Is L P. J.
BOERENINSPAN.
BOERENINSPAN, als
Openbare Verkooping
(Jpenbare Verkoopmg
te ZAAMSLAG.
Levende Have:
Een Huis en Erf
Advertentien.
5 hectaren Tarwe,
2 Haver,
2' /a Koebeeten,
*'a Aardappelen,
geldleening groot 11,500,
een gedeelte van den
Landbouw-, Melk-, Karn- en Stalgereedschappen
en Werktuigen en benoodigdhedea
Openbare Verkooping
P O L I T I E.
Aan het bureau van politie alhier is als ge-
vonden gedeponeerd een regenmantel, een pater
Noster, drie sleutels en een portemonnaie met
geld.
Rechthebbenden vervoegen zich aldaar.
Op Zondag 17 Juli a. s. hoopt onze geliefde
grootvader
AUGUSTINUS LEIJS,
te Hoek, zijn 82,ten geboortedag te herdenken.
Zijne dankbare kleinkinderen,
L. DE GROOTE en Echtgenoote.
Hoek, Juli 1904.
De Heer en Mevrouw DAEY OU-
WENS-VAN KRIEKEN, zeggen
hartelijk dank voor de bewijzen van belangsfel-
ling bij de geboorte van hun zoon ondervonden.
Hulst, 15 Juli 1904.
Kraamvisites worden bij voorkeur afge-
wacht Donderdag 21 Juli van 24 uur.
VERGADERING van stembe-
voegde ingelanden in den LIEVENS-
POLDER, op Woensdag 20 Juli 1904,
s namiddags 2 ure, in het Nederlandsch
Logement te Ter Neuzen.
Ter Neuzen, 13 Juli 1904.
Het Bestuur,
JOZ. DE FEIJTER, Dijkgraaf.
J. M. DREGMANS, Ontv.-Griffier.
De Notarissen Van der Moer en Dreg-
mans, zullen voor de erven van mej. de
weduwe DE BOKX—DE VISSER, op Don
derdag 28 Juli 1904, des namiddags
te 2 uur, in het openbaar verkoopen
wassende op landen behoorende bij de
hofstede aan de Groenstraat, in den
Zaamslagpolder.
Te vergaderen op de hofstede.
middelburg,
is iederen Dinsdag te Ter Neuzen te Consul-
teeren van U 41/s uur, Noordstraat 34.
Ouvertnogeuden worden kosteloos behandeld.
Het Bestuur van den den KANAAL-
POLDER maakt bekend, dat ten laste
van dien polder zal worden aangegaan eene
rentende hoogstens 4 te storten op - 15
Augustus a. s., met jaarlijkschen aflos.
nschrijvingen worden voor of op
r?HSiuS S. ingewacht bij den Dijk-
giaat, die verdere inlichtingen geeft.
Sas van Gent, 15 Juli 1904.
Het Bestuur voornoemd.
E- C. DUMOLEYN, Dijkgraaf.
J. M. DREGMANS, Ontv.-Griffier.
VAN EEN
Notaris Van der Moer te Ter Neuzen,
zal op Dinsdag 26 Juli 1904. des
voormiddags te 11 u ur, ten verzoeke van
de weduwe HERMANUS RIEMENS—DeFeijter
te Ter Neuzen, op de door haar bewoonde
hofstede in den O u d Zevenaar polder
bij de Staalfabriek, in het openbaar ver
koopen
5 PAARDEN, waaronder: 1 twee-
jarig Paard en 1 Jaarling, 7 baat-
gevende Koeien, 2 tweejarige en
2 eenjaiige Runderen, 4 Vaarskalveren,
1 Stierkalf, 2 Loopvarkens, 4 Biggen, 50
Hoenders en Hanen, 4 Eenden, Hond met
Hok en Ketting.
3 Menwagens met ijzeren assen, Stortekar,
Sjees op veeren met Tuig, 2 Zeeuwsche
Ploegen, 2 Saxploegen, 2
vierbalks- en 2 vijfbalks-
Eggen, 2 kleine Eggen
(waaronder 1 met ijzeren
tanden), Rolblok, Windmolen, Snijmolen,
Geeselsteen, Slijpsteen, Kruiwagen, 2Graan-
zeelten, 2 Ladders, Bascule met gewichten,
1 Graanmaat, Waterbak, Goot en Scbepper,
Kookfornuis, Mestplanken, Touwwerk, Rie-
ken, Mesthaken, Schoppen, Rijven, 30
Graanzakken, 100 Balen, Meelkist, Teelrek,
Karn met toebehooren, 3 Roomtonnen,
Boterbak, enzoovoorts.
"V erder eene partij oud IJzer,
Bi andhout, Mutsaard, Teelen, Emmers,
Irog, Bakgerief, Trap en 2 Schragen.
Spekladder. ijzeren Waterketel, 2 koperen
Ketels, 2 Kachels, 1 Pluimenbed", 1 Kapok-
kenbed, 2 Tafels, 6 Stoelen, 2 Banken,
1 Tweeloopsgeweer en wat er verder ten
verkoop aanwezig zal zijn.
Koopen tot en met f>,— contant,
behoudens het recht om van ieder contante
betaling of borgtockt te eischen.
Onbekende personen moeten contant betalen
of een bekenden borg stellen.
Op de hofstede worden geene orgeldraaiers,
liedjeszangers of dergelijke personen toegelaten.
TER NEUZEN.
Notaris Van der Moer, zal op Woens
dag 3 Augustus 1904, des namiddags
te 2 uur, bij Michielsen aan de Markt te
Ter Neuzen, ten verzoeke van JACOBUS KOLIJN
Senioe te Ter Neuzen, en medegerechtigdenr
krachtens bevel der rechtbank te Middelburg..
in het openbaar verkoopen
aan de Donze-Visserstraat te Ter Neuzen,,
kadaster sectie 0 nommer 3256, groot 7u
centiaren in weekhuur bij Alphonsus
Jacobus ScHiRKTs,schoenmaker, tegen/1,50
per week.
Betaling binnen 2 maanden na de toewijzing.
Aanvaarding na de betaling.
Burg, en Weth. aan den Raad credieten zullen moeten vragen
voor reparatie.
De heer Van den Hoek wil daarvoor terstond een bianco
crediet vragen.
De heer De Jonge heeft geen bezwaar om daarin toe te
stemmen, maar wil naar aanleiding eener opmerking die hem
zoo juist gemaakt wordt tot bedachtzaamheid aansporen, voor
het geval kostbare reparaties zouden noodig blijken. Dan was
het misschien beter er eerst nog een a met den Raad over
te spreken, en te overwegen of het niet gewenscht zou zijn
een anderen weg in te slaan.
De Voorzitter merkt op dat, wanneer ingrijpende verbete-
ringen noodig mochten zijn, Burg, en Weth. er dan toch
met den Raad zou over moeten spreken, daar de loopende
begrooting het doen van groote uilgaven niet zou gedoogen,
en wanneer er een nieuwe moest worden aaugekocht zou er
toch geld voor geleend worden.
De heer Van den Hoek: Als we toch een nieuwe moeten
aanschaffen moet het er maar eon met stoom zijn.
De heer De FeijterJa, dan moeten wo geen half werk
doen.
Met algemeene stemmen worden Burg, en Weth. ge-
machtigd die noodig blijkende reparatie's te laten uitvoeren.
Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, d.d
Voor stemmen de heeren Harte, Visser, Grenu, Versluijs,
Van Dale en Van den Hoek, tegen de heeren Wieland, De
Jonge, Moes en De Feijter.
18 Juni 1904, waarbij wordt bericht, dat met het oog op
bedenkingen bij het college, gerezen tegen de door den Raad
ingezonden verordening tot regeling van het lager onderwijs,
waarvan te zijner lijd mededeeling zal worden gedaan, het
college het ook wenschelijk heeft geacht de verordening be-
treftende de hefling van schoolgeld nog niet aan H. M. de
Koningin ter goedkeuring in te zenden.
li. De Voorzitter deelt mede, dat inmiddels onder dd.
8 Juli jl. van Ged. Staten het navolgend schrijven is ont-
vangen
Tegen de bij uwen nevensgemelden brief ingezonden ver
ordening tot regeling van het lager onderwijs bestaan bij ons
verschillende bedenkingen.
In de eerste plaats wijzen wij er op, dat de verordening
niet behoort te bepalen, in welke klassen van school B het
zoogenaamd meer uitgebreid lager onderwijs zal worden ge-
geven. Nu de vakken 1q behooren tot den omvang van
het onderwijs aan school gegeven, behoort ook overeen
komstig art. 21 der wet tot regeling van het lager onderwijs
de verdeeling van de geheele leerstof over de verschillende
klassen evenals de verdeeling der school in klassen aan het
hoofd der school, onder de in dat artikel genoemde goed
keuring te worden overgelaten.
Iu verband hiermede geven wij in overweging in art. 1
niets meer te bepalen dan hetgeen in het eerste lid van art.
1 der thans geldende verordening voorkomt. Daarmede wordt
dan tevens het /,avondschoolonderwijs" waarvan thans niet
meer behoort te worden gesproken uit de verordening ver-
wijderd. In art. 2 moet dan eehter ook de zinsnede «op
de avondschool enz." worden weggelaten.
Wat het slot van art. 2 betreft, wijzen wij er op, dat het
geeue aanbeveling verdient, daar de dagteekening der ver
ordening, regelende het herhalingsonderwijs, te noemen, daar
in dit geval wijziging van deze laatste verordening steeds
wijziging van die, regelende het. lager onderwijs, zou mede-
brengen. Nog beter i3 het, de geheele slotbepaling weg te
laten, wat te eer noodig is, als art. 1 in den door ons aan-
gegeven zin wordt gewijz.igd.
De leeftijd van toelating, zooals die in art. 19 is geregeld,
is in verband met het tijdstip van toelating, in art. 20 be-
paald. niet in overeenstemming met ons besluit van 27 April
1901 (Prov. blad no. 57). In art. 19 zal in plaats van «in
den loop van het toelatingsjaar" moeten gelezen worden //voor
1 December van het telatingsjaar" of wel in art. 20 zal
voor «1 April" moeten gesteld worden «1 Mei".
Het tweede lid van art. 20 behoort te vervallen.
In art. 21 moeten de woorden ,/herhaald schoolverzuim"
worden geschraptnu de Leerplichtwet de straffen op het
schoolverzuim heeft geregeld, behoort de verordening daarvan
niet te gewagen.
Van art. 22 dient het eerste lid te vervallen en het tweede
lid aan te vangen als volgt ,/zijn andere aan de in het
vorig artikel genoemde straffen onvermijdelijk, dan mogen
deze bestaan in", enz.
Ten slotte doen wij u nog opmerken, dat de bepalingen,
voorkomende in de 3e afdeeling, in deze verordening niet
thuis behooren. Tegen de opneming daarvan bestaat bij ons
vooral hierom bezwaar, omdat voor elke verandering in die be
palingen de gewone procedure zou moeten worden gevolgd,
welke voor de overige bepalingen der verordening toepasselijk is.
Wij hebben de eer u te verzoeken, de noodige wijziging
der verordening te willen bevprderen.
Gaarne zullen wij worden ingelicht, of de Raad in ver
band hiermede ook de verordening betreffende de school-
geldheffing alsnog wenscht te wijzigen, daar wij, indien
wijziging niet noodig is, de daarop betrekking hebbende
stukken aan Z.Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken
kunnen doorzenden.
Daar dit schrijven eerst gisteren is ontvangen en Burg,
en Weth daaromirent nog geen advies kunnen geven stelt
de Voorzitter voor dit schrijven aan te houden.
De heer Van den Hoek meent dat wel zou kunnen beslist
worden omtrent het antwoord aan Gedep Staten over de
heffingsverordening, die onveranderd kan blijven.
De heer Visser is er voor om de zaak, niet op te houden,
opdat men met 1905 klaar zal zijn.
De Voorzitter is van gevoelen dat wijziging van de ver
ordening tot regeling van het onderwijs aanleiding kan geven
dat ook de heffingsverordening, die daarop gebaseerd is, moet
gewijzigd worden. Daarin wordt b. v. gesproken van school
geld voor de avondschool, terwijl niet van een avondschool
mag gesproken worden.
De heer Van den HoekGed. Staten hebben niet het
recht dat te verbieden, maar dat is ook de kwestie niet. Men
acht een avondschool wel niet noodig, maar zij is niet ver-
boden. Het betreft hier ook niet gewoon onderwijs, maar
onderwijs in vreemde talen, in een avondunr dat daarvoor
speciaai is aangewezen.
De Voorzitter geeft in overweging om Burg, en Weth. te
machtigen, wanneer hun college blijkt dat de wijziging in de
regelingsverordening geene wijziging in de heffingsverordening
noodig maakt, dit aan Ged. Staten te berichten.
De heer Van den Hoek is daar tegende Raad behoort
in deze te beslissen. De wijzigingen in de regelingsverorde
ning houden geen verband met de schoolge'dregeling, waarom
hij voorstelt Ged. Staten te berichten dat de Raad daarin
geen wijzigingen wenscht aan te brengen.
De heer Versluijs meent, dat uit hetgeen Ged. Staten
schrijven, is af te leiden dat zij ook geen wijziging noodig
oordeelen.
De heeren Moes en Wieland willen eene beslissing aan-
houden daar ze nu onmogelijk kunnen beoordeelen, waarover
ze moeten stemmen de Raad is niet op de hoogte.
De heer Van den Hoek betoogt dat de zaak geen uitstel
gedoogt, wil men klaar zijn voor het volgend jaar. Zoo'n
verordening bljjft gewoonlijk een paar maanden in den Haag.
het is reeds halt Juli en het wordt tijd om de begrooring
op te maken, die verband houdt met de besproken regeling.
De heer Wieland acht uitstel toch beter want hij zou nu
niet ergens willen voor stemmen, waar hij een 14 dagen later
weer tegen moet zijnde verordening wordt door Gedep.
btaten bijna geheel omgewerkt en nu zijn er toch naar hij
meent nog geen deskundigen aan het woord geweestde
voorsteller, de heer Van Deinse, is atwezig, Gedep. Staten
komen er ook op neer dat het hootd der school gepasseerd is.
De heer Van den Hoek zegt dat de wijzigingen die Ged.
Staten noodig oordeelen de verordening volstrekt niet omver
werpen en dat het hoofd der school niet voorbijgegaan is.
Deze moet het leerplan vast stellen onder goedkeuring van
andere autoriteiten, daarmede heeft de Raad niets te maken.
Het was dan ook alleen om de bedoeling van hetgeen men
wilde dnidrlijk maken, dat het leerplan aan den Raad is
meegedeeld.
Na nog enkele opmerkingen wordt het voorstel van den
heer Van den Hoek, om aan Ged. Staten te berichten dat
dezerzijds in de verordening op de heffing van schoolgeld
geen verandering wordt gewenscht, aangenomen met 6 tegen
4 stemmen.
i« Een adres van F. C. Zonnevijlle, landbouwonderwijzer
wonende te Axel, die, daar hij er in geslaagd is het door de
wet vereischte aantal leerlingen voor een winter-land bouwenrsus
bijeen te krijgen, alien zonen van ingezetenen der gemeente
Ter Nenzen,
overwegende dat het Rijk alleen overgaat tot het verleeuen
van subsidie, indien de gemeente waarin de cursus zal gehouden
worden, kosteloos een verlicht en verwarmd lokaal verstrekt,
verzoekt, wijzende op het hooge belang van zulk een cursus
voor den landbouwersstand, te willen overgaan tot het ver-
strekken van een verlicht en verwarmd lokaal.
Adressant vraagt ook nog het beschikbaar stellen van een
kast, voor het bergen der chemicalien die bij het onderwijs
gebruikt worden.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor een lokaal
beschikbaar te stellen en een kast te laten vervaardigen.
Het belang dat de landbouw bij het bestaan van zoo'n
cursus heeft is van dien aard, dat Burg, en Weth. meenen
I tegen de noodige geringe uitgaaf geen bezwaar te mogen
maken.
De heer Wieland kan met het eerste deel meegaan, niet
echter om een kast te laten maken.
De heer Van den Hoek: Het lokaal staat er, maar de
verwarming en verlichting zijn voortdurend terugkomende
onkosten, terwijl de kast een uitgaaf in eens is.
De Voorzitter: We weten niet welke kast het zijn moet
maar die zal wellicht 40, 50 of 60 kosten.
De heer WielandHoe wordt er op andere plaatsen mede
gehandeld
De heer MoesDat is overal hetzelfde.
He heer WielandHet is niet gelijk loie wat vraagt
behoeftigen moeten gesteund worden, maar niet zij die het
niet noodig hebben en de vraag is of het hier behoeftiiren
betreft.
De Voorzitter meent dat die stelling niet steeds con
sequent is door te voeren. Buitendien is hij van meening
dat de zich thans voordoende gelegenheid om dat voor den
landbouw zoo nuttige onderwijs ook hier te doen geven door
den Raad met beide handen moet worden aangegrepen en
men niet voor de toch maar kleine uitgaaf moet temgschik-
ken. De landbouw helpt ook zooveel steunen waarvan zij
zelf niet profiteert, billijk is het, dat daarvoor ook wat gedaan
wordt.
De heer Wieland heeft geen bezwaar tegen vuur en licht,
maar wel om f 40 h f 50 voor een kast uit te geven. De
Raad kan maar niet zoo roekeloos met de gemeente-financien
omspringen.
De heer Moes: Zoo'n kast is onmisbaar.
De Voorzitter: En met het oog op gebruikt vergif is zelfs
een goed afsluitbare kast noodig.
De heer De Jonge gevoelt ook wel wat voor het door den
heer Wieland aangevoerde maar waar met dit onderwijs ook
in eene behoefte ten behoeve van den landbouw zal worden
voorzien meent hij dat het billijk is, dat de gemeente dit
steunt en zal daarom met het voorstel meegaan.
De vraag wordt gesteld of er in Ter Neuzen geen onder-
wijzer met landbouwakte aanwezig is.
De heer Van den Hoek antwoordt ontkennend. Dat onder
wijs geheel van gemeentewege inrichten kost te veel, anders
zon het ook opgenomen zijn in de aan school B te onder
wijzen vakken.
Na nog korte besprekingen wordt het voorstel van Burg,
en Weth. met algemeene stemmen aangenomen.
j. De Voorzitter herinnert dat destijds een niet officieele
klacht is gedaan over het gebruik der o'ude school als vacci-
natielokaal, daar deze geen gelegenheid biedt om de kinderen
met geleiders binnen te laten komen en dit bij koud en
guur weer zeer ongewenscht is.
In verband daarmee en omdat ook wel eens voor andere
gelegenheden, ijk, militie enz. over een lokaal moet beschikt
worden, hebben Burg, en Weth geinformeerd naar het ge
bouw der //Vereenigde Handwerkslieden", dat te hunner
beschikkiug is gesteld tegen een huurprijs van 1 per dag
of gedeelte daarvan, dat er gebruik van gemaakt wordt.
Voor de vaccinatie op 30 Juni j.l. is het gebouw reeds gebruikt.
Burg, en Weth. vragen hierop de goedkeuring van den Raad
en om tevens te bepalen dat de betaling per jaar zal ge
schieden.
De heer Wieland: Als ik het goed begrijp zeggen ze
dus aan het eind van tjaar er is zooveel dagen gebruik
van gemaakt, dat is dus zooveel guldens.
De Voorzitter antwoordt toestemmend. Die huurkosten
komen dan op verschillende postep, naar gelang van het
doel waarvoor het gebouw gebruikt wordt.
Het voorstel van Burg, en Weth. wordt z. h. s. aange
nomen.
k. Tot leden der commissie voor het nazien der gemeente-
en andere rekeningen over 1903 worden volgens rooster
aangewezen de heeren Versluijs, Van Deinse en Van Dale.
De heer Grenu verlaat de vergadering.
2, I oorstel Gedeputeerde Staten omtrent regeling salarissen
Ambtenaren van den Burgerlijken Stand.
Do Voorzitter geeft lezing van het volgende schrijven van
Ged. Staten
Het komt ons voor, dat in het algemeen de vast te stellen
regelingen van de werkzaamheden van de ambtenaren van
den burgerlijken stand kunnen worden t eruggebratht tot
drie rubrieken
de eerste, waarbij aan een ambtenaar alle werkzaamheden
worden opgedragen
de tweede, waarbij alle w erkzaamheden gelijkelijk tusschen
twee ambtenaren worden verdeeld
de derde, waarbij ecu ambtenaar in het bijzonder belast
wordt met de voltrekking van huwelijken en een ander, met
alle overige werkzaamheden.
In alle drie gevallen treden de overige ambtenaren op bij
verhindering van de bovenbedoelde titularissen.
In verband daarmede wenschen wij de bezoldigingen, voor
zooveel uwe gemeente betreft, vast te stellen als volgt
voor een ambtenaar, aan wicn alle werkzaamheden worden
opgedragen 300
voor elken ambtenaar, indien aan twee personen gelijkelijk,
alle werkzaamheden worden opgedragen f 150;
voor een ambtenaar, die uits/uitend belast wordt met het
voltrekken van huwelijken 60
voor een ambtenaar, die belast wordt met alle werkzaam
heden, behalve het voltrekken van huwelijken 240
voor elken ambtenaar, die bij verhindering van de andere
titularissen optreedt f 30.
Wij verzoeken u, den gemeenteraad hieromtrent te hooren
en ons zijne meening vdor 16 Juli mede te deelen.
Voor zoover in uwe gemeente tot ambtenaar van den
burgerlijken stand iemand mocht zijn of worden benoemd, die
hetzij als klerk bij dien tak van dienst, hetzij in eene andere
betrekking, thans met de genoemde onvereenigbaar, eene
hoogere belooning genoot, dan hij volgens de bedoelde regeling
zou genieten, verzoeken wij u ons daarbij den naam van dien
ambtenaar, die betrekking of betrekkingen en de daaraan
vcrbonden belooningen op te geven.
De Voorzitter: Burg, en Weth. zijn van meening dat in
dit geval moet toegegeven worden aan hetgeen Gedeputeerde
Staten wenschen.
De heer Visser: Burg, en Weth. zijn wellicht die meening
toegedaan omdat ze denken dat het den Raad toch niet hel-
pen zal er zich tegen te verzetten.
De Voorzitter: Wij doen dit voorstel uit overweging, dat
Gedep. Staten deze cijfers aangeien in verband met andere
gemeenten en het gemiddelde hebben genomen.
De heer VersluijsHet hier vastgestelde salaris is toch
voorgesteld in orerleg met den heer Grenu
De heer Moes zou dit punt liever in gesloten zitting behan-
delen.
Verschillende leden zien daarvan de noodzakelijkheid niet in.
De Voorzitter Het is niet eens zeker dat de heer Grenu
benoemd zal worden.
De heer Versluijs: Jawel, maar u hebt toen toch gezegd
dat er met den heer Grenu geraadpleegd was en als nu aan
Ged. Staten eens gewezen wordt op onzen ongunstigen (man.
cieelen toestand, die hun daarom ook wel bekend is, zullen
ze wellicht met de door ons vastgestelde salarissen wel ge-
noegen nemen.
De heer MoesIk heb opgemerkt, dat andere gemeenten
toch ook maar niet dadelijk hebben toegegeven.
De heer Van den Hoek Het verschilt 60 per jaar en
ik denk dat, als er geen genoegen mee genomen wordt,
Staten zullen berichten dat ze het zelf hebben vastge-
steld ze moeten alleen den Raad hooren.
De Voorzitter: Ik vind dat hetgeen andere gemeenten
doen hier niets ter zake doet.
',)e lieer, Versluijs Dat weet ik nog nietu gaf zooeven
toch als de meening van het Dag. Best, te kennen dat
houden vers('hi,lende gemeenten rekening
De heer De Jonge gelooft ook niet dat de Raad verplicht
IS, op het voorstel in te gaan. Hij is van meening dat het
tractement hier, in verband met het werk, billijk is geregeld.
De heer Van den Hoek is het daarmee niet eens de
ambtenaar is toch 7 dagen per week verbonden
De heer Wieland Pardon, 6 Ik heb daaromtrent ge-
iezen wat de Minister er over zegt.
De VoorzitterMaar de Raad heeft besloten dat de
ambtenaar er Zondags ook moet zijn.
De heer Moes Ja, maar het is mij ook gebleken dat er
over dien Zondagsdienst heel wat zwaarder gedacht is, dan
in de bedoeling van den Minister lag.
De heer Wieland Het is tot nul gereduceerd.
De VoorzitterDe ambtenaar moet er toch zijn
De heer Wieland Ja, in tijden van besmettelijke ziekten
wanneer zich epidemien voordoen en spoedige begraving
noodig is, maar in zulke tijden zijn wij alien in beroering.
Het zou toch geheel verkeerd zijn, dat ze thans een Zondags
dienst gtngen invoeren in een tijd dat deze op alle gebied
^.zooveel mogelijk wordt ingekrompen. Do Minister heeft de
punten aangewezen voor welke gevallen het Zondags noodig is
De Voorzitter is van eene circulaire van den Minister niets
bekend en de wet is op dit punt duidelijk.
De heer Van den Hoek weet daarvan ook niets, maar de
Minister kan zeer goed van idee veranderd zijn hieromtrent
Als het met noodig was, zou spreker ook de eerste ziin om
net Zondags af te schaffen.
De VoorzitterDe verordening bepaalt, dat de ambtenaar
hier des Zondags van half twaalf tot twaalf uur moet zijn
en dit is voorgesteld uit overweging dat dit hier met de scheep-
vaart noodig is. Een schipper zou b. v. een aangifte van ge-
boorte willen doen, maar moet nu met zijn schip blijven
liggen tot 's Maandags, wat hem tijdverlies bezorgt.
De heer Versluijs merkt op dat de Minister zijn meening
omtrent den Zondagsdienst pas heeft bekend gemaakt nadat
de salarissen waren vastgesteld.
De heer De Jonge: Dat is toch niet in het nadeel der
ambtenaren
De heer Versluijs: Neen, maar wel van de gemeenten.
Ten slotte wordt met 7 tegen 2 stemmen op voorstel van
den heer Versluijs, besloten aan Ged. Sftten te berichten dat
de Raad van meening is, dat de reeds vastgestelde salarissen
billijk mogen geacht worden.
Voor stemmen de heeren Harte, Wieland, Visser, De Jonge,
Versluijs, Van Dale en Moes, tegen de heeren Van den
Hock en De Feijter.
Op voorstel van den Voorzitter zal niet worden gewezen
op den ongunstigen financieelen toestand der gemeente, uit
overweging dat het daarvan niet mag afhangen of een ambte
naar voor zijn werk voldoende bezoldiging geniet.
Omvraag.
De heer Visser vraagt of er nog niets bekend is omtrent
de verbeurde subsidie van school C, en of de gemeente nog
kans heeft, daarvan wat te krijgen.
De Voorzitter antwoordt dat op het daarvoor gedaan ver-
zoek nog geen antwoord is on tvangen.
De Voorzitter sluit de vergadering.
ft
MmtJt
TE