting dezer gemeente, over
het jaar 1905 N" 4 en 5, (kom en overig deel) op heden
aan den Ontvanger der Directe Belastingen, ter in
vordering zijn ter hand gesteld en dat ieder verplicht is
zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te
voldoen.
Ter Neuzen, den 9 September 1905.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
Diusdag is de vrede tusschen Rusland en Japan ge-
teekend en als wij in het kort de voorwaarden willeu
weergeven, kunnen wij zeggen, dat het Czarenrijk de
belangeu van Japan in Korea als overheerstsBend erkent,
belooft de maatregelen toe te laten, die Japan ter be-
vordering van zijn invloed in het land der morgknkalmte
noodig acht, de pachten op het schiereiland Liaotoeng
benevens Port Arthur en Dalny en de helft van het
eiland Sachalin aan Japan afstaat, den epoorweg ten
-zuiden van Karbir. overgeeft en Mantsjoerije ontruimt.
Dit althans zijn de hoofdpunten van het deze week in
zijn geheel gemelde verdrag.
Met den afstand van Port Arthur geeft Rusland een
bezitting prijg, die groote waarde had voor een mogend-
heid, die er op uit is gaweest een ijsvrijen toegang te
bezitten aan den grooten Oceaan. Mantsjoerije had voor
Rusland slechts waarde, zoolang dit land in het bezit
van dien toegang tot de golf van Tschili was. Nu het
Port Arthur verloor, kon het verlies van Mantsjoerije
Rusland niet veel deren.
Van den invloed in Korea of te zien, was voor Rusland
eveneens niet moeielijk. Want die invloed was niet groot.
Hij had groot kunnen worden en Rusland legde het
daarop we. aan zonder de tusschenkomst van Japan.
Nu staat Rusland tegenover Korea in dezelfde positie
als voor den oorlog.
De verliezen van Rusland bij het vredesverdrag staan
dus niet in verhouding tot die welke het te velde en
ter zee leed. Het behoudt Wladiwostock, de haven aan
den Stillen Oceaan, en het afstaan van de zuidelijke
helft van Sachalin aan Japan is geen groote concessie,
//Wei, Burns heeft ze betaald, maar onder voor
waarde, dat ik je voortaan niet meer borg."
Burns? Laat hij naar den duivel loopen,"
riep Elverdaal. *Wat heeft die melkinuil met
miju zaken noodig? Wij zijn toch oude vriendeu,
Tom, en zou nu zoo'n aap me in discrediet,
kunnen brengen bij mijn beste.n vriend Z-g,
Tom, is dat mogelijk Niet meer borgen Wie
heeft ooit zoo iets gehoord Iedereen borgt.
Keizers en Koningen hebben schulden Waarom
ik dan niet
„lk heb je gezegd, dat Burns betaald heeft
onder deze voorwaarde, anders wilde hij mij het
geld niet geven", hield de kastelein vol.
„Neem jij dan het geld, en laat hij die voor
waarde houden, Tom Wij hebben geen voor
waarden noodig. Zeg hem, dat hij met zijn
voorwaarden naar den duivel mag loopen. Zoo'n
ezel Gjoi die voorwaarde over boord en geef
mij nog een glas grog, Tom! Watblief?
Hm Wat verlangt u
»Neemt mij niet kwalijk heeren", sprak nu de
kleine vreemde, na eene zeer onderdanige buiging.
ffHeb ik de eer te spreken met den zeer geachten
heer Elof Hendrik Elverdaal
In het eerste oogenblik meende de kastelein
stellig, dat die kleine vreemde een grap bedoelde.
Zag Elverdaal er uit als een zeer geachte heer
Hij droeg een versleten, amerige jas en had gaten
wijl het bezit van dat eiland voor Rusland geen levens-
vraag is.
Maar Japan heeft oneindig meer gekregen dan op
den eersten blik wel schijnt.
Het Oost-Aziatische eilandenrijk heeft twee groote
overwinningen behaald. Want het heeft Rusland, dat
door de inbezitneming van Port Arthur en van Mantsjoe
rije, en door zijn begeerigen blik op Korea een levens-
gevaar voor Japan's ontwikkeling begon te worden,
teruggedreven. En het heeft zich vastgenesteld in de
streken, wier bezit thans voor Japan op economisch
gebied een groot voordeel zal blijken.
Maar bovendien heeft Japan een moreele overwinning
behaald, door af te zien van elken eisch tot schade-
vergoeding. Het heeft daardoor een vrede tot stand
gebracht, die duurzamer is dan hij in elk ander geval
wezen zou. Het heeft Rusland een dienst bewezen, door
het de gelegenheid te geven zich voor het oog der
wereld als wel verslagen, maar niet vernederd voor te
doen.
A1 het andere, waarom de Japanners den oorlog be-
gonnen hebben, verkregen zij bij den vrede. Korea is
thans onder hun onverdeelden invloed Mantsjoerije
is een bufferstaat geworden tusschen het Russische
en het Japansche bezit zij hebben Rusland's positie
in Oost-Azie verkleind, door het den toegang tot de
baai van Petschili te ontnemen.
Van dit standpunt bezien kunnen de beide mogend-
heden tevreden zijn over de vredesvoorwaarden.
De Japansche bevoiking schijnt echter minder tevreden
te zijn en te meenen dat de verkregen voordeelen lang
niet evenredig zijn aan de gebrachte offers en het
daarmee in den strijd behaalde succes. Te Tokio
kwam het tot opstootjes, die ofBciiel als een uiting
van het gepeupel worden vermeld, doch, waar de tele-
grammen der correspondeaten die daaromtrent gewaag-
den eenige dagen zijn opgehouden, schijnt de Japansche
regeering er toch ©ok wel meer in te hebben gezien.
Blijkens de laatste berichten zijn de gemoederen onder-
tusschen wat gekalmeerd.
In Kaukasie /Rusland) heerscht een toestand van
anarchie. De bevoiking vermoordtelkaar. HetRussisch
Telegraaf-agentschap mcldt, dat in verschillende dorpen
in de provincie Eiiaabethpol de bevoiking ten
deele neergeslagen ten deele verjaagd is. Alle
huizen zijn geplunderd en daarna in brand gestoken,
andere dorpen door gewapende benden Tartaren om-
•ingeld. De commandant der troepen te Schoescha
seint, dat de rust en de veiligheid in Schoescha thans
gewaarborgd zijn. Doeltreffende maatregelen zijn ge-
troffen om ook de bevoiking in andere districten tot
rust te brengen en zullen ter kennis van de gekozen
plaatselijke vertegenwoordigers gebracht worden.
In 't district Schoescha zijn alle graanstokerijen in
brand gestoken. De werklieden zijn de bergen in ge-
vlucht. Ook de zijdespinnerijen zijn verbrand.
De bevoiking te Bakoe lijdt gebrek aan levens-
middelen. Vrouwen en kinderen scbreeuwen op straat
van honger. Men vreest voor brand in de groote ver-
gaarbakken van petroleum, die millioenen hectoliter
beratten. Een naphta-bassin in de zwarte stad is al
nitgebrand.
De directies van de te St. Petersburg gevestigde
ban ken ontvingen van haar filialen in Bakoe volgend
telegram Ondanks den geproclameerden wnpenstilstand
duurt het wederzijdsche wantrouwen hier voort en elk
oogenblik wordt eeu uitbarsting van de hartstochten
onder het gepeupel verwacht. Naast de elkander vijan-
delijk gezinde nationaliteiten ontstond een ander hoogst
in de schoeuen. Was *de Blauwe Jekker" een
plaats om met zooveel complimenten een gesprek
te begiunen
Elverdaal ecbter ging rechtop zitten met den
rug tegen de leuning van zyn stoel, legde het
eene been over het andere, keek den vreemde
eena hooghartig aan en vroeg toen op trotschen
toon: ffHm, hm wie zijt gij, mijnheer?"
De vreemdeliug, die zeer net gekleed was in
een fijn zwart costuum en een hooge zijden hoed
droeg met een rouwband er om, zette een zeer
vrieudelijk gezicht, en sprak vlug, maar toch met
den grootsten eerbied #Kent u mij niet, zeer
geachte heer Elverdaal Ach ja, hoe zou u zoo'n
gering persoon ook in gedachten kunueu houden
En tochMaar, kastelein, geef ons een glas
vau uw beste whiskey als ik ten minsle de eer
mag hebben u iets aan te bieden, zeer geachte
heer Elverdaal. Mag ik
vTom, breng ons Schotsche whiskey" comman-
deerde Elverdaal kortaf. Daarop wreef hij zenuw-
achtig met de hand over de oogen, zijn neus-
vleugels trilden, blijkbaar was hij zeer ontroerd,
maar hij deed moeite om dit te verbergeu ten
einde aan zijn waardige houding geen afbreuk
te doen.
#Ea zeg mij nu, waarom ge verlangt me te
spreken, mijnheerMaak het kort, als ik u
verzoekeu mag, want tijd is geld
Elverdaal sprak als een geboren edelman.
Eeusklaps scheeu hij geheel veranderd te zijn.
ffMijn naam is Green, Thomas Green, om u te
dieuen, zeer geachte heer Elverdaal. Ik ben de
kamerdienaar geweest van wijleu den markies
d'Aigre. Herinnert ge u thans, mynheer Elver
daal Ik hoop, dat ge u den markiea zult
gc larlijk element door de werkloosheid van tien
di.izenden arbeiders.
De autoriteiten zijn blijkbaar machteloos. Wij vragen
u om bij de rijksregeering aan te dringen om bescher-
ming van het eigendom der bankfilialen Vestigt ook
ernstig de opmerkzaamheid ep het feit, dat de naphtha-
industrie reeds een geweldigen slag gekregen heeft en
dat bij het voortduren der onlusten die industrie vol-
komen vernietigd zal worden.
Van de 3600 naphthabronnen zijn er zeker 3000
nitgebrand. De schade door de vernieling der industrie
geleden en nog eer deze hersteld is te lijden wordt op
pi m. 200 millioen roebels geschat. Menschen die
den eenen dag nog millionair waren, waren den anderen
dag bedelaars.
De ongehoorde gruweldaden van de Tartarenbe-
volking in het Russische gebied van den Kaukasus,
komen eigenlijk niet onverwacht.
Kaukasie, dat verdeeld is in zeven gouvernementen,
en in het midden door e»n hoogen bergrug gesneden
wordt, is een van de dichtst bevoikte gedeelten van het
Czarenrijk. Er wonen, ondanks de betrekkelijk kleine
oppervlakte tien millioen menschen. 'tis nauwelijks
een eeuw geleden, dat de Russische Keizers het gebied
in bezit namen en eigenlijk is het nog maar een veertig
jaren geleden, dat de bevoiking definitief aar. de Rus
sische overheersching werd onderworpen. Die onder-
werping kostte heel wat bloed. In vinnige gevechten
tegen de Jesghis's en de Circassiers, die bekend stonden
om hun wreede handelwijze door gevangenen hoofd
en handen af te snijden, en aan wier hoofd zich de
legendarische en onvermoeide Schamyl bevond, werd
ten laatste de tegenstand gebroken.
In werkelijkheid echter, is het na den dood van
Schamyl in 1871 nimmer rustig geweest in Kaukasie.
De vertegenwoordigers van verschillende gelooven en
rassen zijn onophoudelijk met elkander aan het pluk-
haren j Mahomedanen en Christenen, speciaal Tartaren
en Armeniers, grijpen elke gelegenheid aan om elkander
op de meest bloedige wijze te bestrijden en dikwijls
komt het voor, dat Kaukasie het tooneel is van een
burgeroorlog.
Een nieuw element voor onlusten kwam met de
iudustrie in het land. In het begin had de Russische
petroleum een scherpe concurrence te voeren met de
Amerikaansche. Was echter de opbrengst van de bron-
nen in Kaukasiii in 1862 50,000 ton, in 1894 bracht dit
gebied 5 millioen ton aan de markt en in 1903 en 1904
was dat cijfer zelfs nog verdubbeld. De werklieden,
uit noordelijker streken des lands gekomen, vermeer-
derden de botsingen nog.
Al voor den oorlog met Japan had er een groote
opstand plaats. In September 1903 gingen te Bakoe
Tartaren en Armeniers elkaar te lijf. Maar gedurende
den oorlog scheen' Rusland in deze street de rest van
zijn gezag geheel in te boeten. Rond Tiflis en Elisabethpol
heerscht sedert eeu maand of zes een zuivere anarchie.
Nog geen drie maanden geleden was Batoem de groote
haven van de petroleumatreek aan de Zwarte Zee, het
tooneel van menschenslachtlngen op groote schaal. De
toestand was toen zoo ernstig, dat de groote scheep-
vaartmaatschappijen in het bnikenland tijdelijk den
dienst op Batoem or.derbraken.
Thans laait en brandt het vooral aan den Westelijken
oever van de Kaspische zee. 't Is moeilijk na te gaan,
aan wie de eigenlijke oorzaak thans moet worden toe-
geschreven. Onwaarschijnlijk klinkt het met het oog
op den omvang van den opstand niet, dat de Taitaar-
sche bevoiking een strijd tegen het Russische regime
heriuneren, den vereerden doode, die u zoo goed
heeft bedacht."
Elverdaal hoorde de namen Green en markies
d'Aigre voor het eerst in ziju leven, maar hij
zette een ernstig gezicht, streek met de hand
langs het voorhoofd en zei^d'Aigre d'Aigre
Hm, hm Ik heb zooveel zaken in het hoofd,
dat ik me hem op dit oogenblik niet goed herinner.
Is hij een Engelachman
»Oh, zeker, mijnheer Elverdaal. Hij was van
top tot teen een Eugelschman, al leefde hij onder
den naam van zijn vrouw en al was hij te Parijs
consul der repnbliek Honduras. Hij zal daar wel
reden voor gehad hebben", vervolgde Green met
een kuipoogje, #evenals hij er reden voor gehad
heeft om aan u te denken, en niet aan zijn vrouw
en haar zoon."
iHoq, hm, goed", zei Elverdaal, die nog maar
niet begreep, wat hij met dien markies d'Aigre
had uit te staan, «maar waarom spreekt ge juist
over dien markies 5Yat heb ik met hem noodig
fWat ge met den markies noodig hebt, mijn
geachte heer Elverdaal Hij is dood, en gij zijt
zijn erfgenaam, gij zijt eigenaar van zeven a acht
millioen franken
Elverdaal sprong op en drukte de hand op
het hart. Hij werd doodsbleek en moest zich aan
de tafel vasthouden om niet te vallea. Als een
waauzinnige keek hij in het rond, terwijl bij
prevelde *Eindelijk toch in vervulling gegaan."
Intusschen wierp de kastelein zijn mute in de
hoogte en danste in het rond, de buffetjuffrouw
greep de hand van Elverdaal, drukte er een kus
op en veegde met haar schort het stof van tijn
stoel.
Op triumfeerenden toon varvolgde Green*Ik
op 'tgetouw heeft gezet om hun land zelfstandig te
verklaren of onder Turksche heerschappij te brengen.
Dat wordt ook waarschijnlijk gemaakt door de orga-
nisatie van den opstand. Ook zijn er die beweren, dat
Turksche agenten allang aan het stoken zijn geweest
om den heiligen oorlog te doen uitbarsten. De ambte-
naren bevestigen dat zij 't bewijs hebben, dat Turksche
handlangers bet land afloopen om de bevoiking op te
zweepen.
De Tartaren zouden het voornemen hebben Bakoe en
Schoescha te belegeren.
Bakoe, de veel geteisterde hoofdstad van het gelijk-
namige gouvernemsnt, is gelegen aan en 6.7 M. boven
de Kaspische Zee. De stad (in 1897 112.000 inwoners)
ligt gedeeltelijk op een schiereiland en het zuidelijk ge-
deelte van de baai woidt ineenomen door de Europeesche
wijk met de aanlegplaats aer stoombooten, het huis van
den gouverneur enz. Aan den noordelijken oever blijkt
de z. g. zwarte stad te liggen, het middelpunt van de
petroleumindustrie met nauwe stegen en huizen met
platte daken, die op de helling van een heuvel zijn ge-
bouwd.
De petroleumbronnen liggen hoofdzakelijk ten noor-
den van de stad bij de dorpjes Balakani, Saboentchi en
de vlekken Romani en Bibi Eibat.
De gouverneur van Bakoe heeft een dringend telegram
naar Tiflis gezonden, waaric hij meldt dat zijn troepen
allerwegen zijn omsingeld door de Tartaren en onver-
mijdelijk zullen moeten bezwijken, als hem geen onmid-
dellijke hulp wordt gezonden.
Indien troepen ontbreken voor onmiddellijke betenge-
ling, zal heel het laud te vuur en te zwaard gezet en
zal de bevoiking van steden en dorpen totaal uitgemoord
worden.
Te St. Petersburg beschouwt men den toestand als
uiterst bedenkelijk.
Het Stbl. no. 264 bevat het Kon. Beslait
van den 7den dezer, tot installing van eeu Depar-
tement van Algemeen Bestunr, dat den naam zal
dragen van Ministerie van Landbouw, Nijverheid
en Handel, en tot wijziging van den naam van het
Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid.
Bij Kon. besluit van 7 dezer is, met ingang
van 9 dezer, benoemd tot Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel, Mr. J. D. Veegens, lid
van den Kaad van Toezicht op de Spoorweg-
diensten.
Heden werd alhier door Burg, en Weth.
aanbesteed het maken van kei- en klinker-
bestratingen. Hiervoor werd ingeschreven door
de heeren J. v. d. Yelden voor 725 en
M. A. Verschelling voor 689.
Gegund aan den minsten inschryver.
zal hier niet uitweiden over hetgeen ik gedaan
heb om het testament te doen uitvallen, zooals
het uitgevallen is. Daarvoor zal later de gelegen
heid wel komen. Alleen wil ik nu zeggen, dat
het niet gemakkelijk was den ouden, soms malenden
man zoover te brengen, als ik hem heb gebracht
ten spijt van de kunstgrepen der markiezin en
van haar zoon. De hoofdzaak is, dat nu alles
in orde is. Of dat nu te danken is aan mijne
verdiensten, zal ik voorloopig laten rusten, al
hoop ik, dat eene edelmoedige belooning niet zal
uitblijven, zooals men die van een Elverdaal mag
verwachten. Voorloopig hebt ge niets anders te
doen, zeer geachte heer, dan het testament te
lichten en voorzien van de noodige bewijzen van
den burgelijken stand naar de Bank van Engeland
te gaan, waar de groote somrnen zijn gestort, die
thans uw eigendom zijn."
Nog altijd stond Elverdaal als verstomd. Zijn
door drankgebruik verzwakte verstand kon den
nieuwen toestand niet velledig overzien. Alleen
wist hij, dat hij nu ongehinderi alle zijue wen-
schen zou kunnen bevredigen. Was dat niet het
ware geluk Wat kon deze ellendige wereld nog
beters aanbiedeu De bittere pil der ontbering,
waarvan hij de heilzame kraoht nog naar waarde had
leeren schatten, zou hij voortaan niet meer behoeven
te slikken. Met een tooverslag was hij bevrijd van
alle plichtsvervulling, overvloed van reckten en
genietingen lag voor hem in de Bank vau Engeland
gereed. Menschen en dingen, alles wat voor geld
te koop is, kon hij nu aan zijn macht onder-
werpenwas dat niet het echte geluk Het
draaide in zijn hoofd, zoodat hij weiuig of niets
begreep van hetgeen Green zeide.
(Wordt vervolgd).