BIJVOEGSEL
Tsr Nsuzenschs Courant
Zaterdag 26 Augustus 1905. No. 4730.
Binneniand.
Gemengde berichten.
Landbouwberichten.
JEen llinistei ieele aanschrijving.
Men meldt
//De pas opgetreden Minister van Oorlog
H. P. Staal heeft aan de inspecteurs der wapens
en de chefs der dienstvakken de volgende aan
schrijving gezonden
//De discipline eischt, dat er gezag zij van
boven, en gehoorzaamheid van beneden.
Zal het gezag op den goeden grondslag be-
rusten dan moet de drager er van zijn recht
op gehoorzaamheid niet uitsluitend ontleenen
al kan hij het voor de wet aan zijn
rang; hij moet bij zijne ondergeschikten dat
vertroviwen, die toegenegenheid en die toewijding
trachten op te wekken, welke bij hen, onaf-
hankelijk van w.ettelijken dwang, de begeerte
en den drarig in het leven roepen om zijne
bevelen met de uiterste inspanning van hun
wil en van hunne beste krachten ten uitvoer
te brengen.
A Is een van de meest werkdadige middelen
om daartoe te geraken is wel te beschouwen
dat de meerdere doe blijken van zijn vertrouwen
in, van zijne genegenheid voor, van zijne toe
wijding aan zijn ondergeschikten.
Een chef moet vertrouwen hebben in zijne
ondergeschikten. Natuurlijk geen blind ver
trouwen. Een tactvolle controle blijft steeds
geboden.
Maar een chef zal nooit tot een goede in wer*
king op zijne minderen en tot het vestigen van
een goede disclipine geraken, als hij begint
met te wantrouwen een ieder die lager in rang
of jonger is dan hij.
Van wantrouwen mag eerst dan sprake zijn,
wanneer de ondergeschikte door zijne handelingen
zijne aanspraak op vertrouwen heeft verbeurd.
De wijze waarop een chef met zijn jongeren
en ondergeschikten omgaat, en waarop hij hen
opleidt, doet werken en laat werken, moet on-
derling vertrouwen wekken en voorts in den
jongere een gepast zelfvertrouwen kweeken,
dat hij noodig heeft om komende voor de
vervulling van eene zelfstandige opdracht, of
voor het geval dat hij op eigen initiatief zal
hebben te handelen, niet te kort te schieten in
zijne taak.— -
De tegenwoordigheid en de inwerkirig van
een chef mogen nooit verlammend, drukkend
of onderdrukkend op zijne ondergeschikten
werken. Wat van hem uitgaat moet opwekken
tot het hoogste en tot het beste. Overtuigingen
mogen niet worden opgedrongen door een een-
voudig machtwoord van den meerdere de goede
vormen en de goede toon moeten ook bij
meeningsverschil en bij terechtwijzing steeds
worden gehandhaafd.
Krenkende bejegening moet worden vermeden.
Waar het op handelen aankomt, daar moet
een kort, duidelijk bevel van den meerdere vol-
doende zijn maar, waar het om opleiding,
vorming en ontwikkeling te doen is, daar kan
en mag niet met een scherpe wilsuiting worden
volstaan, en zal er betoogd en onderwezen
moeten worden. Dit alles met stipte hand-
having van de tucht.
Hierbij wordt tact vereischten dat deze
aanwezig is hiervan moet te meer blijken,
naar mate de rang die men bekleedt hooger is.
De chef moet toegenegenheid voor en toe
wijding aan zijne ondergeschikten aan den dag
leggen.
Ieder meerdere heeft steeds niet alleen
in, maar ook buiten dienst van de warmste
belangstelling te doen blijken, waar het geldt
de behartiging der belangen van hen, die onder
zijne bevelen zijn gesteld.
Een ieder, die naar innige overtuiging en
ter goeder trouw aanleiding meent te hebben
tot het inbrengen van eenige klacht, opmerking
of vraag, moet bij zijne chefs steeds een open
oor vinden. Die chefs zullen hem hebben te
overtuigen van ongelijk, bijaldien dat bestaat
zij zullen h§m, als het laatste niet het geval is
hebben te steunen zulks, of door binnen den
kring hunner bevoegdheid zelf tegemoet te
komen aan rechtmatige klachten en grieven,
of door mede te werken, dat deze worden ge-
bracht ter plaatse waar daarover moet worden
geoordeeld en beslist.
De ondergeschikte moet in zijn chef niet in
de eerste plaats zijn rechter, maar vooral zijn
vriend en zijn beschermer vinden.
Ik weet en waardeer, dat velen die gedrags-
lijn volgen, doch ik stel aan alle meerderen,
van den hoogste tot den laagste in rang, den
eisch, dat zij met voile toewijding en naar hunne
beste krachten handelen naar de vorenstaande
beginselen, welke trouwens den grondslag vormen
van de bepalingen, in onze reglementen en voor-
schriften, welke betrekking hebben op de ver-
houding van den meerdere tot den mindere.
Mijnerzijds geef ik de verzekering, dat alien,
die naar deze beginselen handelen, ten alien
tijde kunnen rekenen op mijn lojalen, krach-
tigen steun.
Aller doel moet zijn om den goeden geest in
het leger te bevorderen, en om daartoe mede
te werken, dat de dienst in het leger door een
ieder met liefde en opgewektheid worde verricht.
Van den militair die anonieme beschuldigin-
gen slingert tegen zijne chefs, of klachten en
grieven uit door middel van anonieme stukken
in conranten en bladen moet terecht kunnen
worden verklaard, dat hij, door den rechten
weg niet te bewandelen, bewijst, of dat hij zelf
zijne zaak niet rechtvaardig acht en dus on-
edele bedoelingen heeft, of dat hij vrees toont
waar geen grond bestaat voor vrees, dat hij
wantrouwt, waar gerekend mocht worden op
vertrouwen en alzoo gevoelens aan den dag
legt, den flinken militair onwaardig.
Ik noodig u uit, mijne heeren, den inhoud
van dit schrijven ter kennis te brengen of te
doen brengen van de officieren, werkzaam on
der uwe bevelen, ook om daar mede rekening
te houden bij hunne besprekingen met het
kader van lageren rang".
RECHT5ZAKERI.
Arrondisseinents-rechtbank te Middelhurg
De rechtbank heeft in hare zitting van 25
Augustus, de volgende vonnissen uitgesproken
B. R., oud 26 jaar, klompenmaker te Glinge,
is wegens beleediging van ambtenaren veroord.
tot f 10 boete, subs. 10 dagen hechtenis.
P. F. v. P., oud 28 jaar, arbeider te St. Jansteen
(Heikant), is wegens mishandeling veroord. tot
14 dagen gevang.
1. M. H., oud 42 jaar, huisvrouw van E. G.,
herbergierster te Ter Neuzen, is wegens mis
handeling veroord. tot 10 boete, subs. 10
dagen hecht.
D. A. B., oud 29 jaar, werkman te Hoek, is
wegens overtreding der jachtwet veroord. tot
10 boete, subs. 4 dagen hecht., met ver-
nietiging van het vonnis van het kantongerecht
te Ter Neuzen.
De afdeeling //Zeeland" van de vereeuiging ,/Het
Nederlandsche Rundveestamboek" houdt Vrijdag
1 September te Oostburg eene openbare vergadering.
Onder meer is aan de orde de benoeming van
drie bestuursleden tengevolge de periodieke af-
treding op 31 Dec. e. k. van de heeren K. J. A.
G. baron Collot d'Escury, L. J. Drost en C. J.
eflocke Hoogenboom.
Verder moet de benoeming plaats hebben van
een commissaris van het hoofdbestuur, tengevolge
van de periodieke aftreding op 31 Dec. van den
heer W. Kakebeeke te Goes.
Besproken zal worden een aan vraag van een
provinciaal crediet voor de ondersteuning der vee-
fokkerij gedurende de jaren 1907, 1908 en 1909
en de plaats voor de volgende afdeeliugsvergadering.
De rekening over 1904 bedraagt in outvang
f 4085,05, in uitgaaf f 3969,72 en levert dus
een goed slot op van 115,33.
Door de leden uit den kring Zeeuwsch-Vlaan-
deren W. D. wordt den bezoekers der vergadering
een rijtoer aangeboden van Breskens naar Oostburg,
via Groede, Nieuwvliet en Zuidzande.
Na aaukomst te Oostburg zal daar een gemeen-
schappelijke maaltijd plaats hebben.
Wij ontvingen het verslag van de Juni-pre-
miekeuringen van de provinciale regelings-commissie
voor de paardenfokkerij in Zeeland.
Aan 6 hengsten, geboren in 1902, werden
aanhoudingsbijdragen toegekend van 150 en
aan 7 dito, geboren in 1903, van f 100.
18 merrier), geboren in 1903, ontvingen aan
houdingsbijdragen van f 50 en 16 veulens, ge
boren in 1904, eveueens aanhoudingsbijdragen
van 50.
In het voorbrengen der paarden is te Axel en
te Hulst eene groote verbetering te constateeren,
in Oostburg liet het voorbrengen nog veel te
wenschen over, in de andere keuringsplaatsen was
geen vooruitgang op dat gebied waar te nemen.
De eigenaars zijn nog niet algemeen genoeg over-
tuigd, dat een paard wordt beoordeeld, zooals het
zich vertoont en dat bij de beoordeeling zeer veel
afhangt van het voorbrengen, evenzeer als van de
gangen, vaak door slecht beslag bedorven. Vooral
geeft de commissie dit in overweging aan de
paardenfokkers in Schouwen en Duiveland.
Van de veulens, die vertoond werden, valt
weinig te zeggen die, van welke men eene goede
verwachting heeft, werden bekroondde eenjarige
merries vielen over 't algemeen niet medezij
waren doorgaans te licht in de beenen de een
jarige hengsten waren doorloopend beter, terwijl
onder de tweejarige hengsten eukele zeer goede
exemplaren voorkwamen.
Moest de commissie in een vroeger verslag
klagen over de vele beengebreken, spat, hazen-
hak enz., die zich voordeden te Oostburg, thans
kan zij mededeelen, dat daarin eene groote ver
betering is te constateeren, daar deze gebreken
slechts zeer zelden voorkwamen.
De hoefverpleging liet in 't algemeen nog veel
te wenschen overvele eigenaars van paarden
schijnen nog niet tot de overtuiging gekomen te
zijn, dat niet alleen de smid, maar ook zij zelf
in de eerste plaats, het in de hand hebben om
door tijdige en goede hoefverzorging de waarde
van het paard aanzienlijk te verboogen.
Op de verschillende keuringsplaatsen waren
aangegeven 152, voorgebracht 103 en op de lijst
gebracht 23 veulens van 1905.
Voor de merrien van 1904 waren die cijfers
resp. 118, 95 en 16 voor hengsten van 1904
54, 41 en 10 en voor hengsten van 1903 28
26 en 10.
Alle bijdragen konden niet worden toegekend
van die voor veulens uitgeloofd bleef er 1, van
die voor de merrien, geboren in 1904 bleven er
8 en van die voor de hengsten geboren in 1904
bleven er 6 beschikbaar. De prijzen voor de
tweejarige hengsten daarentegen werden alle toe
gekend, terwijl die met de laagste punteu als
plaatsvervangers op de lijst zijn gebracht.
Een aanhoudingsbijdrage van f 150 were
dus toegekend aan 8 hengsten, geboren 1903, en
eene van 75 aan 10 hengsten, geboren in
1904.
Aan 16 merrien, geboren in 1904 werd een
aanhoudingsbijdrage van 50 en aan 23 veulens
eene van f 50 toegekend.
Een ijselijk verhaal brengt ontroering op
den Haagdijk te Breda en overal waar het wordt
verkoudigd. Zaterdagnacht klouk over den Haag
dijk een jammerend weeklagen, gedempt als kwam
t van onder de aarde. De bewoneis stonden er met
angstige gezichten naar te luisteren. 't Kwam
van onder 't Gasthuis en dit maakte de zaak nog
akeliger. 't Weeklagen nam steeds toe, gehuil,
gegil, snijdend en kermend als van iemand in
doodsangst.
Daar moet een einde aan komen, zei een der
omstanders, ik wil weten wat dat is. Hij ijlde
naar den politiepost en deed daar het huivring-
wekkende verhaal. Met een agent keerde hij
terug en die hoorde, zooals ook de anderen
hoorden, een smeekend jammeren. De dieuaar
der gerechtigheid trad toen vastberaden naar den
ingang van het Gasthuis en schelde. Een luikje
werd in de deur geopend, een gesprek tusschen
den agent en den biunenstaande werd gevoerd,
het luikje werd gesloten en de agent stapte van
de stoep. Nog was de agent geen drie passen
gevorderd, of het huilen hield op en werd niet
meer gehoord.
Het ijselijke van deze nachtelijke scene ligt in
de berichten, die gaan omtrent de oorzaak van
dat weeklagen. Een vrouw zou opgesloten zijn
geweest in den steenkoleukelder, niet 66n nacht,
maar twee nachten en een dag.
Dit is het meest gemaxigde verhaal, andere
berichten zijn veel wilder en rieken naar een
sensatieroman in afleveringen.
Ontploffing.
Omtrent een ontploffing Dinsdagmorgen aan
boord van de met benzine geladen Eugelsche
barge Meteor" liggende aan den ingang der
Kil, nabij Dordrecht, bericht de Dordr. Ct.
's Morgens om half vijf waren de menschen
in Willemsdorp opgeschrikt door een hevigen
knal. Eerst dachten velen aan een onweerslag,
maar weldra bleek de waarheid.
De ijzeren barge Meteor, kapitein Smith, van
Londen naar den Rijn, was met een lading
benzine te Zierikzee binnengevallen en had daar
den loods A. van Duin aan boord genomen.
Nan morgen vroeg nu lag het scheepje van
pi. m. 100 reg. ton een eind voorbij de monding
van de Kil in het Hollandsch Diep op stroom.
Even nadat het volk gewekt was, had er een
ontzettende ontploffing plaats. Daar de kok
het ergst is toegetakeld, ligt het vermoeden
voor de hand, dat in de kombuis een ongeluk
met het vuur zou zijn gebeurd.
De kok, James Wills, uit Nottingham, 41
Dickinsonstreet, heeft vreeselijke brandwonden
over het geheele lichaam, terwijl de loods Van
Duin in de lucht werd geslingerd en wonden
aan hoofd en schouders opliep, gelukkig niet
levensgevaarlijk. De drie andere opvarenden,
de kapitein, de stuurman en een jongen, schijnen
weinig of geen letsel te hebben bekomen, althans
zij slaagden er in, de gewonden in de boot te
brengen en naar Willemsdorp te roeien.
De Thor VI, die weldra langs kwam, nam
de bemanning op en stoomde full speed alle
veren voorbij naar 't Groothoofd, waar de ge-
wonde kok per brancard werd afgehaald en
naar't ziekenhuis getransporteerd. Zijn toescand
is levensgevaarlijk. De loods kon zelf naar
't ziekenhuis loopen en na verbonden te zijn,
weer te voet vertrekken.
Na die bijzonderheden te hebben gehoord,
wilden wij het schip dichterbij zien, want van
Willemsdorp af zag men slechts een reuzenkolom
rook als 't ware uit het water opstijgen en dit
roetzwart gordijn belette ons den brand van
het schip te zien. Hoe dichter wij naderden,
hoe meer de vlammen zichtbaar werden. Eindelijk
zagen wij den romp van de barge vlak bij ons
opduiken. Een vlammeuzee teekende zich af
tegen de pikzwarte rookwolkenmen hoorde
het geknetter van het alles verteerende vuur.
Een paar jachten en stoombootjes scheerden om
den vuurkiomp heen, maar alien zorgden evenals
wij, minstens een 100 meter van het gevaarlijke
scheepje vandaan te blijven.
Men meldt uit Leeuwen van 23 Augustus
Hedennamiddag had er een treurig ongeval
plaats op de Waal alhier. Door den hevigen
wind geraakte de roeiboot van het klipperschip
lnistina met zijn dolpinnen achter een sleeptros
(het schip hing achter eene opvarende sleep-
boot). De schipper, het ongeval bemerkend'e,
nep zijn knecht, den 18jarigen Evert Veldman.
even bij hem aan het roer te komen, opdat hij
de tios van achter de dolkast kon verwijderen.
De knecht echter nam zelf een haak om dit
te doen en terwijl hij al trekkende bezig was,
brak plotseling de roeikast af, waardoor de tros
met kracht terugsprong, en den knecht, die
hem nog achter den haak had, met zich sleepte.
V an een achtergelegen schip werd nog een
leddingsboei uitgeworpen, doch Veldman was
blijkbaar te zeer geschrokken hij pakte de boei
niet en verdween in de diepte. Zijn lijk is nog
niet weergevonden. De verdronkene is afkom-
stig van Zuidhorn.
In een Amsterdamsch woonhuis ondervindt
men nog wel eens last van ratten en rnuizen,
maar niet alledaagsch is 't wel, dat men plotse
ling in zijn huis tegenover een vrij groote
slang staat. Dat gebeurdc ten huize van den
tenorzanger H. Venverloo in de Spuistraat, te
Amsterdam. Zijne huisjuffrouw ontdekte Zondag-
morgen een vreemdsoortigen kop in een spleet
onder den drempel in de gang. De juffrouw
werd nieuwsgierig zij wilde graag weten hoe
het geheele beest er wel zou uitzien. De melk-
boer,^ wiens raad gevraagd werd, achtte, geheel
in zijn vak blijvende, "t het beste een schoteltje
melk en wat brood op een afstandje te zetten,
dan zou het dier wel, door h«nger gedreven,
te voorschijn komen.
Het boertje had 't bij het rechte eind.
Maandagmorgen lag de juffrouw van half acht
tot twaalf uur op de loer en zij zag het dier
steeds nader komen. Een slang van drie
vingers dik en ruim een meter lang kroop op
het schoteltje melk af- Toen het beest zich
verkwikt had, trok de juffrouw een dikken
handschoen aan en zij was zoo heldhaftig de
slang beet te grijpen en in een glazen stopflesch
te huisvesten. aar het dier vandaan. komt
is haar een raadsel. Het is misschien niet
onmogelijk, dat het ontsnapt is uit een terrarium
bp een der buren.
Dat er slangen kunnen leven onder de huizen
in de Spuistraat is toch haast niet te denken.
Des nachts om half een is een ongewenscht
bezoek gebracht aan de villa Habis Perkara,
aan den Vinkweg, bij Leiden, waar de om zijn
door hem toegepaste geneeswijze welbekend©
heer De Haas, ook wel //professor" genaamd
woont. Twee van Valkenburg komende fiets-
rijders, waar zij een eveneens wielrijdenden vriend
hadden weggebracht, kwamen op hun terug-
tocht naar Leiden op genoemd uur voorbij de
villa en werden toen door een jongmensch in-
geroepen om binnen te komen omdat er was
ingebroken.
Na een raam opgeschoven te hebben, moet
de inbreker door een voorkamer zijn gecaan,
waar een kast met zilverwerk staat, waaruit
echter niets wordt vermist, en vervolgens de
trap op naar boven zijn gegaan, waar hij op
een slaapkamer terechtkwam, waar een 22jarige
dame door hem op bed werd aangevallen en
bijna gewurgd, zoodat den volgenden morgen de
blauwe plekken nog zichtbaar waren.
Op dezelfde kamer sliep ook een 12jario-
meisje, dat door het leven wakker werd en
uidkeels begon te schreeuwen, waarop de in-
jreker het hazenpad koos.
Voor zoover nog gezien is kunnen worden,
was de aanvaller van fliuke, groote gestaite,
droeg hij een bruine pet en was in het bezit
van een zwarte snor.
Inmiddels waren door het geschreeuw tevens
de andere bewoners der villa wakker geworden,
maar ook zij konden niets meer ontdekken, hoe'
ook het verdere gedeelte der woning en de
tuin met lampen en lantaars doorzocht werd,
welk werk later eveneens werd voortgezet door
de politie, die door bovengenoemde jongelingen.j
werd gewaarschuwd.
^e^sc'ie politie had er wedeikeeritf
de rijks-politie kennis van gegeven.
Den inbreker zouden de beide bovengenoemde
vrouwelijke personen, die hem op de trap nog
ladden achterna geloopen, aan het gelaat nie't
kunnen herkennen, omdat hij dit had zwart
gemaakt.
Het eenig vreemde dat in hun slaapkamer
werd gevonden, is een soldatenmuts met een
nummer er in.
Er wordt niets vermist.
Men is in het onzekere of hier gedacht moet
worden alleen aan inbraak of aan poging tot
moord.
In de tunnel van Altenbeken, waar in Juli
een instorting plaats heeft gehad tengevolge
waarvan een trein van het spoor liep en vele
menschen gekwetst werden, was men sedert
eenige weken bezig, het vernielde verwulf te
rerstellen. Gisteren ontstond, door kortsluiting
in de electrische geleiding, brand en het grootste
gedeelte van de opgerichte stellage werd ver-
nield. Tijdens den brand stortte het gewelf
van de reeds gedeeltelijk herstelde tunnel in,
VAN DE
VAN