Ter Neuzensche Gourant. Zaterdag 22 April 1905.
45e iaargnng.
Binnenland,
No. 4678.
FEITILLBTOK.
MET VALSCHE PAPIEREN.
T W-EiilOE] IBXjAJD.
Da ooB"Sog tusschsn Rusland
en Japan.
In Rodjestwenski gaat de wereld langzamerhand
plezier kiijgen.
Hij is gehoord om de Doggersbank-geschiedems
thet schieten op Engelsche visachersschepen). Ande-
ren zien iu dat schieten altijd nog een heel slimmen
zet een afdoende waarschuwing aan hen, die
toen, of later, de Japanners bij het leggen van
mijnen mochten willen helpen.
Daarna heeft hij pleizierig gelegen bij Madagas-
kar, en naar men weet, zijn personeel flink in
't schieten geoefend.
Zeer ouverwacht is hij later om Singapore keen
gestoomd en thans verkneukelt hij zich in de
gastvrije Fransche wateren, ueemt er volop kolen
in, wacht er assistentie, en laat strooptochten nit.-
voeren in de uabijheid. Aan de Daily Express
wordt nl. telegr^fisch meegedeeld, dat de admiraal
drie of vier hulpkruisers, vroegere stooombooten
van de Hamburg— Amerika lijn, heeft uitgezonden
om het de Japausche handelsvaartuigpn lastig te
makeu en laudiugen te doen op ouverdedigde punten
van de Japausche kust. Deze snelvarende hulp
kruisers zijn, naar men zegt, zeer geschikt voor
het vervullen van die rol, en de admiraal hoopt,
door deze schepen af te scheiden van zijn vloot,
Togo te dwingen zijn kruisers op hem af te zenden.
Rusland zou zonder bezwaar een paar kruisers
kunnen verliezen, terwijl de afwezigheid van
Japansche kruisers Togo's macht zeer zou ver-
zwakken.
En Fraukrijk Laat dat nu maar dat sehuil-
gaan iu zijn wateren (van Aunam) toe, en dat maken
van een oorlogs-operatiebasis van eqa havens
't Eerste ja, 't tweede niet.
Elke staat stelt zijn eigeu onzijdigheidsvoor-
schriften vast; en Fraukrijk heeft nddit een termijn
gesteld voor het verblijf van vreemde oorlogs-
schepen in zijn havens.
Maar tegen 't gebruiken van die havens als
operatiebasis, dddrtegen schijnt de republiek te
zullen waken, als men op een hoofdartikel over
deze kwestie in de //Temps" vertrouwen mag.
De regeering te Tokio bewaart in deze steeds
nog een sluw stilzwijgen. De pers, integendeel,
achreeuwt voor haar mee.
Uit Mandsjoerije heden geen nieuws, dat tot
een nadere bespreking uitnoodt.
j)e Verkiezing voor de Tweede Kamer.
De Minister van Binnenlandsche zaken over-
wegende, dat op Dinsdag 6 Juni e.k. de
periodieke verkiezing van leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal plaats heeft; gelet
op art. 131, tweede en derde lid, art. 133,
eerste lid, en art. 134, derde lid, der Kieswet
heeft goedgevonden te bepalendat in de
kiesdistricten, waarin het rijk is verdeeld, voor
deze periodieke verkiezing de stemming, zoo
noodig zal plaats hebben op Vrijdag 1(3 Juni
e. k. en de herstemming, zoo noodig, op Woens-
dag 28 Juni d. a. v. (Stct.)
In de Woensdag gehouden zitting van den
geroeenteraad van Vlissingen werd mededeeliog
gedaan vaa een ingekomen schrijven van den
Minister van Marine, waarin wordt gemeld dat
twee der in Strsat Messina opgevischte en door
de regeering aangekochie oud-Hollandschekauonnen
jo brnikleen aan deze gemeente worden afgestaau,
Geheel gekleed legde Wambold zich te bed;
hij wilde elk oogenblik van den nacht gereed zijn
om naar zijn vriend te ijlen.
In de aangreuzende kamer hoorde hij Koeit
geruimen tijd langzaam heen en weerloopen,
doch onbemerkt verviel hij in een onrustige sim
mering, waarin verwarde droomen hem kwelden.
Hij ontwaakte even na middernacht en keek op
zijn horloge hoe laat het was. Hq staple zacht
het bed uit, liep op de teenen naar het venster
en zette dat open. De lucht was bewolkt. en nu
en dan vielen er eenige droppels regen. Uit het
beukenwoud steeg een sombere nevel ophet was
een nacht om recht droefgeestig gestemd te wor
den. Daar scheen een koets van het hotel weg
te rijden. Het gedruisch der wielen smoorde in
het zand. Een enkele maal knalde de zweep,
het gerammel der paardentuigeu kon men onder-
scheiden.
Dat alles kwam den officier zeer geheimzinuig
voor, op de teenen sloop hij in de gang en
luisterde aan de deur van Koerts kamer.
Alles was daar stil en daarom keerde Erik
terug, denkende dat Koert in een gezonden slaap
was gevallen. Hij ging weer te bed en sliep
ruslig in.
De zon stond reeds hoog aan den hemel, toen
er bij Erik aan de deur werd geklopt.
ffKom binnen, Koertriep hij en sprong het
bed uit.
De deur ging open en daar stond de hotel-
houder met een brief in de hand.
ter plaatsiug bij het staudbeeld van Michiel
Adriaanszoon de Ruyter.
Vermits de daarbij behoorende rolpaarden moeten
worden aangemaakt, zoo werd in het schrijven
medegedeeld, kan aan het verzoek van het dagelijksch
bestnur dezer gemeente om deze rolpaarden tevens
te mogen ontvangen, niet worden voldaan, doch
zullen door den directeur en den commandant te
Willemsoord de noodige aanwijzingen worden
verstrekt om deze te kunnen doen vervaardigen
naar het model der rolpaarden van de eveneens
uit Straat Messina afkomstige kanonnen, welke
v66r het Kon. instituut van de Marine te Willems
oord zullen worden opgesteld.
Iudien de door de zorg van bet gemeentebestuur
te Vlissingen vervaardigde affuiten gereed zijn
zal de Minister hiervan gaarne mededeeling ont
vangen, ten einde de kanonnen daarna naar
Vlissingen te kunnen doen overbrengen.
TER NEUZEN, 21 April 1905.
Gisterenavond werd alhier iu het Hotel de
Commerce" de aangekondigde openbare vergadering
gehouden van we^e de afdeeling Ter Neuzen van
de vereeuiging Volksonderwijs, waarin als spreker
optrad de heer Peerlkamp uit Middelburg.
De opkomst der hoorders was matig.
Het onderwerp was de openbare school en de
onderwijs-novelle.
Spreker wees op de agitatie die tegenwoordig
op onderwijsgebied bestaat, welke een gevolg is
van de indiening der thans bij de Tweede Kamer
in behandeling zijnde onderwijs-novelle, ingediend
door de christelijke Regeering. Hij acht, dat
met dit wetsontwerp een aanslag wordt gepleegd
op het openbaar onderwijs, dat de christelijke
partijen het er op aauleggen om de openbare
school te verdringeD, om er toe te geraken dat
de bijzondere school regel, de openbare uitzonde-
ring zal worden, wat hij in strijd acht met art.
192 der Grondwet, dat zegt dat de openbare
school is een voorwerp van aanhoudende zorg
der Regeering.
Dat er gevaar is voor de openbare school, is
niet uit het wetsontwerp te lezeD, maar waar het
naar toe zal gaan, wat men op 't oog heeft, dat,
betoogt spreker, leert de praktijk reeds op sommige
plaatsen en dat valt ook af te leiden uit woorden
gesproken of geschreven door den tegenwoordigen
Minister-president Dr. Kuyper, en verschillende
voormannen der anti-revolutionaire partij, terwijl
van die zqde in den laatsten tijd in verschillende,
allerminst vleiende. bewoordingen over de openbare
school is gesproken.
Spreker betreurt dat gevaar voor de openbare
school en acht het noodig om krachtig voor hare
belangen op te komen, omdat hij in haar ziet
de volksschool, waar het kind krijgt wat het
noodig heeft.
Uit aanhalingen van Roomsch Katholieke zoowel
als van Protestantsch christelijke zijde, betoogde
spreker dat men daar meer waarde hecht aan het
geestelijk dan aan het maatschappelqk onderwijs,
wat hij niet acht in het belang van het kind,
dat in de schooljaren nog te jong is om dogma's
te begrqpen, die men van christelijke zijde de
kinderen dan reeds wil onderwijzen.
De onderwijs-novelle zal oorzaak zijn dat een
groot aantal kleine schooltjes zullen verrijzen, op
welke het onderwijs niet zoo goed kan zijn als
op een groote school, terwijl die bijzondere
christelijke scholen geheel zullen komen onder
geestelijken invloed, wat vooral in Katholieke
strekeu het geval zal zqn, en waardoor de
genoemd wordende vrije school niet vrij is,
^Pardon, mijuheerzeide hij, ,/ik kom hier
op last van den heer Von Berghaupt. Mijnheer
is van nacht in stilte vertrokken, hij verzoekt u
wel om verschooning. A1 het overige vindt u in
dozen brief."
Verbluft nam Erik den brief aan, bedankte den
hotelhouder en opende het couvert, zoodra hij alleen
was. De brief luidde
//Mijn waarde vriend Wambold Ik begin
//mijn brief met een hartelijk vaarwel. Scbrik
/,niet. Ik ga nsar mijn vrouw. Ja,
//Erik, ik reis mijn vrouw na om aan haar
z/zijde mijn lot te ondergaan. Ge weet om
z/welke reden ik overtuigd ben, dat er tusschen
//mij en Jane geen klove meer bestaat. Ik
z/sta thans ver beneden haar, ik zal miju best
z/doen om van haar vergiffenis te verwerven.
ffDeze reden drijft mij echter het minst aan tot
z/dezen stap neen, ik wil het niet loochenen
ffik wordt voortgedreven door de liefde tot
//mijn aangebeden vrouw. Het is onbegrij-
z/pelijk, hoezeer ik haar bemin. Oudanks
z/alles kan ik haar niet verlaten, ik behoor
z/haar toe tot iu den dood. Je bent getuige
ffgewee8t van mijn kwellingen, je kunt nu
z/eenigszins begrijpen, dat mijn waanziunige
z/liefde tot Jane slechts zal ophouden als mijn
z/hart niet meer klopt.
z/Als Jane den erbarmelijken laffen brief-
z/schrijver nog in geuade wil aannemen, dan
z/wil ik met haar naar de woestenijen van
z/Noord-Amerika trekken en daar een uieuw
z/leven beginnen."
//Om zoo te zeggen ga ik dus voor u en
z/alle vrienden deze wereld verlaten ;wij zullen
z/elkander nooit wederzien Vraag mijn mama
*uit mijn naam vergiffenis ik kan niet anders
i/handelen. God zegen je, mijn edele, trouwe
daar deze is gebouden aan de leer eener kerk.
De voorstanders der openbare school zijn van
meening dat door de onderwijzers alleen behoort
te worden gegeven maatschappelijk onderwijs, dat
niemands overtuiging kan krenken en dat het
godsdienstonderwijs behoort te worden onderwezeu
door de geestelijken (die daarvoor ook op de school
gelegenheid kunnen vinden, al wordt daarvan
geen gebruik gemaakl). De openbare school kan
voldoen aan hare wettelijke verplichtingopleiden
tot christelijke en maatschappelijke deugdenalle
deugden toch, die volgens den bijbel door Christus
werden geleerd, zijn deugden die Gk als ,/inensch"
behoort te bezitten specifiek Christelijke deugden
zijn spreker niet bekend.
In het breede toegelicht, verdedigde spreker de
openbare school op grond dezer stellingen
le. dat het stelsel der bijzondere scholen geen
voldoeuden waarborg geefl voor het wereldsch,
maatschappelijk, onderwijs;
2e. dat de openbare school boven de bijzondere
de voorkeur verdient, omdat zij rust op gezonde,
paedagogische beginselen
3e. dat de openbare school beter dan de bij-
c.edsre kan aaukweekea christelijke en maat
schappelijke deugden
4e. dat de vrije school geen vrije school is.
Vervolgens besprak de heer Peerlkamp de
onderwijsnovelle, waartegen een voorname grief
is, dat men voor de christelijke scholen wel geld
van den Staat wil ontvaugen, maar niet daar-
tegenover den Staat in de gelegenheid wil stellen
voldocnde controls uit te oefenen, of dat geld
goed besteed wordt.
Als goede punten in de wet acht spreker
meerder subsidie voor onderwijs aan zwakzinnige
kinderen, een regeling van de rechtspositie ook
der bijzondere onderwijzers en de regeling der
wachtgelden, die thans beter zal zijn dan in het
naburige Belgie.
Voor het overige is, zegt hij, de wet voor ons
onaannemelijk.
Ten slotte spoorde spreker aan toe te treden
als lid van de vereeniging yVolksonderwijs" of
tot oprichting van comity's in plaatsen waar die
nog niet zijn, daar het noodig is in deze dagen
van strijd pal te staan voor de openbare school.
Daarna werd gelegenheid gegeven tot debat.
De eerste debater, de heer Koelmans, acbtte
het minder kies dat spreker had opgesomd deugden
der openbare en gebreken der bijzondere school
wanneer debater dien weg wilde volgen, zou het
wordentegen elkaar opbieden, dat moet aan
marktventers worden overgelaten. Het moet z. i.
aan het oordeel der ouders worden overgelaten,
hoe ze over de verschillende scholen oordeelen.
Debater meeut dat de ouders volkomen het
recht moeten hebben om de school te kiezen die
zij zelf wenschen. Hij beklaagt zich dat spreker
geen woord van waardeering over had voor de
offers die velen zich voor de bqzondere school
hebben getroost.
Hij betwistte dat de bijzondere school onver-
draagzaamheid aankweekt. In Ter Neuzen bestaat
de bijzondere school engeveer 50 jaar. Hebben
de anti-revolutionairen niet meegewerkt tot wel-
slagen van het Kroningsfeest, en aan de oprichting
van het ziekenhuis
Hq betwist, dat de wetswqziging een aanslag
op het openbaar onderwijs isde openbare school
blijft bestaan, voor hen die dat wenschen. Dal
kleine scholen goede resultaten kunnen afwerpen
blqkt uit Saksen ea Zwitserland.
Ten slotte bepleit debater het recht van ieder,
om voor zijn kinderen de school te kiezen die
hij zelf wenscht.
z/vriend! Moge het je gelukken, mij spoedig
z/te vergeten
Langen tijd slaarde Wan bold voor zich'uit, zonder
eigenlqk iets te zien. Zoo iets had hij niet verwacht.
z/En toch is dat nog het beste, wat de arme
Koert doen kan. Ik geloof waarlqk, dat hij aan
hare zijde geluk en vrede zal vinden. 0 Koert
ik ben je dankbaar voor je besluit. Wq zullen
elkander eenmaal wederzien en dan zul je mij beken-
neu dat je gelukkig bent
Wambold geraakte in een vroolqke stemming;
hij vouwde den brief dicht, stak hem iu den zak
en liep neuriend in de kamer heen en weer.
z/Koert verwerpt hier een goede positie," zeide
Von Wambold bij zich zelf, #maar anderen ver-
wierpen nog veel meer. Een flink man zooals
Koert zal ook in de Nieuwe Wereld zijn carriere
wel maken. God zij met je, edele vriend!"
De opgewektheid van Von Wambold hield aan.
Hij liet zich koffie, brood en eieren op zijn kamer
brengen en at en dronk met smaak. Toen ging
hij het park in en wandelde een flink eind. Eerst
tegen negen uur begon hij er aan te deuken, naar
de villa van Koert terug te keeren.
Het rijtuig, dat hem den vorigen dag naar het
hotel gebracht had, was onmiddellijk teruggekeerd
het eenige rijtuig van het hotel was in den nacht
met Koert naar de stad vertrokken en nog niet
terug, zoodat Erik in verlegenheid was hoe hij
weer goed en wel te Wiesbaden zou komen.
Hij was reeds van plan de reis te voet te doen,
toen een huurrijtuig uit de stad een nieuwen
logeergast bracht. Gelukkig nam de koetsier dade-
lijk de terugreis aan met mijnheer Von Wambold
als retour vracht.
Toen hij in den namiddag op de villa kwam
De volgende debater, de heer Ds. Van den Berg,
betoogde dat Minister Kuyper veel over he^ft voor
de bevordering van de ouderwijsbelaugen, getuige
ook zijn idtieen omtrent ambachtsonderuijs.
Terecht is door den vorigen debater gezegd,
dat de ouders in bun -e keazs moeten vry zijn,
en nu wenscheu de antirevolutionairen onderwijs,
doortrokken met den godsdienst, zoowel lezen en
geschiedenis, als rekenen en aardrijkskunde, om
weer terug te komen tot het onderwijs der vaderen,
dat door de gevolgen der Fransche revolutie is te loor
gegaan en waaruit de ope bare school is u /an.
Uit citaten van verschillende vrijzinnig profes-
soren, voorstanders der openbare school, en undere
mannen van kenuis, betoogde deze debater dat
de openbare school niet neutraal kan zijn, dat zij
niet alien kan voldoen en hij verdedigde ook
het goed recht van de bijzondere school, ouk haar
recht op staatssubsidie.
De openbare school kan de anti-revolutionairen
niet voldoen, al moet spreker erkennen dat bij,
tijdens een drie maanden durend lidmaatschap
der schoolcommissie alhier, die hij goed geOruikt
heeft om een kijkje te nemen, heeft ervan dat
een school bijzonder goed was ingericht, n. hij
dan ook niet heeft nagelaten aan zijne medest .Jers
voor het bijzonder onderwijs te erkennen.
Hij betwist dat het tegenwoordige regeeungs-
voorstel ongrondwettig zou zijn, daar het is em
voortbouwen op de wet van 1887, toen werd het
beginsel van subsidieermg der bijzondere scholen
aauvaard, nu wordt deze verhoogd.
Voorts zijn waarborgen voor het bijzonder onder
wijs niet noodig, die zijn te vinden in deconcurreutie
met het openbaar onderwijs.
De tegen woordige strijd gaat om recht en vrijheid.
De derde debater, de heer J. C. Jansen, be
toogde, dat hij zelf een roorbeeld was, dat de
openbare school de godsdienstige gezindheid bij
het kind wegslijpthaalde uit eigeu ervaring een
vooroeeld aan dat een hoofd eener openbare school
de neatraliteit schond, en dat eerst na 10 jaren
die onderwijzer werd geschorst. Hij meende voorts
uit hetgeen hij had bijgewoond aan het sterfbed
van een 8jarig kind, dat kinderen ook wel dege-
lijk in staat te zijn, zoogenaamd dogmatisch on
derwijs op te nemen.
Hierna kwam de heer Peerlkamp weer aan het
woord, om de debaters te beantwoorden.
Hij verklaarde dat juist het doel van zijn op-
treden was de deugden der openbare en gebreken
der bijzondere school in het licht te stellen. Hij
ziet daarin niets ongeoorloofds.
Hij heeft ook niet betwist de vrije keuze der
ouders en ook niet bestreden subsiditeering van de
bijzondere school mits voldoende waarborgen
worden verstrekt voor deugdelijk onderwijs.
In de door den heer Koelmans aangehaalde
voorbeelden achtte hq nog niet het bewijs geleverd,
dat het bqzonder onderwijs niet zou aankweeken
een geest van onverdraagzaamheid, terwijl hij
tegenover den tweeden debater van meening bleef,
het openbaar onderwijs het beste te achten, zonder
evenwel iemauds denkbeelden hieromlrent te willen
aan banden leggen.
Hij betwist dat de openbare school is ontstaan
uit de Fransche revolulie, en zegt dat de openbare
school is een gevolg geworden van het godsdieust-
verschil tusschen Protestantsche en Katholieke
geestelijken, die vroeger het schoolbestuur uit-
maakten.
Hq uit de vrees dat door het opheffen van de
openbare school op vele plaatsen, en dat gevaar
is niet denkbeeldig, want vele wegen leiden naar
de bijzondere school de prikkel van concur
rence zal verhoogen.
zonder Koert mee te brengen, werd hij door de
dames met vragen bestormd.
Mevrouw Von Berghaupt vreesde reeds dat haar
zoon zwaar ziek was geworden en verklaarde dat
zq hem zou gaan verplegen.
In de kamer, waar Jane het liefst was, nam
Von Wambold plaats op een stoel hy keek een
poos in het rond, om al de gemaakle verande-
ringen te beschouwen en zeide toen
,/Al dat werk is te vergeefs gedaan
Alle dames keken verschrikt op.
"Wat is er gebeurd Mijnheer Von Wambold,
om Gods wil, spreek Zeg het ons
z/Hq deed iets dat uiemaud kon voorzien, maar
dat mijn volkomen goedkeuring wegdrragt, Koert
ging naar Parqs, naar zijn vrouw
//O, dat is niet mogelijk riep mevrouw Von
Berghaupt uit. //Dat kan Koert zich zelven en
zijn familie niet aandoen. Hij de echtgenoot van
eene Jane Gray en als een wanhouige wrong
zij zich de hauden.
z/Uit naam van mijn vriend vraag ik u daarom
vergiffenis. Hij keert niet met zijn vrouw naar
Duitschland terug, maar gaat zich in Amerika
vestigen. Ik geloof dat wij alle redenen hebben
om daarover tevreden te zijn
Von Wambold haalde bij deze woorden Koerts
afscheidsbrief te voorschijn en overhandigde diea
aan mevrouw Von Berghaupt.
z/Wat zal mijnheer Morris van deze wending
der zaak zeggen vraagde mevrouw Von Reiders-
dorf in de grootste verbazing.
z/lk wil de verdienste van dien heer niet mis-
kennen, maar van dit oogenblik af zal hij met
achtiug moeten spreken over de vrouw mqns
vriends of hq zal met mij te doen krijgeu zsi
Von Wambold op fermen toon.
(Wordt vervolgd.)