Ill} Hoogwatergetij te Ter Neuzen. DA6EN Voorm. Nam. Zaterdag 24 Juni 6.43 7.10 Zondag 25 7.40 8.11 Maandag 26 8.43 9.14 Dinsdag 27 n 9.47 10.21 Woensdag 28 n 10.50 11.18 Donderdag 29 11.43 Vrijdag 30 0.6 12.27 r i I 2». ten opzichte der begrooting a. dat zij met ingenomenheid heeft gezien dat er een post groot 200 is uitgetrokken voor presentiegeld van den Voorzitter en de leden, doch dat zij daarentegen moet be- trearen dat de post voor reis- en verblijtkosten op J 600 is gebracht, terwijl toch in 1904 is betaald f 362,16, wdk bedrag re- ds hoog moet worden genoemd. De heer Wieland is van meening dat de reizen wel wat zullen verminderen en hoewel bet nn uitgegeven bedrag reeds hoog gevonden wordt, is het voor 1906 nog hooger geraamd. Dat er presentiegeld Yoor de leden is uitgetrokken, f 3, per lid voor het bijwonen der vergaderingen, acht hij flink, maar de commissie had gaarne het bedrag voor reis- en verblijt kosten van 60 tot iOO verminderd gezien. De heer De Jonge merkt naar aanleiding van het omtrent schrijfloonen aangevoerde op, dat dit misschien voor sehrijfwerk is, dat niet tot de administratie van den secretaris behoorde. De heer Van den Hoek Wanneer dat is voor het maken van afschriften van slukken voor particulieren, dan behooren die particulieren dat zelf te betalen. Spreker vindt het ook een vreemde wijze van declareeren dat b. v. in rekening gebracht wordt, op denzelfden datum een rijtuig van Zuiddorpe naar Axel f 3, en een rijtnig van Axel naar Zuiddorpe weer f 3. Hij heeft volstrekt geen bezwaar tegen het bedrag, maar dat betreft toch een zelfde reis. die tweemaal op de rekening voorkomt. De Voorzitter merkt op dat de wet niet spreekt over het toekennen van presentiegeld, zoodat hij niet weet of de com missie recht heeft dat op de rekening te brengen. Is het nu evenn el de bedoeling der commissie van onderzoek dat het presentiegeld zou moeten strekken om daaruit de verblijt kosten te bestrijden De heer WielandNeen, die 3 willen wij toekennen, geheel vrij, maar we zouden de raining voor reis- en verblijt kosten met 200 willen verminderen (het bedrag dat voor presentiegeld gcraamd wordt) omdat we meenen dat 600 te hoog geraamd is, daar er in 1904 slechts J 362,16 voor noodig was. De VoorzitterDie reis- en verblijfkosten moeten in elk geval betaald worden, daar is niets aan te doen. Ook voor 1905 is daarvoor 600 geraamd, het is te voorzien dat de werkzaamheden der commissie, hoe meer ze in de toeslanden ingewerkt raakt, zullen toenemen en daarorn is die hoogere raming misschien ook gowettigd. Op de begrooting van 1905 is ook 30 voor schrijfloon geraamd, dat fs verleden jaar wellicht over het hoofd gezien en wanneer er dus dit jaar uitgavcn wegens schrijfloon worden gedaan, kan daarop geen aanmerking geraaakt worden in de begrooting voor 1904, het jaar waurover de onderzochte rekening loopt, was daarvoor evenwel geen post uitgetrokken. De heer Van den Hoek maakt er aanmerking op, dat het lid der commissie, de heer J. Wisse, voor het opnemen van de kerk te Siuiskil 2 50 boven reis- en verblijfkosten in rekening brengt, dus als belooning. Spreker heeft geen bezwaar tegen dat bedrag, maar meent dat het niet is, zooals het behoort, dat een lid eener commissie, bij het uitvoeren van de taak waarvoor hij is benoemd, daarvoor salaris in rekening brengt. De Voorzitter meent ook, dat hij dat als lid niet doen mag. De heer De Jonge ziet er niets onbillijks in dat voor de moeite iets in rekening gebracht wordt. De heer VersluijsHet gaat niet zoozeer om het bedrag als om het beginsel. De heer Van den Hoek Het zou toch niet aangaan, dat, als hier aan de Commissie van Fabricage over een of ander advies werd gevraagd en wij b. v. den heer Visser verzochten dat eens nader te onderzoeken, dat deze dan als deskundige daarvoor salaris rekende De heer WielandJa, zoo moet het opgevat worden. De Voorzitter stelt voor om thans de rekening goed te kenren, maar de opmerkingen onder de aandacht der gezond- heidscommissie te brengen. De beer Van den Hoek is daar tegen en stelt voor de de rekening niet goed te keuren. De heer Wieland wil in eens zoo ver niet gaan een schooljongen wordt toch ook eerst geviaarschuwd eer hij ge- straft wordt. De heer VersluijsHebben ze het recht om dat alles in rekening te brengen? De VoorzitterVoor schrijfloon stond er niets in de be grooting. De heer Visser vraagt of de instructie van den secretaris ook bekend is, want ofschoon bij van meening is, ook nit het bedrag der bezoldiging, dat alle sehrijfwerk bij den secretaris behoort, zou het toch kunnen blijken dat het werk betrof dat hij niet doen moest. De heer Van den HoekHet stond in elk geval niet op de begrooting en er mag toch niet willekeurig over de gelden beschikt worden. Na nog enkelo opmerkingen wordt op voorstel van den heer Van den Hoek met 6 tegen 4 stemmen besloten de rekening niet goed te keuren, op grond dat daarop ten onrechte voorkomen nitgaven wegens schrijfloon en een bedrag van 2,50 als belooning voor een verricht onderzoek door een lid der commissie. Voor stemmen de heeren Van den Hoek, Pees, Van de Velde, Versluijs, Van Dale en Moggre; tegen de heeren Wieland, Visser, De Jonge en De Koeijer. Thans komt aan de orde de begrooting voor 1906. De Voorzitter merkt, naar aanleiding van de vraag der commissie of niet een lokaal van het stadhuis voor de ver gaderingen kan worden beschikbaar gesleld, op, dat de gezondheidscommissie dit vroeger heeft gevraagd, dat haar door den Raad is geantwoord dat dit kon, tegen betaling van 2,50 per vergadering, de commissie vond dit te hoog en huurt thans een lokaal voor f 1,50 per vergadering, wat dus goedkoo.per uitkomt. Nu is de vraag of er een lokaal gratis kan worden afgestaan, het betreft echter geen gemeentelijke instelling. De heer Van den Hoek Dan zouden wij ook tot voor- deel der andere gemeenten voor verlichting en verwarming moeten zorgeD. De heer Wieland Dan hebben wij ons daarin vergist en zullen dus deze opmerking moeten intrekken. De Voorzitter wijst er voorts op dat de wet niet spreekt van het genieten van presentiegeld. De commissie van onder zoek heeft er geen bezwaar tegen, dat daarvoor gelden worden uitgetrokken. Hij moet evenwel opmerken, dat er f 200 is geraamd en dat dit bedrag ad 3 per lid en per vergadering slechts voldoende is voor de gewone algemeene vergaderingen. Naar zijne meening zou dat presentiegeld billijkheidshalve ook moeten worden uitgekeerd, wanneer een of meer leden der commissie buiten Ter Neuzen voor de commissie werk- zaam zijn De heer Wieland deelt mede dat dit met de bedoeling der commissie is geweestzij willen het alleen toekennen voor de gewone algemeene vergaderingen, die hier gehouden worden. Als het idee van den Voorzitter gevolgd werd zou het bedrag aauzienlijk verhoogen en het is juist om te protes- teeren tegen het hooge bedrag dat de gezondheidscommissie aan de gemeenten kovt*»dat de commissie gaarne zou zien dat de raming voor reis- en verblijfkosten met 2O0 werd verminderd. De heer VisserHet is onze bedoeling te bezuimgen. De Voorzitter herhaalt van meening te zijn dat de werk zaamheden, en daarmee gepaard de reizen, zullen toenemen. De heer Wieland is juist van een ander gevoelennaar aanleiding vaii den arbeid der commissie zullen de toestanden meer en meer verbeteren. De heer Van Dale zou het beter achten, dat, evenals in vele gevallen van rijkswege geschied, vast geld per dag werd toegekend, en dat deybetrokkene daaruit alle kosten moest bestrijden Een uitgebreide discussie word t hierover nog gevoerd, waarbij de Voorzitter zijn standpunt handhaaft, dat, wanneer presentiegeld wordt toegekend, dit behoort te worden gegeven voor elke keer dat de leden voor de commissie optreden in het algemeen belang. De heer Wieland heeft daartegen finaneieel bezwaar en zou het dan, zooals de heer Verlnijs zeide, maar heelemaal een eereposije willen laten. De heer Dees merkt op, dat de discussie hierover reeds zeer lang duurt en er in den Raad geen eenstemmigheid over bestaat. De vraag isheeft de gezondheidscommissie ip dezen recht en wanneer ze recht heeft, zal ze zegt spreker hartelijk lachen om al ons gepraat en eenvoudig haar gang gaan. Het eenige middel dat er thans op zit is naar ik meen de begrooting niet goed te keuren en dat stel ik voor. De Voorzitter brengt hierop in stemming het voorstel der commissie om goed "te keuren het op 200 uitgetrokken bedrag voor presentiegeld, onder bepaling dat dit alleen zal uitgekeerd worden voor het bijwonen der gewone algemeene vergadering. Dit wordt aangenomen met 6 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Van den Hoek, Wieland, Visser, Van de Velde, De Jonge en De Koeijertegen de heeten Dees, Versluys, Van Dale en Moggre. Voorts wordt besloten de begrooting aan de commissie terug te zenden onder opmerking dat volgens de meening van den Raad onder de nitgaven ten onrechte is geraamd 30 voor schrijfloon, op grond dat alle sehrijfwerk door den secretaris moet geschieden, en met de vraag of de post voor reis- en verblijfkosten niet kan worden teruggebracht tot 400 en dan meer in overeenstemming is met het in 1904 uitgegeven bedrag. p. Een adres van L. M. E. van de Sande, welke met ingang van 1 October a. s. ontslag verzoekt als onderwijzeres aan school C. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor het gevraagde ontslag eervol te verieenen en het college te machtigen eene oproei-ing van sollicitanten te doen. De heer Van den Hoek Met verplichte akte voor vak j, anders hebben we weer onaangenaamheden met den school- opziener. Z. h. s. aldus besloten. Verzoek Kamer van Koophandel en Fabrieken ver lichting loskaden. De Voorzitter deelt mede dat Bnrg. en Weth. adviseeren om op dit in de vorige vergadering aangehouden verzoek afwijzend te beschikken. De heer Visser moet er zich tegen verklaren om dat besluit te nemen. Hij zou wenschen dat Burg, en Weth. eens een onderzoek instelden naar de kosten en dan informterden of de spoorwegmaatschappij daarvan niet een deel zou willen bijdragen. De Voorzitter acht het overbodig zuiks te vragen, daar de spoorwegmaatschappij aan de Kamer van Koophandel reeds heeft geantwoord dat zij zich niet tot verlichting der loskaden verplicht acht en de Kamer zich daarvoor tot het rijk of de gemeente moest wenden. De heer VisserDe Raad heeft toch ook het wensche- lijke van verlichting erkent, maar nu gebeurt het heelemaal niet, want de een schuift het op den ander. De VoorzitterMaar als n op een groot terrein, aan u zelf behoorende, zoudt laten werken, moet u dit dan niet zelf verlichten De heer VisserMaar daar werken ingezetenen van Ter Neuzen. De VoorzitterDat is geen antwoord op mijn vraag. De heer Versluijs Maar u stelt de vraag ook niet goed, want het betreft hier een toegangsweg. De VoorzitterMaar reeds van af de plaat3 waar het spoor begint, is die weg de kade. De heer Dees -. Het terrein is door het rijk aan de spoor wegmaatschappij afgestaan, welke het en misschien voor een groot bedrag weer verpacht, er dus wel geld voor wil ontvangen, maar aan een ander wil overlaten het te ver lichten. De heer Van den Hoek is ook van meening dat de ge meente Ter Neuzen de verlichting ten behoeve van de spoor wegmaatschappij of de cargadoors, niet moet aanbrengen. De heer Versluijs De cargadoors zorgen zelf voor licht op hun terrein als er gewerkt wordt. Maar daar gaat het niet over, wel over den toegangsweg naar de terreinen evenals de weg langs de gemeentehaven naar het steiger in de Oosthaven. De heer Van den Hoek: Dat is een openbare, dus voor ieder toegankelijke, en beslist veilige weg; dat is aan't spoor met zoo. De heer Versluijs: Maar die is toch ook uitsluitend in het belang der vaan verlicht. De Voorzitter Neen, voor de personen die van ot naar de daar liggende schepec moetenvoor verlichting der vaart zorgt de Waterstaat. De heer Versluijs: Nu, die bedoel ik met de vaart, ik bedoel de schipperij. Ik zaler echter nu niet verder op doorgaan, want met de wetensehap die ik nu heb omtrent den uitslag van de audientie der commissie bij den Minister van Waterslaat, omtrent de havenbelangen, ben ik er niet op tegen om thans de zaak te laten rusten, daar er toch waarsehijnlijk nog dit jaar aan 't spoor een anderen toestand zal intreden. De heer De JongeJa, als er verbetering in de haven- werken komt, zal ook in die verlichting wel worden voorzien. De Voorzitter kan die optimistische denkbeelden omtrent eene spoedige voorziening in de havenwerken niet deelen. De heer Versluijs: Ik wil ook niet zeggen dat het dit jaar al gemaakt zai zijn, want dat zou niet meer kunnen, maar de Minister stelde toch in uitzicht, dat er dit jaar nog wel over zou beslist worden. De heer Wieland Dan moeten wij dien last ook niet meer op ons gaan nemen. De heer Versluijs lk ben het anders met den heer Visser eens, dat de gemeente wel eenige verplichting heeft om het te doen. De Voorzitter: Dat meent u, maar ik geloof dat vele leden van den Raad er anders o erdenken. De heer Versluijs: Het betreft verlichting van den toegangs weg naar en langs de kade, ook ten behoeve der schepelinger. en men moet niet uit het oog verliezeD, dat zoo'n boot, vooral die met hout geladen, hier een f 2000 aan werkioon achteriaatdaar moet toch ook rekening mede gehouden worden. De VoorzitterNu, als er dan daaraan zooveel verdiend wordt, zullen zij die dat verdienen, ook wel wat willen bij dragen Men zou dit althans zeggen, maar als u de volgende vergadering de talrijke reclame's tegen den hoofdelijken om- slag onder de oogen kiijgt, zal u het tegendeel blijken. De heer Versluijs: Dat is niogelijk. Maar van dat geld komt ook veel in de zakken der neringdoenden. De Voorzitter: Maar die reciameeren ook! De heer Versluijs En terecht, want velen hunner onder- vonden den druk der minder gun-tige toestanden; er komcn te weinig zulke booten. In elk geval blijft de zeevaart voor Ter Neuzen de hoofdzaak. Het voorstel van Burg, en Weth. om op het verzoek der Kamer van Koophandel atwijzend te beschikken, als zijnde de gemeente tot het verlichten der kaden niet verplicht, wordt aangenomen met 8 tegen 2 stemmen, die der heeren Visser en Versluijsiaatstgenoemde heeft bezwaar tegen de moti- veering der afwijzende beschikking. 35. Verzoekschrift bestuur vereeniging tot oprichting en instan Ihouding eener ambachtsschool te Hulst, om subsidie. De Voorzitter geeft lezing van een verzoek van het bestuur der vereeniging tot oprichting en instandhouding eener am- bachtschoo! te Hulst om eene jaarlijksche subsidie voor eene ambacbtsschool te Huist. Bij dit verzoek is gevoegd eene memorie van toelichting en eene begrooting van ontvangsten en uitgaven. Burg, en Weth. stellen voor het verzoek af te wijzen, aangezien hier, al is het niet op zoo groote schaal, drie ge- legenheden zijn waar ongeveer dat onderwijs ook wordt gegeven bovendien. de leerlingen die daarvan zouden kunnen profiteeren zijn er alien uit den ambachtsstand, voor wien de kosten om er aan deel te nemen toch te hoog zouden worden. Het schoolgeld bedraagt 10 per jaar, voor minvermogenden de helft, onvermogenden gratis. Het voorstel van Burg, en Weth. om het verzoek af te wijzen, wordt z. h. 8. aangenomen. 3. Verzoekschrift bestuur vereeniging «de Vereenigde Uand- De Voorzitter geeft lezing van een verzoek van het bestnnr der »Vereenigde Handwerkslieden" te Ter Neuzen, dat met bescheidenheid terugkomt op een vroegere aanvraag, het vorig jaar gedaan om eene jaarlijksche subsidie ten bedrage van 125, in de kosten van het door de vereeniging gegeven wordend onderwijs in rekenen, hand- en bouwknndig teekenen en materialen kennis, zooals dit vroeger breeder is omsehreven. Reeds is van Gedep. Staten verzocht om nadere iDlichtingen, in verband met een aan de Provinciale Staten gericht gelijk- luidend verzoek, waarom Burg, en Weth. thans ook het gevoelen van den Raad willen kennen. In verband met de gestelde vragen is door het bestuur der vereeniging bei'icht dat de afgeloopen enrsus werd bezocht door leerlingen van Ter Neuzen, Othene en Renzenhoek (gem. Zaamslag). Er waren 38 leerlingen van leden en 3 kinderen van niet-leden, voor welke laatsten schoolgeld betaald werd. Burg, en Weth. adviseeren om die subsidie toe te staan op dezelfde voorwaarden als het vorig jaar zijn gesteld. n.l. dat ook door Rijk en Provincie subsidie worde verleend, dat voor 1 Mei de rekening en verantwoording van den afgeloopen cursns worde overgelegd, dat van wege het gemeentebestuur toezicht op het onderwijs kan worden uitgeoefend en hare leden ten alien tijde toegang hebben tot de localen, gedurende de lessen, dat de vereeniging zich onderwerpt aan nader te stellen voorwaarden, en dat een eventueel te heffen schoolgeld aan de goedkeuring van den gemeenteraad zal worden onder- worpen. De Voorzitter deelt mede dat het van wege de gemeente gegeven l ekenondcrwijs niet drukker bezocht werd en dat er geen uitzicht bestaat dat dit nog zal toenemen integen- deel zal het verminderen, wanneer het bij de Handwerkslieden zoo kan worden ingericht als men thans voornemens is het te doen. Het voorstel van Burg, en Weth. tot inwilliging van het verzoek wordt hierna met algemeene stemmen aangenomen. 4. Verzoek G. v. d. Peijl om gemeentegrond in erfpacht. De Voorzitter geeft lezing van een adres van G. van der Peijl, waarin deze verzoekt hem in erfpacht te willen afstaan een strook grond, groot ongeveer 5 Ms., tot het leggen van een stoep, voor het perceel Vlooswijkstraat 75. Er is reeds gepubliceerd dat het voornemen bestaat dezen grond aan den publieken dienst te ontrekken, bezwaren zijn niet ingebracht, zoodat Burg, en Weth. voorsteilen het ver zoek in te wiiligen en den grond onder de gewone voorwaar den in erfpacht te geven. Z. h. s. aldus besloten. 5. Brief Ged. Staten afwijzing verzoek Gemeenteraad toe- passing art. 43 2e lid, Drankwet. De Voorzitter geeft lezing van een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, d.d. 2 Juni 1905, naar aanleiding van een verzoek van den Raad aan Hare Majesteit de Koningin, om toepassing van art. 43 tweede lid der Drankwet. Desgevraagd geven Gedep. Staten kennis dat dit verzoek geen steun vindt in de. wet. De Minister, beschikkende krachtens machtiging van H. M., vereenigde zich met de meening van Gedep. Staten. Zoodat dus merkt de Voorzitter op art. 43 der Drankwet, verbiedende het toelaten van kinderen beneden de 16 jaar, zonder geleide, in lokaliteiten waarvoor door Burg, en Weth. vergunning is verleend, voor Ter Neuzen van toepassing blijft. De heer VersluijsKunt u mij, Mijnheer de Voorzitter, ook inlichten of het waar is wat onlangs een hier verschijnend blad schreef, dat die bepaling niet van toepassing zou zijn op winkels, zooals b. v. bij mij? De heer WielandMaar dat is tech overbodig, de wet bedoelt met dat verbod van toelating toch enkel tapperijen. De heer De JongeOp tapperijen en slijterijen. De heer Van den Hoek Een winkel, waarin nevens sterke drank nevens kraidenierswaren verkocht worden, is ook eene slijterij. De Voorzitter merkt op dat de wet in dit opzicht zeer duidelijk iser wordt gesproken van lokaliteiten waarvoor door Burg, en Weth. vergunning is verleend. Nu is een kruideniers- of sigarenwinkel waar drank verkocht wordt voor gebruik elders dan ter plaatse van verkoop, eene lokaliteit waarvoor door Burg, en Weth. vergunning is verleend alzoo mogen kinderen beneden de 16 jaar daar zonder geleide niet worden toegelaten, ook al komen ze om een gewone bood- schap. In het werk van den heer Siiijders van Wissekerke blijkt ook nit de toelichtingen, dat de wet wel degelijk ook de slijte rijen bedoeld en dat het verkeert wordt geacht daar jonge- lieden toe te laten. Wel is het geoorloofd in societeitzn en bij hen die logementsvergunningen hebben, welke door Ged. Staten verleend worden. Blijkcns gewezen vonnissen is het voor den vergunning- honder ook geen reden van verontschuldiging als hij niet bekend is met den leeftijd van een persoon, hij moet dat weten. De heer De JongeHet kan nooit de bedoeling geweest zijn ora uit die winkels de kinderen te weren, we moeten toch ook rekening houden met den geest der wet. Zoo'n winkel is toch geen slijterij, daar staan de kinderen ook niet aan de verleiding om te drinken bloot. De VoorzitterArt. 43 met de toelichtingen zijn toch duidelijk. De heer Versluijs: Wij zijn juist slijters. De heer WielandZe hebben mij toch ook al gezegd, dat in dezen door het bestuur van Ter Neuzen iets wordt gevraagd dat niet noodig is. De Voorzitter: Vraag dan uw zegsman maar eens nadere uitlegging. want die zal ik gaarne vernemen. De heer Wieland: Ik zal niet nalaten er naar te vragen. De beer DeesIk kan niet a mnemen dat zich het onzinnig geval zou voordoen dat proces-verbaal werd opgemaakt als een kind beneden de 16 jaar bij iemand in den winkel om een boodsehap kwam. Maar dan gaat dat proces-verbaal door de handen van den Voorzitter, die het dan toch wel kan intrekken De Voorzitter De wet is er en moet gehandhaafd worden processen-verbaal intrekken kan ik niet, alle moeten worden doorgezonden, al kunnen ze wel worden vergezeld van eene memorie van toelichting of een particnlier schrijven omtrent de omstandigheden. Ik geloof evenwel dat de officier van justitie ook zou zeggen het artikel is duidelijk en de over- treding moet vervolgd worden. De heer Dees: Ik zou wel eens willen zien of een rechter daarop zou veroordeeleu. Do Voorzitter Dan moet maar eens Zjoo'n vervolging worden uitgeiokt. 1 Juli treedt de wet in werking. De heer Dees Ja, dan moet het maar eens worden uitgeiokt. De heer VersluijsJawel, maar een vergunninghouder die tweemaal binnen 5 jaren veroordeeld wordt, is z'n ver gunning kwijt 6D wie zal 't er op wagen om al vast het ge- vaar van een veroordeeling te loopen De heer Van den Hoek: Wij vinden het ookeen beroerde bepaling, maar 't is eenmaal zoo. De VoorzitterEn ik zal wel de laatste zijn, om de wet niet te doen uitvoeren. De heer WielandZou er niet eens aan de Minister kunnen gevraagd worden hoe de bedoeling is. De heer De Jonge vindt dat een goed idee. De Voorzitter Dan moeten de belanghebbenden 't maar eens vragen. De heer VersluijsMaar dan kan er met 1 Juli geen antwoord meer zijn. Zou u die bepaling dan in afwachting dier oeslissing nog niet buiten uitvoering kunnen stellen De Voorzitter mag dit niet toezeggen. De discussie hierover wordt gesloten. 6. Schrijven gemeentebestuur Hoedekenskerke over regeling Provincialen Stoombootdienst op de tVester-Schetde. De Voorzitter doet mededeeling van een schrijven van het gemeentebestuur van Hoedekenskerke, gericht aan Burg, en Weth. dezer gemeente, van den volgenden inhoud Het zal Uw college waarsehijnlijk niet onbekend zijn, dat door den Raad dezer gemeente reeds herhaaldelijk pogingen in het werk zijn gesteld om te trachten verbetering te krijgen in den Provincialen stoombootdienst op de Wester-Schelde, voomamelijk wat betreft het aanlcggen aan den Provincialen steiger alhier. De laatste poging dateert van het najaar van 1904, toen niet alleen bij Ged. Staten, maar, toen bij dat college eene afwijzende beschikking verkregen was, daarna ook bij de Provinciale Staten in hooger beroep daaromtrent gekomen werd, lielaas met hetzelfde negatieve resultaat. Het doel dat de Raad zich met al deze pogingen voor oogen stelde, was het verkrijgen van het meerdere malen daags aanleggen van de booten aan den Provincialen steiger aihier, wat thans slechts eenmaal 's weeks ,des Woensdags) geschiedt, teneinde aldus, nu de steiger er toch eenmaal is, deze meer dan thans tot zijn recht te doen komen. Tot juist begrip der aangevoerde argumenten voegen wij afschriften der requesten enz. aau Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten hierbij. De ondervonden teleurstciling heeft ons evenwel niet ont- moedigd en overtuigd als wij zijn dat deze zaak voor deze gemeente van groot belang is. hebben wij thans uitgezien, naar andere middelen om te trachten op die wijze ons doel te bereiken. Bij het college van Gedeputeerde Staten schijnt het aandoen van Hoedekenskerke door de booten van den dienst Vlissingen Neuzen, op onoverkonieiijke bezwaren te sluiten en het is naar aanleidiDg daarvan, dat wij ons hebben afgevraagd of het nn niet wenschelijk ware pogingen in het werk te stellen om gebruik makende van den thans door de Provincie over- genomen dienst WalzoordenHansweert, te trachten een dienst te krijgen van Ter Neuzen over Hoedekenskerke naar Hansweert. Aldus zon en Ter Nenzen met het daarachter liggende land en deze gemeente "n rechtstreeksche verbindicg met het Staatsspoor komen door middel van den tram Hansweert Vlake. Naar onze bescheiden meening is Ter Neuzen bij dit plan de grootste belanghebbende, daar op die wijze voor het verkeer met Holland de groote omweg over Vlissingen zon vermeden worden en daar het ons voorkomt, dat voor het welslagen van dit plan het in de 1st0 plants noodig is, dat de belanghebbende gemeenten de handen ineen slaan, daar zijn wij zoo vrij U in ernstige overwegii g te geven in dezen gezamentlijk op te treden. Gairne verklaren wij ons bereid tot nadere toelichting, desgewenscht ook tot eene mondelinge conferentie hierover en houden wij ons voor een kan het zijn eenigszins spoedig antwoord Uwerzijds aanbevoleo. Bij het adres zijn gevoegd adressen aan Gedep. en Provin ciale Staten met memorie van toelichting. Burg, en Weth. wenschen hieromtrent de meening der leden te kennen. De heer Visser zou niet willen bevestigen dat bij mist Borssele niet en den steiger van Hoedekenskerke wel te be reiken zou zijn dat zal wel gelijk zijn. Hij is ook wel voor meerdere aansluiting met Hoedekenskerke. onder voorwaarde, dat de dienst Ter Neuzen-Vlissingen er niet onder lijdt. De heer Van de Velde merkt op dat men van hier ook langs Hulst via Vlake nasi- Holland kan reizen. De Voorzitter: Ja, maar wanneer men van hier recht- streeks per boot naar Hansweert kan varen zon men, om denzelfden trein te halen, later kunnen vertrekken en de reis zou niet zoo kostbaar zijn als langs Hulst of over Vlissingen Ook zou 't gemakkelijk zijn voor hen die aan Hoedekenskerke op de boot konden komen. De heer Wieland meent dat dat deel van Zuid-Beveland er veel door gebaat zou worden en ook de communicatie op Ter Neuzen. De ht#r Versluijs: Voor vele zaken zou het vervoer goedkooper worden. De heer Dees: Vooral voor vee en landbouwwerktuigen. Na nog enkele opmerkingen, waarbij voomamelijk uitkwam het idee dat de dienst Ter NeuzenVlissingen er niet onder mag iijden, wordt z. h. s. besloten aan het verzoek van het gemeentebestuur van Hoedekenskerke adhaesie te betuigen. De heeren Dees en Van Daie verlaten de vergadering. S. Omvraag. De heer Visser vraagt of de Voorzitter geen mededeelingen kan doen van den nitslag der audientie van de Commissie bij den Minister van Waterstaat. De Voorzitter wenscht daarover eerst in besloten ver gadering te spreken. 8. Benoemen stembureaux verkieziug leden van den Gemeen teraad. Stemdistrict I (raadzaal)Voorzitter de Burgemeester plaatsvervangend voorzitter M. van den Hoekleden G. Wieland, A. Moggre; 4e lid A. C. N. Grenuplaatsver- vangende leden J. A. J. Sibmacher Zijnen, A. van Dale; 4e lid H. J. Vooren. Stemdistrict II (Siuiskil). Voorzitter P. J. Versluijs plaats vervangend voorzitter H. de Boer; leden A. P. de Vos, Th. L. A. van de Bilt4e lid J. Risseeuwpiaatsvervangende leden J. Vermeulen, A. Kooman4e lid A. Scheffelaar Klots. Stemdistrict III (Java). Voorzitter P. Moesplaatsver vangend voorzitter P. A. van de Veldeleden S. van Rees, D. Tolhoek 4e lid I. de Grootpiaatsvervangende leden T. van Borssum Waalkes, J. van der Peijl4e lid J. Spiering. O. Verzoeken om ontheffing schoolgeld en hondenbeLasting. Ter behandeling hiervan gaat de zitting over in eene met gesloten deuren. Na het weder openbaar worden der vergadering deelt de Voorzitter mede dat afschrijving is verleend wegens hoofdelijke omslag van: J. A. de Lint f 13,27 wed. J. Huijssen 93,74£ hondenbelasting aanwed. J. Huijssen f 4, C. Pladdet 2, Adr. van Herp 2, F. Ijeibert f o,25, W. A. Imandt f 2 schoolgeld aan: G. de Smidt f 0,65, J. Hus 1,26, N. J. Imandt f 0,70, Joh. Koomar.s /4.12J, P. Goossen f 1. Afwijzend is beschikt op eene reclame wegens schoolgeld van Joos Tollenaar. lO. Mededeeling Commissie in zak De Voorzitter deelt mede dat de commissie, door den Raad aangewezen om de belangen der gemeente, inzake het maken van los- en laadplaa sen alhier, bij den Minister van Water staat, Handelien Nijverheid voor te dragen, aan hare opdracht heeft voldaan. Z. Exc. schijnt vermoedelijk van oordeel te zijn geweest, dat de Commissie tot hem was gekomen met andere bedoelingen dan door den Voorzitter werden medegedeeld ea toondezich in den beginne niet aangenaam gestemd. Toen evenwel bij de gevoerde besprekingen werd aange- voerd dat de Gemeenteraad officieel niet bekend was met de bestaande plannen en met hetgeen aan Gedeputeerde Staten was voorgesteld en nadat de Voorzitter had te kennen ge geven dat de Gemeenteraad zich zeker niet ongenegen zoude betoonen, bij te dragen in de kosten van het tot stand brengen der bedoelde werken, mits omdat de gemeente geen kap taal in eigendom bezit en dit zoude moeten verkrijgen door leening de daarvoor uit te geven gelden weder in de gemeentekas zouden terugkeeren, hetzij door heffing van rechten hetzij op eene andere wijze, veranderde deze stem ming blijkbaar. Naar aanleiding daarvan is de Commissie van meening dat de zaak niet geheel als hopeloos moet worden besehouwd. Hierna niemand meer 't woord verlangende, sluit de Voor zitter de vergadering. tt H H

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1905 | | pagina 2