Hoogwatergetij te Ter Neuzen.
ongelukkig zijn. De daders zija der justitie
bekend en zullen hun straf niet ontgaan.
Sint Radbodus-Stichting. Van verschillende
zijden werd de vraag gesteld, waarom de nieuwe
stichting ran het Doorluchtig Episcopaat, ter be-
vordering van het katholiek hooger onderwijs,
Sint Radbodus tot schutspatroon heeft verkozen.
Het ^Centrum" geeft op deze vraag het volgend
antwoord
De H. Radbodus was bisschop van Utrecht van
het jaar 900 tot 917. Hij muntte uit niet slechts
door een voorbeeldigen levenswandel en door zijn
herdelijke toewijdiug, maar tevens door groote
begaafdheid voor wttenschap en letteren. In zijne
jeugd bezocht hij de beroemdste scholen van zijn
tijd, o. a. te Keulen, Aken en Orleans, waar hij
met de eminentste geleerden omgang had en duur-
zaam behield. Hij zelf was zeer vruchtbaar met
de pen, ook nog toen hij den zetel van Sint
Willibrord had beklommen.
Hij schreef bijv. een merkwaardige kroniek,
waarvan slechts een fragment is overgebleven, en
tal van schoone latijnsche gezangen. Als dichter
van kerkelijke sequentien was hij de evenknie van
den vermaarden Notker Balbulus en wedijverde
hij met dezen om den eerepalm.
In de geschiedems van Nederlands oude bescha-
ving der christelijke weteuschap en letteren neemt
Sint Radbodus stellig een eereplaats in. Het
was daarom een alleszius gelukkige keuze, de nieuwe
stichting, die tot bevordering van het katholiek
hooger onderwijs in de grijze bisschopsstad thans
verrijst, onder zijn hoog patronaat te stellen.
Aangaaude een aanhouding van twee ont-
vluchtte kolonisten uit Veenhuizen wordt het
volgende aan 't ^Nieuws" meegedeeld
Het zoontje van den rijksveldwachter Merk,
te Haule, stond 's morgens 5 uur op den weg
en zag twee kolonisten aankomen. Hij waar-
schuwde zijn vader, die pas was opgestaan. Deze
ijlde toe, wachtte de kolonisten af en toen deze
hem genaderd waren (hij was niet in uniform)
deelde hij hun mee, dat hij hun moest arresteeren.
Dadelijk greep een hunner hem bij de keel,
waarop een worsteling ontstond, met het gevolg
dat zij in een droge sloot rolden. De andere
kolonist trok nu een groot mes om daarmee den
rijksveldwachter te stekenmaar toen hij zag
dat twee boeren kwamen tcesnellen, ging hij op
de vlucht, terwijl het den veldwachter, die nog
altijd met den anderen kolonist in de sloot
worstelde, gelukte dezen onder te krijgen.
De boeren ontzetten nu den veldwachter, waarop
de kolonist geboeid werd.
Vervolgens zetten de boeren den gevluchten
na, dien zij op een korenveld bemachtigden, en
daarna werden beide vluchtelingen die zeer bru-
taal en onverschillig waren, geboeid naar Veen
huizen teruggebracht.
Moederliefde. Op den openbaren weg te
'l Meer (Friesl.) zakte een bejaarde vrouw ineen.
Door twee nabjjwouende vrouwen werd ze met
water en azijn gewasschen, waardoor ze weer tot
bewustzijn kwam. Ze deelde nu mede, dat ze
73 jaar oud was en te Meppel woonde, waar haar
man met turf ventte. Ze had een telegram uit
Sneek ontvangen, meldende dat haar zoon, die
daar met zijn schip lag, gevaarlijk ziek was. Ze
had reeds 12 kinderen, onder wie drie door ver-
drinken, verloren. Daar ze haar zoon te Sneek
zoo gaarne wenschte te bezoeken, was ze te voet
van Meppel vertrokken en den geheelen nacht
doorgeloopen, doch had ongeveer 3 uur op den
berm van den straatweg gelegen om wat uit te
rusten. Te Heerenveen, dat pi. m. 7 uur van
Meppel ligt, gekomen, sloeg zij den verkeerden
weg in en kwam zoo te 't Meer.
Door eenige bewoners van 't dorp werd zij lief-
derijk opgenomen en o. m. van 't noodige reis-
geld voorzien om de reis naar Sneek verder per
tram te kunnen doen. (L. Ct.")
Een wilde koe van het R.-Kath. St. Josephs-
gesticht te Alphen a/R., heeft Dinsdag heel wat
angst en opschudding verwekt. Het beest, jaren
lang op stal gestaan, moest naar een nabijgelegen
weide worden gebracht. Onderweg ontsnapte het
aan zijn ge.leiders en wierp een boer, die het
trachtte te keeren, tegen den grond. Op den
straatweg gekomen, stiet het een vrouw dermate,
dat zij bewusteloos neerviel. Op den terugweg
naar het dorp, viel de koe nog een fiets aan en
liep eindelijk het hek binnen van de R. K. kerk,
waarachter zich de stal bevond. Zoodoende in
den boomgaard naast de kerk gekomen, werd zij
door de polttie, na tal van vergeefsche schoten
neergelegd.
Gistermorgen was de toestand der vrouw nog
hoogst bedenkelijk. Er bestaat geen hoop meer
op herstel.
Groote brand te Moer-Capelle.
Dinsdagmiddag omstreeks 3ll2 uur werd door
de dochter van Zegwaart te Moer-Capelle brand
ontdekt in een der bergen die op het erf stonden,
vermoedelijk veroorzaakt doordat kinderen met
lucifers gespeeld hadden.
Aan beperking van het vuur of redding viel
niet meer te denken, zoo snel breidden de
vlammen zich uit. Alleen een weinig huisraad
werd gered, en alles brandde verder tot den
grond af.
Vervolgens sloegen de vlammen over bij zijn
buurman, Jan van der* Spek. Alles werd ook
bij hem in de asch gelegd een boerenwoning
en drie goed gevulde bergen. Door den stevigen
wind en de droogte sloegen de vlammen ook
over naar de andere zijde en werden ook nog
in asch gelegd de boerenwoningen van Jacob
van der Spek en A. Verheul en een paar
arbeiderswoonhuizen.
Daar deze huizen alle zeer dicht bij de Ned.
Herv. Kerk stonden, werd ook gevreesd dat
deze mede in brand zou geraken, daarom
werden ook nog de spuiten van Zevenhuizen
en Bleiswijk ontboden. Door de spuit van
Zevenhuizen werd water gegeven op het kerk-
gebouw, waardoor het gelukte dit gebouw
ongeschonden te behouden. Later werd door
de spuit van Zevenhuizen ook nog een winkel-
huis nat gehouden, waardoor ook dit behouden
bleef. De spuit van Bleiswijk behoefde geen
water te geven en kon weldra vertrekken.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor,
alleen zijn aan levend vee verbrand 3 kalveren
en een varken.
De totale schade wordt op een kleine 100,000
geschatgelukkig dat alles verzekerd was.
Ruim 13 jaar geleden is Moer-Capelle ook
voor een groot deel afgebrand.
Het Suikerbankroet. Reeds is gemeld,
dat de afgevaardigde Rouanet het voornemen
heeft te kennen gegeven om bij de heropening
der Kamer het ministerie, in het bijzonder den
minister van justitie, te interpelleeren over het
suikerbankroet en de spaarbank van /,Le Prin-
teraps". Thans bevatten de bladen nadere
bijzonderheden omtrent de gronden, waarop die
interpellate berust. De aanvankelijk voor Ja-
luzot zoo gunstig luidende berichten in de Pa-
rijsche pers schijnen aan twee oorzaken toege-
schreven te moeten worden. Vooreerst is Ja-
luzot eigenaar van twee dagbladen La Patrie
en La Presse en ten tweede is hij een der kop-
stukken van de nationalistische partij, die daarom
al haar best deed om de zaak voor hem zoo
gunstig mogelijk voor te stellen. Intusschen
zijn ook andere bladen op onderzoek uitgetogen
en hetgeen zij, die Jaluzot niet hebben te
ontzien, meedeelen, is lang zoo gunstig niet.
Toen Jaluzot op de gedachte kwam een spaar-
bankafdeeling in de Printemps op te richten,
begon hij met in zjjn twee bovengenoemde
bladen een campagne op te zetten tegen de
rijksspaarbanken, wier administrate onnauw-
keurig en wier soliditeit onbetrouwbaar genoemd
werd. Dank zij deze hulp namen duizenden
en duizenden hun spaarduitjes van de rijks
spaarbanken weg om ze naar de spaarkas van
,/Le Printemps" te brengen. De stortingen
waren dadelijk opeischbaar en te dien aanzien
zouden gelden de bepalingen bij de wet voor de
rijksspaarbank vastgesteld.
Thans, nu het met de Printemps spaarbank
misloopt en de handelsrechtbank Bourgeois als
tijdelijk beheerder heeft benoemd, heeft deze
de zaak onderzocht en ontdekt, dat Jaluzot,
die zijn spaarkas voorstelde als meer solide
dan de rijksspaarkas, het publiek wat op de
mauw speldde, want de gestortte gelden werden
belegd in de onderneming ffLe Printemps", een
belegging die niet alleen weinig solide was,
maar tevens de mogelijkheid uitsloot, om op
een gegeven oogenblik de noodige gelden los
te maken en terug te betalen. Bovendien is
al vastgesteld, dat door de relates tot Jaluzot
in prive, //Le Printemps" een tekort heeft van
2 millioen. Ook met de ondersteunings- en
pensioenkas voor het personeel van dit groote
magazijn, moet Jaluzot al zeer zonderling hebben
te werk gegaan. De ondersteuningskas wordt
gevormd uit de boeten, de pensioenkas uit
5 pCt., ingehouden van de salarissen. Jaluzot
heeft het geld belegd in aandeelen van //Le
Printemps". Dan heeft Jaluzot nog een schuld
van 7 millioen bij »/Le Printemps" wek bedrag
hij geleend heeft en waar voor hij als onder-
pand gaf aandeelen in //Le Printemps" zelfDe
hopelooze toestand waarin de financien van
den directeur van dit warenhuis verkeerden,
moet al veel vroeger bekend zijn geweest, maar
stilgehouden, totdat de Kamer op reces zou zijn
gegaan, teneinde een interpellatie te voorkomen
of minstens te verschuiven.
Te Brugge heeft een droevig ongeluk plaats
gehad nabij de Gentpoort. Men was bezig de
versieringen los te maken van een vaartuig, dat
voor het Venetiaansch feest had gediend, en die
in een nabijzijnd stadsgebouw te brengen. Eens-
klaps viel een zwaar paviljoen, hetwelk de werk-
lieden over een muurtje ophaalden, en de 49jarige
portierster werd zwaar aan het hoofd gekwetst.
De ongelukkige werd bewusteloos naar hare woning
gedragen en is in den nainiddag overleden.
Naar het schijnt stond zij op het werk toe te
zien opdat er geen schade zou verricht worden
aan haar inoestuin.
Te Kortrijk zat Dinsdag een huisgezin te
middagmalen. De twee oudste zoons kregen twist
oin het afknagen van een kluifje uit de soep en
een der jongens nam een mes en wierp er mee.
Het mes trof het jongste kind in het hoofd
en veroorzaakte een zoo erge wond dat het wieht,
nog geen jaar oud, na eenige minuten den geest
gaf.
Men leest soms wel in sprookjes, dat de
toovenaars zich ergens in een onderaardsch hoi
of boven op een nooit door menschenvoeten be-
treden berg verzaraelen, om daar te beraadslagen
over het lot der raenschen.
Deze sprookjes-phantasie wordt nu in Londen
verwezenlijkt. Toovenaars uit alle deelen der
wereld komen daar bijeen en vereenigen zich tot
een bond, die den uaam voert van ^Kring der
Magiers van Groot-Brittanje".
Deze toovenaars zijn echter maar professoren
in de //geheime wetenschappen", goochelaars en
jongleurs, die zich willen vereenigen, om hun
vkunst" meer te volmaken en, zooals het in hun
statuten heet, tot een der eerste wetenschappen op
te voeren.
De vereeniging zal haar wekelijksche bijeen-
eenkomsten hebben, waarin de /toovenaars", ver
van profane blikken, hun nieuwe stukjes zullen
bespreken.
Dezer dagen had de eerste groote vergadering
plaats. De zaal was gevuld met menschen, die
geld uit de lucht gnjpen, dames laten verdwijnen,
papieren bloemen uit niets laten ontstaan, ko-
nijntjes en kanarievogels uit leege hoeden te voor-
schijn tooveren, enz.
Het voornaamste besluit, dat op deze vergade
ring werd genomen, wasIeder lid van den
Magiers-kring, dat een //trick" aan het publiek
bekend maakt, zal van zijn lidmaatschap vervallen
worden verklaard.
Een held der Alpen. Dezer dagen is
de orde van het legioen van eer toegekeud aan
een man, die den hovenstaanden titel ten voile
verdient aan den gids Leopold Grand.
Grand woont in een kleiue hut op den kleinen
St. Bernard en heeft reeds tallooze reizigers, die
verdwaald of door stormen en lawines overvallen
waren, het leven gered.
In 1887 redde Grand vijf reizigers, die in een
SDeeuwstorm geraakt waren en zonder zijn tusschen-
komst zeker zouden zijn omgekomen. Hij kreeg
daarvoor een zilveren medaille. En het volgende
jaar ontving hij van den koning van Italie het
kruis van verdieuste, voor de redding van zes
Italianen. Eenige jaren later kwam Grand met
zijn zoon een gezelschap Alpenreizigers te hulp,
die onder een lawine bedolven waren. Terwijl
de vader ljverig arbeidde aan de redding der inge-
sneeuwden, zag hij zijn zoon plotseliug voor Lijn
oogen wegziuken in een diepen afgrond. Toen de
arme oude man zag, dat zijn zoon* beslist moest
zijn omgekomen en in't geheel niet meer te redden
was, fluisterde hij een gebed en ging daarop weer
aan het werk, om de toeristen uit de sneeuw te
graven. Een voor £en droeg hij hen op zijn rug
naar zijn bij na een mijl verder staande hut.
In 1900 redde hij een troep soldaten van den
dood en sedert is geen eukel jaar verstreken, zonder
dat de heldenmoedige grijsaard verschillende
menschen het leven redde.
Rome is dezer dagen door een sprinkhanen-
regen bezocht. De insecten vielen 's nachts om
2 uur in de stad neer, tot schrik van de nach-
telijke wandelaars, die zich plotseling door een
wolk gonzende dieren zagen omringd, en kwamen
bij drommen door de open veusters in de huizen.
Tegen half 5 vloog de zwerm, gehoorzaameud aan
een geheimzinnig teeken, weer op en verdween in
de lucht.
Een druk bezoek. De Dierentuin (het
z/Artis") van Berlijn was Zondag j.l. voor lagen
toegangsprijs opengesteld. Niet minder dan 100,000
personen hebben van deze gelegenheid gebruik
gemaakt. In de bewaarplaats voor verloren kin
deren werden 37 verdwaalde kleinen opgenomen,
en door de beangste ouders teruggevonden. Maan-
dagochtend, bij den schoonmaak van de uitge-
strekte tuinen, werden ruim 300 Kilo papier
opgezameld.
Nabij Wadebridge in het Engelsche graaf-
schap Cornwall waren twee jongelieden, Thomas
Knight en Leonard Phillips op de konijuenjacht.
Knight luisterde aan een konijnenhol of er wild
in was en op eenige passen van hem af stood
Phillips met het geweer in de hand. Eensklaps
riep KnightvLet op, daar komt er een" en
een konijn sprong uit het hoi. Phillips vuurde,
maar op hetzelfde oogenblik stond Knight op en
kreeg de geheele lading in het hoofd, waardoor
hij terstond dood was.
Welk een vevheffenden en zedelijken in-
druk de doodstraf maakt, bleek weer eens bij de
terechtstelling van twee moordenaars te Duin-
kerken.
Een woeste menigte van wel 10.000 menschen
woonde onder honend geschreeuw de voltrekking
van het doodvonnis bij. In de naburige huizen
waren vensters verhuurdvoor een plaats werd
10 tot 100 gld. besteed, en toen de bijl viel,
gingen er toejuichingen op en werd er geroepen
z/Leve Deibler (de beul).
De man der vermoorde vrouw had het verzoek
ingediend, in plaats van den beul het vonnis
te mogen voltrekken. Hij bood 5000 voor
de armen, als men hem toestond Deiblers plaats
in te nemen. Hij kreeg echter alleen verlof,
het opslaan van het schavot en guillotine bij
te wonen, en daar stond hij in feestgewaad,
glimlachend, vol geestdrift toe te zien en toen
de moordenaars naar het schavot gingen, keek
hij hen zegevierend vlak in de oogen.
Het opzetten van het schavot duurde vrij-
lang 't begon de menigte weldra te vervelen
en in dp huizen die op de strafplaats uitzien,
kortte men den tijd met pret maken een op-
gewonden gejoel kwam door de open vensters
naar buiten er werd gezongen en gedanst bij
piano of gitaar. Het was een vroolijke nacht.
Er waren niet alleen groote menschen gekomen
om te kijken, maar ook kinderen. Wat een
genot, niet naar bed, opblijven tot het licht
wordt en dan een echte onthoofding tot besluit.
Het Spoorwegongeluk bij
Spremberg.
De Berlijnsche correspondent van het Hbl.
schrijft
Een spoorwegongeluk zoo zwaar als in jaren
niet voorkwam had Dinsdagavond bij Sprem-
berg, in het Zuid-Oosten der provincie Branden
burg, aan den Berlijn-Gorlitzerlijn plaats. Twee
sneltreinen reden in voile vaart op elkaar in,
met zooveel kracht, dat de machines en de
eerste waggons van beide treinen met al wat
zich daarop en daarin bevond verbrijzeld wer
den. De verwoesting is zoo vreeselijk dat op
dit oogenblik, dus bijna 24 uur na de cata
strophe, nog niet alle dooden voor den dag
gehaald konden worden, en men nog steeds
niet weet hoeveel menschen bij deze ramp in
het geheel het leven hebben verloren. Officieel
wordt tot nu toe opgegeven 15 a 20 dooden en
5 levensgevaarlijk gewonden. Volgens parti-
culiere berichten zijn de cijfers echter veel
grooter, er wordt zelfs gesproken van meer
dan 100 gewonden, waarvan 15 zwaar. Voor
zoover tot nu bekend is het ongeluk te wijten
aan het onverklaarbare feit, dat een gedeelte
der zeer druk bereden Gorlitzer lijn slechts
enkel spoor heeft op de kaarten wordt de
geheele lijn als van dubbel spoor voorzien aange-
geven. Nu zou de stationchef van Spremberg
den van Berlijn komenden sneltrein vrijen weg
hebben gegeven terwijl een van Gorlitz komenden
sneltrein reeds naar Spremberg onderweg was.
Bij een scherpe bocht reden toen de treinen in
voile vaart op elkaar in.
Groot is de verontwaardiging van het publiek
over Minister Von Budde, die er niet voor
zorgde dat op deze lijn, evenals op alle
andere drukke lijnen dubbel spoor is, en op
de ambtenaren van het ministerie voor het
verkeerswezen en van de spoorwegdirectie Ber
lijn, die met ongeloofelijk bureaucratisme alien
die inlichtingen komen vragen omdat ze familie-
leden of kennissen in de verongelukte treinen
hadden, eenvoudig antwoorlen dat men officieel
van niets weet en dat men buitendien geen
inlichtingen wil geven omdat Spremberg be-
hoort tot de spoorwegdirectie Halle, tot welke
men zich maar moet wenden Ook over de
spoorwegbeambten in de buurt van de plaats
des onheils wordt geklaagd. Zij gedroegen
zich onbeschoft tegenover de reizigers die er
heelhuids waren afgekomen en weigerden zelfs
telegrammen aan te nemen.
Er zijn hier te lande in den laatsten tijd
verschillende spoorwegongelukken voorgekomen.
Geheel te voorkomen zijn dergelijke dingen
nooit, vooral niet bij een zoo geweldig verkeer
als hier juist in deze vancantieweken valt waar
te nemen. Maar men mag tenminste verwachten
dat de autoriteiten bij dergelijke betreurens-
waardige gebeurtenissen, die hierniettegenstaande
het zeer intense verkeer toch minder vaak voor
komen dan in menig ander land met veel ge-
ringer verkeer, zich wat minder bureaucraat en
wat meer mensch gevoelen. In dit geval
althans schijnt .hun houding zoo wel hier ter
stede als in Spremberg heel wat te wenschen
te hebben overgelaten.
Van de omgekomeneu zijn thans 14 lijken
gevonden, terwijl er drie zwaar en een licht
gewonde zijn. Het juiste aantal slachtoffers
kent men nog niet, daar er nog gewerkt wordt
om de vernielde machines en wagens op te
ruimen en men er niet zeker van is, of daar-
tusschen nog niet meer lijken liggen. De
dooden bahooren grootendeels tot de aanzien-
lijkste klasse. Onder hen bevindt zich Heinrich
Pelos, graaf Von Plouen, 17 jaar oud, zoon
van Vorst Heinrich XXVI Von Reuss, jongere
linie, voorts een justitieraad met zijn vrouw en
lOjarig zoontje, een overste en een dokter met
zijn vrouw. De lijken van een bejaarden heer
en dame en van een knaap zijn nog niet
herkend. De machinisten van de beide treinen,
een stoker en een conducteur zijn mede omge
komen en hun lijken zijn ook gevonden, terwijl
een stoker en een conducteur zwaar gewond
zijn. De derde zwaar gewonde is een dame,
die haar kind uit bad Gohren in Schoneberg
ging afhalen en de licht gewonde is de lading-
meester. t
DAGEN.
Voorm
Nam.
Zaterdag
12
Aug.
11.52
Zondag
13
u
0.22
12.47
Maandag
14
1.10
1.32
Dinsdag
15
1.53
2.13
Woensdag
16
2.31
2.50
Donderdag 17
3.6
3.24
Vrjjdag
18
3.40
3.57
H
1/
II
II
II