BIJVOEGSEL
Tst Neuzensche Courant
Zaterdag 4 Juni 1904. No. 4541.
Binnenland.
FETJILLETON.
Gemengde berichten.
tweede kamer.
Zitting van Donderdag.
Na eenig debat wordt aangenomen het wets-
voorstel van de heeren Van Raalte c. s. tot wijziging
van het Wetboek van Burg. Rechtsvordering.
De heer Van Raalte wordt aangewezen om het
wetsvoorstel in de Eerste Kamer te verdedigen.
Vervolgens behandelt de Kamer de suppletoire
Indische begrooting betreffende de instelling van
eeu afzonderlijk departement van Landbouwaan-
gelegenheden.
De heer Van Kol acht dringend voorziemng
noodig voor den inlandschen landbouw en gispte t,
dat 's Lands Plantentuin niets heeft gedaan voor
de inlandsche cultures en alleen de aandacht heeft
geschonken aan de Europeesehe. Om verbetenng
te brengen in den Indischen landbouw, oordeelde
spreker echter geen afzonderlijk departement noodig,
volstaan moet worden met een speciale afdeeling
aan een bestaand departement.
Spreker keurde 't daarom te meer af, dat de
Minister ten aanzien van deze geheele nieuwe,
onverwachte aangelegenheid, waarover bevoeg en
't niet eens zijn, volledige overlegging van adviezen
aan de Kamer heeft onthouden. Spreker vroeg
den Minister in welken zin de hoofdinspecteur
der cultures, de directeur van de Gouvernements
kina-cultuur en de hoofdinspecteur voor het bosch-
wezen hebben geadviseerd.
In 'talgemeen betoogde spreker, dat de in
landsche cultures, onder ondeskundige ei ing,
totaal verwaarloosd is, en ons bestuur in u le
zich aan grof plichtverzuim heeft schuldig 8e'"aa
En waar de voornaamste zaken, als t landbouw-
krediet, blijven bij het binnenlandsch bestuur, zal
de inlander niets hebben aan het voorgestelde
departement.
Vooral tegen dit landbouwdepartement heeft
spreker bezwaar, omdat 't een zoo goed als uit-
sluitend theoretisch karakter zal dragen.
Uitvoerig is de heer Van Kol over de ver-
diensten eenerzijds en gebrek aan verdiensten
anderzijds van den directeur van s Lands Planten
tuin, ten betooge, dat deze wel geschikt zou zijn
als afdeelingscbef in een bestaaud departement,
maar niet aan het hoofd van een nieuw departe
ment kan worden geplaatst.
De regeering wil ziedaar een ander bezwaar
het departement op westerschen leest schoeien,
terwijl alleen heil is te verwachten van een zuiver
Indische instelling.
Na het einde der redevoering van den heer
Van Kol, wordt de verdere beraadslaging over
dit wetsontwerp verdaagd tot morgenochtend
10 uur.
Bij de voortzetting van de behandeling der
Drankwet komt het amendement der heeren lock
en Borgesius, tot het doen intrekken van de
societeitsvergunring, wanneer de statnten //met
behoorlijk worden nageleefd" (in plaats van//wanneer
in strijd wordt gehandeld met de statuten", zooals
het regeeringsontwerp luidt), aan de orde.
62)
Ge wordt van ons kantoor ontslagen, mijnheer."
z/Wordt ik ontslagen, mijnheer Brunton vroeg
Walther, niet weinig verslagen.
//Zoo is bet, mijnheer Lund
z/Maar men zal mij toch wel de reden voor
dat ontslag willen opgeven Ik weet niet, dat
ik door eenig verzuim of eenigen misslag de
ontevredenheid van mijn patroons heb opgewekt."
z/Ik heb geen last gekregen, om u hierover
inlichtiDgen te geven. De patroons hebben mij
alleen order gegeven, u te ontslaan en daaraan
heb ik voldaan".
z/Met zulk een ontslag kan ik geen vrede nemen,
mijnheer Brunton. Wanneer ge blijft volharden
bij uw stilzwijgen over de redenen van dit be-
sluit, dan zal ik zelf bij de patroons aankloppen,
om opheldering te knjgen."
/Jonkman, laat u raden en doe geen onbe-
dachte stappen. Ge staat u zelven in den weg,
als ge stappen doet, welke strijdig zijn met de
plainen die men in uw voordeel alleen heeft op
touv gezet. Gebruik uw verstandals ge wer-
kel^k in het kantoor van de patroons komt,
zal men u afschepen met eenige woorden, die
niets beteekenen. Overleg nu bij u zelven of
het niet even goed is, als ge zonder die niets-
betsekenende woorden uw eigen weg gaat."
/Het kan zijn, dat ge gelijk hebt, mijnheer
Briton, en ik zal vuorloopig geen stappen doen,
mair dat wil ik toch zeggen een acntbaar
bankiershuis oitslaat geen bediende zonder hem
de reden daarvow mede te deelen."
De heer Eock kondigt aan, dat hij bij de slot-
bepalingen zal voorstellen, dat Gedep. Staten de
societeitsvergunning niet zullen mogen weigeren
op grond dat de statuten toelating van stadge-
nooten bij bepaalde gelegenheden, en van dames
en kinderen van leden veroorloven.
De heer Talma ontraadt, namens de commissie
van rapporteurs, het amendemeut. In het woord
/behoorlijk" ziet hij buitendien een verscherping
van het artikel, in strijd met de bedoeling der
voorstellers.
De heer Borgesius betwist deze opvatting.
De heer Troelstra coDstateert, dat men teneinde
zekere inrichtingen te bevoordeelen boven andere,
het begrip //societeit wettelijk heeft willen vast-
stellen, doch dat men daarin niet geslaagd is.
Hij zal stemmen voor het amendement-Pock.
De heer Lohman waarschuwt, dat het amende
meut een zeer vage bedoeling heeft en wil de
heele toepassing uitdrukkelijk facultatief maken.
De Minister van Binnenlandsche Zaken wijst
er op, dat bij handelen in strijd met de statuten,
zelfs de eerste maal, de rechtspersoonlijkheid kan
vervallen. Hij acht de zaak zoo alleen te regelen,
dat de intrekking van vergunning alleen kan plaats
hebben, wanneer de statuten worden overtreden
ten opzichte van de bedoeling van art, 3« {Het
criterium van wat societeit is).
De heer Schaper vraagt, of het nu wel be
hoorlijk mogelijk blijft, dat societeiten b.v. groote
volksconcerten geven tegen laag entreegeld.
De Minister antwoordt, dat de bedoeling is,
een artikel met groote speelruimte te maken.
Dit kan, omdat het doel geen ander is dan de
pseudo-societeiten te bestrijden.
Na nog eenig debat trekt de heer Eock tegeu-
over de Regeeringswijziging zijn amendement in,
waarna het gewijzigd artikel XXII wordt aange
nomen.
Men gaat daarna verder met artikel XXVIII,
dat spreekt over de verplichiing voor verkoopers
van alkoholhoudenden drank (wijn, bier, enz., maar
geen sterkedrank), om verlof" te hebben, daar-
voor te betalen enz.
De heer Duymaer van Twist wil geheele vrij-
stelling van inrichtingen als militaire tehuizen enz.
De Minister van Binnenlandsche Zaken ant
woordt op een gister gemaakte opmerking van
den heer Lohman, dat de aanhef van de wet (die
immers slechts spreekt van sterkedrank" zou
moeten veranderd worden, dat de Regeering er
niet aan dacht, den verkoop van wijn en bier
per glas aan banden te leggen. Over deze dran-
ken wordt alleen daarom in deze wet gesproken,
omdat de verkoop daarvan zoo nauw samenhangt
met den verkoop .van sterkedrauk, met name
met den clandestienen verkoop, die vooral in bier-
huizen plaats heeft. 0. a. om dezen te bestrijden
onderwerpt men de bierhuizen aan bepaalde controle.
Dat het in Limbnrg wenschelijk zou zijn ook
de bierhuizen wat te belemmeren in den verkoop
kan wel zijn, maar daarom kan men dit niet doen
in de wet, die voor het geheele land geldt.
Tn een antwoord op een vraag van den heer
Verhey zegt de Minister, dat uit den boven om-
schreven aard van de invoering van het verlofrecht
ook volgt, dat het recht van de kantines om bier
te verkoopen een zaak is, die de militaire autori-
teit aangaat.
De heer Van de Velde stelt voor, de aanvragen
om verlof en de beschikking daarop vrij van zegel-
recht te makenbet amendement wordt zonder
stemming aangenomen.
In behandeling komt het amendement-Bolsius,
strekkende tot het toepasselijk verklaren van de
bepalingen omtren.t licht, ruimte enz. geldende
z/Ge begrijpt, mijnheer Lund, dat een bankiers
huis van algemeene oekendheid, zooals Guilleray
en Mattson, zich weinig bekommert om het af-
keurende oordeel van een ontslagen bediende.
Denk er over, zooals ge wilt, de zaak wordt er
niet door veranderd. Zooals ge weet, moet de
opzegging wederzijds veertien dagen vooruit ge-
schieden de patroons zijn echter zoo goed geweest,
mij te bevelen, u de belooning voor een geheele
maand uit te betalen ik zal u het geld onmiddel-
lijk ter hand stellen."
Walther was door dezen onverwachten slag
zeer getroffen. In dit huis was hij een loopbaan
begonnen, die hem zijn leven lang een goed
bestaan zou verschaffen. Hij had gedroomd van
opklimmen in deze zaak, van een nette eervolle
positie, ja, zelfs van een plaats in het kantoor,
waar nu zijn hoogeeerde patroons zaten. En nu
was in ebn eukel oogenblik alle hoop vernietigd.
Had hij zich maar rekenschap kunnen geven,
waarom dit lot hem trofWas hij zich slechts
bewust geweest van een verzuim of een foutDan
zou hij zich zeker met zijn lot verzoend hebben
Maar hoe hij zijn hersens kwelde, hij vond niets,
dat zijn ontslag kon rechtvaardigen.
Intusschen had de oude kassier vijf en twintig
sovereigns uitgeteld, een toegevouwen brief daarbij
gelegd en verzocht hem het een en ander in
ontvangst te nemen.
Walther greep eerst naar het papier en ont-
vouwde het. Het bevatte de verklaring, dat hij
van den zooveelsten dag van maand 18
tot den zooveelsten dag van maand 18 als
bediende in het bankiershuis Guilleray en Mattson
was werkzaam geweest en dat zijne werkzaamheden
en zijn gedrag in het algemeen reden tot tevreden-
heid gegeven hadden. Dat waren geen woorden
voor lokalen met vergunning, ook op lokalen met
verlof.
De heer Janssen wijst op een onbillijkheid
tegenover bestaande bier- en wijnhuizen.
De Minister bestrijdt het amendement nog op
andere praktische gronden en buitendien op de
principieele overweging, dat bier- en wijnverkoop
door dit ontwerp niet in rijkszaak wordt, doch
blijft wat hij was gemeentezaak.
Nadat de heer Bolsius uit zijn amendement
de bepaling, dat de gemeenteraden buurten kunnen
aanwijzen waar geen verloven worden gegeven,
heeft geschrapt, wordt het deel van het amendement
(ruimte, licht- en luchtverversching) aangenomen
met 45 tegen 37 stemmen.
Het artikel wordt goedgekeurd.
Van artikel XXIX worden de onderdeelen 15a
en 15b goedgekeurd. Bij onderdeel 15c bestrijdt
de heer Riiel de invoering van het verlofrecht.
De heer De Klerk, zijn amendement (tot
schrapping van het verlofrecht) verdedigende, sluit
zich aan bij het betoog 7an den heer Roell.
Heden voortzetting.
TER NEUZEN, 3 Juni 1904.
Woensdag werd alhier door den bouwkundige
L. de Bruijne aanbesteed het sloopen van een
gebouw, staande aan de Nieuwstraat wijk E no. 14
aldaar, en het ter plaatse opbouwen van een
heerenhuis.
Hiervoor werd ingeschreven door de heeren
H. Kaijser voor f 10290, J. Kolijn voor f 9510,
F. van der Peijl voor f 9400, W. P. Nieuwelink
voor 9300 en G. E. J. Rijnberg voor f 9297.
Gedurende de maand Mei passeerden langs
de Oostsluis alhier
Stoomschepen. Opvaart 46, samen 3206 Ms.
Afaart 49, 3243
Rijnschepen. Opvaart 31, samen 10906 M3.
Afvaarl 10, 4500
Binnenschepen. Opvaart 311, samen 35042 Ms.
Afvaart 304, 36394
In het bijvoegsel tot de //St. Ct." no 127
zijn opgenomen de statuten van den Roomsch-
Katholieken Boerenbond van Zeeuwsch-Vladerenan,
Ooslelijk deel, te Hulst.
Men schrijft ons
Zaterdag a. s. zal te Middelburg bij inschrij-
ving herbesteed worden door het bestuur der
Posterijen de uitvoering der postritten van
Breskens over Hoofdplaat naar Biervliet en terug
tweemaal daags over een tijdvak van 5 jaar, aan-
vangende 1 Juli a. s.
In bijna alle gemeenten van 't land van
Cadzand wordt erg geklaagd, dat de postbezen-
ding, die per tram en eenuurboot te Vlissingen
arriveert, tot 5 uur aldaar vertoeft, wegens ver-
vroegd vertrek van den trein.
In het land van Hulst werd ons Zondag
het volgende medegedeeld
Een boer had 40,000 KG. aardappels en verkocht
die in het najaar tegen 5 per 100 KG. Tot
levering kwam het echter niet. De vader van den
boer vond het een domheid om aardappels tegen
f 5 van de hand te doen, wijl bij de algemeene
mislukking der prijzen moesten rijzen en wellicht
tot 6 of 7 per 100 KG. zouden oploopen.
De zoon de standjes moe maakte accoord met den
aardappelkooper, die hem voor f 60 ontsloeg en
van de sardappels afzag.
Thans liggen de kostbare vruchten er nog al
door in waarde verminderende en allengs geheel
niets meer waard.
van afkeuring, maar evenmin van lof en aan-
beveling.
Walther Lund begreep, dat hij met dit getuig-
schrift zeer moeielijk een goede betrekking zou
kunnen vinden, maar wat kon hij er aan doen P
Het getuigenis was zoo gesteld, dat hij er
onmogelijk bezwaren tegen kon inbrengen. Met
een diepe zucht vouwde hij het papier samen en
stak het in zijn borstzaktoen nam hij ook het
geld op en maakte zich gereed om te vertrekken.
De oude kassier schraapte zich de keel en zei
z/Ik heb voldaan aan den last, die mij is op-
gedragen, mijnheer Lund Ik beschouw u als
niet meer tot ons huis te behoo.renwat ik u
nog te zeggen heb, beschouw dat als een parti-
culier gesprek. Ik heb altijd belangstelling voor
u gevoeld ik hield van u, omdat ik u heb leeren
kennen als een ijverig en bescheiden jonkman, die
zich gunslig van zijn gelijken ouderscheidt."
z/Ik had uw lof liever in dit getuigschrift ver-
meld gezien. Nu verspilt ge uw woorden aan
een jonkman zonder betrekking, wien voor altijd
de weg is afgesneden om vooruit te komen," sprak
Walther met bitterheid.
z/Wees zoo goed, er aan te denken dat dit
kapitel is afgehaudeld en dat wij nu een parti-
culier gesprek voeren. Ik zou u met mijn lof-
spraak lastig vallen, maar ik ben een oude zon-
derling, die zegt wat hem op het hart ligt.
Waar het noodlot u ook heenvoeren zal, ge zult
u nergens zoo thuis gevoelen als hierge zult
ook niemand vinden, die u bijtijds waarschuwt.
Luister daarom naar mijne waarschuwing, als die
van een oud vriend bemoei u nooit met zaken,
daar ge niet mee noodig hebt, en vermijd alle
onaangenaamheden met lieden, die u door hun
macht of rijkdom nadeel kunnen doen."
De les is echter nog niet hard genoeg voor
iemand, die van zijn kapitaal misbruik maakt om
voedsel voor den mensch aan de consumptie te
onttrekken uit zucht naar winst.
St. Jansteen. Een vrouwtje uit Heikant werd
in de kerk haar porlemonnaie ontrold en bij E.
Smet te Kapellebrug werd uit een schuurtje des
nachts het een en ander weggehaald, (landbouw-
gereedschap.)
Het schuurtje was opengebroken.
Stoppeldijk. Z.Ex. de Commissaris der Ko-
ningin in Zeeland bezoekt den 7en Juni, aanstaande
Dinsdag, de gemeenten Stoppeldijk en Boschkapelle.
In het Land van Hulst blijven de vette
varkens nog steeds zeer goedkoop. Meer dan 40 c.
per levend KG. is niet te maken, zoodat het
gemakkelijk te begrijpen is, dat aan de mesterij
weinig of niet is verdiend, vooral ook door de
duurte van het voeder.
Daar tegenover staat, dat de biggen aan een
goeden prijs van de hand kunnen gezet worden
men besteedt door elkaar 1 gulden per week, en
hoogstwaarschijnlijk zal die prijs nog stijgen,doordat
voor deze dieren, wegens den goeden stand der
veldgewassen, volop voeder zal te krijgen zijn.
Boschkappelle. Boven onze gemeente brak
Woensdag een hevig onweder los. Op 't gehucht
Saswijk sloeg de bliksem in de woniug van
L. Hayette. Een varken, dat getroffen werd,
moest gedood worden, terwijl een geit en bijna
den ganschen inboedel verbrandden. Voor de
naaste woningen bestond ook groot gevaar doch
doze bleven gelukkig gespaard. Alles was ver-
zekerd.
Maandagmiddag had op het Molenwater te
Middelburg een zeldzaam voorval plaats.
Een milicien, die op het excercitie-veld door
een sergeant geoefend werd, kreeg het op een
gegeven oogenblik te kwaad en wierp zijn ge-
weer neer met de woorden //Ik verd het
doe het zelf." De jonge man had zich zoodanig
overstuur gemaakt, dat men hem in de gasfabriek
binnenbracht om weer wat op zijn verhaal te
komen.
Men zegt dat plagerij van den betrokken
sergeant de oorzaak is van het voorval. Een
streng onderzoek schijnt dan ook hiernaar te
zijn ingesteld.
Nader vernemen wij, dat bij den betrokken
milicien, een jongeling uit Zierikzee, de maat
van zijn drift overliep, nadat een luitenant het
werk van den sergeant had voortgezet. Het
was dun ook tegenover dezen officier dat het
na al het voorgevallene, bij den milicien tot
eene uitbarsting kwam.
Naar al wat wij hooren, moet er op onver-
antwoordelijke wijze tegen dezen jongen man
zijn uitgevaren en men beweert dat dit geval
niet op zich zelf staat.
Wij dringen dus op een streng onderzoek aan.
Men dient bij de behandeling van onze jongelui,
bij wie de sympathie voor den dienst toch al
niet groot is, zich te wachten voor plagerijen
en onheusche bejegingen, in woorden zelfs, die
met den dienst in geen verband staan.
Een tactvol optreden door de daarbij met
gezag bekleeden is in den tegenwoordigen tijd
zeer noodig (Midd. Ct.)
Op advies van den inspecteur van den ge-
neeskundigen dienst zijn de scholen te Hilvarenbeek
en Esbeck gesloten, wegens het epidemisch heer-
Uit deze woorden van den kassier bemerken
wij, dat hij den brief van Carringshliff gelezen
had en op eigen hand eene verklaring gaf, die
niet ver van de waarheid bleef.
Walther legde echter deze woorden anders uit
dan ze bedoeld waren en zeide levendig
z/Weet ge van de gebeurtenissen, waarin ik be
trokken ben, mijnheer Brunton Wie heeft er
u over gesproken
z/Ge dwaalt in uw veronderstelling, mijnheer
Lund ik weet van niets. Als ik die gebeurte
nissen kende, waarop ge zinspeelt, dan zou ik er
juist over gezwegen hebben, want ik houd er
volstrekt niet van, mij te mengen in dingen, die
mij niet aangaan. Neem mijn waarschuwing ter
harte en wees voorzichtig. En nu vaarwel
ga met GodMijn beste wenschen volgen u
overal."
Hij drukte hem de hand en zij scheidden.
Walther verliet met een beklemd hart het huis,
waar hij zooveel jaren met genoegen was werkzaam
geweest. Er werd een tijdperk van zijn leven
afgesloten, en dat afsluiten was voor hem een
belangrijke zaakde toekomst was voor hem
duister en treurig. De waarschuwing van den
ouden kassier kwam hem weer in de gedachlen
en hij kon die niet anders verklaren dan in ver
band met de gebeurtenissen der laatst verloopen
dagen. Was" zijn ontslag een gevolg van zijn
bedreigingen tegen Carringshliff? Het scheen
onmogelijk, dat de advocaat met het bankiershuis
in relatie stond, want hij had er nooit iets van
bemerkt. Maar was het niet waarschijnlijk, dat
hij hem zijn middel van bestaan had ontnomen
om hem te verhinderen in zijn onderzoek naar
het meisje, dat men voor waanzinnig liet doorgaan?
(Wordt vervolgd.)
VAN DE
VAN