v o o r Zeeuwsch-Vlaand Gemeente-Secretarie. 4732. Donderdag 31 Augustus 1905. 45e Jaargang. Fi1nLL'"5ToN,m*"*™' BIJKD0M en filLUS. Binnenland. Koninklijk bezoek te Vlissingen. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. De oorEog tusschen Rusland en Japan. Yrij bewerkt door A MO. J)e aankomst. Op de Rotonde. BONNEMENT: Per drie ma&nden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Yoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADYERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Yoor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordf de prjjs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Uit blad versehijnt Maandaff-, Wuensdag-- en Vrijdasavond, nttgezondewl op Peeatdagen, l»ij de Fitma P. J. VAUf BE IABDE te TerEeaien, Burgemeesler en Wethouders van TER NEUZEN, maken bekend dat op Donderdag, 31 Augustus a. s. de Gemeente-Secietarie voor het pabliek alleen zal zijn geopend van 9 tot 12 uur in den voormiddag. Ter Neuzen, 28 Augustus 1905. Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen. P. MOES, L" Burgemeester. W. S. J. DIELEMAN, Secretaris. 't Was gisteren een jaar geleden, dat zich de ver- schrikkelijke veldslag heeft afgespeeld tusschen de reuzenlegers van Koeropatkine en Koeroki op het veel genoemde schiereiland Liaotong, een slag die naar men weet zes dagen en zes nachten heeft geduurd en die de hoop op een groote overwinning te land door de Russen beslissend vernietigde. Juist loopt het regenseizoen weer ten einde en als toen zijn de wegen in Mantsjoerije in moerassen her- schapen. Zal weer het begaanbaar worden van den reeds, met bloed bevlekten bodem evenals een jaar te voren, 'tsein zijn van een monsterachtigen strijd, maar dan nog heviger, nog verwoeder, nog afschuwelijker door een verlies van menschenlevens, dat in de ge- schiedenis der menscheid zijn wederga niet vindt Men vreest het allerwegen. Vooral aan de boorden van de Newa sehijnt men niet te beseffen welk een verantwoordeliikheid men op zich laadt, door in deze dagen het goed lecht van den oorlog te verdedigen, de gemoederen warm te maken met een beroep op vader- landsliefde en nationalen. trots, ten einde op die wijze invloed op de menschen uit te oefenen, die op het oogen- blik Portsmouth in de Vereenigde Staten met de afge- vaardigden van den Mikado over de mogelijkheid van vrede delibereeren. Nog altijd is er hoop-: de onderhandelingen zijn nog niet afgesprongen en moge er ruimte over zijn voor pessimistische beschouwingen, er is nog geen aanieiding om den weg van verschillende dagbladcorrespondenten in de Nieuwe Wereld te volgen en el ken hoop op een vredelievende oplossing van de bestaande geschillen voorgoed prijs te geven. Liever deelen wij de overtuiging van den man, die aan de Associated Press verzekerde, dat Japan geneigd zou zijn bevonden van zijn eisch tot schadevergoeding of oorlogschatting afstand te doen, de noordelijke helft van Sachalin aan Rusland af te staan en over den daar- voor te betalen prijs door een commissie van arbitrage te la ten beslissen. Dat is in beginsel zoo heet het verderdoor den heer Witte aangenomen, en zelfs moethij daarbij hebben verklaard, dat Rusland, al wilde het niet van een eigen- lijke oorlogschatting weten, wel een som zou willen uitkeeren, die voor Japan een vergoeding der oorlogs- kosten zou zijn. Het laatste woord is in ieder geval nog niet ge- sproken. Hoogstwaarschijnlijk komt men van middag weer bijeen om over nieuwe voorstellen te praten. Het wachteii was op Komoera, die instructies uit Tokio zou ontvangen, maar naar luid van een Reutertelegram, zijn die instructies, vastgesteld op den gisteren gehouden Ministerraad, komen afzetten. Moge er dan eindelijk beslist worden, dathetzwaard voortaan in de schede lean blijven. Nog zijn het alleen maar berichten van kleine schermutselingen, die ons uit Mantsjoerije bereiken, maar de bewegingen der ^Ik zie het, Annj maar ge wilt het niet erken- nen omdat ge weet, hoeveel verdriet ik ervan heb, als ge u ongelukkig gevoelt. Och toe, juffouw Anny, vertel me maar wat er gebeurd is, eu waarom ge geschreid hebt. Ik wil het zoo gaarne weten. Kom, vertel het me maar ffGe zijt zoo goed voor ons, Will, maar werkelijk ik kan het niet doen Ik had liever, dat ge u volstrekt niet rueerom ons bekommerde Het is Ge zijt zoo braaf en goed, Will, waarom zoudt gij uw leven nog bitterder en moeilijker maken om ons? Het is... het is werkelijk al te treurig //Hoor eens, juffrouw Anny", sprak de jonkman met uadruk, //ik weet, dat gij in moeilijke orn- standigbeden verkeert, dat gij alleen met uwe ouders zijt, en dat uw vader een, een kortom, dat uw vader dikwijls niet in staat is om voor zich en de zijnen te zorgen. Voor den dag dus met de zaak Vertel het rnij gerust Het rneisje sloeg de oogen neer en schreide. //Kom aan, juffrouw Anny, wat scheelt er aan drong Will weder. //Yertrouwt ge mij niet Wat scheelt er sau Zeg het me maar!" z/De huur suikte Anny, terwijl haar wangen donkerrood werden. troepen wijzen er op, dat bij bet afbreken der onder handelingen een groote slag voor de deur zou staan. Van Japanscben kant werd ons gisteren geseind, dat Oyama's positie versterk is en de Japanners een nieuwe tactiek ontworpen hebben om de Russen tot het aangaan van een beslissenden strijd te bewegen. En nu weer komen uit Rusland mededeelingen over mobilisatie op groote scbaal. De wensch is zeker gerechtvaardigd, dat mochten de pessimisten van daag of morgen werkelijk gelijk krijgen een ingrijpen van andere mogendbeden een nieuwe slachting zal weten te voorkomen. In de Aurore vraagt Clemenceau aan den president der Fransche repubiiek zijn invloed aan te wenden om den vrede te verzekeren en op deze wijze een waardig slot te zetten aan zijn presidentschap. En ten slotte is geiukkig ook de tendentieuse leugen, als zou Duitschland's keizer den Czaar tot voortzetting van den rampzaligen krijg hebben aangezet, door een ofiicieele tegenspraak te niet gedaan. Uit New-York wordt namelijk gemeld De rijkskan- selier vorst v. Biilow heeft den vertegenwoordiger der Assoc. Press te Berlijn op diens aanvrage het volgende telegraflsche antwoord doen toekomen »Sedert den aan- vang van president Roosevelt's pogingen zijn de Duitscbe keizer en de Duitscbe regeering steeds, waar de ge- legenheid zich slechts bood, voor den vrede opgetreden. Duitschland heeft evenals Amerika er belang bij, dat een einde komt aan de gevaren en de onzekerbeid, die aan elken grooten oorlog onvermijdelijk verbonden zijn. De keizer en bet Duitscbe volk wenschen van harte, dat de pogingen van president Roosevelt met succes zullen worden bekroond. Daaromtrent meldt de Yl. Ct. Maaudagavond namen wij nog een kijkje op het station en onder de hal. Daar was men nog druk in de weer om de laatste hand te slaan om alles iu gereedheid te brengen voor de ontvangst van het vorstelijk echtpaar. Met de bloemversieringen die werden aangebracht was, voor wat bet station en de vorstelijke wacht-' kmer betrof belast de wed. van Gurp nit Breda. Jammer was het evenwel dat den geheelen avond de regen als het ware bij stroomen neerviel en dit kwam de bloemversieringen al zeer slecht te stade. En de barometer spelde voor heden al weinig goeds. Men werd pessimistisch gestemd als men het weerglas bekeek en was dit te verwonderen P Waar de Koningiu zoo kort in ons midden vertoefde was natuurlijk de allereerste wensch dat wij goed weer zouden hebben, want velen zullen zich nog wel herinneren, hoe vooral rnoeder natunr ons in 1894 bij het bezoek van de Kouin- gin met Hare Moeder, parten gespeeld heeft. De herinneriDg aan dat hondenweer want dat was het destijds werd gisteren weer verlevendigd. En heden was dat niet minder het geval. z/Ah zoo, is mijnheer Bennett om de huisbuur ge- weestEn hij is niet betaald, Anny //Juist. En Vader was niet thuis eu Moeder Anny snikte nog heviger en zeide toen //En mijnheer Bennet zei, dat wij er uit moesten." z/En hoeveel heeft mijnheer Bennett te vorderen z/Drie shillings, voor de laatste week". De jouge Burns greep iu zijn zak. //Waar is uw vader, Anny z/Ikik weet het niet, maar ik geloofo, God Deen, Will, dat niet, neen, neen Dat niet, Will Met een vlugge beweging had hij ter sluiks drie shillings op de tafel bij de deur gelegd om haar gevoel te sparen, wiide hij haar het geld niet overhandigen. Doch Anny had het toch bemerkt. i/Waar is uw vader, Anny? viel hij in. //Wat gelooft ge Wat wilt ge zeggen z/Ik... ik geloof... snikte het meisje," dat hij beneden in //de Blauwe Jekker" zit. Ik heb hem straks hooren lacheu. //Ach, mijnheer Burns, als u zoo vriendelijk wil wezeu, ga dan naar beneden en tracht hem hier te brengen z/lk ga reeds, Anny. Schrei maar niet, hoor Ach, doe mij het genoegen, en schrei zoo niet Ik kan het niet aanzien, dat ge schreit Zacht trok hij haar hauden weg van het be- schaamde, treurige gelaat en keek haar iu de donkere, trouwhartige oogen. //Ik ga reeds, Anny", zeide hij op zachten teederen too'n. //Kom, schrei uu niet langer". Zij maakte een haastige beweging om hem dank Vooral in de vroege morgenuren viel de hemelsche uaiift met zulk een gemakkelijkheid uit de asch- grauwe wolken, dat het wel scheen dat wij daar- van den geheelen dag zouden moeten profiteeren. En dat was ook werkelijk zoo. De nijdige kletterende regen bleef maar aan- houdend de feestvreugde verstoren. Flets hingen de vlaggen en verknoeid waren de versieringen die men hier en daar had aangebracht. Toch waren nog velen hierheen gekomen om H. M. hulde te brengen en reeds lang voor de aankomst van den Koninklijken trein waren over- al honderden opgesteld die gewapend met een paraplnie, den regen trotseerden. Op het perron stond opgesteld de eerewacht van het garuizoen met het vaandel van het stafmuziek- korps. Zoodra de Koninklijke trein het station binnenstoomde, presenteerde de eerewacht het ge- weer. Toen de Koningin, die een zalmkleurig toilet droeg, uit den trein was gestapt, gevolgd door den Prins, die als admiraal was gekleed, speelde de stafmuziek het Wilhelmus volgens de oude toonzetting. De Burgemeester, die in ambtsgewaad gekleed was, verwelkomde H. M. Dadelijk begaven de vorstelijke personen zich naar de koninklijke wachtkamer. Hier waren tegeuwoordig de leden van het dagelijksch bestuur met den secretaris, de garnizoens-commandant, de commandant van het loodswezen, de hoofdingenieur van den water- staat enz. De echtgenoote van den burgemeester bood H. M. hier een bouquet aan. Het Koninklijk echt paar werd aan de verschillende autoriteiten voor- gesteld en onderhield zich eenige oogenblikken met hen. Na een kort oponthoud in de wachtkamer werd vervolgens naar de gereedstaande rijtuigen ge- wandeld. Niet zoodra was H. M. zichtbaar of luide hoera's weerklonken, die H. M. met vrien delijk hoofdknikken beantwoordde. Hoewel de regen met onverminderde kracht aan- hield, reden de Koningin met haar Gemaal toch in open rijtuigen naar de rotonde. Vooral iangs den weg plantten zich de hulde- betuigingen voort en steeds werden deze door de Koningin zoowel als den Prins beantwoord. Op den Nieuwendijk bij de daar geplaatste eerepoort werd door de verschillende daar opgestelde vereenigingen hulde gebracht door het salueeren met hare vaandels of banieren. Bij den voet van de rotonde aangekomen, alwaar de rijtuigen werden verlaten, werd H. M. weder te zeggen, maar Will draaide zich vlug om en giog naar beneden, naar /,de Blauwe Jekker". Daar zat Hendrik van Elverdaal tusschen ver- scheidene half beschonken, schreeuweude en bab- belende vareusgezellen, dokwerkers en allerlei soort van baliekluivers, zooals een groote stad ze op- levert. Hij voerde het grootste woord en was ook niet precies nuchter. Hendrik van Elverdaal was een man van vier en veertig jaar, die nog een fatsoenlijk voorkomen kon aanuemen, wanneer hij nuchter was. Vroeger had hij bepaald een gunstigen indruk gemaakt, want zelf thans lag nog in zijn oogen iets van de eerlijke openhartige uitdrukking, welke zijn dochter zoo lief en aantrekkelijk maakte. Doch, zooals hij daar thans zat, beschonken en niet weinig ingenomen met zijn eigen pocherij, gepre- zen en voor den gek gehoudeD door de bezoekers dezer matrozenkroeg, verwaarloost van uiterlijk, met vuile kleeren en smeerige laarzen, onverschil- jig voor zich zelven, zonder een stuiver in den zak neen, zooals hij daar zat, maakte hij niet den indrnk van een fatsoenlijk verstandig mensch, wel van een dwazen leeglooper. Elverdaal wat kleer- maker van zijn ambacht, en zou beter gedaan hebben met thuis aan het werk te gaau, dau in een kroeg den tijd te dooden met zwetsen en drinken. z/De duivel zal jelui alien halen," riep bij smalende, wat heeft een Elverdaal met zulke schoften uit te staan De Elverdaals zijn een oude, adellijke familie van Hollandsche afkomst." z/Waar zijn toch je rijkdommen, Hendrik?" riep een der gasten. //Yoor den dag er mee, wij een bouquet aaugeboden, thans door mevrouw W itteveen, echtgenoote van den secretaris van het N utsdepartement. Op den Oprit stond de eerewacht van de schutterij, die H. M. inspecteerde. Hier waren reeds lang voor de aankomst van den Koninklijken stoet de corporaties en autori teiten tegenwoordig. Zoo waren daar de officieren van de verschillende schepen, het stafmuziekkorps van de marine, het Ned. loodswezen enz. Verder hadden daar plaats genomen de leden van den gemeenteraad, van het Nut, de feest- commissie en verschillende andere genoodigden met hunne dames. Op de rotoude werden alom luide hoera's ge- hoord. Het muziekkorps van de marine speelde daar weer het Wilhelmus. Nadat H. M. de KoniDgin met den Prins op de daar geplaatste estrade hadden plaats genomen, hield H. M. de volgende toespraak, die met zeer duidelijke en krachtvolle stem werd uitgesproken OfficierenOnderofficieren en Schepelingen van de Koninklijke Nederlandsche Marine Wij alien zijn hier samengekomen om hulde te breDgen aan ons roemrijk verleden, dat zeker niet het minst in den persoon van admiraal de Ruijter voortleeft in ons aller harten. Wij staan aan den voet van het gedenkteeken van hem, die tot de grootsten onzer zeehelden behoorde, die de woorden ,/ik wil mijn leven wagen waar de Staten hunne vlag betrouwen" eens door hem gesproken, door de daad heeft bevestigd, waar hij voor het vaderland zijn leven liet, tengevolge van de bekomen wonden in den slag bij Messina. De hulde, hem toegedacht door de plaatsing bij zijn standbeeld van een tweetal vuurmonden, behoord hebbende aan de admiraliteit, is voor- zeker de meest gepaste en eervolste, welke men dezen grooten vlootvoogd had kuunen toebrengen. Deze kanonnen, welke eertijds deel uitmaakten van de bewapening van de vloot der Zeven ge- westen, zijn destijds voor ons in de Middellandsche Zee verloren gegaan en hebben meer dan twee eeuwen op haren bodem gerust. Door de //Zeeland" onlangs op hare thuisreis medegevoerd, kon hen geene betere bestemming worden toegewezen, dan den Zeeheld te eeren, die, dank de onverbeterlijke toewijding zijner onderbevelhebbers, in het wel- licht moeilijkste tjjdperk in de geschiedeuis van bet Nederlandsche volk, zooveel bijbracht tot willen ze zien Anders gelooveu wij je niet z/Houdt je bek, als ik spreek schreeuwde Elverdaal. //Mijn grootvader noemde zich nog van Elverdaal, en ik heb ook het recht mij zoo te noemen. Maar wat heb ik daaraan Wie geeft me een glas grog voor dat woordje van Ik geef het niet te duur. Een glas grog voor mijn adeldom." De gasten lachten om zijn gezwets, en nadat hij wel viermaal gevraagd had, bood zich een kooper aan, een dikke slagersknecht, die schertseud den koop sloot en den dorstigen kleermaker een grog liet brengen. Op dit. oogenblik trad Burns op Elverdaal toe en fluisterde hem in het oor //Mijnheer Elver daal, ge moet dadelijk naar huis." //Weg, leelijke kwajongen," riep Elverdaal, en hij zette het glas heete grog aan den mond om het in een teug leeg te drinken. En toen Burns hem nogmaals wilde naderen, riep hij //Jehebt hier niets te zeggen, melkmuil 1 Ga weg en kruip in de rokken van je moederDat mankeerde er nog maar aan, dat zulke zuigelingen me iu den weg komenWeg, zeg ik jeIs het soms schande, dat men arm is, heeren //vroeg hij daarop aan de mannen rondom hem. ffDat zou iets nieuws voor me zijn .,En waarom ben ik arm Als indertijd mijn vader niet te Sydney aan de gele koorts was gestorven, dan zou ik nu millionair zijn. Ja, zet maar groote oogen, ik zou millionnair zijn, zoo waar als ik twee beenen heb." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1905 | | pagina 1