Is L P. J. BOERENINSPAN. BOERENINSPAN, als Openbare Verkooping (Jpenbare Verkoopmg te ZAAMSLAG. Levende Have: Een Huis en Erf Advertentien. 5 hectaren Tarwe, 2 Haver, 2' /a Koebeeten, *'a Aardappelen, geldleening groot 11,500, een gedeelte van den Landbouw-, Melk-, Karn- en Stalgereedschappen en Werktuigen en benoodigdhedea Openbare Verkooping P O L I T I E. Aan het bureau van politie alhier is als ge- vonden gedeponeerd een regenmantel, een pater Noster, drie sleutels en een portemonnaie met geld. Rechthebbenden vervoegen zich aldaar. Op Zondag 17 Juli a. s. hoopt onze geliefde grootvader AUGUSTINUS LEIJS, te Hoek, zijn 82,ten geboortedag te herdenken. Zijne dankbare kleinkinderen, L. DE GROOTE en Echtgenoote. Hoek, Juli 1904. De Heer en Mevrouw DAEY OU- WENS-VAN KRIEKEN, zeggen hartelijk dank voor de bewijzen van belangsfel- ling bij de geboorte van hun zoon ondervonden. Hulst, 15 Juli 1904. Kraamvisites worden bij voorkeur afge- wacht Donderdag 21 Juli van 24 uur. VERGADERING van stembe- voegde ingelanden in den LIEVENS- POLDER, op Woensdag 20 Juli 1904, s namiddags 2 ure, in het Nederlandsch Logement te Ter Neuzen. Ter Neuzen, 13 Juli 1904. Het Bestuur, JOZ. DE FEIJTER, Dijkgraaf. J. M. DREGMANS, Ontv.-Griffier. De Notarissen Van der Moer en Dreg- mans, zullen voor de erven van mej. de weduwe DE BOKX—DE VISSER, op Don derdag 28 Juli 1904, des namiddags te 2 uur, in het openbaar verkoopen wassende op landen behoorende bij de hofstede aan de Groenstraat, in den Zaamslagpolder. Te vergaderen op de hofstede. middelburg, is iederen Dinsdag te Ter Neuzen te Consul- teeren van U 41/s uur, Noordstraat 34. Ouvertnogeuden worden kosteloos behandeld. Het Bestuur van den den KANAAL- POLDER maakt bekend, dat ten laste van dien polder zal worden aangegaan eene rentende hoogstens 4 te storten op - 15 Augustus a. s., met jaarlijkschen aflos. nschrijvingen worden voor of op r?HSiuS S. ingewacht bij den Dijk- giaat, die verdere inlichtingen geeft. Sas van Gent, 15 Juli 1904. Het Bestuur voornoemd. E- C. DUMOLEYN, Dijkgraaf. J. M. DREGMANS, Ontv.-Griffier. VAN EEN Notaris Van der Moer te Ter Neuzen, zal op Dinsdag 26 Juli 1904. des voormiddags te 11 u ur, ten verzoeke van de weduwe HERMANUS RIEMENS—DeFeijter te Ter Neuzen, op de door haar bewoonde hofstede in den O u d Zevenaar polder bij de Staalfabriek, in het openbaar ver koopen 5 PAARDEN, waaronder: 1 twee- jarig Paard en 1 Jaarling, 7 baat- gevende Koeien, 2 tweejarige en 2 eenjaiige Runderen, 4 Vaarskalveren, 1 Stierkalf, 2 Loopvarkens, 4 Biggen, 50 Hoenders en Hanen, 4 Eenden, Hond met Hok en Ketting. 3 Menwagens met ijzeren assen, Stortekar, Sjees op veeren met Tuig, 2 Zeeuwsche Ploegen, 2 Saxploegen, 2 vierbalks- en 2 vijfbalks- Eggen, 2 kleine Eggen (waaronder 1 met ijzeren tanden), Rolblok, Windmolen, Snijmolen, Geeselsteen, Slijpsteen, Kruiwagen, 2Graan- zeelten, 2 Ladders, Bascule met gewichten, 1 Graanmaat, Waterbak, Goot en Scbepper, Kookfornuis, Mestplanken, Touwwerk, Rie- ken, Mesthaken, Schoppen, Rijven, 30 Graanzakken, 100 Balen, Meelkist, Teelrek, Karn met toebehooren, 3 Roomtonnen, Boterbak, enzoovoorts. "V erder eene partij oud IJzer, Bi andhout, Mutsaard, Teelen, Emmers, Irog, Bakgerief, Trap en 2 Schragen. Spekladder. ijzeren Waterketel, 2 koperen Ketels, 2 Kachels, 1 Pluimenbed", 1 Kapok- kenbed, 2 Tafels, 6 Stoelen, 2 Banken, 1 Tweeloopsgeweer en wat er verder ten verkoop aanwezig zal zijn. Koopen tot en met f>,— contant, behoudens het recht om van ieder contante betaling of borgtockt te eischen. Onbekende personen moeten contant betalen of een bekenden borg stellen. Op de hofstede worden geene orgeldraaiers, liedjeszangers of dergelijke personen toegelaten. TER NEUZEN. Notaris Van der Moer, zal op Woens dag 3 Augustus 1904, des namiddags te 2 uur, bij Michielsen aan de Markt te Ter Neuzen, ten verzoeke van JACOBUS KOLIJN Senioe te Ter Neuzen, en medegerechtigdenr krachtens bevel der rechtbank te Middelburg.. in het openbaar verkoopen aan de Donze-Visserstraat te Ter Neuzen,, kadaster sectie 0 nommer 3256, groot 7u centiaren in weekhuur bij Alphonsus Jacobus ScHiRKTs,schoenmaker, tegen/1,50 per week. Betaling binnen 2 maanden na de toewijzing. Aanvaarding na de betaling. Burg, en Weth. aan den Raad credieten zullen moeten vragen voor reparatie. De heer Van den Hoek wil daarvoor terstond een bianco crediet vragen. De heer De Jonge heeft geen bezwaar om daarin toe te stemmen, maar wil naar aanleiding eener opmerking die hem zoo juist gemaakt wordt tot bedachtzaamheid aansporen, voor het geval kostbare reparaties zouden noodig blijken. Dan was het misschien beter er eerst nog een a met den Raad over te spreken, en te overwegen of het niet gewenscht zou zijn een anderen weg in te slaan. De Voorzitter merkt op dat, wanneer ingrijpende verbete- ringen noodig mochten zijn, Burg, en Weth. er dan toch met den Raad zou over moeten spreken, daar de loopende begrooting het doen van groote uilgaven niet zou gedoogen, en wanneer er een nieuwe moest worden aaugekocht zou er toch geld voor geleend worden. De heer Van den Hoek: Als we toch een nieuwe moeten aanschaffen moet het er maar eon met stoom zijn. De heer De FeijterJa, dan moeten wo geen half werk doen. Met algemeene stemmen worden Burg, en Weth. ge- machtigd die noodig blijkende reparatie's te laten uitvoeren. Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, d.d Voor stemmen de heeren Harte, Visser, Grenu, Versluijs, Van Dale en Van den Hoek, tegen de heeren Wieland, De Jonge, Moes en De Feijter. 18 Juni 1904, waarbij wordt bericht, dat met het oog op bedenkingen bij het college, gerezen tegen de door den Raad ingezonden verordening tot regeling van het lager onderwijs, waarvan te zijner lijd mededeeling zal worden gedaan, het college het ook wenschelijk heeft geacht de verordening be- treftende de hefling van schoolgeld nog niet aan H. M. de Koningin ter goedkeuring in te zenden. li. De Voorzitter deelt mede, dat inmiddels onder dd. 8 Juli jl. van Ged. Staten het navolgend schrijven is ont- vangen Tegen de bij uwen nevensgemelden brief ingezonden ver ordening tot regeling van het lager onderwijs bestaan bij ons verschillende bedenkingen. In de eerste plaats wijzen wij er op, dat de verordening niet behoort te bepalen, in welke klassen van school B het zoogenaamd meer uitgebreid lager onderwijs zal worden ge- geven. Nu de vakken 1q behooren tot den omvang van het onderwijs aan school gegeven, behoort ook overeen komstig art. 21 der wet tot regeling van het lager onderwijs de verdeeling van de geheele leerstof over de verschillende klassen evenals de verdeeling der school in klassen aan het hoofd der school, onder de in dat artikel genoemde goed keuring te worden overgelaten. Iu verband hiermede geven wij in overweging in art. 1 niets meer te bepalen dan hetgeen in het eerste lid van art. 1 der thans geldende verordening voorkomt. Daarmede wordt dan tevens het /,avondschoolonderwijs" waarvan thans niet meer behoort te worden gesproken uit de verordening ver- wijderd. In art. 2 moet dan eehter ook de zinsnede «op de avondschool enz." worden weggelaten. Wat het slot van art. 2 betreft, wijzen wij er op, dat het geeue aanbeveling verdient, daar de dagteekening der ver ordening, regelende het herhalingsonderwijs, te noemen, daar in dit geval wijziging van deze laatste verordening steeds wijziging van die, regelende het. lager onderwijs, zou mede- brengen. Nog beter i3 het, de geheele slotbepaling weg te laten, wat te eer noodig is, als art. 1 in den door ons aan- gegeven zin wordt gewijz.igd. De leeftijd van toelating, zooals die in art. 19 is geregeld, is in verband met het tijdstip van toelating, in art. 20 be- paald. niet in overeenstemming met ons besluit van 27 April 1901 (Prov. blad no. 57). In art. 19 zal in plaats van «in den loop van het toelatingsjaar" moeten gelezen worden //voor 1 December van het telatingsjaar" of wel in art. 20 zal voor «1 April" moeten gesteld worden «1 Mei". Het tweede lid van art. 20 behoort te vervallen. In art. 21 moeten de woorden ,/herhaald schoolverzuim" worden geschraptnu de Leerplichtwet de straffen op het schoolverzuim heeft geregeld, behoort de verordening daarvan niet te gewagen. Van art. 22 dient het eerste lid te vervallen en het tweede lid aan te vangen als volgt ,/zijn andere aan de in het vorig artikel genoemde straffen onvermijdelijk, dan mogen deze bestaan in", enz. Ten slotte doen wij u nog opmerken, dat de bepalingen, voorkomende in de 3e afdeeling, in deze verordening niet thuis behooren. Tegen de opneming daarvan bestaat bij ons vooral hierom bezwaar, omdat voor elke verandering in die be palingen de gewone procedure zou moeten worden gevolgd, welke voor de overige bepalingen der verordening toepasselijk is. Wij hebben de eer u te verzoeken, de noodige wijziging der verordening te willen bevprderen. Gaarne zullen wij worden ingelicht, of de Raad in ver band hiermede ook de verordening betreffende de school- geldheffing alsnog wenscht te wijzigen, daar wij, indien wijziging niet noodig is, de daarop betrekking hebbende stukken aan Z.Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken kunnen doorzenden. Daar dit schrijven eerst gisteren is ontvangen en Burg, en Weth daaromirent nog geen advies kunnen geven stelt de Voorzitter voor dit schrijven aan te houden. De heer Van den Hoek meent dat wel zou kunnen beslist worden omtrent het antwoord aan Gedep Staten over de heffingsverordening, die onveranderd kan blijven. De heer Visser is er voor om de zaak, niet op te houden, opdat men met 1905 klaar zal zijn. De Voorzitter is van gevoelen dat wijziging van de ver ordening tot regeling van het onderwijs aanleiding kan geven dat ook de heffingsverordening, die daarop gebaseerd is, moet gewijzigd worden. Daarin wordt b. v. gesproken van school geld voor de avondschool, terwijl niet van een avondschool mag gesproken worden. De heer Van den HoekGed. Staten hebben niet het recht dat te verbieden, maar dat is ook de kwestie niet. Men acht een avondschool wel niet noodig, maar zij is niet ver- boden. Het betreft hier ook niet gewoon onderwijs, maar onderwijs in vreemde talen, in een avondunr dat daarvoor speciaai is aangewezen. De Voorzitter geeft in overweging om Burg, en Weth. te machtigen, wanneer hun college blijkt dat de wijziging in de regelingsverordening geene wijziging in de heffingsverordening noodig maakt, dit aan Ged. Staten te berichten. De heer Van den Hoek is daar tegende Raad behoort in deze te beslissen. De wijzigingen in de regelingsverorde ning houden geen verband met de schoolge'dregeling, waarom hij voorstelt Ged. Staten te berichten dat de Raad daarin geen wijzigingen wenscht aan te brengen. De heer Versluijs meent, dat uit hetgeen Ged. Staten schrijven, is af te leiden dat zij ook geen wijziging noodig oordeelen. De heeren Moes en Wieland willen eene beslissing aan- houden daar ze nu onmogelijk kunnen beoordeelen, waarover ze moeten stemmen de Raad is niet op de hoogte. De heer Van den Hoek betoogt dat de zaak geen uitstel gedoogt, wil men klaar zijn voor het volgend jaar. Zoo'n verordening bljjft gewoonlijk een paar maanden in den Haag. het is reeds halt Juli en het wordt tijd om de begrooring op te maken, die verband houdt met de besproken regeling. De heer Wieland acht uitstel toch beter want hij zou nu niet ergens willen voor stemmen, waar hij een 14 dagen later weer tegen moet zijnde verordening wordt door Gedep. btaten bijna geheel omgewerkt en nu zijn er toch naar hij meent nog geen deskundigen aan het woord geweestde voorsteller, de heer Van Deinse, is atwezig, Gedep. Staten komen er ook op neer dat het hootd der school gepasseerd is. De heer Van den Hoek zegt dat de wijzigingen die Ged. Staten noodig oordeelen de verordening volstrekt niet omver werpen en dat het hoofd der school niet voorbijgegaan is. Deze moet het leerplan vast stellen onder goedkeuring van andere autoriteiten, daarmede heeft de Raad niets te maken. Het was dan ook alleen om de bedoeling van hetgeen men wilde dnidrlijk maken, dat het leerplan aan den Raad is meegedeeld. Na nog enkele opmerkingen wordt het voorstel van den heer Van den Hoek, om aan Ged. Staten te berichten dat dezerzijds in de verordening op de heffing van schoolgeld geen verandering wordt gewenscht, aangenomen met 6 tegen 4 stemmen. i« Een adres van F. C. Zonnevijlle, landbouwonderwijzer wonende te Axel, die, daar hij er in geslaagd is het door de wet vereischte aantal leerlingen voor een winter-land bouwenrsus bijeen te krijgen, alien zonen van ingezetenen der gemeente Ter Nenzen, overwegende dat het Rijk alleen overgaat tot het verleeuen van subsidie, indien de gemeente waarin de cursus zal gehouden worden, kosteloos een verlicht en verwarmd lokaal verstrekt, verzoekt, wijzende op het hooge belang van zulk een cursus voor den landbouwersstand, te willen overgaan tot het ver- strekken van een verlicht en verwarmd lokaal. Adressant vraagt ook nog het beschikbaar stellen van een kast, voor het bergen der chemicalien die bij het onderwijs gebruikt worden. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor een lokaal beschikbaar te stellen en een kast te laten vervaardigen. Het belang dat de landbouw bij het bestaan van zoo'n cursus heeft is van dien aard, dat Burg, en Weth. meenen I tegen de noodige geringe uitgaaf geen bezwaar te mogen maken. De heer Wieland kan met het eerste deel meegaan, niet echter om een kast te laten maken. De heer Van den Hoek: Het lokaal staat er, maar de verwarming en verlichting zijn voortdurend terugkomende onkosten, terwijl de kast een uitgaaf in eens is. De Voorzitter: We weten niet welke kast het zijn moet maar die zal wellicht 40, 50 of 60 kosten. De heer WielandHoe wordt er op andere plaatsen mede gehandeld De heer MoesDat is overal hetzelfde. He heer WielandHet is niet gelijk loie wat vraagt behoeftigen moeten gesteund worden, maar niet zij die het niet noodig hebben en de vraag is of het hier behoeftiiren betreft. De Voorzitter meent dat die stelling niet steeds con sequent is door te voeren. Buitendien is hij van meening dat de zich thans voordoende gelegenheid om dat voor den landbouw zoo nuttige onderwijs ook hier te doen geven door den Raad met beide handen moet worden aangegrepen en men niet voor de toch maar kleine uitgaaf moet temgschik- ken. De landbouw helpt ook zooveel steunen waarvan zij zelf niet profiteert, billijk is het, dat daarvoor ook wat gedaan wordt. De heer Wieland heeft geen bezwaar tegen vuur en licht, maar wel om f 40 h f 50 voor een kast uit te geven. De Raad kan maar niet zoo roekeloos met de gemeente-financien omspringen. De heer Moes: Zoo'n kast is onmisbaar. De Voorzitter: En met het oog op gebruikt vergif is zelfs een goed afsluitbare kast noodig. De heer De Jonge gevoelt ook wel wat voor het door den heer Wieland aangevoerde maar waar met dit onderwijs ook in eene behoefte ten behoeve van den landbouw zal worden voorzien meent hij dat het billijk is, dat de gemeente dit steunt en zal daarom met het voorstel meegaan. De vraag wordt gesteld of er in Ter Neuzen geen onder- wijzer met landbouwakte aanwezig is. De heer Van den Hoek antwoordt ontkennend. Dat onder wijs geheel van gemeentewege inrichten kost te veel, anders zon het ook opgenomen zijn in de aan school B te onder wijzen vakken. Na nog korte besprekingen wordt het voorstel van Burg, en Weth. met algemeene stemmen aangenomen. j. De Voorzitter herinnert dat destijds een niet officieele klacht is gedaan over het gebruik der o'ude school als vacci- natielokaal, daar deze geen gelegenheid biedt om de kinderen met geleiders binnen te laten komen en dit bij koud en guur weer zeer ongewenscht is. In verband daarmee en omdat ook wel eens voor andere gelegenheden, ijk, militie enz. over een lokaal moet beschikt worden, hebben Burg, en Weth geinformeerd naar het ge bouw der //Vereenigde Handwerkslieden", dat te hunner beschikkiug is gesteld tegen een huurprijs van 1 per dag of gedeelte daarvan, dat er gebruik van gemaakt wordt. Voor de vaccinatie op 30 Juni j.l. is het gebouw reeds gebruikt. Burg, en Weth. vragen hierop de goedkeuring van den Raad en om tevens te bepalen dat de betaling per jaar zal ge schieden. De heer Wieland: Als ik het goed begrijp zeggen ze dus aan het eind van tjaar er is zooveel dagen gebruik van gemaakt, dat is dus zooveel guldens. De Voorzitter antwoordt toestemmend. Die huurkosten komen dan op verschillende postep, naar gelang van het doel waarvoor het gebouw gebruikt wordt. Het voorstel van Burg, en Weth. wordt z. h. s. aange nomen. k. Tot leden der commissie voor het nazien der gemeente- en andere rekeningen over 1903 worden volgens rooster aangewezen de heeren Versluijs, Van Deinse en Van Dale. De heer Grenu verlaat de vergadering. 2, I oorstel Gedeputeerde Staten omtrent regeling salarissen Ambtenaren van den Burgerlijken Stand. Do Voorzitter geeft lezing van het volgende schrijven van Ged. Staten Het komt ons voor, dat in het algemeen de vast te stellen regelingen van de werkzaamheden van de ambtenaren van den burgerlijken stand kunnen worden t eruggebratht tot drie rubrieken de eerste, waarbij aan een ambtenaar alle werkzaamheden worden opgedragen de tweede, waarbij alle w erkzaamheden gelijkelijk tusschen twee ambtenaren worden verdeeld de derde, waarbij ecu ambtenaar in het bijzonder belast wordt met de voltrekking van huwelijken en een ander, met alle overige werkzaamheden. In alle drie gevallen treden de overige ambtenaren op bij verhindering van de bovenbedoelde titularissen. In verband daarmede wenschen wij de bezoldigingen, voor zooveel uwe gemeente betreft, vast te stellen als volgt voor een ambtenaar, aan wicn alle werkzaamheden worden opgedragen 300 voor elken ambtenaar, indien aan twee personen gelijkelijk, alle werkzaamheden worden opgedragen f 150; voor een ambtenaar, die uits/uitend belast wordt met het voltrekken van huwelijken 60 voor een ambtenaar, die belast wordt met alle werkzaam heden, behalve het voltrekken van huwelijken 240 voor elken ambtenaar, die bij verhindering van de andere titularissen optreedt f 30. Wij verzoeken u, den gemeenteraad hieromtrent te hooren en ons zijne meening vdor 16 Juli mede te deelen. Voor zoover in uwe gemeente tot ambtenaar van den burgerlijken stand iemand mocht zijn of worden benoemd, die hetzij als klerk bij dien tak van dienst, hetzij in eene andere betrekking, thans met de genoemde onvereenigbaar, eene hoogere belooning genoot, dan hij volgens de bedoelde regeling zou genieten, verzoeken wij u ons daarbij den naam van dien ambtenaar, die betrekking of betrekkingen en de daaraan vcrbonden belooningen op te geven. De Voorzitter: Burg, en Weth. zijn van meening dat in dit geval moet toegegeven worden aan hetgeen Gedeputeerde Staten wenschen. De heer Visser: Burg, en Weth. zijn wellicht die meening toegedaan omdat ze denken dat het den Raad toch niet hel- pen zal er zich tegen te verzetten. De Voorzitter: Wij doen dit voorstel uit overweging, dat Gedep. Staten deze cijfers aangeien in verband met andere gemeenten en het gemiddelde hebben genomen. De heer VersluijsHet hier vastgestelde salaris is toch voorgesteld in orerleg met den heer Grenu De heer Moes zou dit punt liever in gesloten zitting behan- delen. Verschillende leden zien daarvan de noodzakelijkheid niet in. De Voorzitter Het is niet eens zeker dat de heer Grenu benoemd zal worden. De heer Versluijs: Jawel, maar u hebt toen toch gezegd dat er met den heer Grenu geraadpleegd was en als nu aan Ged. Staten eens gewezen wordt op onzen ongunstigen (man. cieelen toestand, die hun daarom ook wel bekend is, zullen ze wellicht met de door ons vastgestelde salarissen wel ge- noegen nemen. De heer MoesIk heb opgemerkt, dat andere gemeenten toch ook maar niet dadelijk hebben toegegeven. De heer Van den Hoek Het verschilt 60 per jaar en ik denk dat, als er geen genoegen mee genomen wordt, Staten zullen berichten dat ze het zelf hebben vastge- steld ze moeten alleen den Raad hooren. De Voorzitter: Ik vind dat hetgeen andere gemeenten doen hier niets ter zake doet. ',)e lieer, Versluijs Dat weet ik nog nietu gaf zooeven toch als de meening van het Dag. Best, te kennen dat houden vers('hi,lende gemeenten rekening De heer De Jonge gelooft ook niet dat de Raad verplicht IS, op het voorstel in te gaan. Hij is van meening dat het tractement hier, in verband met het werk, billijk is geregeld. De heer Van den Hoek is het daarmee niet eens de ambtenaar is toch 7 dagen per week verbonden De heer Wieland Pardon, 6 Ik heb daaromtrent ge- iezen wat de Minister er over zegt. De VoorzitterMaar de Raad heeft besloten dat de ambtenaar er Zondags ook moet zijn. De heer Moes Ja, maar het is mij ook gebleken dat er over dien Zondagsdienst heel wat zwaarder gedacht is, dan in de bedoeling van den Minister lag. De heer Wieland Het is tot nul gereduceerd. De VoorzitterDe ambtenaar moet er toch zijn De heer Wieland Ja, in tijden van besmettelijke ziekten wanneer zich epidemien voordoen en spoedige begraving noodig is, maar in zulke tijden zijn wij alien in beroering. Het zou toch geheel verkeerd zijn, dat ze thans een Zondags dienst gtngen invoeren in een tijd dat deze op alle gebied ^.zooveel mogelijk wordt ingekrompen. Do Minister heeft de punten aangewezen voor welke gevallen het Zondags noodig is De Voorzitter is van eene circulaire van den Minister niets bekend en de wet is op dit punt duidelijk. De heer Van den Hoek weet daarvan ook niets, maar de Minister kan zeer goed van idee veranderd zijn hieromtrent Als het met noodig was, zou spreker ook de eerste ziin om net Zondags af te schaffen. De VoorzitterDe verordening bepaalt, dat de ambtenaar hier des Zondags van half twaalf tot twaalf uur moet zijn en dit is voorgesteld uit overweging dat dit hier met de scheep- vaart noodig is. Een schipper zou b. v. een aangifte van ge- boorte willen doen, maar moet nu met zijn schip blijven liggen tot 's Maandags, wat hem tijdverlies bezorgt. De heer Versluijs merkt op dat de Minister zijn meening omtrent den Zondagsdienst pas heeft bekend gemaakt nadat de salarissen waren vastgesteld. De heer De Jonge: Dat is toch niet in het nadeel der ambtenaren De heer Versluijs: Neen, maar wel van de gemeenten. Ten slotte wordt met 7 tegen 2 stemmen op voorstel van den heer Versluijs, besloten aan Ged. Sftten te berichten dat de Raad van meening is, dat de reeds vastgestelde salarissen billijk mogen geacht worden. Voor stemmen de heeren Harte, Wieland, Visser, De Jonge, Versluijs, Van Dale en Moes, tegen de heeren Van den Hock en De Feijter. Op voorstel van den Voorzitter zal niet worden gewezen op den ongunstigen financieelen toestand der gemeente, uit overweging dat het daarvan niet mag afhangen of een ambte naar voor zijn werk voldoende bezoldiging geniet. Omvraag. De heer Visser vraagt of er nog niets bekend is omtrent de verbeurde subsidie van school C, en of de gemeente nog kans heeft, daarvan wat te krijgen. De Voorzitter antwoordt dat op het daarvoor gedaan ver- zoek nog geen antwoord is on tvangen. De Voorzitter sluit de vergadering. ft MmtJt TE

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1904 | | pagina 6