A I g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Burgerlijke Stand. Aan ket Station. DE AP0THEEK 11. T. yan Borssnmffaalte No. 4631 Maandag 2 Januari 1905. 45e Jaargang. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. aankondigingen yan den provincialen stoom- bootdienst op de Wester-Schelde, lijn Wal- zoorden-Hansieert van 1 Januari tot en met 30 April 1905. Advertentien. Noordstraat no. 71, de heer A. WUNDERLICH. Heer en Landbonwers Logement's Lands Welvaren, Ter Neuzen. ■p ABONNBMENT: Per (lrie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*. Men abonueert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADTESTENTIS N: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,16. Bij dirocte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentis wordt de prys slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentiSn v6or 3 uren op den dag der uitgave. Het leven stelt elk mensckenkind zyn edscben. leder is aangewezen voor en om deel uit te maken van dat groote raderwerkde maat- schappij, en in steeds duizelingwekkende vaart worden we medegesleept in den grooten stroom. De geslachten volgen elkaar op, de jaren vereenigen zich tot eeuwen, de eeuwen schakelen zich aan elkaar. Het leven gaat voorbij als een snelvlietenden stroom en bedrijvig, rusteloos als het leven en streven in onze dagen is, komt men er licht toe, voort te gaan, zonder te letten op mijlpalen of halten, maar aldoor lettend op het voorwaartsalleen onze zaken en belangen in het oog houdend, zonder om te zien naar hetgeen achter ons ligt. En toch ook rustpoozen zijn noodig. De werkzame handen of de rusteloos bezig zijude geest, kan rust niet ontberen. Noodig is het, ook een wyle stil te staan en terug te zien op den afgelegden weg. Steeds wordt getracht naar snellere vervoermiddelen en hoewel we er van houden, in duizelende vaart naar het doel onzer reis te worden gebracht, toch komt het niet ongelegen wanneer men een hoofd- station nadert, dat de snelle vaart getemperd wordt, dat men een korte wijle stilstaat, om als 't ware weer meer ons zelve te worden, om weer op adem te komen, voor de reis wordt voortgezet. Gelukkig dat eerbiedwaardige gebruikeu die maar niet met een hand-om-draai zijn weg te cijferen, van die mijlpalen, van die stations op onzen weg heeft geplaatst. Gelukkig zeggeu we, want er schuilt poesie in die rustplaatsen der tijden, en, waar door de steeds sterker wordende levenseischen, het materialisme toeneemt en er voor poesie weinig tijd overblijft is het gelukkig te noemen dat er althans wat vaststaands overblijft. En juist in overeenstemming met de natuur, vallen verschillende dier dagen van nadenken, van terugzien op wat achter ons ligt, in den winter, als wanneer de natuur ook rust, eu zij tot rusten noopt, hetzij zij de wateren in boeien J slaat en met een harde korst fcevloert, hetzij zij de wegen met een zwaar sneeuwkleed over- dekt of wel het aardrijk ombult met dichte nevelen, daarmede het mysterieuse dier gedenk- dagen verhoogende. Zoo is vooral de Oudejaarsavond, de avond van Sylvester, den gedenkdag bij uitnemendheid. Waarom Het antwoord is reeds gegeven omdat het gebruik hem daartoe heeft gestempeld. Het moge onwetenschappelijk zijn, den onaf- gebroken stroom des levens in kleine stukjes te verdeelen en ons aan te stellen alsof die stroom een oogenblik had stil gestaan, omdat we, nadat de middernachtelijke 12 klokketoonen in de ijle ruimte zijn weggestorven, een ander jaartal schrijven. Welnu, laat ons een oogen blik de wetenschap op zijde zetten, laat ons weer eens voor enkele oogenblikken niet weten schappelijk zijn. Hoe mysteriens is dat middernachtelijk nur van Oudejaarsavond. Het is of we in werkelijk- heid den overgang van oud in nieuw voelen. Waar men vereenigd is om dat tijdstip samen te vieren, verstommen by den eersten klokslag zelfs de drukste tongen en eerst nadat de laatste slag is weggegalmd komen zy weer los. Maar er zjjn, buiten mystieke en zinne- beeldige voorstellingen in de natuur, ook meer tastbare redenen op te merken, voor het af- sluiten van een ouden-, het beginuen van een nieuwen jaarkring. Wat de zomer op de velden deed groeien, en de herfst deed rypen, is reeds lang geoogst. Korter en korter deed de zon haar licht schynen. A lies in de natuur sprak van wegschuilen, van ingaan in de rust. Nauwelijks heeft het lieht zyn kortsten stand, de dag scbjjnbaar zyn kortsten duur gehad, of de middagzon stjjgt wederom naar de hoogte, straalt meer en meer haar warmte afde na tuur ontwaakt uit haar slaap, legt af de rust, hervat haar arbeid en geeft leven uit haar leven aan vruchten en bloemen, herschept de aarde van aanzien, maar wekt ook den mensch tot arbeid, tot hernienwden vlyt en jjver, om nieuwe levens- tafereelen te zien te geven, waarin de mensch, de Koning der geschapen wereld, de hoofdrol, zyn Jevenstaak te vervullen heeft. Er was een bedryf afgespeeld. Een oogen blik daalde het gordyn, om, spoedig weder rijzend, aanstonds weer nieuw worden en werken voor ons oog te ontdekken. Doet de jaarswisseling ons ook wel den blik vooruit vrenden, meer is het toch een tijd van achterwaarts blikken, op den Sylvester, die daar wegrydt. Daar zullen velen zyn die den ouden dankend en zegenend nastaren, maar, naar het te denken is, helaas ook velen die daarin schoone en blyde verwachting in rook zagen opgaan, diep geslagen wonden ontvingen. Zoo is het leven, voor den een brengt het zonneschyn eu lief, voor den ander duisternis en leed. Velen die met ons het nieuwe jaar ingingen rusten reeds op den doodenakker. De nooit rustende zeis van den grooten maaier spaarde ook thans weder niet en wist de door hem verkozen offers te vinden, zoowel in de huizen der rijken als in de woningen der armen, zoowel onder de ouderen als onder de jongeren. Hoevele illusies, hoevele verwachtingen die gekoesterd werden, zyn weer niet in rook vervlogen hoeveel teleurstellingen niet gebaard en vertrouwen geschokt. Gelukkig zy, die by teleurstelling, tegenspoed, bij ondergaan leed, in den stryd des levens, den moed niet verloren, de hoop behielden. Want och, op den winter volgt de lente door de donkerste wolken, door den aiksten nevel komt toch altijd nog de zon gloren en een eukel lichtstraaltje kan de duisterste naehten doen vergesen. En als we ons ook afvragen hoe we zelf onzen weg hebben bewandeld, och dan zullen we den scheidenden oude nog wel wat mede te geven hebben op zijn reis. Dat bij dan mede neme onze lauwheid, die ons noopte tot rusten als het tyd van werken was, het wan- trouwen dat ons bezielde en de vrees die ons I van uit een schuilhoek deed gadeslaan de pogingen die anderen in het algemeen belang deden, waar manmoedig terzyde staan onzen plicht was. O, Sylvesteru kunt zooveel in uwe bagage meedragen neem ook mede al onze kleine gebreken, schyndeugden, voer weg alien haat, alien afgunst, tweedracht, egoisme. Neem dat en nog meer menschelijks mede in de yle ruimte die achter ons ligt. Ga heen met dien droeven last, met te meer vertrouwen zullen wij het lachende kind begroeten dat uwe plaats inneemt als een kind der hoop, dat wij met liefde zullen koesteren. 10O5 Wat zal dit jaar ons brengen Vatten we met nieuwen moed den staf op, tot het afleggen van onze baan. Hopen we, dat die toekomst voor een zoo groot mogelijk aantal der onzen zoo belder mogelijk zij. Omvatten wij daarom met krachtige hand onzen wandelstaf, al weten we nog niet waarheen de weg ons leidt en welke deze zyn zal. We weten het, eenmaal daalt ook voor ons de nacht. Moedig daarom voortgewerkt, wadt er is nog zooveel te doen eer zij komt. Er zijn muren omver te halen, welker fun- deeringen diep zijn nedergelegd en waarvan de soliditeit den aanval van vele houweelen weer- staat, muren van egoisme, waardoor scheiding gemaakt wordt tusschen de menschen, muren van verbittering, die de samenwerking tot ge- meenschappelijke verheffing onmogelyk maken. Al rukken wij maar edn steen daarvan los, dan is het toch wel loonend daarvoor onze kracht in te spannen. De zegenryke gevolgen van den arbeid hebben wy leeren kennen, laat ons steeds streven daar van meerdere vruchten te plukken. De ouderen hebben een jong geslacht aan te kweeken en het in staat te stellen onze taak beter voort te zetten. Die opleiding voornamelijk eischt groote zorgen, takt en overleg. Laten wy ons kraehtiger wapenen tegen alle neerdrukkende invloeden, ons karakter sterken, om weerstand te bieden aan verleidingen en onze begrippen verhelderen. Waar we ook onze oogen wenden, veel is er nog te doen. Naar alle zyden hebben wy de handen uit te strekken om den band te ver- sterken die de individuen vereenigt tot mensch' heid, tot die groote maatschappij. Laten wy niet vertragen en niet versagen Of morgen de hand machteloos zal neervallen, die heden kloek het gereedschap aanvat, wij weten het niet, maar zij die Gelooven, Ver trouwen, dat eenmaal het verlangde, 't nage- jaagde geluk komen zal, in anderen vorm, maar in volheid, aan gene zijde des grafs, in een beter leven van een liefdevol Opperwezen. Maar thans is het nog dag, laat ons arbeiden met opgewektheid en moge onze arbeid gezegend en roorspoedig zyn. Wanneer we nog even onze blikken terug werpen op de stad onzer inwoning, dan is van het geen we een jaaT geleden wenschten, nog niets in vervulling gekomcn. Steeds liggen er nog de knellende wallen, terwijl we omtrent haven- verbetering wel vogels in de lucht zien vliegen, maar nog geen enkele in de hand hebben. En de staalfabriek Nog staan de loodsen ledig en prijken de schoorsteenen, bestemd om zwart berookt te wordan, daar rein en vlekkeloos. Staat er nu verandering en ook verbetering J voor de deur? Verandering zeker; de fabriek zal in veiling worden gebracht. Laten we hopen, dat, wat het afgeloopen jaar nog niet bracht, in 1905 in vervulling zal komen. Bij de Zegenwenschen die thans alom klinken, willen ook wij, Uitgeefster en Redactie van de Ter Neuzensche Oourant, de onze voegen. Ook wij hebben groote reden van dankensstof. Onze uitgebreide lezerskring bleef ons getrouw, nam toe. Daarvan plukten ook de vruchten zij, die in ruime mate van onze advertentiekolommea gebruik maakten. Dit stemt ons dankbaar, geeft ons moed om op den ons afgebakenden weg voort te gaan en alles aan te wenden wat mogelijk is om aan de steeds grooter wordende eischen op het gebied der dagbladpers te voldoen, dit doet ons hoopvol de toekomst tegenblikken. Wij wenschen u, lezeressen en lezers eea ryk gezegend jaar in alle opzichten, mogea rampen verre van u blijven en voorspoed uw deel zyn TER NEUZEN, 31 December 1904. Naar wy rernemen is heden de brouwerij ran den heer A. Wauters te Hulst op korter tyd afgebrand. Verloting van P. MOES te Hoek, op 80 December 1904. De prijzen zyn gevallen op de volgende nummers621, 747, 362, 808, 443, 594, 586, 208. VAN is vanaf heden G E O P E N D. Als apotheker zal voorloopig optreden Aan de apotheek zal verbonden zijn een handel in Drogerirfeii en ChemAcalien en eei Bureau voor onderzoek van voedings middelen en landbouwproducten. Bij deze geef ik U kennis dat ik ook tcefen koop voor de Campagne 1905, waarvoor aanstaande week door mij of door tusschen- korost van anderen, de contracten zullen worden aangeboden. Mij aanbevelende in de gunst der beetenver- bouwers, ben ik Uw dw. dn., Axel. P. KOOLE. Myne vrienden, bekenden en begunstigers zoe binnen als buiten deze plaats zij een gezegend Nieuwjaar toegewenscht door Ter Neuzen, 1 Jan. '05. N, J. ACKE, Smederij en Rijwielhandel. Een voorspoedig jaar zij toegewenscht aan al mijne vrienden en begunstigers. 1 Januari 1905. M. J. ADRIAANSEN. Heil en Zegen toegewenscht aan vrienden en begunstigers, zoo binnen als bviten deze plaats. P. VAN ARENTHALS—Van Overbkkke. Ter Neuzen, Grenulaan. Begunstigers, familie, vrienden en bekenden zii een gezegend Nieuwjaar toegewenscht door P. BARKER, in Goud, Zilver, Uurwerken, enz^ Axel, 1 Jan. 1905. I an 7annn aan 3l|a|| 01! 1A UU blail ve>.chBiit Tlnnn,Woea.dag. en VrydagavouJ, i«xen» Bui-gemeeBter cn Wethouders van TfciR IfEUZEN waken bekend, dat door den Raad dier (iemeente, in zijne vergadering van den 29 December 1904, is vast- gesteld de navolgende verordening Verordening, regelende de verdeeling der werkzaam- heden tnsschen de verschillende Ambtenaren van den Burgerlijken Stand in de Gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. Den bezoldigden ambfenaar van den Burgeilijken Stand worden alle werkzaamneden betoeffende den Bnrgerlijken Stand opgedragen. Artikel 2. De onbezoldigde auibtenaren van den Burgerlijken Stand zullen wanneer bun dit wordt vt^rzocht, bij af- wezigheid, verhindering of ontstentenis van den in artikel 1 genoemden ambtenaar van den Burgerlijken Stand, diens werkzaamheden verrichten. Artikel 3. De verordening treedt in werking den len Januari 1905, als wanneer alle vroegere voorschriften, welke in dent verordening geregeld worden, vervallen. Ter Neuzen, 31 December 1904. Burgemee8ter en Wethoudew voornoemd, J. A. P. GBILL, Burgemeester. W. S. J. DIELEMAN, Seeretaria. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt tei kennis van logement-, koffie- en bierhuishouders en verdere oodernemers van voor het publiek toegankelijke be- drijren, dat vanaf heden ter seeretarie der gemeente op de gewone kautoor-uren gratis verkrijgbaar zijti Ter Neuzen, den 31 December 1904. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. Morgen I Morgen I Dag in de neev'len der toekomBt gehuld I Zeg ons, o, zeg wat gij aanbrengen zult. Zwaait gij den kelk ran geneugte in het rond Brengt ge ons den beker van smart aan den mond Is het een bloemkrans waarmee gij ons tooitf Zullen het distelen zijn, die gij strooit 't Kan zielevreugd zijn of lichaamspijn, Gcen sterv'ling is er, die het weet 'tKan regenvlaag of zonneschijn, 't Kan feestgewaad of doodenkleed, 't Kan leven of't kan sterven zijn. Maar weet geen 's menschen klein verstand Wat morgen hem is weggelegd. jjen is er, die den tijd omspant, Hij schuift den neve! weg en zegt Ah heb het morgen in mijn hand." nil' Wri i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1905 | | pagina 1